In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor het realiseren van een bedrijfswoning aan de [locatie] te [plaats]. Het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland heeft deze aanvraag op 22 februari 2023 afgewezen, waarbij de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing was. Eiser heeft op 4 april 2023 beroep ingesteld tegen dit besluit. De rechtbank heeft de zaak op 4 november 2024 behandeld, waarbij eiser en de gemachtigde van het college aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser ongegrond is, omdat het bouwplan in strijd is met de planregels van het bestemmingsplan ‘Buitengebied Berkelland 2020’. De inhoud van de nieuw te realiseren bedrijfswoning bedraagt 1.219,93 m³, terwijl de planregels een maximum van 1.000 m³ stellen. Eiser heeft aangevoerd dat hij niet op de hoogte was van deze strijdigheid, maar de rechtbank oordeelt dat het college hem op verschillende momenten in de procedure op deze strijdigheid heeft gewezen. Eiser had de mogelijkheid om zijn aanvraag aan te passen, maar heeft dit niet gedaan.
De rechtbank wijst ook het verzoek van eiser om schadevergoeding af, omdat er geen sprake is van een onrechtmatig besluit. De uitspraak van de rechtbank is gedaan door mr. M.J.M. Verhoeven, in aanwezigheid van griffier mr. B.C.M. van Riel. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De rechtbank concludeert dat het college de vergunning terecht heeft geweigerd op grond van strijd met het bestemmingsplan.