ECLI:NL:RBGEL:2025:4425

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 juni 2025
Publicatiedatum
11 juni 2025
Zaaknummer
C/05/452693 / JE RK 25-603
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Spoedbeslissing inzake jeugdhulp na leeftijd van achttien jaar met betrekking tot een jeugdige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 11 juni 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland een beschikking gegeven in de zaak van Jeugdbescherming Gelderland over een jeugdige die op het punt staat achttien jaar te worden. De kinderrechter verleent een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp, omdat er geen geschikte vervolgplek beschikbaar is die voldoet aan de veiligheidsvereisten. De jeugdige, die onder voogdij staat van de GI, heeft ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen en is niet in staat om zijn impulsen te beheersen. De kinderrechter oordeelt dat een voortgezet verblijf in de gesloten accommodatie noodzakelijk is om de jeugdige en anderen te beschermen. De GI heeft eerder een WLZ-VG7 indicatie aangevraagd, maar deze is afgewezen, wat de urgentie van de situatie benadrukt. De kinderrechter houdt de beslissing over de verdere behandeling aan tot een zitting op 17 juni 2025.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Arnhem
Zaaknummer: C/05/452693 / JE RK 25-603
Datum uitspraak: 11 juni 2025
Beschikking van de kinderrechter over een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
de gecertificeerde instelling
Jeugdbescherming Gelderland,
gevestigd te Nijmegen,
hierna te noemen: de GI,
over
[de jeugdige], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [de jeugdige] ,
advocaat mr. W. van de Velde te Nijmegen-Lent.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt mee in de beoordeling:
  • het schriftelijke verzoek van de GI met bijlagen, ontvangen op 11 juni 2025;
  • het telefoongesprek met de voogd van [de jeugdige] op 11 juni 2025;
  • het telefoongesprek met [de jeugdige] en de groepsleiding op 11 juni 2025.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 23 januari 2020 is [de jeugdige] onder voogdij gesteld van de Stichting Jeugdbescherming Gelderland.
2.2.
Bij beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 9 mei 2025 is voor [de jeugdige] een spoedmachtiging verleend tot gesloten jeugdhulp. Bij beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 4 juni 2025 is een machtiging verleend om [de jeugdige] te doen verblijven in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp tot aan zijn meerderjarigheid, te weten [datum] . [de jeugdige] verblijft op een gesloten groep bij [naam instelling] .

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt een spoedmachtiging te verlenen om [de jeugdige] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van vier weken. De GI verzoekt hierop te beslissen zonder de belanghebbenden te horen.
3.2.
De GI verzoekt daarnaast om aansluitend een machtiging tot uithuisplaatsing van [de jeugdige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te verlenen voor de duur van zes maanden.

4.De beoordeling

4.1.
De kinderrechter wijst het verzoek voor vier weken toe omdat gesloten jeugdzorg op dit moment noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [de jeugdige] zich aan de jeugdhulp onttrekt of door anderen daaraan wordt onttrokken.
4.2.
De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier en het telefoongesprekken met de GI en [de jeugdige] zelf naar voren is gekomen, van oordeel dat sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [de jeugdige] naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp onverminderd noodzakelijk en geschikt zijn om te voorkomen dat [de jeugdige] zich aan de jeugdhulp die hij nodig heeft onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
4.3.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, vierde lid, van de Jeugdwet (hierna: JW) kan een machtiging voor een jeugdige die achttien jaar is, bovendien slechts worden verleend indien:
sprake is van een behandeling die reeds aangevangen is voordat de leeftijd van achttien jaar is bereikt;
voor het bereiken van de leeftijd van achttien jaar een hulpverleningsplan is vastgesteld;
toegewerkt wordt naar een andere vorm van jeugdhulp dan gesloten jeugdhulp en dit ook blijkt uit het hulpverleningsplan, en
e gesloten jeugdhulp niet langer duurt dan zes maanden na het bereiken van de leeftijd van achttien jaar.
4.4.
Uit jurisprudentie blijkt dat het ontbreken van instemming van de jeugdige die achttien jaar is bij een voortgezet verblijf in de gesloten accommodatie voor jeugdhulp, in beginsel een onaanvaardbare inbreuk oplevert op het recht op vrijheid en veiligheid van zijn persoon. [de jeugdige] heeft aangegeven dat hij niet langer op deze gesloten plek wil verblijven, hetgeen betekent dat hij niet instemt met een voortgezet verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp nadat [de jeugdige] de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt. [de jeugdige] wil desgevraagd naar een open groep of anders naar een andere groep op de huidige locatie. Als hij niet meer op een open groep terecht kan, wil hij naar familie.
4.5.
De kinderrechter is echter van oordeel dat een voortgezet verblijf en behandeling bij de gesloten groep bij [naam instelling] in het belang van de ontwikkeling en veiligheid van [de jeugdige] is en dat er sprake is van zeer uitzonderlijke en zwaarwegende omstandigheden die een voortgezet verblijf van [de jeugdige] bij [naam instelling] voor in ieder geval een korte periode rechtvaardigen en noodzakelijk maken.
4.6.
Op grond van de stukken – waaronder het perspectiefplan van [naam instelling] en de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper van 10 juni 2025 - blijkt onder meer het volgende. [de jeugdige] functioneert cognitief gezien op zwakbegaafd niveau. Hij ervaart beperkingen met betrekking tot zijn probleemoplossend vermogen en vertoont een achterstand in de sociaal-emotionele ontwikkeling. [de jeugdige] is onvoldoende in staat om in te schatten wat de risico’s zijn van het niet aangaan en afronden van zijn behandeling en hij heeft onvoldoende inzicht in zijn eigen beperkingen.
4.7.
[de jeugdige] verblijft sinds 15 mei 2025 in de gesloten accommodatie van [naam instelling] in verband met zeer seksueel grensoverschrijdend gedrag. Hij krijgt één op één begeleiding. [de jeugdige] kan grenzen van anderen niet inzien en respecteren. Ook binnen de gesloten groep is hij continue op zoek naar contact met jongere meisjes (via zijn telefoon). Het verdere contact met vrouwen op de groep is onder toezicht van een begeleider. Er zijn zeer ernstige zorgen over de seksuele ontwikkeling van [de jeugdige] , waarbij hijzelf als anderen beschermd moeten worden. Deze bescherming bestaat momenteel onder andere uit beperkingen op zijn vrijheid (bewegingsvrijheid, gebruik telefoon en internet). [de jeugdige] is niet in staat zijn impulsen te beheersen, overziet oorzaak-gevolg relaties niet en is gericht op directe behoeftebevrediging, waardoor er een groot risico bestaat dat hij anderen iets aan zal doen, zoals eerder al is gebleken. [de jeugdige] stelt zich nog steeds zelfbepalend en moeilijk begeleidbaar op en er is geen sprake van probleeminzicht bij [de jeugdige] .
4.8.
Voor [de jeugdige] is (besloten) wonen met zeer intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering noodzakelijk. Hij heeft permanent structuur, veiligheid en bescherming nodig. [de jeugdige] wordt [binnenkort] achttien jaar en de machtiging gesloten jeugdhulp die er nu nog ligt, verloopt dan. De GI is al langere tijd op zoek naar een passende vervolgplek waar voldoende veiligheid en intensieve begeleiding voorhanden is, zodat anderen geen gevaar lopen voor het gedrag van [de jeugdige] en hij tegen zichzelf beschermd kan worden. Voor het vinden en borgen van een dergelijke vervolgplek is een WLZ-VG7 indicatie nodig. Deze indicatie is aangevraagd, maar deze is op 10 juni jongsleden afgewezen. De GI heeft telefonisch aan de kinderrechter toegelicht dat er op dit moment geen passende vervolgplek beschikbaar is, maar dat als zou die plek er al wel zou zijn, dan nog kan [de jeugdige] daar niet geplaatst worden zonder de benodigde WLZ-VG7 indicatie. De spoedeisendheid van dit verzoek is gelegen in de recente afwijzing van WLZ-indicatie, het ondanks inspanningen ontbreken van een passende vervolgplek en de aanstaande achttiende verjaardag van [de jeugdige] . [de jeugdige] is eerder aangemeld bij verschillende (gehandicapten)organisaties voor een vervolgplek. Echter hebben zij lange wachtlijsten en is er nog geen zicht op een (WLZ) plek. [naam instelling] blijft bezig met het organiseren van deze plek, zodat [de jeugdige] door kan stromen naar een passende (WLZ) woonplek na afronding van zijn behandeling binnen de gesloten kaders.
4.9.
Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de geschetste problemen op dit moment te behandelen. [1] Omdat de voogdij over [de jeugdige] bij de GI berust, is een ondertoezichtstelling van [de jeugdige] niet vereist. [2]
4.10.
De kinderrechter is ook van oordeel dat een zitting niet kan worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [de jeugdige] en/of zijn omgeving. Aan het juridisch criterium voor het verlenen van de machtiging is voldaan. De noodzaak en de geschiktheid zijn gebleken. Een minder ingrijpend middel is thans niet voorhanden. De kinderrechter concludeert dan ook dat er op dit moment geen andere mogelijkheid is dan [de jeugdige] gesloten te plaatsen. De kinderrechter verleent de spoedmachtiging voor een periode van vier weken en houdt de beslissing op het verzoek voor het overige aan tot de zitting van 17 juni a.s. om 14.30 uur.

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1.
verleent een spoedmachtiging om
[de jeugdige], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] , uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 11 juni 2025 tot 9 juli 2025;
5.2.
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan;
5.3.
roept de GI, [de jeugdige] en zijn advocaat op voor de zitting van mr. A.M. van Riemsdijk op
17 juni 2025 om 14.30 uurin het gerechtsgebouw van de
rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, aan Walburgstraat 2 - 4 in Arnhem;
5.4.
bepaalt dat deze beschikking geldt als oproep voor de zitting.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.J.C. Cremers, kinderrechter, op 11 juni 2025 om 12.00 uur en vastgelegd in de beschikking die in tegenwoordigheid van L. Stoevenbelt als griffier in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.

Voetnoten

1.Artikel 6.1.3, tweede lid, Jw
2.Artikel 6.1.2, derde lid, Jw