Uitspraak
1.De inhoud van de vordering
2.De procedure
3.De beoordeling van de vordering
€ 91.250,-(26.250 + 65.000).
€ 52.651,25.
€ 2.300,-.
€ 36.298,75,-.
Rechtbank Gelderland
Op 17 januari 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een veroordeelde die betrokken was bij de handel in drugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde € 36.298,75 bedraagt. De officier van justitie had gevorderd dat dit bedrag aan de Staat moest worden betaald, gebaseerd op de berekening van het voordeel dat de veroordeelde had genoten uit zijn drugshandel. De verdediging betwistte de hoogte van het geschatte voordeel en stelde dat de periode waarover het voordeel berekend moest worden, korter was dan door de politie was aangenomen. De rechtbank heeft de periode van 24 naar 21 maanden teruggebracht, en de berekening van het aantal transacties en de opbrengsten aangepast. De rechtbank heeft de verklaringen van de veroordeelde en de verdediging gewogen tegen de bewijsstukken, waaronder bankafschriften en aangetroffen voorwerpen tijdens de doorzoeking van de woning van de veroordeelde. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen en heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen. De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank heeft de veroordeelde verplicht tot betaling van het vastgestelde bedrag aan de Staat.