ECLI:NL:RBGEL:2025:3666

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 mei 2025
Publicatiedatum
13 mei 2025
Zaaknummer
05.015888.25
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor afpersing en online handelsfraude met meerdere slachtoffers

Op 12 mei 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan afpersing en online handelsfraude. De verdachte, geboren in 2003 en op dat moment gedetineerd, werd beschuldigd van het bedreigen van meerdere slachtoffers via WhatsApp en het verkopen van goederen op platforms zoals Marktplaats zonder deze daadwerkelijk te leveren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de periode van 9 november 2024 tot en met 21 december 2024 een gewoonte had gemaakt van deze frauduleuze praktijken, waarbij hij twaalf slachtoffers financieel benadeelde. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht en deelname aan reclasseringstoezicht. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die varieerden van €59,95 tot €1.280,-, afhankelijk van de geleden schade. De uitspraak benadrukt de ernst van online fraude en de impact daarvan op slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05/015888-25 en 13/009453-23 (tul)
Datum uitspraak : 12 mei 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2003 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] in [woonplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de [verblijfplaats] [plaats] .
raadsvrouw: mr. T.E. Korff, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 13 december 2024 tot en met 19 december 2024 te Wenum Wiesel en/of Amsterdam, althans in Nederland, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van 635 euro, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele
toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, voornoemde [slachtoffer 1] (via WhatsApp) berichten te sturen met de volgende teksten:
- ik heb jou adres en/of
- stuur ik 4 mensen naar je huis en/of
- dan blazen ze je huis op en/of
- dan maak ik je huis zwart met rook en/of
- blaas ik alles op en/of
- handgranaten genoeg en/of
- je ziet me jongens vannacht wel en/of
- ik heb net €1000 aan handgranaten bestelt en/of
- emoji's van bommen en/of
- ik maak jou en je hele kkr gezin af en/of
- vandaag gaat jou huis de lucht in en/of
- je kinderen gaan niet meer kunnen slapen en/of
- gaat vandaag de lucht in heb me mannen al ingeschakeld 5 man volle auto en/of
- grote wapens,
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen
leiden:
hij in of omstreeks de periode van 13 december 2024 tot en met 19 december 2024 te Wenum Wiesel en/of Amsterdam, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van 635 euro, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, voornoemde [slachtoffer 1] (via WhatsApp) berichten te sturen met de volgende teksten:
- ik heb jou adres en/of
- stuur ik 4 mensen naar je huis en/of
- dan blazen ze je huis op en/of
- dan maak ik je huis zwart met rook en/of
- blaas ik alles op en/of
- handgranaten genoeg en/of
- je ziet me jongens vannacht wel en/of
- ik heb net €1000 aan handgranaten bestelt en/of
- emoji's van bommen en/of
- ik maak jou en je hele kkr gezin af en/of
- vandaag gaat jou huis de lucht in en/of
- je kinderen gaan niet meer kunnen slapen en/of
- gaat vandaag de lucht in heb me mannen al ingeschakeld 5 man volle auto en/of
- grote wapens,
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 13 december 2024 tot en met 19 december 2024 te Wenum Wiesel en/of Amsterdam, althans in Nederland [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen en/of goederen ontstaat en/of enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling en/of brandstichting, door voornoemde [slachtoffer 1] (via WhatsApp) berichten te sturen met de volgende teksten:
- ik heb jou adres en/of
- stuur ik 4 mensen naar je huis en/of
- dan blazen ze je huis op en/of
- dan maak ik je huis zwart met rook en/of
- blaas ik alles op en/of
- handgranaten genoeg en/of
- je ziet me jongens vannacht wel en/of
- ik heb net €1000 aan handgranaten bestelt en/of
- emoji'’s van bommen en/of
- ik maak jou en je hele kkr gezin af en/of
- vandaag gaat jou huis de lucht in en/of
- je kinderen gaan niet meer kunnen slapen en/of
- gaat vandaag de lucht in heb me mannen al ingeschakeld 5 man volle auto en/of
- grote wapens,
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
2.
hij in of omstreeks de periode van 9 november 2024 tot en met 21 december 2024 te Wenum Wiesel, Zuid-Beijerland, Geldrop, Weesp, ’s-Gravenhage, Huissen, Nieuwegein, Zwolle, Haarlem, Krommenie en/of Amsterdam, althans in Nederland, een beroep of gewoonte heeft gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen op een aankoop- en verkoopplatform te weten Marktplaats en/of Marketplace, met het oogmerk om zonder volledige levering zich en/of een ander van de betaling van die goederen of diensten te verzekeren door
- [slachtoffer 1] uit Wenum Wiesel op of omstreeks 13 december 2024 tot en met 19 december 2024 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van 165 euro (ten behoeve van een kinderwagen),
- [slachtoffer 2] uit Zuid-Beijerland op of omstreeks 9 november 2024 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van 60 euro (ten behoeve van een E-reader, merk: Kobo, type: Nia),
- [slachtoffer 3] uit Geldrop op of omstreeks 14 november 2024 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van 60 euro (ten behoeve van een E-reader, merk: Kobo, type: Clara E2),
- [slachtoffer 4] uit Weesp op of omstreeks 15 november 2024 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van 65 euro (ten behoeve van een E-reader, merk: Kobo, type: Clara),
- [slachtoffer 5] uit ’s-Gravenhage op of omstreeks 15 november 2024 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van 65 euro (ten behoeve van een E-reader, merk: Kobo, type: Clara),
- [slachtoffer 6] uit Huissen op of omstreeks 16 november 2024 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van 66,95 euro (ten behoeve van een E-reader, merk: Kobo, type: Elipsa),
- [slachtoffer 7] uit ’s-Gravenhage op of omstreeks 12 december 2024 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van 145 euro (ten behoeve van een reMarkable, type: 2),
- [slachtoffer 8] uit Nieuwegein op of omstreeks 12 december 2024 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van 57,95 euro (ten behoeve van een E-reader, merk: Kobo, type: Clara),
- [slachtoffer 9] uit Zwolle op of omstreeks 15 december 2024 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van 69,95 euro (ten behoeve van een E-reader, merk: Kobo, type: Clara HD),
- [slachtoffer 10] uit Haarlem op of omstreeks 15 december 2024 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van 59,95 euro (ten behoeve van een E-reader, merk: Kobo, type: Clara),
- [slachtoffer 11] uit Krommenie op of omstreeks 15 december 2024 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van 79,95 euro (ten behoeve van een E-reader, merk: Kobo, type: Libra),
- [slachtoffer 12] uit Zwolle op of omstreeks 21 december 2024 heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van 84,99 euro (ten behoeve van een E-reader),
in elk geval genoemde personen (telkens) heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag, (telkens) zonder het goed te leveren dat tussen verdachte en genoemde personen was overeengekomen;
3.
hij op of omstreeks 21 december 2024 te Zwolle en/of Amsterdam, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 12] te dwingen tot de afgifte van 84,99 euro, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 12] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, voornoemde [slachtoffer 12] (via WhatsApp) berichten te sturen met de volgende teksten:
- je weet niet wie je in de maling hebt genomen echt niet en/of
- ik geef je 1 kans en/of
- ik heb je adresss en/of
- je weet zeker dat je niet eerlijk gaat zijn, je hebt Den Haag gezien toch wat daar is gebeurd en/of
- luister geef je nog 1 allee laatste kans en/of
- leen ik zelf nu €1000 haal ik 3 handgranaten en/of
- blaas heel je kkr huis op en/of
- anders bel ik me mannen en/of
- gaat je huis de lucht in vandaag, en die van je buren ook gelijk en/of
- luister als ik ze al heb gebeld is het klaar en ook al te laat dan hoef ik je geld ook niet meer en/of
- bericht me maar als het is gestuurd zie ik geen bericht binnen 5 minuten ga je zien wat ik vandaag met je kanker moeder ga doen en je hebt geluk dat ik je niet de hele 4000 laat betalen en/of
- pfff ik ga jou kkr moeder opblazen jij gaat zien met wie je grappen maakt en/of
- ik ga jou huis zien als pinautomaat en/of
- kga je moeder opblazen en/of
- iedereen Kga nu hele onderzoek ook naar je kkr familie starten heb je voor achternaam adres alles en/of
- anders is straks te laat voor jou en/of
- adres doorgegeven ze zijn betaalt en/of
- zou vandaag niet thuis slapen en/of
- tik tak en/of
- emoji'’s van wekkertjes en/of bommetjes,
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 21 december 2024 te Zwolle en/of Amsterdam, althans in Nederland, [slachtoffer 12] heeft bedreigd met
- enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen en/of goederen ontstaat, en/of
- enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of
- zware mishandeling, en/of
- brandstichting,
door
voornoemde [slachtoffer 12] (via WhatsApp) berichten te sturen met de volgende teksten:
- je weet niet wie je in de maling hebt genomen echt niet en/of
- ik geef je 1 kans en/of
- ik heb je adresss en/of
- je weet zeker dat je niet eerlijk gaat zijn, je hebt Den Haag gezien toch wat daar is gebeurd en/of
- luister geef je nog 1 allee laatste kans en/of
- leen ik zelf nu €1000 haal ik 3 handgranaten en/of
- blaas heel je kkr huis op en/of
- anders bel ik me mannen en/of
- gaat je huis de lucht in vandaag, en die van je buren ook gelijk en/of
- luister als ik ze al heb gebeld is het klaar en ook al te laat dan hoef ik je geld ook niet meer en/of
- bericht me maar als het is gestuurd zie ik geen bericht binnen 5 minuten ga je zien wat ik vandaag met je kanker moeder ga doen en je hebt geluk dat ik je niet de hele 4000 laat betalen en/of
- pfff ik ga jou kkr moeder opblazen jij gaat zien met wie je grappen maakt en/of
- ik ga jou huis zien als pinautomaat en/of
- kga je moeder opblazen en/of
- iedereen Kga nu hele onderzoek ook naar je kkr familie starten heb je voor achternaam adres alles en/of
- anders is straks te laat voor jou en/of
- adres doorgegeven ze zijn betaalt en/of
- zou vandaag niet thuis slapen en/of
- tik tak en/of
- emoji'’s van wekkertjes en/of bommetjes,
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1 primair, feit 2 en feit 3 primair tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van het bewijs. De raadsvrouw heeft opgemerkt dat de bedragen in de tenlastelegging genoemd bij slachtoffer [slachtoffer 1] niet overeenkomen met de bedragen uit de aangifte en de vordering tot schadevergoeding. Het bedrag genoemd onder feit 1 zou € 520,- moeten zijn. Het bedrag genoemd bij slachtoffer [slachtoffer 1] onder feit 2 zou € 260,- moeten zijn.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1 primair
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 15-16 en 35-46;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 237-242;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 28 april 2025.
Feit 2
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 15-16;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 153-154;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , p. 156-157;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] , p. 159-160;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] , p. 162-163;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] , p. 165-166;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] , p. 169-170;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] , p. 172-173;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9] , p. 175-177;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 10] , p. 179-181;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 11] , p. 183-184;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 12] , p. 186-187;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 237-242;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 28 april 2025.
Gewoonte
Verdachte heeft meermalen in de periode van 9 november 2024 tot en met 21 december 2024 op verschillende internetplatforms, te weten Marktplaats en Marketplace, goederen te koop aangeboden en daarvoor geld ontvangen van twaalf verschillende slachtoffers, zonder dat hij de intentie had om de goederen te leveren. Daardoor is de rechtbank van oordeel dat van een gewoonte van online handelsfraude sprake is.
Feit 3 primair
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 12] , p. 186-187;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 99 en 143-146;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 237-242;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 28 april 2025.
Genoemde bedragen in de tenlastelegging
Niet ter discussie staat dat verdachte slachtoffer [slachtoffer 1] heeft afgeperst, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot betaling van een geldbedrag ten behoeve van onder andere een kinderwagen en gepoogd heeft om [slachtoffer 12] af te persen. De bedragen genoemd in de tenlastelegging komen echter niet overeen met de inhoud van de aangiftes en/of vorderingen tot schadevergoeding. De rechtbank stelt, in overeenstemming met het standpunt van de verdediging, vast dat verdachte slachtoffer [slachtoffer 1] door bedreiging met geweld heeft gedwongen tot afgifte van € 520,- (betalingen van
€ 300,- en € 220,- op 16 december 2024), [slachtoffer 1] heeft bewogen tot afgifte van € 260,- (€ 175,- voor een kinderwagen en € 85,- voor overige goederen, waaronder een schommel) en onder bedreiging van geweld gepoogd heeft [slachtoffer 12] te bewegen tot afgifte van € 500,-. De rechtbank zal genoemde bedragen -waar nodig- aanpassen in de bewezenverklaring.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 primair, feit 2 en feit 3 primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij
opin of omstreeks de periode van 1316december 2024
tot en met 19 december 2024te Wenum Wiesel en/of Amsterdam,
althans in Nederland,met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van
520635euro,
in elk geval enig goed,dat
/diegeheel
of ten dele
toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 1] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,doorvoornoemde [slachtoffer 1]
(via WhatsApp
)berichten te sturen met de volgende teksten:
- ik heb jou adres en
/of
- stuur ik 4 mensen naar je huis en
/of
- dan blazen ze je huis op en
/of
- dan maak ik je huis zwart met rook en
/of
- blaas ik alles op en
/of
- handgranaten genoeg en
/of
- je ziet me jongens vannacht wel en
/of
- ik heb net €1000 aan handgranaten bestelt en
/of
- emoji's van bommen en
/of
- ik maak jou en je hele kkr gezin af en
/of
- vandaag gaat jou huis de lucht in en
/of
- je kinderen gaan niet meer kunnen slapen en
/of
- gaat vandaag de lucht in heb me mannen al ingeschakeld 5 man volle auto en
/of
- grote wapens,
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
2.
hij in
of omstreeksde periode van 9 november 2024 tot en met 21 december 2024 te Wenum Wiesel, Zuid-Beijerland, Geldrop, Weesp, ’s-Gravenhage, Huissen, Nieuwegein, Zwolle, Haarlem, Krommenie en/of Amsterdam,
althans in Nederland,een
beroep ofgewoonte heeft gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen op een aankoop- en verkoopplatform te weten Marktplaats en
/ofMarketplace, met het oogmerk om zonder volledige levering zich
en/of een andervan de betaling van die goederen
of dienstente verzekeren door
- [slachtoffer 1] uit Wenum Wiesel op
of omstreeks13 december 2024
tot en met 19 december 2024heeft bewogen tot betaling
/afgiftevan een geldbedrag van
260165euro
(ten behoeve van
onder andereeen kinderwagen
),
- [slachtoffer 2] uit Zuid-Beijerland op
of omstreeks9 november 2024 heeft bewogen tot betaling
/afgiftevan een geldbedrag van 60 euro
(ten behoeve van een E-reader, merk: Kobo, type: Nia
),
- [slachtoffer 3] uit Geldrop op
of omstreeks14 november 2024 heeft bewogen tot betaling
/afgiftevan een geldbedrag van 60 euro
(ten behoeve van een E-reader, merk: Kobo, type: Clara E2
),
- [slachtoffer 4] uit Weesp op
of omstreeks15 november 2024 heeft bewogen tot betaling
/afgiftevan een geldbedrag van 65 euro
(ten behoeve van een E-reader, merk: Kobo, type: Clara
),
- [slachtoffer 5] uit ’s-Gravenhage op
of omstreeks15 november 2024 heeft bewogen tot betaling
/afgiftevan een geldbedrag van 65 euro
(ten behoeve van een E-reader, merk: Kobo, type: Clara
),
- [slachtoffer 6] uit Huissen op
of omstreeks16 november 2024 heeft bewogen tot betaling
/afgiftevan een geldbedrag van 66,95 euro
(ten behoeve van een E-reader, merk: Kobo, type: Elipsa
),
- [slachtoffer 7] uit ’s-Gravenhage op
of omstreeks12 december 2024 heeft bewogen tot betaling
/afgiftevan een geldbedrag van 145 euro
(ten behoeve van een reMarkable, type: 2
),
- [slachtoffer 8] uit Nieuwegein op
of omstreeks12 december 2024 heeft bewogen tot betaling
/afgiftevan een geldbedrag van 57,95 euro
(ten behoeve van een E-reader, merk: Kobo, type: Clara
),
- [slachtoffer 9] uit Zwolle op
of omstreeks15 december 2024 heeft bewogen tot betaling
/afgiftevan een geldbedrag van 69,95 euro
(ten behoeve van een E-reader, merk: Kobo, type: Clara HD
),
- [slachtoffer 10] uit Haarlem op
of omstreeks15 december 2024 heeft bewogen tot betaling
/afgiftevan een geldbedrag van 59,95 euro
(ten behoeve van een E-reader, merk: Kobo, type: Clara
),
- [slachtoffer 11] uit Krommenie op
of omstreeks15 december 2024 heeft bewogen tot betaling
/afgiftevan een geldbedrag van 79,95 euro
(ten behoeve van een E-reader, merk: Kobo, type: Libra
),
- [slachtoffer 12] uit Zwolle op
of omstreeks21 december 2024 heeft bewogen tot betaling
/afgiftevan een geldbedrag van 84,99 euro
(ten behoeve van een E-reader
),
in elk geval genoemde personen (telkens) heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een geldbedrag,(telkens) zonder het goed te leveren dat tussen verdachte en genoemde personen was overeengekomen;
3.
hij op
of omstreeks21 december 2024 te Zwolle en/of Amsterdam,
althans in Nederland,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich
of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 12] te dwingen tot de afgifte van
84,99 euro, in elk gevalenig goed, dat
/diegeheel
of ten deletoebehorende aan voornoemde [slachtoffer 12] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,voornoemde [slachtoffer 12]
(via WhatsApp
)berichten te sturen met de volgende teksten:
- je weet niet wie je in de maling hebt genomen echt niet en
/of- ik geef je 1 kans en
/of- ik heb je adresss en
/of- je weet zeker dat je niet eerlijk gaat zijn, je hebt Den Haag gezien toch wat daar is gebeurd en
/of- luister geef je nog 1 allee laatste kans en
/of- leen ik zelf nu €1000 haal ik 3 handgranaten en
/of- blaas heel je kkr huis op en
/of- anders bel ik me mannen en
/of- gaat je huis de lucht in vandaag, en die van je buren ook gelijk en
/of- luister als ik ze al heb gebeld is het klaar en ook al te laat dan hoef ik je geld ook niet meer en
/of- bericht me maar als het is gestuurd zie ik geen bericht binnen 5 minuten ga je zien wat ik vandaag met je kanker moeder ga doen en je hebt geluk dat ik je niet de hele 4000 laat betalen en
/of- pfff ik ga jou kkr moeder opblazen jij gaat zien met wie je grappen maakt en
/of- ik ga jou huis zien als pinautomaat en
/of- kga je moeder opblazen en
/of- iedereen Kga nu hele onderzoek ook naar je kkr familie starten heb je voor achternaam adres alles en
/of- anders is straks te laat voor jou en
/of- adres doorgegeven ze zijn betaalt en
/of- zou vandaag niet thuis slapen en
/of- tik tak en
/of- emoji'’s van wekkertjes en
/ofbommetjes,
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
afpersing;
feit 2:
een gewoonte maken van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen tegen betaling met het oogmerk om zonder volledige levering zich van de betaling van die goederen te verzekeren;
feit 3:
poging tot afpersing.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De officier van justitie vordert dat aan de voorwaardelijke gevangenisstraf de bijzondere voorwaarden worden gekoppeld zoals geadviseerd door de reclassering in het rapport van
26 maart 2025 en de dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest bepleit. De straf kan volgens de raadsvrouw worden aangevuld met een voorwaardelijk strafdeel met daaraan gekoppeld de door de reclassering gestelde bijzondere voorwaarden.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan afpersing, poging tot afpersing en heeft zich gedurende anderhalve maand schuldig gemaakt aan online handelsfraude, waarbij hij op het platform Marktplaats en Marketplace goederen te koop aanbood en verkocht terwijl verdachte wist dat hij die goederen niet zou leveren. Door zijn handelen heeft hij een groot aantal slachtoffers gemaakt die financieel zijn benadeeld. Ter zitting heeft verdachte verklaard dat het aantal in deze zaak betrokken aangevers niet alle slachtoffers betreffen. Daarnaast heeft hij nadat hij al geld had ontvangen van twee slachtoffers hen meerdere dreigende berichten gestuurd teneinde meer geld van hen te krijgen. Verdachte dreigde met granaten en met het opblazen van hun woningen. Eén van de slachtoffers betaalde door deze bedreigingen nog twee betaalverzoeken. De rechtbank vindt het gedrag van verdachte zeer kwalijk. Doelbewust en systematisch heeft hij misbruik gemaakt van het vertrouwen van anderen, enkel om zichzelf financieel te bevoordelen. Het maatschappelijk vertrouwen in online handel en het handelsverkeer wordt door dergelijke praktijken ernstig geschaad.
De rechtbank heeft kennis genomen van de justitiële documentatie van verdachte. Hieruit blijkt dat verdachte in 2024 in aanraking met politie en justitie is geweest, ook voor het plegen van oplichting en poging tot afpersing en daarvoor is veroordeeld. De onderhavige feiten pleegde verdachte tijdens de proeftijd van de veroordeling in 2024. De rechtbank weegt dit in het nadeel van verdachte mee.
De rechtbank houdt verder rekening met de rapportage van de reclassering van 26 maart 2025. Verdachte is gerecidiveerd binnen meerdere lopende proeftijden. Verdachte is al vanaf zeer jonge leeftijd met politie en justitie in aanraking gekomen voor zowel vermogens- als geweldsdelicten. Er is sprake van een delictpatroon. Als risicofactoren ziet de reclassering het psychosociaal functioneren, zijn houding, financiën, het ontbreken van een dagbesteding en mogelijk ook negatieve contacten en middelengebruik. Verdachte heeft geruime tijd onder toezicht gestaan van de reclassering waar hij wisselend zijn afspraken nakwam. Verdachte neemt nu verantwoordelijkheid voor de delictpleging en wil opnieuw meewerken aan reclasseringsbegeleiding en tevens aan diagnostisch onderzoek en behandeling. De reclassering ziet dit als mogelijk beschermende factor. Gelet op de jonge leeftijd, de risico’s, de zorgelijke prognoses en het delictverleden wil de reclassering verdachte nog een laatste kans geven binnen een strak kader met bijzondere voorwaarden. Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog. Bij een veroordeling adviseert de reclassering om het volwassenenstrafrecht toe te passen. Zij adviseren een (deels) voorwaardelijke straf met de volgende voorwaarden: meldplicht, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, dagbesteding, meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan middelencontrole.
De ernst van de feiten, bezien in het licht van de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, rechtvaardigt een forse gevangenisstraf. De rechtbank ziet echter in de persoonlijke omstandigheden van verdachte aanleiding om een gedeelte van deze gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen. Dit als stok achter de deur om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te plegen en om er voor te zorgen dat verdachte volledig meewerkt met uitvoering van de bijzondere voorwaarden die de rechtbank aan het voorwaardelijke deel zal koppelen en die de rechtbank nodig acht in verband met het recidiverisico dat wordt ingeschat als hoog. De rechtbank acht met name daarom een forser voorwaardelijk deel noodzakelijk dan door de officier van justitie is gevorderd, met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank is verder, gelet op de rapportage, van oordeel dat er ernstig rekening mee gehouden moet worden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Daarbij overweegt de rechtbank dat verdachte ondanks dat hij in een proeftijd liep, meerdere ernstige strafbare feiten heeft gepleegd en niet schuwde om forse bedreigingen met geweld te uiten. Bovendien wordt het recidiverisico ingeschat als hoog. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.
Alles overziend, zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 12 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan 7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De rechtbank zal naast de algemene voorwaarden bijzondere voorwaarden opleggen in de vorm van een meldplicht, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, dagbesteding, meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan middelencontrole.
Gelet op de duur van de op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal de rechtbank de voorlopige hechtenis opheffen met ingang van de dag waarop de voorlopige hechtenis gelijk is aan de straf.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

De benadeelde [slachtoffer 1]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft in verband met feiten 1 en 2 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 780,- aan materiële schade en € 500 aan immateriële schade, allebei vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich ten aanzien de vordering tot schadevergoeding gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Overweging van de rechtbank
Materiële schade
Het gevorderde bedrag van € 780,- is niet betwist. Dit bedrag komt de rechtbank gegrond voor. De rechtbank zal dit bedrag dan ook toewijzen.
Immateriële schade
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, met name in de toelichting op deze vordering, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen één van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt.
Door de afpersing (feit 1) is de benadeelde op andere wijze in de persoon aangetast. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid en gelet op de vordering zal zij het smartengeld op een bedrag van € 500,- vaststellen.
In totaal zal de rechtbank aldus een schadevergoeding van € 1.280,- toewijzen die bestaat uit:
  • € 780,- aan geleden materiële schade;
  • € 500,- aan geleden immateriële schade.
Het toe te wijzen bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 december 2024.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
De benadeelde [slachtoffer 12]
De benadeelde partij [slachtoffer 12] heeft in verband met feiten 2 en 3 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 133,76 aan materiële schade en € 650,- aan smartengeld, allebei vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich ten aanzien de vordering tot schadevergoeding gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Overweging van de rechtbank
Materiële schade
Het gevorderde bedrag van € 133,76 is niet betwist. Dit bedrag komt de rechtbank gegrond voor. De rechtbank zal dit bedrag dan ook toewijzen.
Immateriële schade
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen één van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt.
Door de poging tot afpersing (feit 3) is de benadeelde op andere wijze in de persoon aangetast. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij het smartengeld op een bedrag van € 650,- vaststellen.
In totaal zal de rechtbank aldus een schadevergoeding van € 783,76 toewijzen die bestaat uit:
  • € 133,76,- aan geleden materiële schade;
  • € 650,- aan geleden immateriële schade.
Het toe te wijzen bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 december 2024.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
De benadeelde [slachtoffer 10]
De benadeelde partij [slachtoffer 10] heeft in verband met feit 2 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 59,95 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich ten aanzien de vordering tot schadevergoeding gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Overweging van de rechtbank
Het gevorderde bedrag van € 59,95 is niet betwist. Dit bedrag komt de rechtbank gegrond voor. De rechtbank zal dit bedrag dan ook toewijzen.
Het toe te wijzen bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 december 2024.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
De benadeelde [slachtoffer 11]
De benadeelde partij [slachtoffer 11] heeft in verband met feit 2 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 79,95 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich ten aanzien de vordering tot schadevergoeding gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Overweging van de rechtbank
Het gevorderde bedrag van € 79,95 is niet betwist. Dit bedrag komt de rechtbank gegrond voor. De rechtbank zal dit bedrag dan ook toewijzen.
Het toe te wijzen bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 december 2024.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
De benadeelde [slachtoffer 5]
De benadeelde partij [slachtoffer 5] heeft in verband met feit 2 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 65,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich ten aanzien de vordering tot schadevergoeding gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Overweging van de rechtbank
Het gevorderde bedrag van € 65,- is niet betwist. Dit bedrag komt de rechtbank gegrond voor. De rechtbank zal dit bedrag dan ook toewijzen.
Het toe te wijzen bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 november 2024.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
De benadeelde [slachtoffer 9]
De benadeelde partij [slachtoffer 9] heeft in verband met feit 2 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 69,95 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich ten aanzien de vordering tot schadevergoeding gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Overweging van de rechtbank
Het gevorderde bedrag van € 69,95 is niet betwist. Dit bedrag komt de rechtbank gegrond voor. De rechtbank zal dit bedrag dan ook toewijzen.
Het toe te wijzen bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 december 2024.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

9.De beoordeling van het beslag

Onder verdachte is een telefoon (Apple iPhone 7, goednummer PL0600-2024593501-3373349) in beslag genomen. De officier van justitie vordert verbeurdverklaring van de telefoon. De raadsvrouw heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van het beslag.
De rechtbank zal de inbeslaggenomen telefoon verbeurd verklaren, omdat met behulp van deze telefoon de feiten 1, 2 en 3 zijn begaan.

10.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 13/009453-23)

De rechtbank heeft verdachte op 25 mei 2023 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 120 dagen.
De officier van justitie vordert de tenuitvoerlegging van die straf.
De raadsvrouw heeft bepleit dat bij toewijzing van de vordering tenuitvoerlegging de gevangenisstraf omgezet dient te worden naar een taakstraf.
Bewezen is dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan soortgelijke strafbare feiten. De rechtbank is van oordeel dat de voorwaardelijk opgelegde straf daarom ten uitvoer moet worden gelegd. De rechtbank ziet geen aanleiding om de gevangenisstraf om te zetten naar een taakstraf. Uit de justitiële documentatie van verdachte blijkt dat verdachte eerder een taakstraf niet heeft uitgevoerd waardoor deze omgezet werd naar vervangende hechtenis.

11.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36f, 45, 55, 317 en 326e van het Wetboek van Strafrecht.

12.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
12 (twaalf) maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat deze een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 stelt als bijzondere voorwaarden dat:
  • de veroordeelde zich gedurende de proeftijd meldt op afspraken met de reclassering (Amsterdam), zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering bepaalt op welke dagen en tijdstippen deze afspraken zijn;
  • de veroordeelde meewerkt aan diagnostiek en zich laat behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de
behandeling;
- de veroordeelde verblijft in een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start zodra veroordeelde geaccepteerd wordt. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel
korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels
en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft
opgesteld;
  • de veroordeelde zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, met een vaste structuur;
  • de veroordeelde meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
  • de veroordeelde meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en/of drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd.
 geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van de genoemde voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan begeleidt;
 hierbij gelden als voorwaarden dat verdachte:
- meewerkt aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een geldig identiteitsbewijs ter inzage aanbiedt om de identiteit vast te stellen;
- meewerkt aan reclasseringstoezicht, waaronder het meewerken aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
 beveelt dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
 verklaart verbeurd de telefoon (Apple iPhone 7, goednummer PL0600-2024593501-3373349);
 beveelt de tenuitvoerlegging van de op
25 mei 2023door de rechtbank voorwaardelijk opgelegde straf, te weten
120 dagen gevangenisstraf(parketnummer
13/009453-23);
 heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan die van de onvoorwaardelijk opgelegde straf.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partijen
 veroordeelt verdachte in verband met de feiten onder 1, 2 en 3 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partijen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 12] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 9] van de volgende bedragen aan materiële schade/immateriële schade, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
Benadeelde partij Bedrag Wettelijke rente

1. [slachtoffer 1] € 1.280,- 16 december 2024;

2. [slachtoffer 12] € 783,76 21 december 2024;

3. [slachtoffer 10] € 59,95 15 december 2024;

4. [slachtoffer 11] € 79,95 15 december 2024;

5. [slachtoffer 5] € 65,- 15 november 2024;

6. [slachtoffer 9] € 69,95 15 december 2024;

 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde partijen mogelijk nog moeten maken om de te noemen bedragen betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat ten behoeve van de volgende benadeelde partijen de hier na te noemen bedragen aan materiële schade/immateriële schade te betalen. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als het bedrag niet wordt betaald, kan gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
Benadeelde partij Bedrag Gijzeling

1. [slachtoffer 1] € 1.280,- 22 dagen;

2. [slachtoffer 12] € 783,76 15 dagen;

3. [slachtoffer 10] € 59,95 1 dag;

4. [slachtoffer 11] € 79,95 1 dag;

5. [slachtoffer 5] € 65,- 1 dag;

6.
6. [slachtoffer 9] € 69,95 1 dag;
 bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partijen in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.T.G. van Wandelen (voorzitter), mr. Y.M.J.I. Baauw en mr. J.M.J.M. Doon, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Wisseborn, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 mei 2025.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2025022361, gesloten op 12 maart 2025 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.