ECLI:NL:RBGEL:2025:5274
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- S.J. Peerdeman
- A.F. Germs-de Goede
- J.M.C. Schuurman–Kleijberg
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechters in strafzaak na beslissing over voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland op 29 april 2025 een verzoek tot wraking van rechters afgewezen. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J.B. Boone, had de wraking aangevraagd na een beslissing van de rechters in een strafzaak waarin hij de verdachte was. De rechters hadden op 3 april 2025 de vordering van de officier van justitie tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verzoeker toegewezen. Het wrakingsverzoek werd ingediend op dezelfde dag, na de beslissing van de rechters. De wrakingskamer oordeelde dat de verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk was in zijn verzoek, omdat het verzoek was gedaan nadat de rechters al een beslissing hadden genomen. De wet staat geen wraking toe na een eindbeslissing in de zaak. De verzoeker had geen belang bij het indienen van het verzoek, aangezien de strafzaak inmiddels door andere rechters werd behandeld. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er objectieve omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. In dit geval was er geen sprake van dergelijke omstandigheden, en het verzoek werd afgewezen zonder verdere behandeling.