ECLI:NL:RBGEL:2025:4027

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 mei 2025
Publicatiedatum
26 mei 2025
Zaaknummer
05.051727.24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ladingdiefstal met gevangenisstraf en taakstraf

Op 22 mei 2025 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ladingdiefstal. De verdachte, geboren in 2003, werd beschuldigd van het stelen van een grote hoeveelheid Rituals-producten, met een totale verkoopwaarde van ongeveer €671.265,72, op 12 november 2023 in [plaats 2]. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen de diefstal had gepleegd door middel van braak en inklimming. De rechtbank baseerde haar oordeel op camerabeelden, getuigenverklaringen en de analyse van telefoongegevens. De verdachte werd op 10 december 2023 aangehouden en zijn kleding kwam overeen met die van een persoon op de camerabeelden van de diefstal. De rechtbank achtte de betrokkenheid van de verdachte wettig en overtuigend bewezen.

De officier van justitie had een gevangenisstraf van 150 dagen geëist, waarvan 100 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 220 uur. De verdediging vroeg om geen gevangenisstraf op te leggen die de duur van de voorlopige hechtenis overstijgt. De rechtbank legde uiteindelijk een gevangenisstraf op van 150 dagen, waarvan 105 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 220 uur. De rechtbank hield rekening met de ernst van de diefstal en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vermogensdelicten. De rechtbank stelde ook bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke straf, waaronder meldplicht bij de reclassering en het vermijden van contact met medeverdachten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05/051727-24, 05/051727-24 (tul) en 20/002938-21 (tul)
Datum uitspraak : 22 mei 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 2003 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] , in [woonplaats] .
Raadsvrouw: mr. S.G.H. van de Kamp, advocaat in ’s-Hertogenbosch.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 12 november 2023 te [plaats 2] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een (zeer) grote hoeveelheid Rituals-producten, te weten in totaal (ongeveer) 13428 flesjes parfum (vertegenwoordigende een (verkoop)waarde van in totaal (ongeveer) 671265,72 euro en/of een (productie)waarde van in totaal (ongeveer) 100709,63 euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen flesjes Rituals-parfum onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Aangever [aangever 1] heeft namens [slachtoffer 1] aangifte gedaan van de diefstal van een hoeveelheid pallets met daarop Rituals-producten. Dit zou zijn gebeurd in de (vroege) ochtend van 12 november 2023 op het bedrijventerrein van [slachtoffer 1] in [plaats 2] . Hierbij was een gat geknipt in het hek rondom het bedrijventerrein. [2] Bij de diefstal zijn in totaal 13.428 geurtjes weggenomen, met een totale verkoopwaarde van € 671.265,72. [3] De productiewaarde van deze flesjes is € 100.709,63. [4]
Het dossier bevat een beschrijving van de camerabeelden van het terrein van [slachtoffer 1] . Blijkens die beschrijving is op de beelden onder meer te zien dat een klein wit voertuig om 04:09:31 uur parkeert nabij het terrein. Een persoon stapt uit het voertuig met een kniptang in de handen. Die persoon knipt vervolgens het hek kapot. Drie personen die uit het kleine witte voertuig komen, gaan vervolgens via het geknipte gat het terrein van [slachtoffer 1] op. Deze personen (aangeduid als persoon 1, 2 en 3) rennen het terrein over. Ze openen het hek en een witte bestelbus rijdt het terrein op. De zij- en achterkant van deze bus zijn beplakt met blauwe en witte belettering. De personen verlaten het terrein weer via het geknipte gat, waarbij twee van hen doosjes in hun handen houden. De bestelbus verlaat uiteindelijk het terrein en het hek wordt gesloten. De bestelbus rijdt om 06:59:38 uur het zicht van de camera uit. [5]
Aangever heeft aan de politie doorgegeven dat de eigenaar van [slachtoffer 1] op zondagochtend 12 november rond kwart voor 9 bij tankstation Esso [plaats 1] een bestelbus had zien staan met dezelfde opdruk als de bestelbus die is te zien op de camerabeelden van het industrieterrein. [6]
De beelden van de Esso [plaats 1] zijn in het dossier beschreven. Op de beelden is een Volkswagen Crafter te zien met witte kentekenplaten en met bestickering op de zijkant. De achteras van het voertuig was doorgezakt. Ook was een witte Citroën C1 te zien. [7]
De politie heeft de voertuigen die te zien zijn op de camerabeelden bij Esso vergeleken met de bij de diefstal betrokken voertuigen. De witte personenauto die op de camerabeelden bij de diefstal te zien is, komt overeen met de Citroën C1 die op de camerabeelden bij de Esso te zien is, aangezien bij beide voertuigen op de beelden de wieldop van de rechtervoorband ontbreekt. [8] Daarnaast geldt dat de witte bestelbus die bij de diefstal betrokken was, overeenkomt met de Volkswagen Crafter die op de camerabeelden bij de Esso te zien was, gezien de identieke bestickering. [9]
Verdachte is op 10 december 2023 aangehouden voor een poging diefstal. Bij de aanhouding is verdachte gefotografeerd. De politie heeft deze foto vergeleken met de camerabeelden van de diefstal bij [slachtoffer 1] en de camerabeelden van de Esso. Verdachte had op 10 december 2023 een zwarte jas met capuchon en met kleine witte opdrukken aan, een zwarte broek en zwarte schoenen met aan de zijkant en op de neus een witte lijn. Op de camerabeelden bij de Esso is een man te zien die de banden van de bestelbus oppompt. Deze man droeg een zwarte jas met kleine witte opdrukken, een capuchon, een zwarte broek en zwarte schoenen met een witte lijn aan de zijkant en op de neus. De schoenen die verdachte droeg op 10 december 2023 zijn identiek aan de schoenen die deze man op de beelden bij de Esso aan had. Het uiterlijk van verdachte op de foto is ook vergeleken met de mannen op de beelden van de diefstal. Een van de mannen die met een paar dozen over het terrein liep is als volgt beschreven: zwarte jas met capuchon, een zwarte broek en zwarte schoenen met een witte lijn aan de onderkant van de schoenen. Het uiterlijk van deze persoon kwam overeen met het uiterlijk van de persoon die de banden van de bestelbus oppompte. [10]
De telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] is onderzocht. Daarop zijn foto’s aangetroffen, die als volgt omschreven zijn:
“- Foto van een pallet label. Bij deze foto stond de datum en tijd van 12 november 2023 te 08.24 uur. Onder andere was op het pallet label te lezen:

1. [slachtoffer 2] ,

2. Rituals EDP men Maharaja d'Or 50 ml

3. S0230461

4. 102864-01065

- Foto van een doos met hierop de tekst Rituals Maharaja d'Or 50 ml. Bij deze foto stond de datum en tijd van 12 november 2023 te 13.04 uur.
- Een foto van de achterzijde van een bestelbus. De deuren van deze bestelbus zijn open waardoor je de lading van deze bus kon zijn. Op de foto zag ik dat deze vol met dozen stond. Deze dozen hebben op het oog dezelfde afmeting als de dozen die zijn weggenomen. Bij deze foto stond de datum en tijd van 12 november 2023 te 08.07 uur.
- Twee foto’s van een pallet met hierop een grote hoeveelheid dozen. Deze dozen hebben op het oog dezelfde afmeting als de dozen die zijn weggenomen. Bij deze foto stond de datum en tijd van 12 november 2023 te 12.57 uur.” [11]
Verder zijn in die telefoon screenshots van gesprekken binnen de applicatie Signal aangetroffen, onder meer met een contactpersoon met de naam ‘ [verdachte] ’ met telefoonnummer [telefoonnummer] . Deze persoon stuurde op 12 november 2023 om 05:48 uur ‘ga nu die poort foxe’. Op de camerabeelden bij [slachtoffer 1] is te zien dat die dag om 06:05 uur twee mannen handelingen verrichten bij de toegangspoort van [slachtoffer 1] . [12]
Uit onderzoek aan de historische verkeersgegevens van dit telefoonnummer volgt dat de telefoon op 12 november 2023 om 04:20 uur contact had met een zendmast gevestigd aan de [adres 2] te [plaats 2] . De afstand tussen deze zendmast en de locatie Bedrijf [slachtoffer 1] , gevestigd aan de [adres 3] te [plaats 2] , is 730 meter. Vervolgens had de telefoon 11 keer contact met diezelfde zendmast, waarvan de laatste keer om 08:07 uur. [13]
Onderzoek naar de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] leverde het volgende op:
- het telefoonnummer had in de periode 1 sept 2023 tot en met 30 jan 2024 regelmatig contact met telefoonnummer dat op naam staat van [zus van verdachte] , de zus van verdachte;
- het telefoonnummer had regelmatig contact met een zendmast relatief dicht bij [adres 1] in [woonplaats] , waar verdachte ingeschreven staat;
- het telefoonnummer had op 26 december 2023 telefonisch contact met [oom van verdachte] de oom van verdachte. [14]
Uit onderzoek aan de historische verkeersgegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] volgt dat dit telefoonnummer gebruik maakte van IMEI-nummer [IMEI-nummer 1] . De telefoon die onder verdachte in beslag is genomen bij zijn aanhouding op 14 februari 2024 maakte gebruik van IMEI-nummer [IMEI-nummer 2] . De politie merkt verder op dat het laatste cijfer van een IMEI-nummer een controlegetal is en niets zegt over de identiteit van het IMEI-nummer. [15]
Anders dan door de verdediging bepleit ziet de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de hiervoor beschreven vaststellingen door de politie ten aanzien van het IMEI-nummer. De rechtbank leidt uit het onderzoek naar het telefoonnummer af dat verdachte de gebruiker is van [telefoonnummer] en dat hij de daaraan gekoppelde gebruiker ‘ [verdachte] ’ is.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de betrokkenheid van verdachte het volgende. Uit de aangetroffen chatgesprekken op de telefoon van de medeverdachte volgt dat verdachte kort voordat het hek werd opengeknipt een bericht stuurde dat hij ‘de poort ging foxe’ (de rechtbank begrijpt: de poort fixen). Daarnaast straalde het telefoonnummer van verdachte op het moment van de diefstal een zendmast aan vlakbij het bedrijventerrein van [slachtoffer 1] .
Aan de hand van de beschrijving van camerabeelden bij [slachtoffer 1] en de beschrijving van de camerabeelden bij de Esso, stelt de rechtbank vast dat dezelfde voertuigen als die betrokken waren bij de diefstal, betrekkelijk kort daarna bij de Esso waren. De politie heeft de kleding die verdachte bij een latere aanhouding droeg vergeleken met een persoon op de beelden bij Esso en bij de diefstal en geconcludeerd dat de kleding overeenkomt. De rechtbank volgt de raadsvrouw niet in de conclusie dat dit proces-verbaal van de vergelijking van de kleding een gebrekkige herkenning is. Hoe bepaalde stoffen, eventuele reflecterende delen of witte strepen in beeld komen, kan onder meer afhangen van de kwaliteit van de beelden, lichtinval en of een foto is gemaakt met of zonder flits. De rechtbank volgt de raadsvrouw daarom niet in haar standpunt en stelt vast dat verdachte op 10 december 2023 dezelfde kleding droeg als een van de personen op de beelden bij de Esso en bij [slachtoffer 1] .
De rechtbank is op grond van het voorgaande in onderlinge samenhang bezien van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte samen met anderen de ladingdiefstal heeft gepleegd.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks12 november 2023 te [plaats 2] ,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,een (zeer) grote hoeveelheid Rituals-producten, te weten in totaal
(ongeveer)13428 flesjes parfum (vertegenwoordigende een (verkoop)waarde van in totaal
(ongeveer)671265,72 euro en
/ofeen (productie)waarde van in totaal
(ongeveer)100709,63 euro),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft
en/of dat/die weg te nemen flesjes Rituals-parfum onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebrachtdoor middel van braak
en, verbreking,inklimming
en/of een valse sleutel.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak door middel van braak en inklimming.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 150 dagen waarvan 100 dagen voorwaardelijk met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Aan het voorwaardelijke strafdeel moeten de voorwaarden worden gekoppeld zoals door reclassering geadviseerd, met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast heeft zij gevorderd dat aan verdachte een taakstraf voor de duur van 220 uren wordt opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft, indien een bewezenverklaring volgt, verzocht geen gevangenisstraf op te leggen die de duur van de voorlopige hechtenis overstijgt. De raadsvrouw heeft aangegeven zich te kunnen vinden in de eis van de officier van justitie.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft samen met anderen in november 2023 een grote hoeveelheid Rituals-producten gestolen vanaf een bedrijventerrein in [plaats 2] . De lading had een verkoopwaarde van ruim 6 ton. Ladingdiefstal is een ernstig strafbaar feit waarbij inbreuk wordt gemaakt op het eigendomsrecht van een ander, vaak met grote financiële schade tot gevolg. Een professioneel georganiseerde diefstal als deze is gericht op het in het maatschappelijk verkeer brengen van illegaal verworven goederen. Aan deze ladingdiefstal heeft de verdachte een cruciale bijdrage geleverd. Hij had contact met de opdrachtgever en is het terrein op geweest, (onder meer) om het hek van het terrein te openen. Verdachte heeft zich welbewust ingelaten met criminele activiteiten waarbij grof (en snel) geld te verdienen viel. Hij heeft daarbij niet gedacht aan de ernst van zijn daad, de gevolgen die dat zou hebben voor de gedupeerden en voor zijn eigen toekomst. Hij heeft enkel gedacht aan zijn financiële gewin. Dat rekent de rechtbank hem aan.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 8 april 2025. De reclassering ziet problemen op het gebied van financiën en psychosociaal functioneren, een gebrek aan zinvolle daginvulling en (bij bewezenverklaring) een pro-criminele houding. De reclassering adviseert de oplegging van een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, een contactverbod met de medeverdachten, het vinden en behouden van dagbesteding, meewerken aan diagnostiek en behandeling (indien nodig) en openheid bieden over zijn financiële situatie en het mijden van risicovolle en criminele contacten.
Uit het strafblad van 3 april 2025 blijkt dat verdachte in de vijf jaren voorafgaande aan het bewezenverklaarde eerder (onherroepelijk) is veroordeeld voor vermogensdelicten, namelijk een tweetal bedrijfsinbraken. Hiervoor heeft hij deels voorwaardelijke taakstraffen opgelegd gekregen waarvoor verdachte nog in twee proeftijden liep. De rechtbank houdt hier in strafverzwarende zin rekening mee.
De rechtbank legt, alles afwegende, een gevangenisstraf op voor de duur van 150 dagen, waarvan 105 dagen voorwaardelijk, met een aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Dat betekent dat verdachte niet terug hoeft naar de gevangenis. Aan het voorwaardelijke deel zullen de bijzondere voorwaarden worden gekoppeld die de reclassering heeft geadviseerd. Daarnaast legt de rechtbank een taakstraf op van 220 uren.
8. De vorderingen tot tenuitvoerlegging (parketnummers 05/051727-24 en 20/002938-21)
(05/051727-24)De politierechter heeft verdachte op 14 maart 2022 veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 40 uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 20 dagen hechtenis.
(20/002938-21)Het hof heeft verdachte op 25 januari 2023 veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf (bestaande uit een werkstraf) van 80 uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 40 dagen jeugddetentie.
De officier van justitie vordert de tenuitvoerlegging van die straffen.
De raadsvrouw heeft afwijzing van de vorderingen tot tenuitvoerlegging bepleit vanwege het tijdsverloop. De proeftijden zijn namelijk verlopen.
Bewezen is dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. De rechtbank is van oordeel dat de voorwaardelijk opgelegde straffen daarom ten uitvoer moeten worden gelegd.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) dagen;
 bepaalt dat een
gedeeltevan deze gevangenisstraf, te weten
105 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijdvan
drie jarenniet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat:
 verdachte zich gedurende de proeftijd meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering bepaalt op welke dagen en tijdstippen deze afspraken zijn. Voor de eerste afspraak meldt verdachte zich binnen drie dagen nadat de proeftijd is ingegaan bij Reclassering Nederland op het adres Polluxstraat 114 in [woonplaats] .
 verdachte gedurende de proeftijd, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt, op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zoekt of heeft met:
[medeverdachte 2] , geboren op [geboortedag 2] 2003,
[medeverdachte 3] , geboren op [geboortedag 3] 2005,
[medeverdachte 4] , geboren op [geboortedag 4] 2003,
[medeverdachte 5] , geboren op [geboortedag 5] 2003,
 verdachte zich zal inspannen voor het vinden en behouden van (on)betaald werk en/of vrijetijdsbesteding met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag,
 verdachte, indien geïndiceerd, meewerkt aan verdiepingsdiagnostiek en daaruit volgende behandeling, mits de reclassering dit nodig acht. De behandeling duurt de hele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
 verdachte openheid van zaken geeft ten aanzien van zijn financiële situatie, risicovolle en criminele contacten mijdt en problemen en risico’s direct meldt bij de reclassering.
stelt als overige voorwaarden dat:
 verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
 verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 legt op een
taakstrafvan
220 (tweehonderdtwintig)uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 110 dagen;
 heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis;
 beveelt de tenuitvoerlegging van de op 14 maart 2022 door de politierechter voorwaardelijk opgelegde straf, te weten een taakstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis (parketnummer 05/051727-24);
 beveelt de tenuitvoerlegging van de op 25 januari door het hof voorwaardelijk opgelegde straf, te weten een werkstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen jeugddetentie (parketnummer 20/002938-21).
Dit vonnis is gewezen door mr. L.C.P. Goossens (voorzitter), mr. M.C. Gerritsen en mr. E.S.M. van Bergen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.M. van der Velden griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 mei 2025.
Mr. Goossens is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023525193, gesloten op 11 april 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte [aangever 1] namens [slachtoffer 1] , p. 30-31.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 41.
4.Proces-verbaal aangifte [aangever 2] namens [slachtoffer 2] , p. 43.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 46-52.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 75.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 77 en 82.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 102.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 109.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 157-158.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 211.
12.aanv
13.aanv
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 257-259.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 264.