Uitspraak
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
3.
[eiser 3],
1.De procedure
2.De feiten
(…) alles wat is en blijft alsmede nieuwe investeringen wordt bij beëindiging van verhuurder (…).
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vorderen de eisers, bestaande uit drie personen, een verklaring voor recht en schadevergoeding van de gedaagde partij, Pannenkoekenhuis Renkum B.V., in verband met een huurovereenkomst voor een bedrijfsruimte. De huurovereenkomst liep van 1 januari 2021 tot 1 april 2024, maar eindigde eerder op 31 december 2023. De eisers stellen dat Pannenkoekenhuis Renkum tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst door het pand niet tijdig in goede staat op te leveren en de afgesproken voorzieningen niet te leveren. De eisers vorderen onder andere een bedrag van € 62.653,00 voor te leveren voorzieningen en inventaris, € 11.037,00 voor herstelkosten, en € 7.500,00 aan gederfde huurinkomsten. Pannenkoekenhuis Renkum voert verweer en stelt dat de vorderingen ongegrond zijn. De kantonrechter oordeelt dat de eisers onvoldoende bewijs hebben geleverd voor hun vorderingen, met uitzondering van een bedrag van € 5.000,00 dat Pannenkoekenhuis Renkum aan de eisers moet betalen. De eisers worden in de proceskosten veroordeeld.