Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 27 juni 2025 uitspraak gedaan in een huurrechtkwestie tussen TESTQUALITY B.V. (verhuurder) en twee gedaagden (huurders). De huurders hebben een huurovereenkomst gesloten voor een woning in Nijmegen, waarbij zij vanaf 1 september 2019 een maandelijkse huurprijs van € 702,50 betalen. De huurders hebben op 17 september 2022 gebreken in de woning gemeld, wat leidde tot een verzoek aan de Huurcommissie om de huurprijs te verlagen vanwege ernstige onderhoudsgebreken. De Huurcommissie heeft op 15 augustus 2024 geoordeeld dat de huurprijs tijdelijk met 60% verlaagd moest worden, ingaande op 1 oktober 2023, tot het moment dat de gebreken verholpen zijn.
De verhuurder heeft vervolgens de huurders gedagvaard en vorderde onder andere een verklaring dat de kale huurprijs € 800,- bedraagt en afwijzing van de huurprijsverlaging. De huurders hebben verweer gevoerd en vorderden op hun beurt terugbetaling van het teveel betaalde bedrag door de tijdelijke huurverlaging. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake was van een ernstig gebrek in de woning, en dat de huurprijsverlaging van 60% terecht was toegewezen door de Huurcommissie. De kantonrechter heeft de vordering van de verhuurder afgewezen en de huurders in het gelijk gesteld, waarbij de verhuurder werd veroordeeld tot terugbetaling van het teveel betaalde bedrag en de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de rechten van huurders bij gebreken in de huurwoning en de verplichtingen van verhuurders om een goed onderhouden woning te bieden. De kantonrechter heeft de proceskosten aan de zijde van de huurders toegewezen en de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard.