ECLI:NL:RBGEL:2025:4028

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 mei 2025
Publicatiedatum
26 mei 2025
Zaaknummer
05.312606.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ladingdiefstal met gevangenisstraf en taakstraf

Op 22 mei 2025 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ladingdiefstal. De verdachte, geboren in 2003, werd ervan beschuldigd op 12 november 2023 in Harderwijk samen met anderen een grote hoeveelheid Rituals-producten te hebben gestolen, met een totale verkoopwaarde van ongeveer € 671.265,72. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij de diefstal, onder andere door camerabeelden en getuigenverklaringen. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 120 dagen, waarvan 77 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 180 uur. De verdediging betwistte de betrokkenheid van de verdachte, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 120 dagen, waarvan 77 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht bij de reclassering en deelname aan een gedragsinterventie. Daarnaast werd een taakstraf van 180 uur opgelegd. De rechtbank hield rekening met de jonge leeftijd van de verdachte en zijn eerdere strafblad, dat geen veroordelingen voor vermogensdelicten bevatte.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/312606-23
Datum uitspraak : 22 mei 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2003 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] , in [woonplaats] .
Raadsman: mr. J.H.M. van Dinten, advocaat in Eindhoven.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 12 november 2023 te Harderwijk, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een (zeer) grote hoeveelheid Rituals-producten, te weten in totaal (ongeveer) 13428 flesjes parfum (vertegenwoordigende een (verkoop)waarde van in totaal (ongeveer) 671265,72 euro en/of een (productie)waarde van in totaal (ongeveer) 100709,63 euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen flesjes Rituals-parfum onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat forensisch bewijs dat verdachte betrokken was bij de ladingdiefstal ontbreekt. Verdachte heeft betrokkenheid ontkend.
Beoordeling door de rechtbank
Aangever [aangever 1] heeft namens [slachtoffer 1] aangifte gedaan van de diefstal van een hoeveelheid pallets met daarop Rituals-producten. Dit zou zijn gebeurd in de (vroege) ochtend van 12 november 2023 op het bedrijventerrein van [slachtoffer 1] in Harderwijk. Hierbij was een gat geknipt in het hek rondom het bedrijventerrein. [2] Bij de diefstal zijn in totaal 13.428 geurtjes weggenomen, met een totale verkoopwaarde van € 671.265,72. [3] De productiewaarde van deze flesjes is € 100.709,63. [4]
Het dossier bevat een beschrijving van de camerabeelden van het terrein van [slachtoffer 1] . Blijkens die beschrijving is op de beelden onder meer te zien dat een klein wit voertuig om 04:09:31 uur parkeert nabij het terrein. Een persoon stapt uit het voertuig met een kniptang in de handen. Die persoon knipt vervolgens het hek kapot. Drie personen die uit het kleine witte voertuig komen, gaan vervolgens door het via gat het terrein van [slachtoffer 1] op. Deze personen (aangeduid als persoon 1, 2 en 3) rennen het terrein over. Ze openen het hek en een witte bestelbus rijdt het terrein op. De zij- en achterkant van deze bus zijn beplakt met blauwe en witte belettering. De personen verlaten het terrein weer via het geknipte gat, waarbij twee van hen doosjes in hun handen houden. De bestelbus verlaat uiteindelijk het terrein en het hek wordt gesloten. De bestelbus rijdt om 06:59:38 uur het zicht van de camera uit. [5]
Aangever heeft aan de politie doorgegeven dat de eigenaar van [slachtoffer 1] op zondagochtend 12 november rond kwart voor 9 bij tankstation Esso [plaats 1] een bestelbus had zien staan met dezelfde opdruk als de bestelbus die is te zien op de camerabeelden van het industrieterrein. [6]
De beelden van de Esso [plaats 1] zijn in het dossier beschreven. Op de beelden is een Volkswagen Crafter te zien met witte kentekenplaten en met bestickering op de zijkant. De achteras van het voertuig was doorgezakt. Ook was een witte Citroën C1 te zien. [7]
De politie heeft de voertuigen die te zien zijn op de camerabeelden bij Esso vergeleken met de bij de diefstal betrokken voertuigen. De witte personenauto die op de camerabeelden bij de diefstal te zien is, komt overeen met de Citroën C1 die op de camerabeelden bij de Esso te zien is, aangezien bij beide voertuigen op de beelden de wieldop van de rechtervoorband ontbreekt. [8] Daarnaast geldt dat de witte bestelbus die bij de diefstal betrokken was, overeenkomt met de Volkswagen Crafter die op de camerabeelden bij de Esso te zien was, gezien de identieke bestickering. [9]
Blijkens de beschrijving van de camerabeelden bij de Esso heeft de bestuurder van de bestelbus producten gekocht bij de kassa. Deze producten zijn gekocht met de bankrekening van verdachte. [10] Verbalisant [verbalisant 1] heeft verdachte herkend op een foto van de beelden van het tankstation. [11]
Uit onderzoek naar het telefoonnummer van [verdachte] ( [telefoonnummer] ) volgt dat de telefoon waaraan dit nummer was gekoppeld op 12 november 2023 om 06:02 uur contact had met een zendmast gevestigd aan de [adres 2] te [plaats 2] . De afstand tussen de zendmast en het bedrijf [slachtoffer 1] is 730 meter. [12] Verder volgt uit de analyse van de historische verkeersgegevens dat de telefoon van verdachte op 11 en 12 november 2023 dezelfde route heeft afgelegd als de telefoons van de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . [13]
De telefoon van medeverdachte [medeverdachte 3] is onderzocht. Daarop zijn foto’s aangetroffen, die als volgt omschreven zijn:
“- Foto van een pallet label. Bij deze foto stond de datum en tijd van 12 november 2023 te 08.24 uur. Onder andere was op het pallet label te lezen:

1. [slachtoffer 2] ,

2. Rituals EDP men Maharaja d'Or 50 ml

3. S0230461

4. 102864-01065

- Foto van een doos met hierop de tekst Rituals Maharaja d'Or 50 ml. Bij deze foto stond de datum en tijd van 12 november 2023 te 13.04 uur.
- Een foto van de achterzijde van een bestelbus. De deuren van deze bestelbus zijn open waardoor je de lading van deze bus kon zijn. Op de foto zag ik dat deze vol met dozen stond. Deze dozen hebben op het oog dezelfde afmeting als de dozen die zijn weggenomen. Bij deze foto stond de datum en tijd van 12 november 2023 te 08.07 uur.
- Twee foto’s van een pallet met hierop een grote hoeveelheid dozen. Deze dozen hebben op het oog dezelfde afmeting als de dozen die zijn weggenomen. Bij deze foto stond de datum en tijd van 12 november 2023 te 12.57 uur.”
Verder zijn in die telefoon screenshots van gesprekken binnen de applicatie Signal aangetroffen, onder meer met een contactpersoon met de naam ‘666’:
“Verzonden bericht: Teveel gewicht gewicht
Ontvangen bericht: Ja maat
Ontvangen bericht: hahaha
Verzonden bericht: [naam] zegt als we banden van te voren goed pompe moet goed komen ik heb 't nie gezien neef weet niet haha
Ontvangen bericht: Bro ik reed 80/90 als ik bocht nam leek net of die ging kiepen
Bij dit bericht stond de datum en tijdaanduiding: 12 november 2023 te 12.20 uur.
Opgemerkt moet worden dat op de camerabeelden van de Shell [plaats 1] , van de datum en tijd van 12 november 2023 te 08.35 uur, te zien is dat 2 mannen de banden oppompen van de bestelbus voorzien van het kenteken [kenteken].” [14]
De telefoon van medeverdachte [medeverdachte 4] bevatte onder meer het contact met de naam ‘666’ in Signal. Aan dit contact zat het telefoonnummer [telefoonnummer] gekoppeld, dat op naam staat van verdachte. [15]
De rechtbank overweegt ten aanzien van de betrokkenheid van verdachte bij de ladingdiefstal als volgt. Aan de hand van de beschrijving van camerabeelden bij [slachtoffer 1] en de beschrijving van de camerabeelden bij de Esso, stelt de rechtbank vast dat dezelfde voertuigen als die betrokken waren bij de diefstal, betrekkelijk kort daarna bij de Esso waren. Bij de Esso is gepind met het bankrekeningnummer van verdachte en daarnaast is hij op de beelden van de Esso herkend. Bovendien volgt uit onderzoek naar de zendmastgegevens dat verdachtes telefoon aanstraalde in de buurt van het industrieterrein waar de diefstal werd gepleegd en dat zijn telefoon dezelfde reisbeweging maakte op de dag van de diefstal als die van de medeverdachten. Daarnaast blijkt uit onderzoek aan de telefoon van een medeverdachte [medeverdachte 3] -die gezien de aangetroffen screenshots met daarop de gegevens van de weggenomen Rituals-producten betrokken was bij de diefstal- dat verdachte contact met die persoon had rondom het moment dat de diefstal werd gepleegd over rijden met een volle bus en dat de banden goed opgepompt moesten zijn. Volgens de beschrijving van de beelden van het tankstation zijn die banden daar ook daadwerkelijk opgepompt. De rechtbank komt op grond van voornoemde bewijsmiddelen tot de conclusie dat verdachte de bestuurder was van de bestelbus en acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Uit de hiervoor beschreven samenwerking tussen de twee personen uit de kleine witte auto en de drie personen uit de bus leidt de rechtbank af dat verdachte ook medepleger was.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks12 november 2023 te Harderwijk,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,een (zeer) grote hoeveelheid Rituals-producten, te weten in totaal
(ongeveer)13428 flesjes parfum (vertegenwoordigende een (verkoop)waarde van in totaal
(ongeveer)671265,72 euro en
/ofeen (productie)waarde van in totaal
(ongeveer)100709,63 euro),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft
en/of dat/die weg te nemen flesjes Rituals-parfum onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebrachtdoor middel van braak
en, verbreking,inklimming
en/of een valse sleutel.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak door middel van braak en inklimming.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 120 dagen waarvan 77 dagen voorwaardelijk met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Aan het voorwaardelijke strafdeel moeten de voorwaarden worden gekoppeld zoals door reclassering geadviseerd, met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast heeft zij gevorderd dat aan verdachte een taakstraf voor de duur van 180 uren wordt opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, indien een bewezenverklaring volgt, verzocht geen gevangenisstraf op te leggen die de duur van de voorlopige hechtenis overstijgt. De raadsman kan zich vinden in de eis van de officier van justitie.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft samen met anderen in november 2023 een grote hoeveelheid Rituals-producten gestolen vanaf een bedrijventerrein in Harderwijk. De lading had een verkoopwaarde van ruim 6 ton. Ladingdiefstal is een ernstig strafbaar feit waarbij inbreuk wordt gemaakt op het eigendomsrecht van een ander, vaak met grote financiële schade tot gevolg. Een professioneel georganiseerde diefstal als deze is gericht op het in het maatschappelijk verkeer brengen van illegaal verworven goederen. Aan deze ladingdiefstal heeft de verdachte een cruciale bijdrage geleverd. Hij heeft de bus bestuurd waarin de buit is vervoerd. Verdachte heeft zich welbewust ingelaten met criminele activiteiten waarbij grof (en snel) geld te verdienen viel. Hij heeft daarbij niet gedacht aan de ernst van zijn daad, de gevolgen die dat zou hebben voor de gedupeerden en voor zijn eigen toekomst. Hij heeft enkel gedacht aan zijn financiële gewin. Dat rekent de rechtbank hem aan.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van het reclasseringsadvies van Verslavingsreclassering GGZ van 9 april 2025. De reclassering beschrijft middelengebruik en financiën als probleemgebieden. De reclassering acht diagnostisch onderzoek nodig om een passende behandeling te kunnen aanbieden. Sinds een jaar loopt verdachte in een schorsingstoezicht in onderhavige zaak. Hij komt afspraken slechts deels na en heeft twee officiële waarschuwingen gekregen. De reclassering adviseert de oplegging van een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, een gedragsinterventie ten aanzien van het middelengebruik, een ambulante behandeling met de mogelijkheid tot kortdurende klinische opname, meewerken aan middelencontrole en ambulante woonbegeleiding. Ter zitting heeft verdachte aangegeven zijn medewerking te zullen verlenen als dergelijke bijzondere voorwaarden worden opgelegd.
Verder houdt de rechtbank rekening met de nog jonge leeftijd van verdachte en dat hij verder geen veroordelingen op zijn strafblad heeft voor vermogensdelicten.
De rechtbank zal, alles afwegende, een straf opleggen gelijk aan de eis van de officier van justitie. De rechtbank legt een gevangenisstraf op voor de duur van 120 dagen, waarvan 77 dagen voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Dat betekent dat verdachte niet terug hoeft naar de gevangenis. Aan het voorwaardelijke deel zullen de bijzondere voorwaarden worden gekoppeld die de reclassering heeft geadviseerd. Daarnaast legt de rechtbank een taakstraf op van 180 uren.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
 bepaalt dat een
gedeeltevan deze gevangenisstraf, te weten
77 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijdvan
twee jarenniet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat:
 verdachte zich gedurende de proeftijd meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering bepaalt op welke dagen en tijdstippen deze afspraken zijn. Voor de eerste afspraak meldt verdachte zich binnen drie dagen nadat de proeftijd is ingegaan bij Verslavingsreclassering Novadic-Kentron op het adres Dr. Poletlaan 74-75 in Eindhoven.
 verdachte binnen de proeftijd deelneemt aan de gedragsinterventie leefstijltraining van de reclassering of aan een andere gedragstraining die gericht is op verslaving en middelengebruik, te bepalen door de reclassering. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer;
 verdachte zich gedurende de proeftijd laat behandelen door GGzE De Omslag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, zolang de reclassering de behandeling nodig vindt. De zorgverlener bepaalt de wijze van behandeling. Gelet op de problematiek kan onderdeel van de behandeling zijn dat de veroordeelde voorgeschreven medicatie zal gebruiken.
Indien er sprake is van een terugval in middelengebruik of een zodanige verslechtering van de psychische toestand van verdachte dat een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek noodzakelijk is, kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een dergelijke kortdurende klinische opname voor de duur van maximaal 7 weken. Indien de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat verdachte zich nadat dit door de rechter is bevolen, opnemen in een zorginstelling te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing;
 verdachte gedurende de proeftijd meewerkt aan controles om het middelengebruik te beheersen. Deze controles kunnen bestaan uit urineonderzoek en ademonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak en met welk controlemiddel wordt gecontroleerd;
 verdachte gedurende de proeftijd of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt, meewerkt aan ambulante woonbegeleiding;
stelt als overige voorwaarden dat:
 verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
 verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 legt op een
taakstrafvan
180 (honderdtachtig)uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 90 dagen;
 heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.C.P. Goossens (voorzitter), mr. M.C. Gerritsen en mr. E.S.M. van Bergen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.M. van der Velden griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 mei 2025.
Mr. Goossens is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 2] van de politie Eenheid Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023525193, gesloten op 11 april 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte [aangever 1] namens [slachtoffer 1] , p. 30-31.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 41.
4.Proces-verbaal aangifte [aangever 2] namens [slachtoffer 2] , p. 43.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 46-52.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 75.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 77 en 82.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 102.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 109.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 109-110.
11.Proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar, p. 117-118.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 164.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 167.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 211 en 213.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 270.