ECLI:NL:RBGEL:2025:4139

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 mei 2025
Publicatiedatum
28 mei 2025
Zaaknummer
05.105531.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedreiging, belediging en belaging van (ex-)vrouw met voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf

Op 27 mei 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zijn (ex-)vrouw heeft bedreigd, beledigd en belaagd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere feiten, waaronder bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, belediging en belaging. De bedreigingen werden gedaan via WhatsApp en voicemail, waarbij de verdachte zeer kwetsende en bedreigende taal gebruikte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zijn ex-vrouw maandenlang heeft lastiggevallen, zelfs na de beëindiging van hun relatie. De officier van justitie eiste een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden en een taakstraf, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak van de meeste feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden, een taakstraf van 120 uur en een contact- en locatieverbod van vijf jaar. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot betaling van € 1.500,- aan smartengeld aan de benadeelde partij, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer zwaar laten meewegen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05.105531.23
Datum uitspraak : 27 mei 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1989 in [geboorteplaats] ,
vertrokken onbekend waarheen,
ter terechtzitting van 13 mei 2025 opgegeven adres: [adres] , [woonplaats] .
Raadsman: mr. J.G. Roethof, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 31 juli 2022 tot en met
12 september 2022, te [plaats] , gemeente Lingewaard, althans in Nederland,
(zijn echtgenote) [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of
met zware mishandeling en/of verkrachting,
door die [slachtoffer] dreigend (via WhatsApp) berichten te sturen, althans de woorden toe te voegen:
- "ik neuk jou en je moeder",
- "ik ga je afmaken en je zielige kk honden fam",
- "ik ga je kk hard verkrachten",
- "kk hond dat je bent ik ga je ouders kapot maken nooit meer in mijn huis nooit meer hun dochter zien", en/of
- "ik ga je neuken [naam 2] en goed ook. Sla je kk tanden eruit.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 26 februari 2022 tot en met
12 september 2022, te [plaats] , gemeente Lingewaard, althans in Nederland,
opzettelijk (zijn echtgenote) [slachtoffer] heeft beledigd door (via WhatsApp) meerdere berichten aan voornoemde [slachtoffer] te sturen met daarin, onder andere, de beledigende woorden:
- "kk mongool",
- "kk hoer",
- "kk slet", en/of
- "kanker hond", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
3.
hij, op een of meerdere tijdstippen, op of omstreeks 21 februari 2023, althans op één of mee tijdstippen in de periode van 21 februari 2023 tot en met 3 april 2023
te [plaats] , gemeente Lingewaard, althans in Nederland,
[slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of verkrachting,
door die [slachtoffer] dreigend (via voicemail) de woorden toe te voegen:
"Ik ga jouw kapot maken! Ik ga jouw en je zusje kapot maken! Ik ja jouw en je vader en je moeder en je zusje en je ander zusje ga ik helemaal kapot maken! Ja? Begrijp je dat? Let maar op, kankerhond dat je bent! Vies hoerenkind!", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
4.
hij, op een of meerdere tijdstippen, op of omstreeks 21 februari 2023, althans op één of mee tijdstippen in de periode van 21 februari 2023 tot en met 3 april 2023
te [plaats] , gemeente Lingewaard, althans in Nederland,
opzettelijk [slachtoffer] heeft beledigd door meerdere malen de voicemail van die voornoemde [slachtoffer] in te spreken met daarin, onder andere, de beledigende woorden:
"kankerhoer" en/of
"kankermongool" en/of
"vies vuil kutwijf" en/of
"vieze kanker slet" en/of
"vies hoerenkind" en/of
"kankerhond", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;

5.hij in of omstreeksde periode van 14 november 2022 tot en met 24 maart 2023 te [plaats] , gemeente Lingewaard, althans in Nederland,

wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door:
- die [slachtoffer] veelvuldig (te weten ten minste 142 keer) te bellen,
- een of meermalen langs te gaan bij huis van de ouders van die [slachtoffer] (waar die [slachtoffer] op dat moment verbleef) en/of
- een of meermalen de voicemail van die [slachtoffer] in te spreken en/of (voicemail)berichten achter te laten;
met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hetgeen hem ten laste is gelegd.
Het standpunt van de verdediging
Voor feit 2, in de pleitnota kennelijk aangemerkt als feit 1, is geen verweer gevoerd. Voor de overige feiten is vrijspraak bepleit. Voor feit 1 is aangevoerd dat aangeefster wist dat verdachte mentale problemen had en dat zijn uitlatingen binnen die context zijn gedaan. Gelet hierop ontbreekt overtuigend bewijs dat de door verdachte gedane uitlatingen hebben geleid tot gerechtvaardigde vrees bij aangeefster. Verdachte heeft ook geen opzet gehad om haar vrees aan te jagen. De onder feit 3 en 4 opgenomen voicemailberichten zijn niet aan aangeefster gestuurd en gericht maar aan haar familie. Voorts wordt betwist dat de woorden “kapot maken”, opgenomen onder feit 3, in de gegeven context bedreigend zijn. Ten aanzien van feit 5 wordt bestreden dat het bellen door verdachte wederrechtelijk dan wel dwingend of dreigend is geweest. De reden dat hij aangeefster belde was om in onderlinge samenspraak de beëindiging van hun relatie af te wikkelen. Voorts is er geen bewijs dat verdachte meerdere malen langs is gegaan bij haar ouderlijke woning.
Beoordeling door de rechtbank
Gelet op de onderlinge samenhang zal de rechtbank de vijf feiten gezamenlijk bespreken. Daarbij zien de bewijsmiddelen op het feit of de feiten waarop deze blijkens de inhoud betrekking hebben.
Aangeefster [slachtoffer] heeft het volgende verklaard. Op 6 augustus 2022 is tussen haar en verdachte een islamitisch huwelijk gesloten nadat zij sinds enige tijd een affectieve relatie met elkaar hadden. Gaandeweg die relatie stelde verdachte zich steeds agressiever naar haar op, veelal verbaal, soms fysiek. Ook stuurde hij haar geregeld bedreigende en beledigende berichten. Zij heeft meerdere malen geprobeerd de relatie te verbreken, ook voor 6 augustus 2022, maar verdachte accepteerde dit niet en bedreigde haar bij herhaling verbaal met de dood. Op 15 oktober 2022 hadden aangeefster en verdachte wederom ruzie. De situatie liep zodanig uit de hand dat aangeefster de relatie die dag heeft beëindigd. Hierna bleef verdachte haar lastig vallen. Hij zocht vele malen telefonisch contact, stuurde bedreigende en beledigende voicemailberichten en zocht haar thuis op. Op 25 februari 2023 heeft de wijkagent een stopgesprek gevoerd met verdachte, maar verdachte zocht ook daarna nog contact. Aangeefster is erg bang voor verdachte en vreest voor haar leven. [2]
feit 1
In de periode van 31 juli 2022 tot en met 12 september 2022 ontving aangeefster via WhatsApp een hoeveelheid berichten afkomstig van het mobiele telefoonnummer van verdachte met de volgende inhoud:
- " ik neuk jou en je moeder"
- "ik ga je afmaken en je zielige kk honden fam"
- "ik ga je kk hard verkrachten"
- "kk hond dat je bent ik ga je ouders kapot maken nooit meer in mijn huis nooit meer hun dochter zien"
- " ik ga je neuken [naam 2] en goed ook. Sla je kk tanden eruit." [3]
Verdachte heeft ter zitting van 13 mei 2025 erkend dat hij bovenstaande berichten aan aangeefster, zijn toenmalige vrouw, heeft gestuurd. Zij hadden ruzie en hij was heel boos op haar. [4]
De rechtbank is van oordeel dat de woorden - opgenomen in de tenlastelegging - dreigend van aard zijn en in de gegeven omstandigheden in het algemeen redelijke vrees kunnen opwekken in de zin van artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Daarbij overweegt de rechtbank dat uit de verklaring van aangeefster volgt dat verdachte haar al langere tijd agressief bejegende en niet wilde dat zij de relatie verbrak. Dat verdachte controle wilde over aangeefster en hun relatie vindt bevestiging in de inhoud van zijn berichten. Hiermee is het opzet van verdachte om aangeefster via bovenstaande berichten angst aan te jagen, gegeven. Het enkele feit dat deze uitlatingen het gevolg zouden zijn van verdachtes periodieke explosieve stoornis waarmee aangeefster bekend zou zijn, wat daar ook van zij, maakt dat niet anders. De rechtbank heeft uit de stukken niet kunnen afleiden dat bij verdachte deze stoornis daadwerkelijk is gediagnostiseerd, maar los daarvan brengt het doen van dergelijke uitlatingen als gevolg van een stoornis niet mee dat deze niet als bedreigend kunnen worden ervaren door aangeefster, gelet op de aard en intensiteit daarvan. Dat zij bekend was met die stoornis maakt dat niet anders. Ondenkbaar is immers evenmin dat juist door de wetenschap van de stoornis, de vrees reëler wordt.
feit 2
In de periode van 26 februari 2022 tot en met 12 september 2022 ontving aangeefster van het mobiele telefoonnummer van verdachte via Whatsapp een hoeveelheid berichten met de volgende inhoud:
- " jij bent kk mongool"
- "kk hoer"
- "kk slet"
- "kanker hond." [5]
Verdachte heeft ter zitting van 13 mei 2025 erkend dat hij bovenstaande berichten aan aangeefster heeft gestuurd. Zij hadden ruzie en hij was heel boos op haar. [6]
De rechtbank acht de hierboven opgenomen woorden zonder meer beledigend. Dat verdachte aangeefster hiermee opzettelijk heeft beledigd, wordt ondersteund door zijn eigen verklaring.
feit 3 en 4
Voorts heeft aangeefster kennis genomen van twee voicemailberichten die op 21 februari 2023 zijn ingesproken op de telefoonnummers van haar zusje en broer, met de volgende inhoud:
"(…) Denk je nou echt dat je weg kan komen kankerslet dat je bent, vieze, vuile kankerhond dat je bent. (…) Denk je nou echt dat je voor de rechter jouw leugens stand kunnen houden, kanker mongooltje dat je bent! (…) Kankerhoer dat je bent! Let maar op wat ik met je ga doen [naam 1] ! (…) Ik ga het O.M. vragen om vervolging, begrijp je dat? Ik ga jouw kapot maken! Ik ga jou en je zusje kapot maken! Ik ja jouw en je vader en je moeder en je zusje en je ander zusje
ga ik helemaal kapot maken! Ja? Begrijp je dat? Let maar op, kankerhond dat je bent!
Vies hoerenkind!".
“(…) ik ga jou, jouw zus, jouw zusje, je moeder en je vader ter verantwoording roepen (…) vies, vuile kankerhoeren dat jullie er zijn. (…) kankermongooltjes. Jullie zijn echte kankersukkels.
Aangeefster verklaart dat iedereen in de familie de stem van de verdachte herkent in de berichten. [7]
Ter zitting van 13 mei 2025 heeft verdachte erkend dat deze voicemailberichten van hem afkomstig zijn. [8]
De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden gezegd dat bovengenoemde woorden - opgenomen onder feit 3 - de redelijke vrees konden opwekken dat één van de onder feit 3 genoemde misdrijven zou worden gepleegd. Er wordt in het voicemailbericht weliswaar gesproken over ‘kapot maken’, maar dit volgt na een opmerking van verdachte dat hij het Openbaar Ministerie gaat vragen om vervolging. Uit de context van het bericht kan worden begrepen dat ‘kapot maken’ figuurlijk moet worden opgevat. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van feit 3.
Verder is de rechtbank van oordeel dat bovengenoemde woorden - opgenomen in de tenlastelegging onder feit 4 - in de context en de omstandigheden waaronder verdachte deze heeft geuit, (ook) voor aangeefster als beledigend zijn aan te merken, ook al zijn deze berichten niet rechtstreeks aan haar gericht. Uit de inhoud van de berichten is duidelijk op te maken dat de woorden niet alleen aan de broer respectievelijk zus van aangeefster zijn gericht, maar ook aan beide zussen, waaronder aangeefster. Voorts overweegt de rechtbank dat verdachte had kunnen weten dat zijn voicemailberichten via de broer en zus bij aangeefster terecht zouden komen. Het voorgaande leidt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belediging, zoals ten laste gelegd onder feit 4.
Uit het dossier is op te maken dat het voicemailbericht van verdachte met de beledigende woorden “vies vuil kutwijf” dateert van 13 februari 2023. Het bericht valt daarmee buiten de onder feit 4 ten laste gelegde periode zodat voor dit onderdeel vrijspraak volgt.
feit 5
Uit onderzoek door de politie naar de telefoondata van aangeefster blijkt dat zij in de periode van 14 november 2022 tot 24 maart 2023 142 maal is gebeld door telefoonnummer [telefoonnummer] , dat blijkens informatie uit het politiesysteem in gebruik is bij verdachte. [9] Op bepaalde dagen belde hij haar 29 of 46 maal. [10] Verder volgt uit politieonderzoek dat er geen uitgaande gesprekken zijn van aangeefster naar bij de politie bekende telefoonnummers van verdachte. [11]
Verdachte heeft ter zitting van 13 mei 2025 bevestigd dat hij en aangeefster op 15 oktober 2022 een heftig conflict hadden en dat aangeefster die dag hun relatie heeft beëindigd. Voorts heeft hij erkend dat hij aangeefster hierna vele malen heeft gebeld met nummer [telefoonnummer] , ook meerdere keren op één dag. [12]
Op 13 februari 2023 heeft het zusje van aangeefster een voicemailbericht ontvangen van verdachte met de volgende inhoud:
“(…) Ik ga jullie voor schut zetten, jonge, kankermongolen dat jullie zijn. (…) Je gaat zien wat er met jou gaat gebeuren, wat er met je familie gaat gebeuren (…) Je moet kijken of je je gezicht nog ergens kan laten zien, vies, vuile kutwijf". [13]
Op 21 februari 2023 hebben de broer en het zusje van aangeefster de voicemailberichten ontvangen van verdachte die hiervoor bij feit 3 en 4 zijn beschreven.
Ter zitting van 13 mei 2025 heeft verdachte erkend dat deze voicemailberichten van hem afkomstig zijn. [14]
Uit de inhoud van de berichten, bezien tegen de achtergrond van het lopende conflict tussen verdachte en aangeefster, maakt de rechtbank dat voornoemde beledigende woorden mede gericht zijn aan aangeefster.
Voorts heeft aangeefster verklaard dat verdachte op 18 januari 2023 rond 06.45 uur voor de deur van haar ouderlijk huis in [plaats] stond. Hij wist dat zij rond dit tijdstip altijd naar haar werk vertrok. Zij en haar familie hoorden de stem van verdachte. Verdachte schold hen uit en bedreigde hen. Uit angst voor verdachte durfde zij niet alleen naar buiten te gaan en werd zij begeleid door haar vader. Vervolgens zag zij dat in de sneeuw op de ruit van haar auto en die van haar ouders, die bij de woning stonden geparkeerd, ‘hoer’ stond geschreven. Foto’s hiervan zijn aan het dossier gevoegd. [15]
De vader van aangeefster heeft verklaard dat hij in de slaapkamer was toen hij die ochtend de stem van verdachte hoorde. Toen hij uit het raam keek, zag hij verdachte de hoek omlopen. Als aangeefster naar haar werk gaat, rijdt hij altijd achter haar aan tot aan de verkeerslichten om te zien of zij niet wordt achtervolgd door verdachte. [16]
De rechtbank ziet geen reden voor twijfel aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster en haar vader die voorts worden ondersteund door foto’s. Verder staat vast dat verdachte aangeefster vaker uitschold voor ‘hoer’. De rechtbank gaat dan ook voorbij aan de ontkennende verklaring van verdachte dat hij die ochtend niet bij de woning is geweest en zijn niet nader onderbouwde stelling dat de familie van aangeefster zelf ‘hoer’ op de autoruiten heeft geschreven.
Uit de bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte aangeefster na het verbreken van de relatie vele malen heeft gebeld, bij haar ouderlijke woning langs is geweest (waar zij verbleef) en voicemailberichten heeft ingesproken met beledigende teksten (mede) voor haar. Gelet op de aard, de frequentie, de duur en de intensiteit van de gedragingen, heeft verdachte hiermee wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk gemaakt op de levenssfeer van aangeefster door haar te dwingen en te dulden dat hij steeds contact met haar zocht, terwijl zij dat niet wilde en haar vrees aan te jagen. Het standpunt van de verdediging dat het bellen door verdachte verband hield met de afwikkeling van de beëindiging hun relatie is niet nader onderbouwd en vindt geen steun in het dossier. Daarbij merkt de rechtbank op dat uit de bewijsmiddelen volgt dat de telefooncontacten eenzijdig waren en dat verdachte op enkele dagen talloze malen heeft gebeld. Bovendien zijn er voor het afwikkelen van de relatie andere, meer voor de hand liggende, wegen te bedenken om met elkaar in contact te komen, bijvoorbeeld schriftelijk.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij, op
een of meertijdstippen, in
of omstreeksde periode van 31 juli 2022 tot en met
12 september 2022,
te [plaats] , gemeente Lingewaard, althansin Nederland,
(zijn echtgenote) [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en
/of
met zware mishandeling en
/ofverkrachting,
door die [slachtoffer] dreigend (via WhatsApp) berichten te sturen,
althansen de woorden toe te voegen:
- "ik neuk jou en je moeder",
- "ik ga je afmaken en je zielige kk honden fam",
- "ik ga je kk hard verkrachten",
- "kk hond dat je bent ik ga je ouders kapot maken nooit meer in mijn huis nooit meer hun dochter zien", en
/of- "ik ga je neuken [naam 2] en goed ook. Sla je kk tanden eruit.",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;2.
hij, op
een of meertijdstippen, in
of omstreeksde periode van 26 februari 2022 tot en met
12 september 2022
, te [plaats] , gemeente Lingewaard, althansin Nederland,
opzettelijk (zijn echtgenote) [slachtoffer] heeft beledigd door (via WhatsApp) meerdere berichten aan voornoemde [slachtoffer] te sturen met daarin, onder andere, de beledigende woorden:
- "kk mongool",
- "kk hoer",
- "kk slet", en
/of- "kanker hond"
, althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
4.
hij, op
een of meerdere tijdstippen, op of omstreeks 21 maart 2023, althans op één of meer tijdstippen in de periode van21 februari 2023
tot en met 3 april 2023te [plaats] , gemeente Lingewaard, althansin Nederland,
opzettelijk [slachtoffer] heeft beledigd door meerdere malen de voicemail
van die voornoemde [slachtoffer]in te spreken met daarin, onder andere, de beledigende woorden: "kankerhoer" en
/of"kankermongool"
en/of "vies vuil kutwijf"en
/of"vieze kanker slet" en
/of"vies hoerenkind" en
/of"kankerhond", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;

5.5.hij in of omstreeks de periode van 14 november 2022 tot en met 24 maart 2023 te [plaats] , gemeente Lingewaard, althans in Nederland,

wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door:
- die [slachtoffer] veelvuldig (te weten ten minste 142 keer) te bellen,
-
een of meermalenlangs te gaan bij huis van de ouders van die [slachtoffer] (waar die [slachtoffer] op dat moment verbleef) en
/of-
een of meermalen de voicemail van die [slachtoffer] in te spreken en/of(voicemail)berichten achter te laten, met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/
ofvrees aan te jagen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, met zware mishandeling en met verkrachting, meermalen gepleegd.
feit 2 en feit 4 telkens:
Eenvoudige belediging, meermalen gepleegd.
feit 5
Belaging.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 3 jaar gevorderd. Daarnaast heeft zij verzocht om oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel in de vorm van een contact- en locatieverbod voor de duur van 5 jaar met 1 week hechtenis per overtreding en deze maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman, die alleen feit 2 bewezen vindt, heeft gepleit voor een geheel voorwaardelijke straf. Aangevoerd is dat verdachte een first offender is, dat sprake is van tijdsverloop en dat verdachte in die tijd geen nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd. Verdachte heeft zijn leven veranderd. Er is geen grond voor vrees voor herhaling.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich maandenlang schuldig gemaakt aan bedreiging en belediging van zijn (inmiddels) ex-vrouw. Via WhatsApp heeft hij een groot aantal berichten gestuurd met zeer bedreigende en beledigende teksten. Nadat zij de relatie had beëindigd, heeft hij haar langere tijd belaagd. Verdachte heeft haar talloze malen gebeld en nare voicemailberichten ingesproken op telefoonnummers van haar familie die ook aan haar waren gericht. Tevens heeft hij zijn ex-vrouw opgezocht bij haar ouders. Ook na een stopgesprek met de wijkagent bleef verdachte haar lastig vallen. Verdachte wilde controle over het slachtoffer en hun relatie en was het niet eens met haar beslissing om hun relatie te beëindigen. De gedragingen van verdachte, die een hardnekkig patroon vormen, hebben een grote impact gehad op de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer en hevige angstgevoelens bij haar veroorzaakt. De rechtbank begrijpt dat heel goed. In de slachtofferverklaring is onder meer aangegeven dat zij constant in angst leeft, slaapproblemen heeft en dat haar dagelijks functioneren is aangetast door het handelen van verdachte.
Ter zitting heeft verdachte nauwelijks verantwoordelijkheid genomen voor zijn gedragingen en lijkt hij zich vooral als slachtoffer te zien, wat de rechtbank ernstig zorgen baart ten aanzien van het recidiverisico. Uit het dossier volgt dat er aanwijzingen zijn van psychische problematiek bij verdachte. Omdat hij heeft geweigerd mee te meewerken aan psychologisch onderzoek, kon geen duidelijk diagnostisch beeld worden verkregen. Daar verdachte bij de reclassering heeft aangegeven inmiddels in het buitenland te wonen en dat te willen blijven doen, gaat de reclassering uit van een laag recidiverisico. De rechtbank deelt deze conclusie niet, gelet op zijn houding en de aanwijzingen voor zijn problematiek.
Gezien de ernst van het feit is een gevangenisstraf aangewezen. Verdachte heeft geen relevant strafblad. Verder is sprake van tijdsverloop van ruim twee jaar sinds het bewezenverklaarde. Verdachte is de afgelopen tijd niet meer in aanraking geweest met de politie in verband met het plegen van een strafbaar feit. De rechtbank zal daarom een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Deze straf dient mede als waarschuwing om te voorkomen dat verdachte opnieuw in de fout gaat.
Vanuit het oogpunt van vergelding en kijkend naar de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, acht de rechtbank daarnaast een taakstraf passend. Ter zitting van 13 mei 2025 heeft verdachte een verblijfadres in [woonplaats] opgegeven en aangegeven dat hij inmiddels in Spanje woont en werkt. Daar verdachte bij de reclassering te kennen heeft gegeven dat hij permanent in Spanje verblijft, heeft de reclassering geconcludeerd geen mogelijkheden te zien voor een taakstraf. Verdachte heeft echter geen stukken of nadere informatie verstrekt ter onderbouwing van zijn gestelde permanente verblijf in Spanje. Voorts kon verdachte naar de zitting van de inhoudelijke behandeling komen en heeft hij aangegeven dat hij ook weer aanwezig kan zijn bij de uitspraak twee weken later op 27 mei 2025, ook als hij hiertoe niet is verplicht. Daarnaast wonen zijn ouders in Nederland. Bij deze stand van zaken is de rechtbank van oordeel dat verdachte ook in staat moet worden geacht een taakstraf te verrichten in Nederland. De rechtbank realiseert zich dat hiermee een meer dan gebruikelijke verantwoordelijkheid op verdachte komt te rusten bij de uitvoering van deze straf.
Alles afwegend, acht de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden passend met een proeftijd van 3 jaar. Daarnaast acht de rechtbank een taakstraf van 120 uur op zijn plaats, met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest. Bij de straf heeft de rechtbank tevens rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en zijn gestelde psychische problematiek.
Maatregel 38v Sr
De rechtbank is, mede gelet op het recidiverisico van oordeel dat oplegging van een maatregel ex artikel 38v Sr ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten door verdachte passend en geboden is. De maatregel bestaat uit een contactverbod, inhoudende dat verdachte op geen enkele wijze direct of indirect contact zal hebben met slachtoffer [slachtoffer] en uit een locatieverbod voor de straat van haar ouderlijke woning met een straal van 500 meter. De rechtbank zal de maatregel opleggen voor de duur van 5 jaren. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van 1 week voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden.
Gesteld noch gebleken is dat verdachte de afgelopen tijd op enigerlei wijze contact heeft gezocht met het slachtoffer of dit heeft geprobeerd. De rechtbank ziet daarom onvoldoende aanwijzingen om de maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer] heeft in verband met het tenlastegelegde een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 4.000 aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedings- maatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie refereert zich aan het oordeel van de rechtbank voor de hoogte van het smartengeld en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen vanwege de bepleite vrijspraak. Subsidiair is gepleit voor afwijzing dan wel matiging van de vordering onder verwijzing naar de context waarbinnen de feiten hebben plaatsgevonden.
De beoordeling door de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
De benadeelde partij heeft volgens artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) onder meer recht op vergoeding van smartengeld in het geval dat de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast. Van aantasting in de persoon op andere wijze is onder meer sprake bij geestelijk letsel of bij een diepe inbreuk op de persoonlijke vrijheid en integriteit van de benadeelde partij.
Naar het oordeel van de rechtbank brengt de aard, de duur en de ernst van de normschending door verdachte mee dat de relevante nadelige gevolgen daarvan zo voor de hand liggen, dat sprake is van een aantasting in de persoon op andere wijze. Door de belaging en de bedreigingen is immers een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke vrijheid van de benadeelde partij. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij het smartengeld op een bedrag van € 1.500,- vaststellen. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. Zij kan dit deel van de vordering aanbrengen bij de civiele rechter.
Verdachte is vanaf 14 januari 2023 wettelijke rente verschuldigd over het toegewezen bedrag. Deze datum ligt in het midden van de bewezenverklaarde periode van feit 5 en geldt daarom als ingangsdatum.
De rechtbank acht het wenselijk dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. De rechtbank zal daarom aan verdachte de maatregel tot schadevergoeding opleggen tot voornoemd bedrag van € 1.500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente op de wijze zoals hiervoor is vermeld. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij ingegrepen. De rechtbank zal daarbij bepalen dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 25 dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt. Toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 38v, 57, 266, 285 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder feit 3 ten laste gelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden;
 bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
 legt op een taakstraf van 120 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering 2 uur in mindering wordt gebracht;
maatregel 38v Sr
 legt een vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht op, inhoudende:
Een gebiedsverbod. Het gebiedsverbod houdt in dat verdachte zich gedurende 5 jaren niet bevindt binnen een straal van 500 meter van de [straatnaam] in [plaats] ;
Een contactverbod. Het contactverbod houdt in dat verdachte zich gedurende 5 jaren onthoudt van – direct of indirect – contact met: [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 1992.
 beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt ten hoogste 1 (een) week voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van zes maanden in totaal voor beide geboden samen.
Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen op grond van de opgelegde maatregel niet op;
Vordering benadeelde partij [slachtoffer]
 veroordeelt verdachte in verband met feit 1 en feit 5 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 1.500,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 januari 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot smartengeld;
 veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 1.500,- aan smartengeld. Dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 januari 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 25 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. W. Kasbergen, voorzitter, mr. M.E. Snijders en
mr. L.M. Vogel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J.M. Fransen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 mei 2025.
Mr. Snijders en de griffier zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023174830, gesloten op 25 april 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal aangifte p. 6-8, proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever p. 17, Gedragsaanwijzing p. 1-2 (niet doorgenummerd).
3.Berichten afkomstig van de telefoon van aangeefster p. 62, 67, 72 en 73.
4.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 13 mei 2025.
5.Berichten afkomstig van de telefoon van aangeefster p. 45, 54, 62-68, 71 en 73.
6.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 13 mei 2025.
7.Proces-verbaal van bevindingen p. 31-32, gelezen in onderlinge samenhang met proces-verbaal aangifte p.11.
8.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 mei 2025.
9.Proces-verbaal van bevindingen p. 80.
10.Proces-verbaal aangifte p. 11-12.
11.Proces-verbaal van bevindingen PL0600-2023127358-37 p. 1/2, niet doorgenummerd.
12.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 13 mei 2025.
13.Proces-verbaal aangifte p. 11, gelezen in onderlinge samenhang met proces-verbaal van bevindingen
14.Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 13 mei 2025.
15.Proces-verbaal aangifte p. 11, foto’s p. 29-30.
16.Proces-verbaal verhoor getuige p. 20-21.