Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser], uit [plaats], eiser
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
geen‘loon’ is in de zin van het Dagloonbesluit. Daarom dient het ziekengeld, dat hij heeft ontvangen in de referteperiode van de (onderhavige) WW-uitkering, buiten beschouwing te worden gelaten bij de dagloonberekening. Dat heeft, zo meent eiser, tot gevolg dat de referteperiode voor zijn WW-uitkering alsnog wordt bekort. Zij vangt dan aan, en eindigt op, respectievelijk de eerste en de laatste dag van zijn dienstbetrekking bij de gemeente Nijmegen. Eiser heeft zelf een berekening gemaakt en komt uit op een dagloon van € 179,60. Eiser heeft zijn standpunt als volgt toegelicht. In de WW wordt voor het begrip ‘loon’ aangesloten bij de definitie in hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen (hierna: Wfsv). In dit hoofdstuk wordt verwezen naar het loonbegrip in de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB 1964). Uit artikel 11, eerste lid, onder e, van de laatstgenoemde wet volgt dat aanspraken ingevolge de ZW niet behoren tot het loon. Uit het Dagloonbesluit volgt, zo vervolgt eiser, dat alleen ziekengeld, ontvangen tijdens een dienstbetrekking, wordt gerekend tot het (dag)loon. [1] Eiser ontving daarentegen ziekengeld tijdens een (onderbreking van de) WW-uitkeringsperiode, en in die periode was er geen sprake van een dienstverband. Ook daarom dient het ziekengeld dat hij ontving in deze periode niet te worden aangemerkt als loon in de zin van het Dagloonbesluit. Ook in de ZW wordt er onderscheid gemaakt tussen ziekengeld ontvangen tijdens een dienstbetrekking en ziekengeld in een periode dat er geen een dienstbetrekking bestond. [2] Eiser betwist dat ziekengeld moet worden beschouwd als loon, omdat – zoals het UWV heeft gesteld – het in plaats van loon wordt ontvangen. Dit geldt alleen in de situatie dat het ziekengeld wordt ontvangen tijdens een dienstverband, maar eiser had destijds een WW-uitkering. Nadat eiser zich beter had gemeld, ontving hij opnieuw een WW-uitkering. Een WW-uitkering is geen loon in de zin van het Dagloonbesluit en dus komt het ziekengeld in zijn geval niet in de plaats van loon. Bovendien is op de website van de Belastingdienst te lezen dat ontvangen ziekengeld, zonder dat er een dienstbetrekking aanwezig is, niet wordt gerekend tot arbeidsinkomen, aldus eiser.
6.6. Eisers standpunt dat het ziekengeld dat hij heeft ontvangen als onderbreking van de ontvangen WW-uitkering evenmin als die WW-uitkering betrokken mag worden bij de vaststelling van het WW-dagloon, is alleszins begrijpelijk, aangezien het ziekengeld evenals de WW-uitkering te relateren is aan de eerdere werkloosheid en niet aan de op 2 augustus 2023 ingetreden werkloosheid, waaraan eiser de toegekende WW-uitkering ontleent. Echter, deze enkele omstandigheid kan geen grond opleveren om het ziekengeld in afwijking van een dwingend geformuleerde bepaling van het Dagloonbesluit buiten de berekening te laten. Die mogelijkheid bestaat (kort gezegd) slechts bij strijdigheid van een bepaling van het Dagloonbesluit met een regel van hoger recht of met een algemeen rechtsbeginsel. In beide gevallen moet nog aan nadere voorwaarden worden voldaan vooraleer die strijdigheid leidt tot het buiten toepassing laten van de betreffende bepaling. Dat zich in eisers geval een zodanige strijdigheid voordoet, is door eiser niet gesteld en is de rechtbank ook niet gebleken. Bij dat laatste speelt een rol dat bij het buiten toepassing laten ook altijd onder ogen moet worden gezien welke regel dan wel zal gelden.
Conclusie en gevolgen