ECLI:NL:RBGEL:2025:3837

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 mei 2025
Publicatiedatum
16 mei 2025
Zaaknummer
364504.24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor rijden onder invloed van amfetamine met taakstraf en rijontzegging

Op 14 mei 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een man die beschuldigd werd van rijden onder invloed van amfetamine. De verdachte, geboren in 1981 en op dat moment gedetineerd, werd beschuldigd van het besturen van een Volkswagen Up! op 21 juli 2024 te Harreveld, terwijl hij onder invloed was van amfetamine. De officier van justitie stelde dat niet bewezen kon worden dat de verdachte daadwerkelijk amfetamine had gebruikt, maar dat hij wel onder invloed van een stof het voertuig had bestuurd. De verdediging pleitte voor vrijspraak, met de argumentatie dat niet vastgesteld kon worden dat de verdachte amfetamine had gebruikt en dat zijn rijgedrag verklaard kon worden door zijn psychische gesteldheid.

De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de verdachte onder invloed van amfetamine had gereden. Getuigen verklaarden dat de verdachte slingerend reed en een verkeersongeluk veroorzaakte. De rechtbank concludeerde dat het gebruik van amfetamine de rijvaardigheid nadelig kan beïnvloeden en dat de verdachte redelijkerwijs moest weten dat zijn gebruik de rijvaardigheid kon verminderen. De rechtbank verklaarde de verdachte schuldig aan het ten laste gelegde feit, dat een overtreding van artikel 8, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 opleverde.

De rechtbank legde een taakstraf van 20 uren op, evenals een voorwaardelijke rijontzegging van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en de omstandigheden van de verdachte, die niet eerder voor een verkeersfeit was veroordeeld. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05.364504.24
Datum uitspraak : 14 mei 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1981 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] in [woonplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. [verblijfplaats] in [plaats] .
Raadsman: T. Geerdink, advocaat in Borne.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 21 juli 2024 te Harreveld, gemeente Oost Gelre als bestuurder van een voertuig, (personenauto van het merk Volkswagen Up!), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten Amfetamine, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat niet kan worden bewezen dat verdachte onder invloed van amfetamine heeft gereden, maar dat wel wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte onder zodanige invloed van een stof het voertuig heeft bestuurd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte amfetamine had gebruikt en wat dan de waarde is geweest. De grenswaarde voor het gebruik van amfetamine in het verkeer ligt relatief hoog. Dat brengt met zich mee dat niet bij ieder amfetaminegebruik kan worden geconcludeerd dat het rijgedrag kan worden beïnvloed.
Het rijgedrag van verdachte kan worden verklaard door de psychische gesteldheid van verdachte. Verdachte is die dag de auto ingestapt om een einde aan zijn leven te maken.
Daarbij heeft de verbalisant bij verdachte geen uiterlijke kenmerken van drugs of een andere stof waargenomen.
De beoordeling door de rechtbank
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij op 21 juli 2024 van Lichtenvoorde over de N18 in de richting van Varsseveld achter een zwarte Volkswagen reed die slingerde. De Volkswagen raakte met de rechterwielen de berm en reed dan weer met de linkerwielen over het midden van de weg. Volgens de getuige leek het of de bestuurder onwel was en dacht dat hij dat de bestuurder zou gaan stoppen. Dit deed de bestuurder niet. De Volkswagen reed door de berm en schampte een paaltje. Hij reed langzamer dan 80 km/u. De Volkswagen week uit naar links en schampte een tegemoetkomende bestelbus. De Volkswagen belandde vervolgens in de berm. Getuige is naar de bestuurder gelopen en zag dat die voorover over het stuur hing. Volgens de getuige leek de man lam en onder invloed. Vervolgens ging de bestuurder op de achterbank van zijn eigen auto zitten. [2]
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij vlak voor Lichtenvoorde een tegenligger, een zwarte Volkswagen Up, aan zag komen rijden en over de wegas op het gedeelte voor de tegenliggers kwam. Ondanks het uitwijken van een bestelbus reed de Volkswagen tegen de zijkant van die bus. Getuige is naar de Volkswagen gelopen en zag dat de bestuurder voorover over het stuur gebogen zat. [3]
Verbalisanten kregen een melding van een verkeersongeval op de N18 in Harreveld. De verbalisanten die ter plaatse kwamen zagen dat de voor hen ambtshalve bekende [verdachte] op de achterbank van de Volkswagen zat. Hij zag er vermoeid uit, transpireerde en viel al slapend weg. [4] Bij verdachte werd een speekseltest afgenomen. De speekseltest gaf een indicatie aan voor amfetamine. [5]
Verdachte heeft op 21 juli 2024 verklaard dat hij de afgelopen 48 uur best veel drugs heeft gebruikt. [6]
De GGD-arts heeft diverse pogingen gedaan om bloed bij verdachte af te nemen. Dit lukte echter niet, doordat de aderen van verdachte, door het te vaak injecteren van verdovende middelen, veel littekens bevatten en verstopt waren. Weliswaar is er – geen uitslag van een bloedonderzoek waaruit valt af te leiden welke drugs en de hoeveelheid hiervan verdachte tot zich had genomen. Dit staat er naar het oordeel van de rechtbank echter niet aan in de weg dat gelet op de hierboven genoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang gezien, wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte onder invloed van amfetamine, al dan niet in combinatie met andere drugs, een auto heeft bestuurd terwijl hij hiertoe niet in staat was . Het is een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van amfetamine, al dan niet in combinatie met andere drugs, de rijvaardigheid nadelig kan beïnvloeden, onder andere door zelfoverschatting, verminderde oplettendheid en onjuiste risico-inschatting. Dat brengt met zich dat verdachte op zijn minst genomen redelijkerwijs moest weten dat zijn gebruik de rijvaardigheid kon verminderen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks21 juli 2024 te Harreveld, gemeente Oost Gelre als bestuurder van een voertuig, (personenauto van het merk Volkswagen Up!), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten Amfetamine, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 8, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een rijontzegging van 6 maanden en een voorwaardelijke geldboete van 500 euro, met een proeftijd van 2 jaren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, gelet op de bepleite vrijspraak, geen strafmaatverweer gevoerd.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan rijden onder invloed van drugs, van in elk geval amfetamine. Hij reed al slingerend op een N-weg, waarbij hij regelmatig op de weghelft van het tegemoetkomende verkeer terechtkwam. Uiteindelijk heeft verdachte een verkeersongeluk veroorzaakt. Door het gebruik van drugs heeft verdachte zijn verantwoordelijkheid als verkeersdeelnemer miskend en heeft hij de verkeersveiligheid ernstig in gevaar gebracht.
Uit het strafblad van verdachte van 9 april 2025 blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een verkeersfeit.
Gelet op de ernst van het feit acht de rechtbank, anders dan de officier van justitie, een taakstraf passend en geboden. Nu verdachte niet eerder voor een verkeersfeit is veroordeeld, zal de rechtbank een voorwaardelijke rijontzegging opleggen.
Alles overwegend acht de rechtbank een taakstraf van 20 uren en een voorwaardelijke rijontzegging voor de duur van zes maanden, met een proeftijd van 2 jaren, passend en geboden.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 9, 14 a, 14b, 14c, 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht;
- 8, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op een
taakstrafvan
20 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 10 dagen;

ontzegtverdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
6 maanden;
 bepaalt dat deze
rijontzegging niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.P.T. Blokhuis (voorzitter), mr. Y.M.J.I. Baauw en mr. M.S. de Vries, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.J. Schoen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 mei 2025.
Mr. Baauw is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2024338656, gesloten op 9 augustus 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het aanvullend proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 2.
3.Het aanvullend proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 4.
4.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 21.
5.Het proces-verbaal rijden onder invloed, p. 3 en 4.
6.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 16.