ECLI:NL:RBGEL:2025:4029

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 mei 2025
Publicatiedatum
26 mei 2025
Zaaknummer
05.321688.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ladingdiefstal met gevangenisstraf en taakstraf

Op 22 mei 2025 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ladingdiefstal. De verdachte, geboren in 2003, werd ervan beschuldigd op of omstreeks 12 november 2023 in Harderwijk, samen met anderen, een grote hoeveelheid Rituals-producten te hebben gestolen, met een totale waarde van ongeveer 671.265,72 euro. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn mededaders zich toegang tot de plaats van het misdrijf hadden verschaft door middel van braak en inklimming. De verdachte had een actieve rol gespeeld in de diefstal door de auto te besturen en te wachten terwijl zijn mededaders de goederen overlaadden. De rechtbank achtte de betrokkenheid van de verdachte bij het delict bewezen, mede op basis van zijn bekennende verklaring en de getuigenverklaringen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 90 dagen geëist, waarvan 59 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 180 uur. De rechtbank volgde deze eis en legde de straf op, rekening houdend met de jonge leeftijd van de verdachte en zijn positieve ontwikkeling buiten het delict.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/321688-23
Datum uitspraak : 22 mei 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2003 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] , in [woonplaats] .
Raadsvrouw: mr. H.H. Jansen, advocaat in Apeldoorn.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 12 november 2023 te Harderwijk, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een (zeer) grote hoeveelheid Rituals-producten, te weten in totaal (ongeveer) 13428 flesjes parfum (vertegenwoordigende een (verkoop)waarde van in totaal (ongeveer) 671265,72 euro en/of een (productie)waarde van in totaal (ongeveer) 100709,63 euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen flesjes Rituals-parfum onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4]
en/of zijn/hun mededader(s) op of omstreeks 12 november 2023 te
Harderwijk, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een (zeer) grote hoeveelheid Rituals-producten, te weten in totaal (ongeveer) 13428
flesjes parfum (vertegenwoordigende een (verkoop)waarde van in totaal (ongeveer) 671265,72 euro en/of een (productie)waarde van in totaal (ongeveer) 100709,63 euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of zijn/hun mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen flesjes Rituals-parfum onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 11 november 2023 tot en met 12 november 2023 te Eindhoven en/of Almere en/of Harderwijk en/of Nijkerk en/of Heeze en/of Budel, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of zijn/hun mededader(s) in een door hem, verdachte, bestuurde auto naar en/of van de plaats van het misdrijf te vervoeren en/of
- in de (onmiddellijke) nabijheid van de plaats van het misdrijf te parkeren/wachten/op de uitkijk te (gaan) staan teneinde in geval van ontdekking op heterdaad die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of zijn/hun mededader(s).
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] namens [slachtoffer 1] , p. 30-31;
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] namens [slachtoffer 2] , p. 42-43;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , p. 41;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 46-52;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 65;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 75;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 77-84;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 105;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 122-124;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 166-167;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 211-215;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 254-256;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 268-270;
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 24 april 2025.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de deelnemingsvorm als volgt. De betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard wanneer is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde het volgende af.
Verdachte is met zijn mededaders benaderd voor het doen van de klus. De opdrachtgever stelde hiervoor een beloning in het vooruitzicht. Verdachte nam deel aan een groepschat en hij heeft informatie ontvangen waar hij en zijn mededaders naartoe moesten. Verdachte heeft de auto bestuurd waarin hij en zijn mededaders naar het industrieterrein zijn gereden. Zijn mededaders hebben het terrein betreden en de lading parfumflesjes overgeladen naar een bedrijfsbusje, dat ook ter plaatse was gekomen. Verdachte heeft al die tijd gewacht in de auto. De mededaders namen een (klein) deel van de buit mee in de auto die door verdachte werd bestuurd. Vervolgens zijn ze gezamenlijk terug naar Brabant gereden.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Zijn rol in de voorbereiding, de constante aanwezigheid bij de pleeglocatie en zijn onmisbare rol ten aanzien van het vervoer zijn daarvoor naar het oordeel van de rechtbank van doorslaggevende betekenis. Daarmee acht de rechtbank het primair tenlastegelegde bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks12 november 2023 te Harderwijk,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,een (zeer) grote hoeveelheid Rituals-producten, te weten in totaal
(ongeveer)13428 flesjes parfum (vertegenwoordigende een (verkoop)waarde van in totaal
(ongeveer)671265,72 euro en
/ofeen (productie)waarde van in totaal
(ongeveer)100709,63 euro),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft
en/of dat/die weg te nemen flesjes Rituals-parfum onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebrachtdoor middel van braak
en, verbreking,inklimming
en/of een valse sleutel.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen waarvan 59 dagen voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast heeft zij gevorderd dat aan verdachte een taakstraf voor de duur van 180 uren wordt opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht geen gevangenisstraf op te leggen die de duur van het voorarrest overstijgt, en daarmee rekening te houden met de positieve draai die verdachte aan zijn leven heeft gegeven.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft samen met anderen in november 2023 een grote hoeveelheid Rituals-producten gestolen vanaf een bedrijventerrein in Harderwijk. De lading had een verkoopwaarde van ruim 6 ton. Ladingdiefstal is een ernstig strafbaar feit waarbij inbreuk wordt gemaakt op het eigendomsrecht van een ander, vaak met grote financiële schade tot gevolg. Een professioneel georganiseerde diefstal als deze is gericht op het in het maatschappelijk verkeer brengen van illegaal verworven goederen. Aan deze ladingdiefstal heeft de verdachte een cruciale bijdrage geleverd. Hij heeft voor vervoer gezorgd, is met zijn medeverdachten naar de plaats delict gereden, heeft gewacht tot de buit was overgeladen vanuit een trailer en is vervolgens met zijn mededaders weer weggereden van die plaats delict. Verdachte heeft zich welbewust ingelaten met criminele activiteiten waarbij grof (en snel) geld te verdienen viel. Hij heeft daarbij niet gedacht aan de ernst van zijn daad, de gevolgen die dat zou hebben voor de gedupeerden en voor zijn eigen toekomst. Hij heeft enkel gedacht aan zijn financiële gewin. Dat rekent de rechtbank hem aan.
De LOVS-oriëntatiepunten nemen voor ladingdiefstal bij een first offender een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden als uitgangspunt. Dit is dus ook het uitgangspunt in het geval van verdachte, die een nagenoeg blanco strafblad heeft. De rechtbank houdt echter rekening met de nog jonge leeftijd van het verdachte en het feit dat verdachte -buiten dit delict- zijn leven op orde lijkt te hebben, zoals ook blijkt uit het reclasseringsadvies. Het opleggen van bijzondere voorwaarden is dan ook niet aangewezen.
De rechtbank ziet daarom reden af te wijken van de oriëntatiepunten en zal een straf opleggen gelijk aan de eis van de officier van justitie. De rechtbank legt een gevangenisstraf op voor de duur van 90 dagen, waarvan 59 dagen voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, onder de algemene voorwaarde, met een proeftijd van twee jaren. Dat betekent dat verdachte niet terug hoeft naar de gevangenis. Daarnaast legt de rechtbank aan verdachte een taakstraf op van 180 uren.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
90 (negentig) dagen;
 bepaalt dat een
gedeeltevan deze gevangenisstraf, te weten
59 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijdvan
twee jarenniet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 legt op een
taakstrafvan
180 (honderdtachtig)uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 90 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.C.P. Goossens (voorzitter), mr. M.C. Gerritsen en mr. E.S.M. van Bergen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.M. van der Velden griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 mei 2025.
Mr. Goossens is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023525193, gesloten op 11 april 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.