Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser] uit [plaats], eiser,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.K. Berends, griffier.
Rechtbank Gelderland
In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland wordt de ontvankelijkheid van het beroep van eiser beoordeeld. Eiser heeft een beroepschrift ingediend tegen een besluit van het UWV, maar de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit komt doordat eiser het beroepschrift niet tijdig heeft ingediend, wat aan hem kan worden toegerekend. De rechtbank legt uit dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt, beginnend op de dag na de bekendmaking van het besluit. In dit geval is het besluit op 9 mei 2023 bekendgemaakt, waardoor de beroepstermijn op 10 mei 2023 begon en op 20 juni 2023 eindigde. Eiser heeft zijn beroepschrift pas op 25 maart 2024 aangetekend verzonden, wat ver buiten de termijn valt.
De rechtbank heeft eiser voldoende gelegenheid gegeven om aan te tonen dat hij eerder een beroepschrift had ingediend, maar eiser heeft niet kunnen bewijzen dat hij dit op 9 juni 2023 heeft gedaan. De rechtbank heeft geen beroepschrift van eiser ontvangen op die datum en concludeert dat het beroep niet tijdig is ingediend. Eiser heeft geen verontschuldigbare reden gegeven voor de late indiening van het beroepschrift.
Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvindt. Eiser krijgt het griffierecht niet terug en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.A. van Schagen, rechter, in aanwezigheid van mr. K. Berends, griffier, en is openbaar uitgesproken.