Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
parketnummer 05/030248-24ten laste gelegd dat:
- telefonisch/ via berichten contact te onderhouden met [naam] en/of
- die [naam] aan te sturen en/of te instructies te geven en/of te vragen naar een hotelkamer te gaan ten behoeve van het ophalen van dozen met daarin voornoemd(e) vuurwapen(s) en/of
- die [naam] aan te sturen en/of te instructies te geven om voornoemd(e) dozen met een/de vuurwapen(s) af te leveren bij het adres [adres 2] (zijnde het verblijfadres van verdachte).
parketnummer 05/033131-24ten laste gelegd dat:
rijdende over de Wijchenseweg (S103) en/of de A73 en/of de Van Boetbergweg,
niet is gestopt voor een stopteken dat was gegeven door middel van een aan een politievoertuig aangebracht verlicht transparant, met daarin in rode letters de woorden ‘stop’ of ‘stop politie’,
terwijl een politievoertuig met gebruikmaking van optische en geluidssignalen verdachte (achter)volgde,
(gedurende een achtervolging door de politie) met zijn richtingaanwijzer (telkens) richting heeft aangegeven naar rechts, zonder dat daar een aanleiding (als bedoeld in artikel 17 lid 2 en artikel 55 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV90)) voor was,
(tijdens een achtervolging door de politie) heeft gereden met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid van 130 kilometer per uur, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was, namelijk met een snelheid van ongeveer (tenminste) 178 kilometer per uur en/of
(gedurende langere afstand) zeer dicht achter een voor hem rijdend voertuig heeft gereden
en/of (daarbij) (aldus) in strijd met het gestelde in artikel 19 RVV90 de snelheid van de door hem bestuurde voertuig (personenauto) niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was de personenauto tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
een of meerdere malen (onnodig) met groot licht (naar dat voor hem rijdende voertuig) heeft geknipperd,
en aldus in strijd met het in artikel 5a van de WVW94 gestelde verbod, zich opzettelijk zodanig in het verkeer heeft gedragen dat voormelde verkeersregels in ernstige mate werden geschonden, waardoor daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
rijdende over de Wijchenseweg (S103) en/of de A73 en/of de Van Boetbergweg,
niet is gestopt voor een stopteken dat was gegeven door middel van een aan een politievoertuig aangebracht verlicht transparant, met daarin in rode letters de woorden ‘stop’ of ‘stop politie’,
terwijl een politievoertuig met gebruikmaking van optische en geluidssignalen verdachte (achter)volgde,
(gedurende een achtervolging door de politie) met zijn richtingaanwijzer (telkens) richting heeft aangegeven naar rechts, zonder dat daar een aanleiding (als bedoeld in artikel 17 lid 2 en artikel 55 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV90)) voor was,
(tijdens een achtervolging door de politie) heeft gereden met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid van 130 kilometer per uur, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was, namelijk met een snelheid van ongeveer (tenminste) 178 kilometer per uur en/of
(gedurende langere afstand) zeer dicht achter een voor hem rijdend voertuig heeft gereden en/of (daarbij) (aldus) in strijd met het gestelde in artikel 19 RVV90 de snelheid van de door hem bestuurde voertuig (personenauto) niet zodanig heeft geregeld dat hij in
staat was de personenauto tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
een of meerdere malen (onnodig) met groot licht (naar dat voor hem rijdende voertuig) heeft geknipperd,
en door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
uit het dossier blijkt dat hiermee wordt bedoeld [medeverdachte 1]) werd gevraagd spullen op te halen bij het hotel. Verdachte wilde dit eerst niet, maar toen het de volgende dag weer werd gevraagd, heeft hij [naam] gevraagd de spullen op te halen, omdat hij dat zelf niet kon doen. [medeverdachte 1] had hem verteld dat het om twee dozen en één koffer ging. Hij wist niet wat er in de dozen zat, maar ging ervan uit dat het om kleding en spullen ging.
de verkeersregels
3.De bewezenverklaring
of omstreeks22 januari 2024 te Beuningen (Gld), in
degemeente Beuningen, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto),
rijdende over de Wijchenseweg (S103) en
/ofde A73 en
/ofde Van Boetbergweg,
niet is gestopt voor een stopteken dat was gegeven door middel van een aan een politievoertuig aangebracht verlicht transparant, met daarin in rode letters de woorden ‘stop’ of ‘stop politie’,
terwijl een politievoertuig met gebruikmaking van optische en geluidssignalen verdachte
(achter
)volgde, (gedurende een achtervolging door de politie) met zijn richtingaanwijzer
(telkens
)richting heeft aangegeven naar rechts, zonder dat daar een aanleiding (als bedoeld in artikel 17 lid 2 en artikel 55 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV90)) voor was, (tijdens een achtervolging door de politie) heeft gereden met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid van 130 kilometer per uur,
in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was,namelijk met een snelheid van ongeveer (tenminste) 178 kilometer per uur en
/of(gedurende langere afstand) zeer dicht achter een voor hem rijdend voertuig heeft gereden en
/of(daarbij) (aldus) in strijd met het gestelde in artikel 19 RVV90 de snelheid van de door hem bestuurde voertuig (personenauto) niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was de personenauto tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was en
/ofeen of meerdere malen (onnodig) met groot licht (naar dat voor hem rijdende voertuig) heeft geknipperd, en aldus in strijd met het in artikel 5a van de WVW94 gestelde verbod, zich opzettelijk zodanig in het verkeer heeft gedragen dat voormelde verkeersregels in ernstige mate werden geschonden, waardoor daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor
(een)ander
(en
)te duchten was.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
taakstraf van 168 (honderdachtenzestig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 84 (vierentachtig) dagen;
- ontzegtverdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 (twaalf) maanden, waarvan 6 (zes) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar; - bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de rijontzegging niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd dat verdachte zijn rijbewijs al heeft ingeleverd in mindering wordt gebracht op het onvoorwaardelijke deel van de rijontzegging.