ECLI:NL:RBGEL:2025:4171
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van belaging na onvoldoende bewijs van stelselmatigheid en dreigende berichten
Op 28 mei 2025 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 51-jarige man, die werd beschuldigd van belaging van twee slachtoffers. De officier van justitie had ten laste gelegd dat de verdachte in de periode van 24 juni 2024 tot 30 augustus 2024 stelselmatig inbreuk had gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers door hen herhaaldelijk te benaderen via verschillende communicatiemiddelen, waaronder e-mail, SMS, WhatsApp en sociale media. De officier van justitie eiste een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, een taakstraf en een contactverbod met de slachtoffers.
Tijdens de rechtszitting heeft de rechtbank vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de stelselmatigheid van de belaging. De rechtbank oordeelde dat de berichten die de verdachte had verzonden niet voldoende intensief of frequent waren om als stelselmatig te worden gekwalificeerd. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde belaging, omdat de aangiften van de slachtoffers niet konden worden onderbouwd met voldoende bewijs. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de overige berichten die niet door hem waren erkend.
Daarnaast hebben beide slachtoffers vorderingen tot schadevergoeding ingediend, maar omdat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kwam, werden deze vorderingen niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.