ECLI:NL:RBGEL:2025:4195

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 mei 2025
Publicatiedatum
2 juni 2025
Zaaknummer
05.259004.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van handel in softdrugs en medeplichtigheid aan woninginbraak met tipgever rol

Op 27 mei 2025 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van handel in softdrugs en medeplichtigheid aan woninginbraak. De verdachte heeft bekend dat hij gedurende een periode van 22 juni 2023 tot en met 5 oktober 2023 betrokken was bij de verkoop van softdrugs, waarbij hij meer dan 30 gram hennep heeft verhandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende momenten is geobserveerd door de politie, wat leidde tot zijn aanhouding op 5 oktober 2023. De verdachte heeft een bekennende verklaring afgelegd over zijn rol in de drugshandel, maar de verdediging heeft betoogd dat de pleegperiode moet worden ingekort.

Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van medeplichtigheid aan een woninginbraak die plaatsvond in de nacht van 2 op 3 september 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte als tipgever heeft gefungeerd door informatie te verstrekken aan medeverdachten over de inbraak en de te stelen goederen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte niet instructies heeft gegeven over het gebruik van inbrekersgereedschap, maar dat hij wel opzettelijk middelen en inlichtingen heeft verschaft. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde medeplegen van de inbraak, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan medeplichtigheid aan de diefstal.

De rechtbank heeft de verdachte een taakstraf van 180 uur opgelegd, waarbij rekening is gehouden met zijn eerdere veroordelingen en de ernst van de feiten. De rechtbank heeft benadrukt dat de handel in softdrugs en de woninginbraak ernstige inbreuken zijn op de veiligheid en het welzijn van de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05.259004.23
Datum uitspraak : 27 mei 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2002 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] , [postcode] in [woonplaats] .
Raadsvrouw: mr. C.W. Dirkzwager, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 februari 2023 tot en met 5 oktober 2023 te [plaats 3] , gemeente Nijmegen, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van meer dan 30 gram, althans enige hoeveelheden van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj/wiet) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj en/of wiet (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij in of omstreeks de periode van 2 september 2023 tot en met 3 september 2023 uit een woning aan de [adres 2] te [plaats 1] , [plaats 2] te Duitsland gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een computer en/of een mobiele telefoon (Iphone 12) en/of airpods en/of een kluisje (met daarop de letters/cijfers [letters/cijfers] ) met een inhoud van ongeveer 2000 euro aan contant geld en/of een horloge van het merk Breitling, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen en/of geld onder hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van insluiping en/of inklimming en/of braak en/of verbreking;
subsidiair:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of onbekend gebleven andere(n) in of omstreeks de periode van 2 september 2023 tot en met 3 september 2023 uit een woning aan de [adres 2] te [plaats 1] , [plaats 2] te Duitsland gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een computer en/of een mobiele telefoon ( Iphone 12) en/of airpods en/of een kluisje (met daarop de letters/cijfers [letters/cijfers] ) met een inhoud van ongeveer 2000 euro aan contant geld en/of een horloge van het merk Breitling, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen en/of geld onder hun bereik heeft/hebben gebrachtdoor middel van insluiping en/of inklimming en/of braak en/of verbreking bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks 2 september 2023 tot en met 3 september 2023 te te [plaats 1] , [plaats 2] te Duitsland opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door zijn mededaders een tip te geven waar de inbraak te plegen is en welke buit er te halen is en/of zijn mededader(s) te instrueren welke inbrekersgereedschappen ze moeten meenemen om de inbraak te doen.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van handel in softdrugs, zoals ten laste is gelegd onder feit 1. Ten aanzien van het medeplegen van en medeplichtigheid aan de woninginbraak (feit 2 primair resp. subsidiair) heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
Voor de handel in softdrugs onder feit 1 heeft verdachte een bekennende verklaring afgelegd. De raadsvrouw heeft daarbij opgemerkt dat de pleegperiode moet worden ingekort en loopt van 22 juni 2023 tot en met 5 oktober 2023. Verder heeft zij bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken van het onder feit 2 primair ten laste gelegde medeplegen. De rol van verdachte beperkt zich tot die van tipgever. Er is geen sprake van instrueren. Volgens de raadsvrouw is de rol van tipgever te kwalificeren als medeplichtigheid. Over de woninginbraak onder feit 2 heeft de raadsvrouw verder opgemerkt dat geen sprake is van inbraak door middel van braak, verbreking of inklimming, maar door middel van insluiping. Ook heeft zij verzocht om verdachte partieel vrij te spreken van de diefstal van € 2000,00.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1 [1]
Verdachte heeft dit feit bekend. Daarom zal de rechtbank volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die de rechtbank heeft gebruikt (als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering).
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van observatie donderdag 22 juni 2023, p. 37 t/m 50;
- het proces-verbaal van observatie vrijdag 23 juni 2023, p. 51 t/m 54;
- het proces-verbaal van observatie vrijdag 4 augustus 2023, p. 56 t/m 63;
- het proces-verbaal van bevindingen betreffende de doorzoeking aan de [adres 3] in [plaats 3] , p. 376 en 377;
- de verklaring van verdachte bij de rechter-commissaris van 10 oktober 2023 (aanvullend op het doorgenummerde procesdossier).
Pleegperiode
In de tenlastelegging is als startdatum van de pleegperiode 11 februari 2023 genoemd. Uit het dossier volgt dat op die datum een anonieme melding bij de politie is binnengekomen, waarin het vermoeden wordt geuit dat verdachte zich bezighoudt met drugshandel. Op 22 juni 2023 heeft een observatie plaatsgevonden waarbij de politie voor het eerst waarneemt dat verdachte een mogelijke overdracht doet. [2] Het vermoeden van drugshandel wordt met deze observatie door de politie pas voldoende concreet. Het onderzoek aan de telefoon van [naam 1] biedt steun voor de vaststelling dat de drugshandel in mei/juni/juli heeft plaatsgevonden. [3] Op 4 augustus 2023 is verdachte wederom geobserveerd. De politie heeft toen waargenomen dat verdachte om 16:40 uur contact maakt met NN1, hem een klein wit pakketje overhandigt en zij daarop uit elkaar gaan. Verder is te zien dat verdachte om 19:10 uur contact maakt met NN2, hem een klein voorwerp geeft, waarop NN2 weer wegfietst. Om 19:51 is te zien dat NN4 contact maakt met verdachte, waarna NN4 zijn hand in zijn broekzak deed. [4] Uit tapgesprekken volgt dat verdachte op 4 augustus 2023 om 16:29 uur het volgende gesprek heeft gevoerd.
NNman:
Kan ik over vijf minuten langskomen?
[verdachte] :
Wat heb je nodig?
NNman:
Assie voor € 20,00.
[verdachte] :
Ja man heb ik.
Om 16:37 uur heeft verdachte wederom een gesprek met deze man.
[verdachte] :
Hey bro, ik rij nu net de straat in maar ik ben mijn (niet te verstaan) vergeten. Ik heb net 25 gram op gehaald, kan ik jou twee donnies geven op het oog?
NNman:
Ja is cool man. [5]
Op 5 oktober 2023 is verdachte aangehouden. [6] De rechtbank vindt een pleegperiode van 22 juni 2023 tot en met 5 oktober 2023 wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2 [7]
Telecommunicatie van het telefoonnummer [telefoonnummer] , dat in gebruik is bij verdachte, is opgenomen. Uit deze opnames volgt dat verdachte op 2 september 2023 met medeverdachte [medeverdachte 1] het volgende gesprek heeft gevoerd.
[medeverdachte 1] :
Ik wou vragen, we hebben die (niet te verstaan) nodig. We gaan vanavond toch die...[verdachte] :
hmm[medeverdachte 1] :
We hebben een paar spullen nodig. Maar eh kan ik die ophalen zo misschien?[verdachte] :
Oké heb je breekijzer?[medeverdachte 1] :
Nee dat is die ding ook en tie wraps en tape.[verdachte] :
Ik heb wel een tas, kom maar wat ophalen.[medeverdachte 1] :
Yo.[verdachte] :
Maar ik word betaald voor deze shit vriend.[medeverdachte 1] :
tuurlijk bro.[verdachte] :
Hoeveel?[medeverdachte 1] :
Gewoon wat we hebben afgesproken. [8]
Op 3 september 2023 is in een gesprek tussen verdachte en zijn vriendin [naam 2] door verdachte het volgende gezegd.
[verdachte] :
vuile ratten. [medeverdachte 1] belt mij terug. Ik zeg yo hoe was het gisteren dan? Hun zeggen tegen mij, ja we hebben airpods buitgemaakt dus ik krijg airpods, maar nog wel nieuw en vapes. Ik zeg en die kloesu is niet gekeerd? Hij zegt recht in mijn gezicht met facetime: Nee. Ik keek hem aan en ik zei jullie zijn vieze ratten jongen. [9]
Op 25 september 2023 is in een gesprek tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] [medeverdachte 2] het volgende gezegd.
[medeverdachte 1] :
Bro, jij wordt hier ook in betrokken bro, jij wordt nog steeds als tipgever neergezet. […]
[medeverdachte 1] :
Jouw deel was die Breitling toch? [10]
Medeplichtigheid
Aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast. Verdachte wist van het plan om in te breken in de woning in Duitsland en hij wist van de aanwezigheid van de kluis (kloesu) in die woning. De rol van verdachte is die van tipgever geweest. Verdachte heeft daarnaast voorafgaand aan de woninginbraak met medeverdachte [medeverdachte 1] gesproken over het leveren van inbrekersspullen/-gereedschappen. Het was vooraf duidelijk dat verdachte zou meedelen in de buit.
Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat de verdachte zowel opzet heeft gehad op verschaffen van middelen en inlichtingen als (voorwaardelijk) opzet op de diefstal uit de woning.
De rechtbank merkt op dat de raadsvrouw geen verweer heeft gevoerd ten aanzien van de medeplichtigheid van verdachte voor zover de medeplechtigheid ziet op de rol van verdachte als tipgever.
Voor zover de medeplichtigheid zou bestaan uit het instrueren van de mededader(s) welke inbrekersgereedschappen ze moeten meenemen om de inbraak te doen ziet de rechtbank, met de raadsvrouw, onvoldoende aanknopingspunten in het dossier. Dat verdachte op 2 september 2023 een telefoongesprek heeft gevoerd over inbrekersgereedschappen is onvoldoende om te concluderen dat verdachte zijn mededader(s) heeft geïnstrueerd welke inbrekersgereedschappen ze moeten meenemen om de inbraak te plegen. Verdachte zal hiervan dan ook partieel worden vrijgesproken.
Op de telefoon van [medeverdachte 1] [medeverdachte 2] is een filmpje aangetroffen dat gemaakt is op 3 september 2023 om 02:56 uur. Hierop zijn drie personen in een auto te zien met een kluis met de tekst [letters/cijfers] . [11] De rechtbank leidt hieruit af dat de diefstal is gepleegd door meerdere personen.
Uit het dossier volgt dat degenen die de diefstal hebben gepleegd de woning zijn binnengekomen via een niet afgesloten terrasdeur. [12] De rechtbank is van oordeel dat daarom geen sprake kan zijn van diefstal door middel van braak, verbreking of inklimming, maar dat sprake is van insluiping.
De rechtbank gaat uit van de aangifte en ziet geen reden om eraan te twijfelen dat álle in de aangifte genoemde goederen zijn weggenomen, óók het geldbedrag van € 2000,00.
De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van de onder feit 2 subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan diefstal in vereniging van alle in de tenlastelegging vermelde goederen via insluiping in de woning.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 en onder feit 2 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 juni 2023 tot en met 5 oktober 2023 te [plaats 3] ,
gemeente Nijmegen, althans in Nederlandtezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleenmeermalen,
althans eenmaal, (telkens
)opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd
, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van meer dan 30 gram, althansenige hoeveelheden van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj/wiet) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj en/of wiet
(telkens
)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
[medeverdachte 1]
en/of [medeverdachte 2] en/of onbekend gebleven andere(n)in
of omstreeksde periode van 2 september 2023 tot en met 3 september 2023 uit een woning aan de [adres 2] te [plaats 1] , [plaats 2] te Duitsland gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen,een computer en
/ofeen mobiele telefoon (iPhone 12) en
/ofairpods en
/ofeen kluisje (met daarop de letters/cijfers [letters/cijfers] ) met een inhoud van
ongeveer2000 euro aan contant geld en
/ofeen horloge van het merk Breitling,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan
[slachtoffer 1] en/of[slachtoffer 2]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader
(s
)toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
verdachte en/ofzijn mededader
(s
)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/ofdie weg te nemen goederen en
/ofgeld onder hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van insluiping
en/of inklimming en/of braak en/of verbrekingbij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 2 september 2023 tot en met 3 september 2023 te
te[plaats 1] , [plaats 2] te Duitsland opzettelijk
behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid,middelen en
/ofinlichtingen heeft verschaft, door zijn mededaders een tip te geven waar de inbraak te plegen is en welke buit er te halen is
en/of zijn mededader(s) te instrueren welke inbrekersgereedschappen ze moeten meenemen om de inbraak te doen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2 subsidiair:
medeplichtigheid aan diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen;

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 150 uur met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat aan verdachte geen gevangenisstraf wordt opgelegd voor een langere duur dan het voorarrest. Zij heeft daarbij gewezen op de disproportionele aanhouding van verdachte en verzocht om deze in straf verminderende zin mee te laten wegen. Verder heeft zij gewezen op het lange tijdsverloop tussen de gepleegde feiten en de inhoudelijke behandeling van de strafzaak.
De beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, betrekt de rechtbank de aard en de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder die zijn begaan. Ook houdt de rechtbank rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte en met de inhoud van de volgende stukken:
  • het uittreksel Justitiële Documentatie van 7 april 2025 (het strafblad),
  • het reclasseringsadvies van 13 maart 2024,
  • de retourzending van de opdracht tot het opstellen van een reclasseringsadvies van 10 maart 2025.
In het bijzonder neemt de rechtbank het volgende in aanmerking.
Strafblad
Verdachte is eerder veroordeeld voor strafbare feiten.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in 2023 gedurende een periode van ruim drie maanden samen met een ander schuldig gemaakt aan het handelen in softdrugs. In het algemeen geldt voor verdovende middelen dat zij verslavend zijn en nadelige gevolgen hebben voor de gezondheid van de gebruikers. De handel in en het gebruik van verdovende middelen gaat vaak gepaard met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit, waardoor de samenleving ernstige schade wordt toegebracht. Met het dealen heeft verdachte een actieve bijdrage geleverd aan het ontstaan en in stand houden van verslavingen, ook van zeer jonge mensen, en aan het in stand houden van het criminele circuit.
Daarnaast is verdachte als medeplichtige schuldig aan diefstal. In de nacht van 2 op 3 september 2023 zijn de mededaders een woning binnengeslopen en hebben een aantal goederen en een geldbedrag weggenomen. De rol van verdachte was die van tipgever. Hij heeft verder inbrekersspullen/-gereedschappen aangeboden aan de mededaders en in de buit gedeeld. Een woninginbraak betekent voor de bewoners een forse inbreuk op hun privacy en veiligheidsgevoelens. De eigen woning is bij uitstek een plaats waar men zich veilig zou moeten kunnen voelen. Verdachte heeft kennelijk slechts gehandeld uit het oogpunt van zijn eigen materiële gewin.
Zowel bij de handel in softdrugs als bij de woninginbraak was de mededader van verdachte zeer jong. Kennelijk heeft verdachte zich er niet van laten weerhouden om de samenwerking aan te gaan met een zeer jonge jongen en hem aan te zetten tot het plegen van strafbare feiten. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan en laat dit meewegen bij de strafoplegging.
Ook rekent de rechtbank het verdachte aan dat hij niet ter terechtzitting is verschenen om verantwoording af te leggen of toelichting te geven.
Rapportage
Uit het onderzoek van de reclassering in 2024 komt naar voren dat er sprake is van een belaste jeugd, waarbij jeugdzorg voor een langere periode betrokken is geweest en verdachte binnen verschillende instellingen heeft verbleven. Sinds 2021 heeft verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats meer. Er zijn zorgen over de dynamiek binnen het sociale netwerk van verdachte. Het recidiverisico kan niet worden ingeschat.
De straf
Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte een taakstraf opleggen van 180 uur. Dit is hoger dan de eis van officier van justitie, omdat de rechtbank ook bewezen acht dat verdachte medeplichtig is aan diefstal uit een woning.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 9, 22 c, 22d, 47, 48, 49 en 311 van het Wetboek van Strafrecht;
- 3 en 11 van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder feit 2 primair tenlastegelegde;
 verklaart bewezen dat verdachte het overige tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op
een taakstraf van 180 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 90 dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.M. Bögemann (voorzitter), mr. D.S.M. Bak en mr. R. Raat, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Damen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 mei 2025.
mr. Bögemann is buiten staat
dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023461166, gesloten op 18 juni 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van observatie donderdag 22 juni 2023, p. 46 t/m 48.
3.Proces-verbaal van bevindingen betreffende het onderzoek aan de telefoon van [naam 1] , p. 421 t/m 423.
4.Proces-verbaal van observatie van vrijdag 4 augustus 2023, p. 57, 60 en 61.
5.Proces-verbaal van bevindingen betreffende vergelijking observaties en tapgesprekken, p. 72.
6.Proces-verbaal van observatie donderdag 5 oktober 2023, p. 268.
7.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2024074507, gesloten op 18 juni 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
8.Proces-verbaal van bevindingen betreffende de tapgesprekken rondom de inbraak, p. 12.
9.Proces-verbaal van bevindingen betreffende de tapgesprekken rondom de inbraak, p. 12.
10.Proces-verbaal van bevindingen betreffende de tapgesprekken rondom de inbraak, p. 15.
11.Proces-verbaal van bevindingen betreffende uitkijken beelden video’s gsm [medeverdachte 2] , p. 111.
12.Proces-verbaal van bevindingen betreffende een gesprek met aangeefster, p. 209.