ECLI:NL:RBGEL:2025:438
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verkeersbesluit en belanghebbendheid in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van de bezwaren van eiser tegen twee verkeersbesluiten van het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland. Eiser, die woont aan de [locatie 1], heeft bezwaar gemaakt tegen de ontheffingen die zijn verleend aan [derde-partij 1] en [derde-partij 2] om met landbouwvoertuigen gebruik te maken van het fietspad. Het college heeft de bezwaren van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat het college van mening was dat eiser geen belanghebbende was. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft op 13 januari 2025 de beroepen behandeld. De rechtbank oordeelt dat eiser wel degelijk als belanghebbende moet worden aangemerkt, omdat de ontheffingen leiden tot een toename van verkeer langs zijn woning. De rechtbank legt uit dat het niet de bedoeling van de wetgever is om iedereen de mogelijkheid te geven beroep in te stellen tegen verkeersbesluiten, maar dat in dit geval het belang van eiser rechtstreeks is betrokken bij de verleende ontheffingen. De rechtbank vernietigt de besluiten van het college en draagt het college op om binnen zes weken nieuwe besluiten op bezwaar te nemen. Tevens wordt het college veroordeeld tot betaling van griffierecht en proceskosten aan eiser.