ECLI:NL:RBGEL:2025:4927

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 juni 2025
Publicatiedatum
25 juni 2025
Zaaknummer
05.166528.24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oud-medewerker Waterschap Rivierenland veroordeeld voor sabotage aan waterkeringswerken

Op 25 juni 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een oud-medewerker van Waterschap Rivierenland, die werd beschuldigd van het opzettelijk beschadigen van waterkeringswerken. De verdachte, geboren in 2002, werd verantwoordelijk gehouden voor 16 incidenten van sabotage, waarbij waterkeringswerken in de regio Bommelerwaard zijn beschadigd of onbruikbaar zijn gemaakt. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het vernielen van werken die essentieel zijn voor de waterhuishouding in Nederland, wat kan leiden tot ernstige gevolgen zoals overstromingen of watertekorten. De rechtbank vond dat de verdachte, die in dienst was van het Waterschap, op de hoogte was van de gevolgen van zijn daden. De verdachte ontkende betrokkenheid bij de meeste incidenten, maar erkende verantwoordelijk te zijn voor één specifiek incident. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 6 maanden voorwaardelijk op, met een proeftijd van 3 jaar, en daarnaast een taakstraf van 240 uren. De vordering van het Waterschap tot schadevergoeding werd afgewezen, omdat deze onvoldoende was onderbouwd. De rechtbank oordeelde dat de inzet van een peilbaken onder het privévoertuig van de verdachte onrechtmatig was, maar dat dit geen invloed had op de bewijsvoering voor de overige incidenten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/166528-24
Datum uitspraak : 25 juni 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2002 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] in [woonplaats] .
Raadsman: mr. L. Verheuvel, advocaat in Middelburg.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 13 juni 2023 tot en met 4 februari 2024 te
Hoenzadriel, Zaltbommel, Delwijnen, Velddriel, Rossum, Zuilichem, Gameren,
Hedel, Kerkwijk, Aalst, Alem, Poederoijen en/of Bruchem, althans in de
gemeente(n) Maasdriel, Zaltbommel en/of Dinkelland, althans in Nederland,
opzettelijk meermalen, althans eenmaal,
enig werk dienend tot waterkering, waterlozing, of waterleiding of riolering
heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar heeft gemaakt,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is geweest en/of gevaar
voor overstroming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 13 juni 2023 tot en met 4 februari 2024 te
Hoenzadriel, Zaltbommel, Delwijnen, Velddriel, Rossum, Zuilichem, Gameren,
Hedel, Kerkwijk, Aalst, Alem, Poederoijen en/of Bruchem, althans in de
gemeente(n) Maasdriel, Zaltbommel en/of Dinkelland, althans in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk
meermalen, althans eenmaal,
enig werk dienend tot waterkering, waterlozing, of waterleiding of riolering, althans
een werk dat ten algemenen nutte wordt gebezigd, heeft vernield, beschadigd en/of
onbruikbaar gemaakt, onklaar gemaakt en/of weggemaakt.
2
hij op of omstreeks 29 maart 2024 te Brakel, in de gemeente Zaltbommel,
al dan niet opzettelijk,
als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis,
professioneel vuurwerk, te weten:
- 11 stuks Mad Bull Dog Knalvuurwerk (cov rapport, bijlage 2) en/of
- 0,036 gram knaller met flits (cov rapport, bijlage 3) en/of
- 0,051 gram Mascleta Manual Knalvuurwerk (cov rapport, bijlage 4) en/of
- 0,938 gram Thundershock Enkelschotsbuis (cov rapport, bijlage 5) en/of
- 0,417 gram Air Skullys Enkelschotsbuis (cov rapport, bijlage 7)
- 0,304 gram Super Thunder King Enkelschotsbuis (cov rapport, bijlage 8)
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad in een personenvoertuig.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Ten aanzien van feit 1
Verdachte wordt verweten dat hij zich in de tenlastegelegde periode schuldig heeft gemaakt aan het vernielen van (onderdelen van) enig werk dienend tot waterkering van het Waterschap Rivierenland. Het dossier is zo opgebouwd dat in totaal 47 incidenten kunnen worden ondergebracht in de ten laste gelegde periode, genummerd 1 tot en met 47. Ten behoeve van de leesbaarheid van het vonnis, zal de rechtbank bij de beoordeling van het bewijs, evenals de officier van justitie bij requisitoir en de verdediging bij pleidooi heeft gedaan, deze nummering aanhouden. Nu de officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van 20 van de 47 incidenten, neemt de rechtbank die 20 incidenten als uitgangspunt en zal zij bij de beoordeling slechts op die incidenten ingaan. Verdachte ontkent enige betrokkenheid bij deze incidenten te hebben, behalve bij incident 45. Voor de overige incidenten (1 t/m 18, 20, 25, 35, 36, 38, 40, 41, 43 en 46) heeft ook de rechtbank, evenals de verdediging, geconstateerd dat het dossier onvoldoende bewijs bevat om tot een bewezenverklaring te kunnen komen.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde. Daarbij gaat de officier van justitie uit van 20 bewijsbare incidenten, te weten incident 19, 21 t/m 24, 26 t/m 34, 37, 39, 42, 44 t/m 45 en 47.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft – kort gezegd – vrijspraak bepleit ten aanzien van 46 van de 47 incidenten vanwege het ontbreken van voldoende bewijs. Incident 45 is wel bewijsbaar, nu verdachte over dit incident een verklaring heeft afgelegd waarin hij heeft toegegeven dat hij op de beelden van dit incident te zien is. De verdediging refereert zich gelet op het voorgaande ten aanzien van dit incident aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Zoals eerder aangegeven gaat de rechtbank uit van 20 incidenten die zij hierna zal beoordelen.
Voor de rechtbank staat vast dat namens het Waterschap Rivierenland (hierna: het Waterschap) aangifte is gedaan van een 47-tal gevallen van sabotage gepleegd in de periode 11 mei 2023 tot en met 4 februari 2024 in het gebied Bommelerwaard. Verdachte was sinds 1 februari 2023 in dienst van het Waterschap. Tijdens werkuren maakte verdachte gebruik van een dienstvoertuig met kenteken [kenteken 1] (hierna: het dienstvoertuig). Het dienstvoertuig was voorzien van een track & trace systeem. Privé reed verdachte in een oranje Seat Leon met kenteken [kenteken 2] . Op 21 november 2023 heeft het Waterschap aan onderzoeksbureau [bedrijf] opdracht gegeven over te gaan tot uitvoering van een feitenonderzoek ter vaststelling van de dader(s). Vervolgens is op 6 december 2023 door het onderzoeksbureau een tag onder het privévoertuig van verdachte geplakt. Deze ging op 6 januari 2024 offline, waarna het voertuig werd voorzien van een nieuwe tag op 9 januari 2024. Op 8 december 2023 heeft verdachte alle zakelijke eigendommen ingeleverd en werd hij vrijgesteld van werk tot en met 31 januari 2024. Een sleutelbos met sleutels van toegangspoorten en hekwerken ontbrak bij inlevering. Vanaf maandag 26 januari 2024 werden ook camera’s geplaatst op drie locaties waar eerder vernielingen werden gepleegd. [2] Verdachte maakt gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] . [3]
Door het Waterschap Rivierenland zijn risico’s voortvloeiend uit de sabotage gedefinieerd en samengevat. Het Waterschap merkt in dat kader onder meer het volgende op: sabotage aan stuwen, gemalen en dammen leidt direct tot aanpassingen van waterpeilen in het watersysteem, waarbij sprake is van een te hoge of te lage waterstand. In droge perioden kan hierdoor oppervlaktewater onnodig wegstromen. Een risico is dat het waterschap in een periode met droog weer onvoldoende water kan leveren voor gebruikers. Dit zou dan kunnen leiden tot schade aan landbouw, tuinbouw en aan natuur. Tevens kan dit schadelijk zijn voor aanwezige Flora en Fauna in de sloot. In perioden wanneer fruittelers de bloemkoppen beregenen om ze te beschermen tegen nachtvorst is extra water nodig. Een risico is dat het waterschap dan onvoldoende water kan leveren voor gebruikers. Dit zou dan kunnen leiden tot schade aan de knoppen en een aanzienlijk lagere fruitoogst. Het gevolg van de hieruit te ontstane economische schade kan in de miljoenen euro's belopen, waarvoor WSRL aansprakelijk kan worden gesteld. In natte perioden kan hierdoor wateroverlast ontstaan. Dit zou dan kunnen leiden tot schade aan landbouw, tuinbouw, gebouwen/huizen en aan natuur. De plotselinge wijzigingen in het waterpeil kunnen verder leiden tot schade aan oevers van sloten. Dit leidt niet alleen tot herstelkosten, maar kan ook leiden tot gevaarlijke situaties wanneer op de oevers wordt gereden met materieel. Tevens leidt dit tot extra sediment in de sloot wat nadelig is voor de waterkwaliteit en extra kosten geeft bij onderhoud. [4]
Nu komt de rechtbank toe aan de bespreking van de afzonderlijke incidenten, die zij in sommige gevallen gezamenlijk zal bespreken vanwege de onderlinge samenhang.
Incidenten 19, 21 en 22
Op 14 juni 2023 werd een vernieling aan de stuw Rooijensestraat in Hoenzadriel ontdekt. Er waren drie planken van de stuw verwijderd. Tevens was een slot verwijderd en weggenomen. Het dienstvoertuig is op 13 juni 2023 van 14.58 tot 15.37 uur aanwezig geweest op de Rooijensestraat nabij huisnummer [huisnummer 1] in Hoenzadriel. [5]
Op 30 juni 2023 werden twee vernielingen aan de stuwen Vernooij en Baaijense in Delwijnen ontdekt. Bij beide stuwen zijn meerdere planken van de stuw verwijderd, waardoor het waterniveau navenant zakte. Het dienstvoertuig is op 29 juni 2023 van 11.54 tot 12.11 uur en op 30 juni 2023 van 10.38 tot 11.10 uur aanwezig geweest op locatie De Rampert in Delwijnen. Ook is het dienstvoertuig op 29 juni 2023 van 14.44 tot 14.49 uur aanwezig geweest op de locatie Eendenkade nabij huisnummer [huisnummer 2] in Aalst. Deze locatie ligt in het verlengde van de locatie van beide stuwen. [6]
Incidenten 23 en 24
Op 1 juli 2023 om 23.58 uur werd de bekabeling van een drukopmeter (waterhoogtemeter) vernield aan het gemaal/stuw De Rampert (gesitueerd aan De Rampert in Delwijnen). Om toegang de krijgen tot de kast is deze opengemaakt met een baardsleutel die uitsluitend bij het Waterschap Rivierland in gebruik/beheer is. [7] Het dienstvoertuig is op 29 juni 2023 van 11:54 tot 12:11 uur en op 30 juni 2023 van 10:38 tot 11:10 uur aanwezig geweest op locatie De Rampert in Delwijnen. Ook is het dienstvoertuig op 29 juni 2023 van 14:44 tot 14:49 uur aanwezig geweest op de locatie Eendenkade nabij huisnummer [huisnummer 2] in Aalst. Deze locatie ligt in het verlengde van de locatie van de stuw. [8]
Op 2 juli 2023 om 01.08 uur werd de drukopmeter (waterhoogtemeter) van de stuw Sassert in Velddriel uit de beschermende kokerkap weggenomen met gebruikmaking van de sleutel van het Waterschap Rivierenland. [9] Het dienstvoertuig is op 30 juni 2023 van 09.47 uur tot 10.03 uur aanwezig geweest op de locatie Veilingweg nabij huisnummer [huisnummer 3] te Velddriel. [10] Op 2 juli 2023 om 02:07 uur ontving verdachte een Whatsapp bericht van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (mama) met de inhoud: “Waar ben jij? Het is 2 uur????”. [11]
Incident 27
Op 12 juli 2023 om 15.17 uur werd een vernieling ontdekt. Deze vernieling werd door verdachte gemeld. Er waren planken weggenomen van het sifon van de stuw gesitueerd aan de Achterdijk [huisnummer 4] in Rossum. Hierdoor zakte het waterniveau navenant. [12] Het dienstvoertuig is op 12 juli 2023 van 14.31 uur tot 14.46 uur en van 14.48 uur tot 15.37 uur op deze locatie aanwezig geweest. [13]
Incident 30
Op 3 oktober 2023 werd ontdekt dat de stuw aan de Ouwelsestraat in Gameren geheel was dichtgedraaid, waardoor het water steeg. Ook bleek een slot te zijn weggenomen. De stuw werd bediend met een halvemaansleutel van het Waterschap. [14] Het dienstvoertuig is op 3 oktober 2023 van 09.58 tot 11.07 uur op de Middelkampseweg [huisnummer 5] in Gameren geweest. Deze locatie is nabij de stuw. [15]
Incidenten 31-34
Op 2 november 2023 om 01.19 uur is de sleutelkast van de stuw aan de Zeedijk [huisnummer 6] in Hedel vernield. Hierin zat een sleutel van de bedieningskast die is weggenomen. Diezelfde nacht om 01.35 uur is hetzelfde gebeurd aan de stuw Koudijs, nabij Zeedijk [huisnummer 7] in Hedel, om 01.44 uur aan de stuw aan de Winkelseweg in Hedel en om 02.03 uur aan de stuw aan de Jan van Stuversdreef in Kerkwijk. Deze stuwen konden met de weggenomen sleutel worden geopend. Hierna kon de PLC worden bediend en werden de stuwen met de hand naar het laagste peil gestuurd. [16] Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer dat in gebruik is bij verdachte volgt dat de telefoon op 2 november 2023 om 00.34 uur gebruik maakte van Cell-ID [Cell-ID 1] met zendmastlocatie [adres 2] in Deil. Dit is de enige keer in de gehele aangeleverde histo-periode dat er gebruik gemaakt wordt van deze zendmastlocatie. Er wordt vanaf 00.10 uur tot 00.34 uur gebruik gemaakt van deze zendmastlocatie. Om 02.11 uur wordt gebruik gemaakt van een zendmastlocatie op de [adres 3] in Brakel. De politie heeft de locaties van de aangestraalde masten en de locaties van incidenten ingeladen in de routeplanner. Daaruit komt naar voren dat de snelste route van de mast in Deil naar de mast in Brakel nagenoeg langs de vier incidentlocaties komt. Om van de locatie van de mast in Deil, via de locaties van de incidenten, naar de locatie van de mast in Brakel te rijden duurt 56 minuten. Tussen het aanstralen van de masten zit 96 minuten. [17]
Incident 37
Op 20 november 2023 werd een vernieling aan de stuw Rampert ontdekt. Alle hangsloten van peilbuizen van het gemaal De Rampert in Delwijnen waren weggenomen, waardoor de technische installatie vrij bereikbaar was. [18] Het dienstvoertuig is op 20 november 2023 van 09.48 tot 15.33 uur op deze locatie aanwezig geweest. [19]
Incident 39
Op 3 december 2023 om 00.39 uur is de waterstandvoeler van de stuw aan de Kerwijksekade/ Veldweg in Brunchem weggenomen. De dop en het slot van de voelerbuis zijn eveneens weggenomen. Hierdoor was de technische installatie van het gemaal vrij bereikbaar. [20] Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer dat in gebruik is bij verdachte is te zien dat de telefoon op 3 december 2023 om 00.43 uur gebruik maakt van Cell-ID [Cell-ID 2] met zendmastlocatie [adres 4] te Bruchem. Dit is de enige keer in de gehele aangeleverde histo-periode dat er ’s nachts gebruik wordt gemaakt van deze zendmastlocatie. Om 01.10 uur wordt er weer gebruik gemaakt van de thuismastlocatie in Brakel. [21] Verdachte stuurt op 3 december 2023 om 00:39 uur een Whatsapp bericht naar zijn contact [naam] ( [telefoonnummer 3] ). [22]
Incident 42
Op 7 januari 2024 is geconstateerd dat de handbediening van de stuw aan de Maas Waalweg in Aalst geheel naar beneden was gedraaid, waardoor het water achter de stuw wegliep. Het slot was eveneens vernield. Op 6 januari 2024 om 01.59 uur stond het privévoertuig van verdachte stil op de Maas Waalweg ten oosten van Aalst, nabij een object van Waterschap Rivierenland. [23]
Incident 45
Op 27 januari 2024 om 21.21 uur zijn de staalkabels van de stuw De Rampert in Delwijnen doorgeknipt. Hierdoor viel de stuw omlaag en liep het water achter de stuw weg. Verdachte erkent hiervoor verantwoordelijk te zijn. [24]
Incident 47
Op 4 februari 2024 om 01.26 uur zijn de staalkabels van de stuw gelegen aan de Van Heemstraweg West, tussen Gameren en Zaltbommel, doorgeknipt. Hierdoor viel de stuw omlaag en liep het water achter de stuw weg. [25] Het privévoertuig van verdachte bevond zich op 4 februari 2024 om 01.25 uur nabij deze locatie. [26] Verder is de telefoon van verdachte actief op 3 februari 2024 tussen 23.33 en 23.39 uur (oproep), op 4 februari 2024 tussen 01.08 en 02.16 uur (Snapchat) en om 02.30 uur (Netflix). [27]
Conclusies
Uit al het voorgaande leidt de rechtbank af dat verdachte bij alle hiervoor genoemde incidenten kort (maximaal 1 dag) voorafgaand, of op de dag zelf, op de locatie is te plaatsen waar (later) een vernieling werd geconstateerd dan wel werd geconstateerd dat het werk als gevolg van een bepaalde handeling (tijdelijk) niet kan worden gebruikt voor de bestemming waarvoor het werk was ingericht. Dit wordt afgeleid uit track & trace gegevens van het dienstvoertuig, peilbakengegevens van het privévoertuig en mastgegevens. Deze gegevens passen naadloos in de tijdlijn en kunnen, gelet op de tijdstippen (vaak in de nachtelijk uren) zonder nadere verklaring van verdachte, niet anders worden verklaard dan verband houdend met de betreffende incidenten. De sabotagehandelingen vonden bovendien ofwel plaats gedurende de werktijden van verdachte ofwel gedurende de nacht, op locaties die veelal afgelegen liggen en waarbij in een aantal gevallen zelfs een sleutel nodig is om toegang te krijgen. Verdachte was werkzaam voor het Waterschap en kende zodoende het gebied. Ook bleek dat verdachte een sleutelbos met sleutels van toegangspoorten niet had ingeleverd.
De rechtbank beschouwd de incidenten in onderlinge samenhang en komt dan ook tot de conclusie dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de incidenten 19, 21, 22, 23 t/m 24, 27, 30, 31 t/m 34, 37, 39, 42, 45 en 47.
De raadsman heeft ten aanzien van een aantal incidenten betoogd dat -indien de rechtbank bewezen acht dat verdachte de feiten heeft gepleegd- er geen sprake is van vernieling maar van diefstal. Nu diefstal niet ten laste is gelegd, dient verdachte alsnog te worden vrijgesproken.
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat bij een aantal incidenten onderdelen van de waterkering zijn weggenomen. De officier van justitie had deze incidenten (ook) als diefstal ten laste kunnen leggen. Maar omdat door het wegnemen van de onderdelen van de waterkering de werking van deze waterkering is beïnvloed, kan het (tijdelijk) onklaar maken van de waterkering worden bewezen.
Ten aanzien van de incidenten 45 en 47 vindt de rechtbank het primair ten laste gelegde bewezen. Het doorknippen van staalkabels van de stuw levert een vernieling op. Als gevolg hiervan liep het water achter de stuw weg en ontstond er gemeen gevaar voor het droogvallen van sloten en stromen, beide met gemeen gevaar voor goederen (aan onder andere landbouwgronden en natuurgebieden) tot gevolg.
Ten aanzien van de incidenten 19, 21, 22, 23 t/m 24, 27, 30, 31 t/m 34, 37 en 39, is de rechtbank van oordeel dat de sabotagehandelingen geen vernieling, beschadiging of onbruikbaar maken opleveren nu in geen van deze gevallen sprake is van het (al dan niet onherstelbaar) beschadigen van het werk of onderdelen daarvan. Verdachte zal daarom van het primair ten laste gelegde worden vrijgesproken. Wel kunnen deze handelingen worden gezien als het onklaar maken van het werk waardoor het (tijdelijk) niet kan worden gebruikt, zodat zij het subsidiair ten laste gelegde wel bewezen acht.
Voor de overige incidenten (26, 28, 29 en 44) zal de rechtbank verdachte vrijspreken, vanwege het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs.
Ten aanzien van feit 2
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van doorzoeking auto, p. 185-188;
- het proces-verbaal van inbeslaggenomen vuurwerk, inclusief bijlagen 2, 3, 4, 5, 7 en 8 (niet genummerd); en
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 11 juni 2025.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
het onder 1 primair, 1 subsidiair en 2 tenlastegelegdeheeft begaan, te weten dat:
1
primair (ten aanzien van incidenten 45 en 47)hij in
of omstreeksde periode van
13 juni 202327 januari 2024tot en met 4 februari 2024
teHoenzadriel, Zaltbommel, Delwijnen, Velddriel, Rossum, Zuilichem, Gameren,Hedel, Kerkwijk, Aalst, Alem, Poederoijen en/of Bruchem, althansin de
gemeente
(n) Maasdriel,Zaltbommel
en/of Dinkelland, althans in Nederland,opzettelijk meermalen,
althans eenmaal,enig werk dienend tot waterkering,
waterlozing, of waterleiding of rioleringheeft
vernield, beschadigd
en/of onbruikbaar heeft gemaakt,terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is geweest
en/of gevaarvoor overstroming;
1
subsidiair (ten aanzien van de incidenten 19, 21 t/m 24, 27, 30, 31 t/m 34, 37, 39 en 42)hij in
of omstreeksde periode van 13 juni 2023 tot en met
7 januari 20244 februari 2024te
Hoenzadriel,
Zaltbommel,Delwijnen, Velddriel, Rossum,
Zuilichem,Gameren,
Hedel, Kerkwijk, Aalst,
Alem, Poederoijen en/ofBruchem,
althans in degemeente(n) Maasdriel, Zaltbommel en/of Dinkelland, althans in Nederland,opzettelijk en wederrechtelijk
meermalen,
althans eenmaal,enig werk dienend tot waterkering,
waterlozing, of waterleiding of riolering, althanseen werk dat ten algemenen nutte wordt gebezigd,heeft
vernield, beschadigd en/ofonbruikbaar gemaakt,onklaar gemaakt
en/of weggemaakt.
2
hij op
of omstreeks29 maart 2024 te Brakel, in de gemeente Zaltbommel,
al dan nietopzettelijk,
als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis,
professioneel vuurwerk, te weten:
- 11 stuks Mad Bull Dog Knalvuurwerk (cov rapport, bijlage 2) en
/of- 0,036 gram knaller met flits (cov rapport, bijlage 3) en
/of- 0,051 gram Mascleta Manual Knalvuurwerk (cov rapport, bijlage 4) en
/of- 0,938 gram Thundershock Enkelschotsbuis (cov rapport, bijlage 5) en
/of- 0,417 gram Air Skullys Enkelschotsbuis (cov rapport, bijlage 7)
en- 0,304 gram Super Thunder King Enkelschotsbuis (cov rapport, bijlage 8)
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad in een personenvoertuig.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair:
opzettelijk enig werk, dienende tot waterkering beschadigen, terwijl daarvan gevaar voor overstroming of gemeen gevaar voor goederen te duchten is, meermalen gepleegd;
feit 1 subsidiair:
werken dienend tot waterkering, welke werken ten algemenen nutte gebezigd worden opzettelijk en wederrechtelijk onklaar maken, meermalen gepleegd; en
feit 2:
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 eerste lid van de Wet
milieubeheer, opzettelijk begaan.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en daarnaast een taakstraf van 240 uren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat een werkstraf of een geldboete passend is in geval van een bewezenverklaring van beide feiten, ook indien de rechtbank meerdere incidenten onder feit 1 bewezen vindt. Hiertoe is mede gewezen op het blanco strafblad van verdachte en de inhoud van het reclasseringsadvies.
Verder is ten aanzien van feit 1, specifiek de incidenten 40 en 41, aangevoerd dat sprake is geweest van een onrechtmatigheid (plaatsen baken onder privévoertuig). Verzocht wordt hier in strafmatigende zin rekening mee te houden.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het beschadigen van waterstaatwerken en het onklaar maken van werken van openbaar nut. Het gaat om in totaal 16 incidenten met betrekking tot (onderdelen van) stuwen, gemalen en dammen die in beheer zijn van Waterschap Rivierenland. Deze structuren zijn essentieel om Nederland te beschermen tegen overstromingen en tegen droogte. Ook wordt hiermee de toevoer van water ten behoeve van de tuin- en landbouw gereguleerd. Sabotage aan deze werken kan leiden tot wateroverlast of een tekort aan water, met als gevolg schadebedragen die al snel in de miljoenen kunnen lopen. Dit is in het bijzonder kwalijk omdat verdachte zelf in dienst was van het Waterschap Rivierenland en wist wat de gevolgen van zijn acties waren.
Daarnaast heeft verdachte 2,5 kilo professioneel vuurwerk voorhanden gehad en opgeslagen in een ruimte die daarvoor niet was ingericht. Het vuurwerk lag in de kofferbak van zijn auto. Het voorhanden hebben en de opslag van professioneel vuurwerk is extreem gevaarzettend. Voor het vervoer en de opslag van dergelijk vuurwerk gelden strenge regels en is gespecialiseerde kennis vereist. Afgezien van de brandgevaarlijkheid bij de opslag, brengt het tot ontbranding brengen van professioneel vuurwerk risico’s met zich, niet slechts voor degene die het
vuurwerk tot ontbranding brengt, maar ook voor eventuele omstanders. Verdachte is met deze risico’s veel te gemakzuchtig omgesprongen en heeft kennelijk niet of in onvoldoende mate stilgestaan bij de mogelijke – in potentie levensgevaarlijke – gevolgen van een ontijdige explosie.
Kijkend naar de ernst en grote hoeveelheid incidenten en de (potentiële) gevolgen ervan, is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf een passend uitgangspunt.
De rechtbank heeft verder acht geslagen op een uittreksel van het strafblad van verdachte van 21 mei 2025. Hieruit volgt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke delicten is veroordeeld.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van het reclasseringsadvies van 9 mei 2025. Hieruit komt naar voren dat verdachte (thans) in de maatschappij naar behoren functioneert. Voor wat betreft zijn psychosociaal functioneren, wordt gesproken over een disharmonisch intelligentieprofiel. Verdachte heeft een trage verwerkingssnelheid en beperkingen in het onthouden van informatie. Dat maakt dat verdachte soms kan worden overschat. Reclasseringsbemoeienis wordt niet geadviseerd vanwege de proceshouding van verdachte en het ontbreken van een hulpvraag.
Onduidelijk is gebleven wat het motief van verdachte is geweest om deze feiten te plegen.
Vormverzuim
De verdediging heeft gesteld dat (ten aanzien van de incidenten 40 en 41) de inzet van het peilbaken onder het privévoertuig waar verdachte gebruik van maakt, onrechtmatig is geweest. De inzet vindt namelijk geen grondslag in de Privacygedragscode en daarnaast is hiermee een te grote inbreuk op de privacy gemakt. Volgens de verdediging zou dit moeten leiden tot strafvermindering. De rechtbank oordeelt hierover als volgt.
Onder omstandigheden kan plaats zijn voor verbinden van rechtsgevolg aan onrechtmatige handeling jegens verdachte door andere persoon dan opsporingsambtenaar als de:
  • resultaten van deze onrechtmatige handeling zijn gebruikt bij opsporingsonderzoek naar en/of (verdere) vervolging van verdachte voor het tenlastegelegde feit en
  • resultaten door dit gebruik van bepalende invloed zijn geweest op verloop van opsporingsonderzoek en/of (verdere) vervolging.
[bedrijf] (hierna [bedrijf] ) heeft een vergunning op basis van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.
In artikel 23a van de op de Wet gebaseerde Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus is bepaald dat een recherchebureau is gebonden aan de Privacygedragscode sector particuliere onderzoeksbureaus.
Met betrekking tot de inzet van een peilbaken is in de Privacygedragscode sector particuliere onderzoeksbureaus het volgende opgenomen:
“7.4 Observatie
Algemeen
Observatie vindt plaats indien gedragingen van iemand of hetgeen bekend moet worden om onderzoekstactische redenen niet rechtstreeks aan de onderzochte persoon of een derde gevraagd kan worden. Observatie kan ondersteund worden met technische hulpmiddelen (zoals camera’s, zie paragraaf 7.5) of plaatsbepalingsapparatuur (zoals GPS-apparatuur bij het volgen van voertuigen).
(…)
Het gebruik van technische hulpmiddelen, zoals een GPS-baken (Global Position System), is slechts in beperkte mate toegestaan, indien dit ondersteunend is aan de observatie. Het plaatsen van een GPS-baken op een te volgen voertuig maakt het mogelijk dit voertuig op afstand te volgen en daarmee de observatie professioneler te doen verlopen.
Daarmee kan tevens worden voorkomen dat halsbrekende toeren in het verkeer moeten worden uitgehaald om te voorkomen dat de geobserveerde uit het zicht geraakt. De inzet van dit middel is beperkt tot bedrijfsvoertuigen en privé-voertuigen die bedrijfsmatig gebruikt worden door de onderzochte persoon en is verder beperkt tot die tijden die relevant zijn voor de onderzoeksopdracht. Het aanbrengen van een technisch hulpmiddel in iemands persoonlijke eigendommen zodat op elk moment een exact en volledig inzicht wordt verkregen van de plaatsen waar de geobserveerde is of is geweest, maakt een te grote inbreuk op de privacy en vindt doorgaans geen rechtvaardiging in de aard van de opdracht. (…)”
De (verdere) vervolging van verdachten voor de incidenten 40 en 41 berust mede op de gegevens van het peilbaken dat [bedrijf] onder de auto van verdachte heeft geplaatst. Het voertuig van verdachte is geen bedrijfsvoertuig of privévoertuig dat bedrijfsmatig wordt gebruikt. De rechtbank is, op basis van de zich in het strafdossier bevindende gegevens van oordeel dat de inzet van het peilbaken in strijd met de Privacygedragscode heeft plaatsgevonden. Nu de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus geen andere grondslag bevat op grond waarvan [bedrijf] het peilbaken (tot twee keer toe) op het voertuig van verdachte mocht plaatsen, volgt daaruit dat de inzet van het peilbaken onrechtmatig was. Maar de vervolging van de overige 14 incidenten berust mede op de gegevens van de track en trace van de dienstauto in gebruik bij verdachte en de telefoongegevens van verdachte. Deze bewijsmiddelen zijn rechtmatig verkregen. De resultaten door het gebruik van het peilbaken zijn dus niet van bepalende invloed zijn geweest op verloop van opsporingsonderzoek en/of (verdere) vervolging.
Verder werd de inbreuk op de privacy van verdachte bewust geminimaliseerd door enkel screenshots te maken van de locaties van de auto in de Bommelwaard (“het sabotagegebied”) en dan uitsluitend op die locaties die mogelijk voor het onderzoek van belang waren. De inbreuk op de privacy van verdachte is dus zeer beperkt gebleven. De rechtbank volstaat dan ook met de constatering dat van inbreuk sprake was en verwerpt het verweer van de verdediging voor het overige.
Alles afwegend zal de rechtbank opleggen een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en daarnaast een taakstraf van 240 uren. De rechtbank is van oordeel dat de officier van justitie, gegeven de hoeveelheid bewezen verklaarde incidenten, in ruim voldoende mate rekening heeft gehouden met de kwetsbaarheid van verdachte en ziet dan ook, ondanks dat zij minder incidenten bewezen acht en een onrechtmatigheid in het onderzoek heeft geconstateerd, geen aanleiding om de duur van de straf te matigen. Het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis zal worden opgeheven.

8.De beoordeling van de civiele vordering

Namens de benadeelde partij Waterschap Rivierenland is in verband met feit 1 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert primair € 166.400,77 aan materiële schade, subsidiair een bedrag van € 109.942,97.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen tot een bedrag van € 54.190,85 (betreffende de 20 bewijsbare incidenten), met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft de incidenten afzonderlijk gemotiveerd betwist en zich op het standpunt gesteld dat de vordering moet worden afgewezen, dan wel de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard, nu de vordering onvoldoende is onderbouwd. Bovendien zou een adequate behandeling van de vordering het strafproces onredelijk belasten.
Overweging van de rechtbank
De vordering namens Waterschap Rivierenland bestaat uit de volgende schadeposten: herstelkosten, arbeidsloon en kosten gemaakt ten behoeve van het particuliere onderzoek door een private bedrijfsrecherche-organisatie met forensische expertise. Deze schadeposten zijn in het licht van de gemotiveerde betwisting van de verdediging onvoldoende onderbouwd. Zo is onder meer onduidelijk welke kosten zijn gemaakt ten behoeve van de individuele incidenten, zijn er vragen over het aantal uren in relatie tot de specifieke incidenten en werkzaamheden, ontbreken urenregistraties ten aanzien van de ‘overheadkosten’ en zijn er vragen gerezen of de werkgever daadwerkelijke hogere loonkosten heeft gehad en zo ja, hoe deze zich verhouden tot de verschillende incidenten. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een nadere onderbouwing zou een onevenredige belasting van het strafproces opleveren. Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren. De benadeelde partij kan de vordering nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 9, 14 a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 161 en 351 van het Wetboek van Strafrecht;
- 1 a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
- 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer; en
- 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden;
 bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
 legt daarnaast op een taakstraf van 240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht; en
 heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis.
Beslissing op de civiele vordering Waterschap Rivierenland (feit 1)
 verklaart de benadeelde partij Waterschap Rivierenland niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L. Braaksma (voorzitter), mr. J.J.H. van Laethem en mr. S. Jansen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.H.M. van Keulen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 juni 2025.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, onderzoeksnummer ON54024006 (PEER), gesloten op 13 juni 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte [aangever] namens het Waterschap Rivierenland, p. 16-28.
3.Proces-verbaal verhoor verdachte, p. 265; CIOT, p. 204.
4.Proces-verbaal van aangifte [aangever] namens het Waterschap Rivierenland, p. 26-27
5.Proces-verbaal van aangifte [aangever] namens het Waterschap Rivierenland, p. 19; bijlage 15 Analyse van track & trace informatie zakelijk, p. 149; proces-verbaal van bevindingen (missende vernielingen in aangifte), p. 178.
6.Proces-verbaal van aangifte [aangever] namens het Waterschap Rivierenland, p. 19; bijlage 15 Analyse van track & trace informatie zakelijk, p. 149; proces-verbaal van bevindingen (missende vernielingen in aangifte), p. 178-179.
7.Proces-verbaal van bevindingen (missende vernielingen in aangifte), p. 179; proces-verbaal van bevindingen met exacte datum en tijdstip vernielingen, p. 170.
8.Bijlage 15 Analyse van track & trace informatie zakelijk, p. 149.
9.Proces-verbaal van bevindingen (missende vernielingen in aangifte), p. 179; proces-verbaal van bevindingen met exacte datum en tijdstip vernielingen, p. 171.
10.Bijlage 15 Analyse van track & trace informatie zakelijk, p. 149.
11.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Image telefoon [verdachte] , p. 189.
12.Proces-verbaal van bevindingen (missende vernielingen in aangifte), p. 179.
13.Bijlage 15 Analyse van track & trace informatie zakelijk, p. 149; proces-verbaal van bevindingen met exacte datum en tijdstip vernielingen, p. 172.
14.Proces-verbaal van aangifte [aangever] namens het Waterschap Rivierenland, p. 19-20; proces-verbaal van bevindingen (missende vernielingen in aangifte), p. 179.
15.Bijlage 15 Analyse van track & trace informatie zakelijk, p. 149.
16.Proces-verbaal van bevindingen met exacte datum en tijdstip vernielingen, p. 170-171; proces-verbaal van bevindingen (missende vernielingen in aangifte), p. 180.
17.Proces-verbaal van bevindingen incidenten 31, 32, 33 en 34, p. 199-202.
18.Proces-verbaal van aangifte [aangever] namens het Waterschap Rivierenland, p. 20; proces-verbaal van bevindingen met exacte datum en tijdstip vernielingen, p. 173.
19.Bijlage 15 Analyse van track & trace informatie zakelijk, p. 149.
20.Proces-verbaal van bevindingen (missende vernielingen in aangifte), p. 181; proces-verbaal van bevindingen grafiek bijlage 11 aangifte, p. 174-175.
21.Proces-verbaal van bevindingen historische verkeersgegevens [telefoonnummer 1] , p. 197.
22.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Image telefoon [verdachte] , p. 189.
23.Proces-verbaal van aangifte [aangever] namens het Waterschap Rivierenland, p. 24; proces-verbaal van bevindingen met exacte datum en tijdstip vernielingen, p. 172; proces-verbaal van bevindingen (missende vernielingen in aangifte), p. 181.
24.Proces-verbaal van aangifte [aangever] namens het Waterschap Rivierenland, p. 24-25; proces-verbaal van bevindingen (missende vernielingen in aangifte), p. 181; de verklaring van verdachte afgelegd ter zitting van 11 juni 2024.
25.Proces-verbaal van aangifte [aangever] namens het Waterschap Rivierenland, p. 26; proces-verbaal van bevindingen (missende vernielingen in aangifte), p. 181;
26.Proces-verbaal van bevindingen historische verkeersgegevens [telefoonnummer 1] , p. 198.
27.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Image telefoon [verdachte] , p. 190.