ECLI:NL:RBGEL:2025:5099

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 juli 2025
Publicatiedatum
1 juli 2025
Zaaknummer
11513635
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake opzegging aannemingsovereenkomst en beroep op dwaling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 2 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Apeldoornse Tuinhuis Specialist B.V. (ATS) en twee gedaagden. ATS had een overeenkomst gesloten met de gedaagden voor de levering en montage van een tuinhuis, waarbij de gedaagden een beroep deden op dwaling. De gedaagden stelden dat de dakconstructie van het tuinhuis niet sterk genoeg was om zonnepanelen te dragen, ondanks eerdere toezeggingen van ATS. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagden niet voldoende bewijs hadden geleverd voor hun stelling dat er sprake was van een onjuiste voorstelling van zaken. De rechter concludeerde dat de overeenkomst tot stand was gekomen zonder dwaling en dat de gedaagden de kosten van de materialen en arbeidskosten aan ATS moesten vergoeden. ATS vorderde een bedrag van € 2.723,00, wat door de rechter werd toegewezen, evenals buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bewijsvoering bij een beroep op dwaling en de gevolgen van een voortijdige opzegging van een overeenkomst.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: 11513635 \ CV EXPL 25-244
Vonnis van 2 juli 2025
in de zaak van
APELDOORNSE TUINHUIS SPECIALIST B.V., mede handelend onder de naam
BLOKHUTWINKEL.NL,
te Zutphen,
eisende partij,
hierna te noemen: ATS,
gemachtigde: E.S.A. Wiggers,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

te [woonplaats] ,
2.
[gedaagde 2],
te [woonplaats] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagden] (in mannelijk enkelvoud),
gemachtigde: mr. P.R.Th. Schulting.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 5 maart 2025,
- de e-mail van 3 juni 2025 van ATS met een leesbare scan van productie 3,
- de mondelinge behandeling van 4 juni 2025, bij gelegenheid waarvan ATS haar eis heeft verminderd. Van de mondelinge behandeling zijn door de griffier aantekeningen gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In de zomer van 2022 heeft ATS een offerte aan [gedaagden] uitgebracht voor de levering en montage van een ‘Outback Douglas Berging’ (hierna: het tuinhuis) in de tuin van [gedaagden]
2.2.
Op 29 augustus 2022 heeft [gedaagden] aan ATS gevraagd of de dakconstructie van het tuinhuis zonnepanelen kan dragen of dat een dakverzwaring moet worden doorgevoerd, uitgaande van een belasting van 25 kilo per vierkante meter. Daarop heeft ATS aan [gedaagden] bericht dat dit volgens haar inschatting kan, maar dat zij dit voor de zekerheid laat toetsen bij een bouwkundig bureau. Later heeft zij aan [gedaagden] bericht dat de dakconstructie sterk genoeg is voor de belasting van de door [gedaagden] gewenste zonnepanelen.
2.3.
Op 29 augustus 2022 heeft ATS een aangepaste offerte aan [gedaagden] uitgebracht. Daarin is onder meer het volgende vermeld:
“(…)
OPMERKINGEN:
(…)
Zonnepanelen (met maximale belasting van 25 kg/m2) kunnen zonder aanpassing worden toegepast.
(…)”
2.4.
Op 9 oktober 2023 is [gedaagden] akkoord gegaan met de aangepaste offerte van ATS.
2.5.
Op 11 oktober 2023 heeft ATS aan [gedaagden] bericht dat de montage van het tuinhuis is gepland in de periode van 8 tot en met 12 januari 2024. Op 6 december 2023 heeft [gedaagden] aan ATS bevestigd dat dit akkoord is.
2.6.
Bij e-mail van 9 december 2023 heeft [gedaagden] aan ATS bericht:
“op zaterdag 09 december 2023 omstreeks 10.30 uur, heb ik uw vestiging aan de (…) bezocht. Ik kwam daar met als doel onze bestelling/aankoop te annuleren danwel te herroepen.
(…)
Ons uitdrukkelijke wens bij aankoop van de Outback Douglas Berging was, om in de toekomst, indien noodzakelijk, zonnepanelen te kunnen plaatsen zonder dat dit effect zou hebben op de constructie van dit bouwwerk. Ook op de offerte werd aangegeven dat er een gewicht van 25 kg per m2 toegelaten was. (…)
Nadat wij bekeken hadden welke dikte en hoogte aan dragers werden gebruikt, kwamen wij tot de conclusie dat deze constructie met het gebruik van dergelijke dragers, niet toereikend was om het gewicht van de zonnepanelen te kunnen dragen. Daar komt nog bij dat er, op ons verzoek, een (standaard) glazen pui met bijna 5 meter lengte in gemonteerd zou worden zonder extra staander. De gewichten welke gebruikt worden, om het framewerk ten behoeve van de te monteren zonnepanelen op een plat dak stabiel te houden, bleken al, voordat er eventueel maar een zonnepaneel gemonteerd was, te zwaar voor de bouwconstructie.
Op de offerte stond duidelijk vermeld dat het plaatsen van zonnepanelen zonder enige aanpassing mogelijk zou zijn. Uw adviseur had ons inziens kunnen weten dat het gewicht van de zonnepanelen inclusief het framewerk en de tegengewichten, de toelaatbare dakbelasting van 25 kg/m2 ruim zou overschrijden
(…)
Kortom, we hebben geen vertrouwen in de sterkte van de constructie van het Outdoor buitenverblijf dat deze sterk genoeg is om een aantal zonnepanelen te kunnen dragen. Daarbij komt ook nog dat het dak volledig vlak wordt gemonteerd zonder afschot, hetgeen inhoud dat als er veel blad en water of sneeuw op komt te liggen, het risico bijzonder groot is dat de constructie in het midden gaat doorzakken en tevens ook boven de glazen pui, wat de kans op ruitbreuk door spanning vergroot.
Op grond van bovenstaande wensen wij de aankoop van het Outback Douglas Berging te annuleren danwel te herroepen hetgeen mogelijk moet zijn op grond van ons herroepingsrecht.
(…)”
2.7.
Bij factuur van 22 december 2023 heeft ATS een bedrag van € 4.723,00 aan [gedaagden] in rekening gebracht. In de omschrijving van de factuur is het volgende vermeld:
“(…)
Omschrijving
(…)
(…)
Bedrag
Glaswand, tochstrips en slot
€ 2.250,00
Minus verwachte opbrengst glaswand
€ 1.000,00
Deur ED06-1
€ 365,00
Minus verachte opbrengst deur ED06-01
€ -50,00
EPDM op rol 420x900cm
€ 478,00
Verwachte derving ivm afmeting
€ -75,00
Orderpickkosten + verpakken
€ 150,00
Alles handmatig terugleggen in de stellingen magazijn
€ 100,00
Omdat kort voor feestdagen is geannuleerd. Probleem met geplande monteur(s)
€ 500,00
(…)”
De vervaldatum van deze factuur is 5 januari 2024. [gedaagden] is niet tot betaling van het factuurbedrag overgegaan.
2.8.
Bij brief van 3 april 2024 heeft de gemachtigde van [gedaagden] aan ATS bericht dat de overeenkomst tussen partijen onder dwaling tot stand is gekomen en dat [gedaagden] daarom per schrijven van 9 februari 2024 de (buitengerechtelijke) vernietiging van de overeenkomst heeft ingeroepen.

3.Het geschil

3.1.
ATS vordert, na vermindering van eis, dat de kantonrechter [gedaagden] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, hoofdelijk zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 3.560,33, vermeerderd met wettelijke rente en [gedaagden] zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
[gedaagden] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van ATS, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van ATS, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van ATS in de kosten van deze procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Vooropgesteld wordt dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen op grond waarvan ATS de verbintenis op zich heeft genomen om enerzijds materialen voor het tuinhuis aan [gedaagden] te leveren en anderzijds het tuinhuis in de tuin van [gedaagden] te plaatsen voor een door [gedaagden] te betalen aanneemsom van € 14.500,00. Daarmee is sprake van zowel een koopovereenkomst (artikel 7:1 van het Burgerlijk Wetboek (BW)) als van een overeenkomst van aanneming van werk (artikel 7:750 BW).
4.2.
Partijen hebben geen uitvoering gegeven aan de overeenkomst. In deze procedure vordert ATS betaling van de door haar gestelde gemaakte materiaal- en arbeidskosten wegens het niet kunnen uitvoeren van de overeenkomst. Zij heeft deze kosten gesteld op een bedrag van € 2.723,00. Hierbij wordt opgemerkt dat ATS in de factuur van 22 december 2023 (zie hiervoor 2.7.) nog aanspraak maakte op een bedrag van € 4.723,00. In deze factuur is echter ten onrechte een bedrag van € 1.000,00 opgeteld op de hoofdsom in plaats van in mindering gebracht. Tijdens de mondelinge behandeling heeft ATS daarom haar eis met € 2.000,00 verminderd.
4.3.
[gedaagden] heeft de verschuldigdheid van de door ATS gevorderde materiaal- en arbeidskosten betwist. Hij heeft daartoe in de eerste plaats aangevoerd dat hij de overeenkomst tussen partijen buitengerechtelijk heeft vernietigd wegens dwaling. [gedaagden] kan zich echter niet met succes op dwaling beroepen. Hierna zal worden uitgelegd waarom.
4.4.
Op grond van artikel 6:228 BW is voor een geslaagd beroep op dwaling vereist dat sprake is van een onjuiste voorstelling van zaken op grond waarvan de overeenkomst is aangegaan en dat de overeenkomst bij een juiste voorstelling van zaken niet of niet op dezelfde voorwaarden zou zijn gesloten. Verder is vereist dat zich één van de drie in artikel 6:228 lid 1 BW genoemde gevallen voordoet, kort weergegeven:
a. a) de wederpartij heeft een onjuiste inlichting gegeven,
b) de wederpartij heeft een mededelingsplicht geschonden,
c) er is sprake van wederzijdse dwaling.
4.5.
Volgens [gedaagden] is sprake van een onjuiste voorstelling van zaken omdat op het tuinhuis zonder aanpassing geen zonnepanelen met een maximale belasting van 25 kilo per vierkante meter kunnen worden geplaatst, terwijl dit wel is toegezegd door ATS. [gedaagden] heeft de draagkracht van de houten dakconstructie van het tuinhuis laten berekenen door [bedrijf 1] en uit die berekening komt, zo stelt [gedaagden] , duidelijk naar voren dat de dakconstructie van het tuinhuis op zichzelf niet sterk genoeg is en daarom geen zonnepanelen kan dragen, ook niet met een dakbelasting van 25 kg/m2.
4.6.
ATS heeft betwist dat op het tuinhuis geen zonnepanelen met een maximale belasting van 25 kg/m2 kunnen worden geplaatst. Volgens ATS voldoet de constructie zoals die door [gedaagden] is besteld aan de criteria die horen bij een dakbelasting van 25 kg/m2. Zij heeft hiervoor een berekening laten maken bij een constructeur en deze constructeur heeft bevestigd dat de dakconstructie sterk genoeg is voor de belasting van de door [gedaagden] gewenste zonnepanelen, aldus ATS.
4.7.
Vast staat dat beide partijen bij het sluiten van de overeenkomst ervan zijn uitgegaan dat op het tuinhuis, zonder aanpassing, zonnepanelen met een maximale belasting van 25 kg/m2 kunnen worden geplaatst. De stelplicht en bewijslast van de stelling dat deze voorstelling van zaken niet juist is, rust op [gedaagden] omdat hij zich op de rechtsgevolgen van die stelling beroept. [gedaagden] heeft in dat kader verwezen naar het rapport van 22 maart 2024 van [bedrijf 1] (productie 16 van de zijde van ATS). [bedrijf 1] heeft echter een constructieberekening gemaakt voor een ander model tuinhuis dat [gedaagden] in januari 2024 door een derde in zijn tuin heeft laten plaatsen. Deze berekening eindigt met de volgende tekst:
“(…)
Op verzoek van opdrachtgever is er tevens gekeken of een alternatieve balklaag 46x160 hoh 600 voldoet.
Deze balklaag voldoet niet Uc:2,3 niet akkoord
(…)”
Anders dan [gedaagden] stelt, kan op basis van deze mededeling van [bedrijf 1] niet worden vastgesteld dat de dakconstructie van het tuinhuis op zichzelf al niet sterk genoeg is en om die reden geen zonnepanelen kan dragen. Als onweersproken staat immers vast dat [bedrijf 1] in de berekening is uitgegaan van een minder goede en minder sterke houtkwaliteit dan het hout dat door ATS zou worden gebruikt voor het tuinhuis (C18 in plaats van C24 en hoh 600 in plaats van hoh 50). De constatering van [bedrijf 1] dat de balklaag niet voldoet, zegt daarom niets over de constructie van het tuinhuis waar het in deze procedure over gaat. [gedaagden] heeft aan zijn stelling dat op het tuinhuis zonder aanpassing geen zonnepanelen kunnen worden geplaatst geen andere stukken ten grondslag gelegd. Daartegenover staat de mededeling van de door ATS benaderde constructeur ( [naam 1] van [bedrijf 2] ) dat de zonnepalen met een dakbelasting van 25 kg/m2 op het tuinhuis kunnen worden geplaatst (productie 3 van de zijde van ATS). De conclusie is dan ook dat [gedaagden] de stelling dat op het tuinhuis zonder aanpassing zonnepanelen met een maximale belasting van 25 kg/m2 kunnen worden geplaatst, onvoldoende heeft onderbouwd. Aan bewijslevering wordt daarom niet toegekomen.
4.8.
De conclusie is dat niet is gebleken dat de overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen op grond van een onjuiste voorstelling van zaken. Dit betekent dat artikel 6:228 BW toepassing mist, zodat [gedaagden] zich niet met succes op dwaling kan beroepen.
4.9.
Vervolgens is de vraag aan de orde of [gedaagden] het gevorderde bedrag van € 2.723,00 aan ATS is verschuldigd. Dat is het geval. Hierna wordt uitgelegd waarom.
4.10.
In de brief van 9 december 2023 heeft [gedaagden] aan ATS bericht dat hij de aankoop van het tuinhuis wil annuleren, dan wel wil herroepen omdat hij geen vertrouwen heeft in de sterkte van de constructie van het tuinhuis. Uit deze mededeling blijkt dat [gedaagden] niet meer wilde dat het werk door ATS werd uitgevoerd. Deze mededeling wordt daarom aangemerkt als een voortijdige opzegging van de overeenkomst als bedoeld in artikel 7:764 lid 1 BW. Zoals reeds tijdens de mondelinge behandeling aan partijen is voorgehouden, is [gedaagden] als gevolg van de voortijdige opzegging van de overeenkomst gehouden om aan ATS de aanneemsom van € 14.500,00 (incl. btw) te betalen, verminderd met de besparingen die voor ATS uit de opzegging voortvloeien tegen aflevering van het reeds voltooide werk. Dit volgt uit artikel 7:764 lid 2 BW.
4.11.
Uit de factuur van 22 december 2023 blijkt dat ATS zich op het standpunt stelt dat hij niet heeft kunnen besparen op de reeds bestelde glaswand, deur en EPDM-rol. De door [gedaagden] verschuldigde kosten van deze materialen bedragen volgens ATS in totaal € 1.973,00. Dit bedrag ziet op de inkoopprijs van de materialen minus de verwachte opbrengst daarvan. ATS heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat voormelde materialen op maat zijn gemaakt en dat dit nodig is omdat geen sprake is van een standaardmodel tuinhuis. Een aantal van de materialen moest daarom op de millimeter nauwkeuring op maat worden gemaakt, aldus ATS. [gedaagden] heeft deze stellingen van ATS vervolgens niet, althans niet gemotiveerd, weersproken. Als onvoldoende gemotiveerd betwist staat daarom vast dat voormelde materialen op maat zijn gemaakt en daarom door ATS niet zonder meer gebruikt kunnen worden voor andere opdrachten. ATS kan derhalve op deze materialen niet meer besparen dan het bedrag dat zij reeds op de kosten van het materiaal in mindering heeft gebracht. Dit betekent dat [gedaagden] het bedrag van € 1.973,00 aan ATS is verschuldigd.
4.12.
ATS heeft voor het overige een bedrag van in totaal € 750,00 in rekening gebracht voor de arbeidskosten die zij stelt te hebben gemaakt in verband met orderpick- en verpakkingswerkzaamheden, het terugleggen van de materialen en de reeds ingeplande uren van de monteurs die niet meer elders ingepland konden worden. [gedaagden] heeft de verschuldigdheid van deze kosten en de hoogte daarvan op zichzelf niet gemotiveerd weersproken. Daarmee staat als onvoldoende gemotiveerd weersproken vast dat op dit onderdeel geen sprake is van een besparing die uit de opzegging voortvloeit. [gedaagden] is daarom het bedrag van € 750,00 aan ATS verschuldigd.
4.13.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat de door ATS gevorderde hoofdsom van € 2.723,00 (€ 1.973,00 + € 750,00) zal worden toegewezen. De niet betwiste wettelijke rente daarover zal worden toegewezen zoals hierna in de beslissing is vermeld.
4.14.
ATS vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Dit onderdeel van de vordering moet worden beoordeeld op grond van artikel 6:96 BW en het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De kantonrechter stelt vast dat [gedaagden] een consument is (een natuurlijk persoon die niet heeft gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf). Daarom moet de kantonrechter controleren of is voldaan aan de dan geldende extra eisen voor de verschuldigdheid van buitengerechtelijke incassokosten. ATS heeft aan [gedaagden] een of meer aanmaningen gestuurd die voldoen aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het door ATS gevorderde bedrag is echter hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. De buitengerechtelijke incassokosten zullen daarom worden toegewezen tot het wettelijk tarief, zijnde € 397,30.
4.15.
[gedaagden] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van ATS worden vastgesteld en begroot op:
- kosten van de dagvaarding
114,71
- griffierecht
543,00
- salaris gemachtigde
476,00
(2 punten × € 238,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.268,71

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagden] om aan ATS te betalen een bedrag van € 2.723,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover met ingang van 5 januari 2024 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagden] om aan ATS te betalen een bedrag van € 397,30 aan buitengerechtelijke kosten,
5.3.
veroordeelt [gedaagden] in de proceskosten van € 1.268,71, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagden] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.E. Sijsma en in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2025.
lt