In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiser tegen de omgevingsvergunning voor het tijdelijk huisvesten van 96 arbeidsmigranten beoordeeld. De rechtbank heeft op 20 december 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser en de gemachtigden van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Maas en Waal aanwezig waren. De omgevingsvergunning was verleend op 21 februari 2023, maar eiser betwistte deze op basis van onzorgvuldige voorbereiding en onvoldoende motivering van het college.
De rechtbank oordeelt dat het college niet voldoende heeft aangetoond dat het huisvesten van 96 arbeidsmigranten op de betreffende locatie ruimtelijk aanvaardbaar is. De vergunninghouder had eerder een tijdelijke omgevingsvergunning voor 50 arbeidsmigranten, maar de uitbreiding naar 96 personen is niet adequaat onderbouwd. De rechtbank wijst erop dat de ruimtelijke onderbouwing die bij de eerdere vergunning is gebruikt, niet is toegevoegd aan het dossier van het bestreden besluit. Dit gebrek aan onderbouwing leidt tot de conclusie dat het besluit niet zorgvuldig is voorbereid.
De rechtbank vernietigt het besluit van 5 september 2023 en draagt het college op om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser, waarbij de ruimtelijke implicaties van de vergunning opnieuw moeten worden beoordeeld. Tevens moet het college het griffierecht en de proceskosten aan eiser vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van belangen en de noodzaak van een goede ruimtelijke ordening bij het verlenen van omgevingsvergunningen.