ECLI:NL:RBGEL:2025:5124

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 juni 2025
Publicatiedatum
1 juli 2025
Zaaknummer
05.286905.24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontuchtige handelingen met een vijftienjarig meisje

Op 24 juni 2025 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 30-jarige man, verdachte van ontuchtige handelingen met een vijftienjarig meisje. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 maart 2023 tot en met 15 april 2023 meerdere keren contact heeft gehad met het slachtoffer, dat destijds 15 jaar oud was. De verdachte heeft via sociale media en in persoon seksuele berichten naar het slachtoffer gestuurd en heeft haar meerdere keren ontmoet. Tijdens deze ontmoetingen heeft hij ontuchtige handelingen gepleegd, waaronder het betasten van haar borsten en het zoenen van haar. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer als betrouwbaar beoordeeld, ondersteund door bewijs uit WhatsApp-berichten. De rechtbank heeft echter het primair ten laste gelegde feit van seksueel binnendringen niet bewezen geacht, omdat er onvoldoende bewijs was. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, en er is een contactverbod opgelegd met het slachtoffer. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot betaling van € 3.500,- aan smartengeld aan het slachtoffer, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05.286905.24
Datum uitspraak : 24 juni 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1992 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] te [woonplaats] .
raadsman: mr. V.P.J. Tuma, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2023 tot en met 15 april 2023 te Arnhem, althans in Nederland met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2007, die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het brengen van zijn penis in haar vagina en/of
- het betasten van haar borsten en/of
- het ontbloten en/of aftrekken, althans betasten van zijn penis ten overstaan van haar en/of
- het zoenen van haar mond;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2023 tot en met 15 april 2023 te Arnhem, althans in Nederland met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2007, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het brengen van zijn penis tegen haar vulva en/of
- het betasten van haar borsten en/of
- het ontbloten en/of aftrekken, althans betasten van zijn penis ten overstaan van haar en/of
- het zoenen van haar mond.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld. In de periode van 1 maart 2023 tot en met 15 april 2023 heeft verdachte, een man van destijds 30 jaar oud, meermaals contact gehad met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2007 en destijds 15 jaar oud. Zij hebben berichten uitgewisseld via Whatsapp en Instagram en hebben elkaar meerdere malen ontmoet in Arnhem. [2]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair en subsidiair tenlastegelegde. Verdachte ontkent het tenlastegelegde en het dossier bevat onvoldoende steunbewijs voor de aangifte.
Beoordeling door de rechtbank
Verklaring [slachtoffer]
heeft op 5 mei 2023 een informatief gesprek zeden gevoerd met zedenrechercheurs. Daarin vertelde [slachtoffer] dat verdachte haar vaak dm’de, dat hij wist waar ze werkte en dat ze hem daar elke keer zag. [slachtoffer] wist dat hij andere bedoelingen met haar had. Hij bleef maar doorgaan. In maart 2023 nam [verdachte] haar mee naar zijn auto. Daar gaf hij haar kusjes in haar nek en zoende haar. [3]
[slachtoffer] vertelt in het gesprek dat verdachte haar verkracht heeft. Hij was met zijn lul in haar
kut gegaan. Het was gestopt doordat [slachtoffer] hem in zijn gezicht had getrapt.
Op 10 mei 2023 heeft [slachtoffer] aangifte gedaan van verkrachting, stalking en bedreiging. Uit haar aangifte volgt dat zij eind februari 2023 in contact was gekomen met verdachte toen hij haar een bericht stuurde op Instagram. Daarna hadden ze dagelijks of om de dag contact. Verdachte had haar in het begin gevraagd hoe oud zij was. [slachtoffer] zei dat ze 15 jaar was en verdachte zei dat dat niet uitmaakte. In het begin zag [slachtoffer] hem meer als een
soort van broer, maar na ongeveer twee weken begon verdachte over seksuele dingen. Verdachte zei dat hij het met [slachtoffer] wilde doen en dat hij haar wilde zoenen. Toen [slachtoffer] hem blokkeerde, belde hij haar weer met een ander nummer. [slachtoffer] heeft verdachte vijf á 7 keer ontmoet. Verdachte zocht [slachtoffer] op na haar werk bij de [bedrijf] in het winkelcentrum Presikhaaf. Ze heeft ook bij hem in de auto gezeten. Tijdens hun tweede ontmoeting heeft verdachte in de auto geprobeerd aan haar te zitten. Ook hebben in de auto seksuele handelingen plaatsgevonden. [slachtoffer] weet niet meer op welke dag dit was. Verdachte pakte met een hand haar borst vast en probeerde haar iedere keer te gaan zoenen. Hij raakte haar lippen. Daarna probeerde hij verder aan haar borsten te zitten. Hij had zijn hand van onder en van boven in haar shirt gedaan. Hij raakte haar borsten over de bh aan en over haar blote huid. Ook trok hij zich af terwijl hij bij haar in de auto zat. Ze zag zijn lul en zijn benen en schrok ervan. [4]
[slachtoffer] verklaart in haar aangifte ook dat verdachte in de auto met zijn lul bij haar kut naar binnen is gegaan. Gedurende 2 á 3 minuten ging verdachte een paar keer in en uit met zijn lul in haar kut. Het stopte toen [slachtoffer] met haar voet in zijn gezicht trapte.
Onderzoek aan telefoon [slachtoffer]
De politie heeft onderzoek gedaan naar de telefoon die in gebruik was bij [slachtoffer] in de tenlastegelegde periode. In de telefoon trof de politie verschillende whatsappgesprekken aan tussen [slachtoffer] en verdachte (met telefoonnummer [telefoonnummer] ). Uit deze gesprekken volgt er rond 5/6 maart, 11 maart en 13 maart 2023 ontmoetingen hebben plaatsgevonden tussen [slachtoffer] en verdachte. Ook werden er meerdere screenshots aangetroffen waarbij de naam van verdachte in beeld kwam. De Whatsappgesprekken en de screenshots zijn door een tolk uit de Turkse taal naar het Nederlands vertaald. Uit de screenshots komt naar voren dat in de ten laste gelegde periode tussen verdachte en [slachtoffer] onder meer de volgende berichten zijn uitgewisseld op Whatsapp.
[ [verdachte] = verdachte, [slachtoffer] = [slachtoffer] ]
Op 6 maart 2023 stuurde verdachte naar [slachtoffer] :
“Maar je was net een prinses, en heel lekker.”
“Ja, had ik je maar meer gezoend. Schatje probeer aub mij te begrijpen we komen toch niet zo vaak bij elkaar, en wanneer dat wel het geval is laat mij dan jou naar harte kussen en omhelzen. Begrijp mij niet verkeerd, ik zeg niet dat we relatie aangaan (de daad verrichten), het is genoeg als ik genoeg kan kunnen zoenen en omhelzen.”
“Ik zeg nog steeds schat dat ik alles wil doen en geven om een beetje met jou te kunnen vrijen.”
“Ik vlieg werkelijk van plezier; ik ga jouw honing lippen, honing borsten zuigen, misschien, als je het toestaat, ga ik jouw suiker kutje likken, kussen en zuigen.”“Zal ik een beschermer mee nemen.”
“oke schat 25 minuten is niet lang genoeg om genoeg van jou t krijgen. Ik 10 minuten jouw lippen, 10 minuten jouw borsten, en 10 minuten jouw kut en kont likken.”
“is dat goed schat? Je zegt toch blijf een half uur. Alsjeblieft schat. Ik zal je veel plezier laten beleven, je zal ervan genieten wanneer ik je kont en kut ga likken, kussen en strelen.
Op 6 maart 2023 werden tussen verdachte en [slachtoffer] de volgende berichten gestuurd:
“ [slachtoffer] : oke, maar ik ben maar 15 jaar, dat besef je toch wel.[verdachte] : dat kan maar je was ook volwassen. Neem mij aub niet kwalijk je ziet uit als 20, en zal ik je nog iets zeggen., je was volwassen.(…)
[verdachte] : je was werkelijk volwassen en je borsten waren heel volwassen en zoet. Schat ik wil helemaal niks, enkel dat je een meisje bent en ik een man en dat we als we bij elkaar komen dat we een beetje vrijen je beleeft plezier en ik zo, dat is alles.
[slachtoffer] : ooit gedacht om te gaan trouwen?[verdachte] : ik zal doen als ik de ware vind.[slachtoffer] : ga eens trouwen en sticht een gezin. Je gaat om met meisjes van deze leeftijd, schaam je je niet.[verdachte] : .dat boeit mij niet schat; of vind je iemand waar ik mee kan gaan trouwen, of tegen betaling, anders met jou vrijen alleen.”
Op 9 maart 2023 vond tussen verdachte en [slachtoffer] het volgende gesprek plaats:
“ [verdachte] : bel mij schat als in in gelegenheid bent, ik heb je gemist heks.
[slachtoffer] : dat zeg je.[verdachte] : ja heel veel zelfs... Ik denk constant aan jou. Ik heb je werkelijk gemist schat. Die dag had ik er geen genoeg van (je), je was heel mooi, je was zo zoet en sexy ben ik gelijk klaar gekomen van plezier. Ik had mij heel mooie dingen voorgesteld maar de tijd was kort en ik wilde je niet teleurstellen.”
Op 11 maart 2023 vond tussen verdachte en [slachtoffer] het volgende gesprek plaats:
“ [verdachte] : Ik kom vandaag naar Arnhem tot late uren.(…)[verdachte] : schat, ik ben daar, in de autopark bij Helix.[slachtoffer] : waar ben je. Kom hierheen. Oke, ik heb je gezien.”
Op 13 maart 2023 vond tussen verdachte en [slachtoffer] het volgende gesprek plaats:
“ [slachtoffer] : kan je sigaretten mee nemen wanneer je komt.[verdachte] : blijf aub deze keer wat langer bij mij. Heb ik nu genomen/gekocht. Ik wil vandaag genoeg krijgen van jou.[slachtoffer] : we zullen eens zien.[verdachte] : liefje deze keer ga ik je kont, kut likken. Je moet dat weten.”
Uit een screenshot gemaakt op 7 april 2023 om 10:22 uur volgt dat 19 uur daarvoor een videochat beëindigd is tussen verdachte en [slachtoffer] . [5]
Onderzoek aan telefoon verdachte
De politie heeft onderzoek gedaan naar de telefoon die in gebruik was bij verdachte in de tenlastegelegde periode. In de telefoon trof de politie verschillende whatsappgesprekken aan tussen [slachtoffer] en verdachte (met telefoonnummer [telefoonnummer] ). De Whatsappgesprekken zijn door een tolk vertaald uit het Turks. Het betreft enkel de berichten die door verdachte zijn verstuurd.
Uit het onderzoek volgt dat verdachte in de periode van 5 tot en met 13 maart 2023 onder meer de volgende berichten naar [slachtoffer] heeft verstuurd: [6]
6-3-2023 09:50:47 (UTC+1) Maar je was als een princes
6-3-2023 10:07:53 (UTC+1) Had ik je maar veel gekust
6-3-2023 10:18:48 (UTC+1) begrijp het ik zeg niet dat we ergens ingaan.. Echter enkel als jij van mij wenst te vrijen man vrouw, dan doe ik dat als ik daar zin aan heb
6-3-2023 13:37:54 (UTC+1) Werkelijk volwassen vooral je borsten waren lekker Je was volwassen.
6-3-2023 18:29:14 (UTC+1) zal ik beschermer meenemen
6-3-2023 18:29:51 (UTC+1) Om daarin klaar te komen
6-3-2023 18:30:33 (UTC+1) 25 minuten niet genoeg te krijgen van jou
6-3-2023 18:31:37 (UTC+1) 10 minuten ook jouw lippen te likken jou kont, borsten jouw kut
6-3-2023 18:34:55 (UTC+1) k aai je kont schatje en je zult ervan genieten.. En ook je kut
Likken
13-3-2023 19:43:34 (UTC+1) je bent mijn enigste
13-3-2023 19:44:26(UTC+1) ik wil vandaag genoeg krijgen van jou
Verklaringen verdachte
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij en [slachtoffer] geliefden waren. Hij verklaart dat hij en [slachtoffer] hebben afgesproken en dat hij de (seksueel getinte) berichten die in het dossier zitten aan [slachtoffer] heeft gestuurd. [7]
Verdachte ontkent de ten laste gelegde handelingen. Hij geeft aan dat hij de (seksueel getinte) berichten aan [slachtoffer] heeft gestuurd omdat zij hem vroeg dat te doen. Het initiatief om af te spreken kwam ook steeds vanuit [slachtoffer] . Verdachte wist naar eigen zeggen niet dat [slachtoffer] 15 jaar oud was.
Overwegingen van de rechtbank
Verdachte wordt verdacht van een zedenfeit met een minderjarige die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt.
De rechtbank stelt voorop dat zich in zedenzaken regelmatig de situatie voordoet dat er slechts twee personen aanwezig waren bij de ten laste gelegde seksuele handelingen, te weten het vermeende slachtoffer en de vermeende dader. Verklaringen van de aanwezigen kunnen lijnrecht tegenover elkaar staan. Op grond van het bepaalde in artikel 342, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering (Sv) is een aangifte in beginsel onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Daar staat tegenover dat in zedenzaken een geringe mate aan steunbewijs in combinatie met de betrouwbare verklaringen van de aangever voldoende wettig bewijs kan opleveren. De rechtbank zal dan de betrouwbaarheid van de verklaringen van de aangever/getuige moeten beoordelen. Indien de rechtbank die verklaringen betrouwbaar acht, moet worden beoordeeld of deze verklaringen voldoende steun vinden in andere bewijsmiddelen.
De rechtbank overweegt dat [slachtoffer] consistent heeft verklaard over wat er gebeurd is. Zowel in het informatieve gesprek als in de aangifte en in dat wat zij aan anderen hierover heeft verteld is de verklaring op de belangrijke onderdelen eensluidend. De rechtbank acht haar verklaring dan ook betrouwbaar op het punt dat ze meerdere keren met verdachte heeft afgesproken, hetgeen ook door verdachte is bevestigd, en dat er tijdens die ontmoetingen seksuele handelingen hebben plaatsgevonden. De verklaring wordt op dit punt ook ondersteund door de diverse Whatsappgesprekken tussen [slachtoffer] en verdachte, waarin verdachte veelvuldig spreekt over seksuele handelingen en waarin hij steeds weer aandringt op (verdergaand) seksueel contact.
Voor zover [slachtoffer] heeft verklaard dat ze is gedwongen tot seksuele handelingen, is de rechtbank met de verdediging van oordeel dat op basis van het dossier niet is gebleken dat er sprake was van dwang of bedreiging. Overigens is dit ook geen onderdeel van de tenlastelegging. De rechtbank acht niet uitgesloten dat [slachtoffer] ’s verklaring op dit punt is ingegeven door haar opvoeding en/of culturele achtergrond. Dit laat echter onverlet dat de verklaring op het onderdeel dát er seksuele handelingen hebben plaatsgevonden wel als betrouwbaar kan worden acht en daarmee als uitgangspunt kan worden genomen voor het bewijs.
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld welke seksuele handelingen bewezen kunnen worden en of deze handelingen kunnen worden aangeduid als ontuchtig. Aan verdachte is primair ten laste gelegd dat hij ontuchtige handelingen heeft gepleegd die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer] , zoals zij in haar aangifte heeft verklaard. De rechtbank overweegt dat de aangifte op dit punt onvoldoende steun vindt in andere bewijsmiddelen. Op basis van het onderzoek door de politie is niet met voldoende zekerheid komen vast te staan dat sprake is geweest van seksueel binnendringen. Verdachte spreekt in de Whatsappberichten weliswaar over verdergaande handelingen die (mede) bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, maar onvoldoende duidelijk wordt of deze handelingen al daadwerkelijk hebben plaatsgevonden of dat het de wens van verdachte is voor volgende afspraken. De rechtbank acht daarom het primair tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen en zal verdachte daarvan dan ook vrijspreken.
Het subsidiair tenlastegelegde acht de rechtbank wel wettig en overtuigend bewezen. [slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte haar borsten heeft betast en dat hij haar op de lippen heeft gezoend en dat hij zich in haar bijzijn heeft afgetrokken. De rechtbank overweegt dat de gebeurtenissen die [slachtoffer] beschrijft worden onderschreven door de inhoud van de Whatsappberichten en de screenshots die de politie in [slachtoffer] ’s telefoon heeft aangetroffen. Verdachte schrijft in zijn berichten onder meer dat [slachtoffer] ’s borsten
“heel volwassen en zoet waren”, dat hij haar
“honing lippen en honing borsten gaat zuigen”en dat hij wilde dat hij haar meer had gezoend. Op 9 maart 2023 schrijft hij:
“Die dag had ik er geen genoeg van (je), je was heel mooi, je was zo zoet en sexy ben ik gelijk klaar gekomen van plezier.”Naar het oordeel van de rechtbank omschrijft verdachte in deze berichten niet alleen handelingen die hij nog wil uitvoeren, maar slaan zijn opmerkingen ook terug op het verleden en gebeurtenissen die al hebben plaatsgevonden. De rechtbank acht daarmee wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de subsidiair tenlastegelegde handelingen heeft begaan, voor zover het gaat om het betasten van de borsten, het ontbloten en/of aftrekken van de van zijn penis ten overstaan van [slachtoffer] en het zoenen van haar mond. De rechtbank overweegt voorts dat deze handelingen van verdachte, gelet op het forse leeftijdsverschil, zonder meer in strijd zijn met de sociaal-ethische norm. Deze handelingen moeten dan ook worden aangemerkt als ontuchtig.
Voor het brengen van de penis tegen de vulva is onvoldoende steunbewijs aangetroffen. Van dit onderdeel van de tenlastelegging zal de rechtbank verdachte dan ook vrijspreken.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij
op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 1 maart 2023 tot en met 15 april 2023 te Arnhem
, althans in Nederlandmet [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2007, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het brengen van zijn penis tegen haar vulva en/of- het betasten van haar borsten en
/of- het ontbloten en/of aftrekken
, althans betastenvan zijn penis ten overstaan van haar en
/of- het zoenen van haar mond.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Aan het voorwaardelijke strafdeel dient de bijzondere voorwaarde te worden verbonden van een contactverbod met slachtoffer [slachtoffer] .
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De ernst van het feit
Verdachte, een man van destijds 30 jaar oud, heeft ontuchtige handelingen gepleegd met de toen vijftienjarige [slachtoffer] . Hij sprak stiekem met haar af, stuurde haar vergaande seksuele teksten en drong aan op (steeds verdergaande) seksuele handelingen, terwijl hij vanaf het begin wist dat zij nog maar vijftien jaar oud was. Verdachte heeft zich kennelijk enkel laten leiden door zijn eigen lustgevoelens en heeft daarmee, mede gelet op zijn uit het leeftijdsverschil voortvloeiende overwicht, ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van het jonge slachtoffer. Uit de toelichting op het ingediende verzoek tot schadevergoeding is gebleken welke gevolgen dit heeft gehad en nog altijd heeft voor de jonge [slachtoffer] .
Verdachte weigert verantwoordelijkheid te nemen voor zijn daden. Hij zet [slachtoffer] en zijn eigen vrouw weg als degenen die hem erin geluisd zouden hebben. Verdachte ziet niet in dat hij degene is die hier zeer kwalijk heeft gehandeld en gaat volledig voorbij aan de gevolgen van zijn handelen voor het minderjarige slachtoffer. Dit rekent de rechtbank hem zwaar aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van verdachte. Daaruit volgt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit.
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van het advies van de reclassering van 27 mei 2025. Daaruit volgt dat verdachte ongeveer drie jaar geleden naar Nederland gekomen is vanuit zijn thuisland Turkije. Samen met de gemeente is besloten dat verdachte zich momenteel drie dagen per week focust op zijn inburgering en Nederlandse taallessen. De gemeente zal verder kijken naar een vorm van betaalde dagbesteding voor de overige twee dagen. Van schulden- of middelenproblematiek zou geen sprake zijn. Over het algemeen komen er uit het onderzoek van de reclassering geen aanwijzingen naar voren die duiden op structurele problemen rondom een van de leefgebieden. Gelet op de ontkenning van de heer [verdachte] kan de reclassering geen verbanden leggen tussen de leefgebieden, de persoon van betrokkene en de verdenking. Al met al is het met de huidige informatie voor de reclassering niet mogelijk om te adviseren over de noodzaak en de mogelijkheden ten aanzien van de oplegging van interventies binnen een forensisch kader. In de ogen van de reclassering is het wel van belang dat er wordt ingezet op slachtofferbescherming in de vorm van bijvoorbeeld een contact- en/of locatieverbod.
De op te leggen straf
Alles afwegend, en mede gelet op het tijdverloop, zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf opleggen van 9 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. In de uitlatingen van verdachte bij de politie (waar hij onder meer aangaf dat hij
“ze weet te vinden als hij hier klaar is”) ziet de rechtbank aanleiding om aan het voorwaardelijk strafdeel de bijzondere voorwaarde te verbinden van een contactverbod met [slachtoffer] .
De op te leggen straf is lager dan de straf die door de officier van justitie is geëist, om de reden dat de rechtbank uitgaat van bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde feit.

8.De beoordeling van de civiele vordering

Namens [slachtoffer] is als benadeelde partij een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert in totaal € 5.000,- aan immateriële schade (smartengeld), vermeerderd met de wettelijke rente en met de bepaling dat dit bedrag zal worden gestort op een ten behoeve van de benadeelde partij te openen spaarrekening met een zogenoemde BEM-clausule. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij geheel kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen, gelet op de bepleite vrijspraak.
Overweging van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is vast komen te staan dat de benadeelde als gevolg van het bewezenverklaarde immateriële schade heeft geleden. De rechtbank constateert dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde op andere wijze in de persoon is aangetast.
Blijkens de toelichting op de vordering kampt de benadeelde partij door het ten laste gelegde onder meer met een slaapritmestoornis en ervaart zij gevoelens van schaamte, spanning en verdriet. Naar het oordeel van de rechtbank brengen de aard en ernst van de normschending mee dat deze gevolgen zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Rekening houdend met de aard en ernst van het bewezenverklaarde en gelet op de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen, zal de rechtbank de immateriële schadevergoeding naar billijkheid vaststellen op € 3.500,-.
Verdachte is ten aanzien van de vordering wettelijke rente verschuldigd vanaf 15 april 2023.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen.
De rechtbank bepaalt dat de als gevolg van deze uitspraak te betalen schadevergoeding zal worden gestort op een ten behoeve van de minderjarige benadeelde partij te openen spaarrekening met een zogenoemde BEM-clausule. Een dergelijke BEM-clausule is bedoeld ter bescherming van de belangen van de minderjarige. De minderjarige en haar wettelijk vertegenwoordiger kunnen aldus slechts met toestemming van de kantonrechter over het saldo van deze rekening van de minderjarige benadeelde partij beschikken.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f en 247 (oud) van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het primair ten laste gelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’ heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden;
  • bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 6 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 3 jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
  • de
 de
bijzondere voorwaardedat:
- verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zoekt of heeft met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2007.
 de
overige voorwaardedat verdachte:
- meewerkt aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een geldig identiteitsbewijs ter inzage aanbiedt om de identiteit vast te stellen;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
  • veroordeelt verdachte in verband met het bewezenverklaarde tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 3.500,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 april 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot smartengeld;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 3.500,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 april 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 45 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat de als gevolg van deze uitspraak te betalen schadevergoeding zal worden gestort op een ten behoeve van [slachtoffer] te openen spaarrekening met een BEM-clausule.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.W. van Kasbergen (voorzitter), mr. J.M. Graat en mr. J.M. Moorman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.K. Verberkt, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 juni 2025.
mrs. Moorman en Van Kasbergen zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023198341, gesloten op 4 september 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer] , p. 24, 26-29.
3.Proces-verbaal informatief gesprek zeden, p. 21-22.
4.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer] , p. 26-30.
5.Proces-verbaal gegevens telefoon [slachtoffer] , p. 122-125, 138, 143-145, 152-155, 169-170, 172-173, 175-176, 182-183, 186-189.
6.Proces-verbaal gegevens telefoon verdachte, p. 194-197, 206.
7.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 juni 2025.