ECLI:NL:RBGEL:2025:5255
Rechtbank Gelderland
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verschoningsverzoek in een civiele procedure
Op 1 juli 2025 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een beslissing genomen op een verschoningsverzoek van mr. O. Nijhuis. Dit verzoek was ingediend in het kader van een civiele procedure met zaaknummer C/05/440123 / HA ZA 24-436, waarin mr. Nijhuis als rechter betrokken was. De aanleiding voor het verzoek was de vriendschap tussen mr. Nijhuis en de advocaat van de gedaagde partij, mr. C.J. van Dijk, met wie hij in het verleden (tot 1998) een maatschap heeft gedeeld. De verschoningskamer heeft de procedure en de argumenten van de rechter beoordeeld.
De verschoningskamer benadrukte dat rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. In dit geval werd de vriendschap met de advocaat van de gedaagde partij als een mogelijke schijn van partijdigheid gezien. De verschoningskamer concludeerde dat, hoewel mr. Nijhuis zelf geen twijfels over zijn onpartijdigheid had geuit, de uiterlijke schijn van partijdigheid wel degelijk aanwezig was.
Daarom werd het verzoek tot verschoning toegewezen, en werd bepaald dat in de betreffende civiele procedure een andere rechter zal worden aangewezen. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier op 1 juli 2025.