ECLI:NL:RBGEL:2025:366

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 januari 2025
Publicatiedatum
22 januari 2025
Zaaknummer
11213437
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van een auto na verkoop en de gevolgen van gebreken

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 22 januari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en een gedaagde over de non-conformiteit van een auto. De eiser, vertegenwoordigd door mr. N.M. Nijhoff, heeft de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. P.L.M.F. Roosendaal, aangeklaagd omdat de auto die hij had gekocht, een BMW M4 Cabrio Competition uit 2017, ernstige gebreken vertoonde die niet aan de koopovereenkomst beantwoordden. De auto was na een zware brandschade ondeugdelijk hersteld, wat leidde tot een aantal onveilige en onherstelbare defecten. De eiser heeft de auto op 15 mei 2023 gekocht, maar meldde al snel gebreken. Na verschillende deskundigenonderzoeken werd vastgesteld dat de auto technisch total loss was en niet veilig om mee te rijden. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde tekort was geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst en dat de auto niet voldeed aan de verwachtingen die de eiser op basis van de overeenkomst mocht hebben. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld tot terugbetaling van de koopsom van € 64.995,00, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de gedaagde ook veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis bevestigt de rechten van de koper in geval van non-conformiteit en de verplichtingen van de verkoper.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: 11213437 \ CV EXPL 24-2021
Vonnis van 22 januari 2025
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. N.M. Nijhoff,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. P.L.M.F. Roosendaal.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 21 augustus 2024,
- de voorafgaand aan de mondelinge behandeling door beide partijen overgelegde aanvullende producties,
- de mondelinge behandeling van 3 december 2024, waarvan aantekening is gehouden door de griffier.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft een BMW M4 Cabrio Competition uit het bouwjaar 2017 (hierna: de auto) uit Duitsland laten importeren.
2.2.
In januari 2023 heeft een fysieke controle van de auto door de RDW plaatsgevonden. Omdat tijdens deze controle in het aangebrachte voertuigidentificatienummer onregelmatigheden zijn aangetroffen, heeft op 27 februari 2023 een identificatieonderzoek door de RDW plaatsgevonden. Na afloop van dit onderzoek heeft de RDW aan [gedaagde] bericht dat de auto is goedgekeurd, waarna de RDW een kenteken
heeft afgegeven.
2.3.
Op 9 mei 2023 heeft [gedaagde] een apk- en aankoopkeuring laten uitvoeren door [bedrijf 1] . Uit de door [bedrijf 1] ingevulde checklist blijkt zij geen bijzonderheden aan de auto heeft geconstateerd. Zij heeft de auto apk goedgekeurd.
2.4.
Op 10 mei 2023 heeft [gedaagde] de auto verkocht aan [eiser] voor een koopsom van € 64.995,00.
2.5.
Bij factuur van 10 mei 2023 heeft [gedaagde] een bedrag van € 64.995,00 aan [eiser] in rekening gebracht. Op de factuur is onder meer vermeld:
“(…)
De BMW wordt rijklaar geleverd inclusief 12 maanden Linkerbaan-garantie
Klant is bekend met het schadeverleden van de BMW en is akkoord gegaan na de uitgevoerde aankoopkeuring.
(…)”
[gedaagde] heeft zijn handtekening op de factuur geplaatst.
2.6.
Op 15 mei 2023 heeft [gedaagde] de auto aan [eiser] geleverd.
2.7.
In juni 2023 heeft [eiser] aan [gedaagde] gemeld dat hij diverse gebreken aan de auto heeft geconstateerd.
2.8.
Op 28 augustus 2023 heeft [eiser] de auto laten onderzoeken door [naam 1] van [bedrijf 2] .
2.9.
Op 9 oktober 2023 heeft [bedrijf 3] de auto in opdracht van [eiser] onderzocht. In de daarvan door [naam 2] (hierna: [naam 2] ) opgestelde rapportage d.d. 18 januari 2024 is, voor zover thans relevant, het volgende vermeld:
“(…)
1. Analyse:
(…) Wij concludeerden dat de auto met name rechtsvoor brandschade heeft opgelopen. Dit leidde tot de volgende bevindingen:
(…)
1.3.
Passingen carrosserie/chassis:
Lijnen in de carrosserie kloppen niet en de carrosserie/deurscharnieren is/zijn bewerkt om passing nog enigszins te bewerkstelligen. Uit ons onderzoek is komen vast te staan dat de carrosserie aan de rechterzijde 1 centimeter korter blijkt. Dit betreft de afstand, onder de auto gemeten, tussen vaste punten op de achteras/achterwielophanging en vaste punten van de voorwielophanging Daarmee staat de stuurinrichting/wielophanging onjuist afgesteld en is deze ook niet goed af te stellen. Waar de auto niét goed over de weg gaat (de auto rijdt erg ‘zoekerig’) is dat in iéder geval een deel van de verklaring. De rechter schermdrager staat ongeveer een halve centimeter naar binnen. Onder meer hierdoor is het voorfront niet juist gemonteerd en ook niet juist te monteren. Dit verklaart een slecht en onjuist openende en sluitende motorkap en een onjuiste, iets scheve montage van de koplampen. De rechter zijruiten hebben onderling téveel ruimte in de verticale aansluiting tot elkaar. Waar de ramen links een juiste af- en aansluiting laten zien, toont rechts ca. 8 mm méér afstand tussen de ramen.
Er zijn zéér zeker géén chassisdelen nieuw ingelast en evenmin lijkt er een aanrijdingsschade te zijn geweest. Voor het krommen van de carrosserie hebben wij de volgende verklaring. In autoproductie worden diverse hardheden (legeringen) van staal toegepast. Deze verschillende legeringen zijn op verschillende wijzen met elkaar verbonden. Bij BMW worden chassis- en carrosseriedelen met elkaar verklonken en verlijmd, zowel als gepunt-last. Met een zware brandimpact reageren de onderling verschillend gelegeerde metalen verschillend ten opzichte van elkaar. Hierdoor kan de carrosserie gaan ‘trekken’ (krommen). Dat verklaart het opgetreden verschil. Een forse brandimpact heeft echter ook invloed op de met elkaar verlijmde en geklonken carrosseriedelen; de lijmverbinding verbrandt zelfs al bij een geringere brand. Hierdoor zijn verschillende delen die aan de brand onderhevig zijn geweest niet langer op solide wijze met elkaar verbonden. Ze vormen enkel nog één geheel via de puntlasverbindingen en/of de klinknagels. Minder ‘spannend’ maar niet minder ernstig is ook de corrosiebescherming in holle ruimten aangetast/verbrand en niet meer aanwezig. Dit leidt tot duidelijk waarneembare roest. Wij hebben op enkele ‘opnieuw gekitte locaties’ de kit weggeschuurd (en op nieuw weer aangebracht). De puntlastverbindingen zijn authentiek/origineel. Hierdoor kunnen wij vaststellen dat géén nieuwe chassisdelen zijn ingelast.
1.4.
Chassisnummer:
Vervolgens springt direct in het oog dat de inslag van het Chassisnummer op de rechter ‘schermdrager’ in de motorruimte, uitermate dun wordt weergegeven. Dit gaat in de toekomst -potentieel- leiden tot een niet langer identificeerbare auto wat problemen bij de APK-keuring kan opleveren (…)
1.5.
Cabriolet dak:
Het cabrio-dak lijkt te zijn vervangen door een ‘donor-dak’ en is in ieder geval niét goed gemonteerd. Het dak sluit scheef en dicht niet juist af. De bekabeling ligt er rommelig en afwijkend in. De bekabeling beschadigt het lakwerk van dak (rechts).
1.6.
Airbags:
(…) In relatie tot de amateuristische montage in de voorstoelen is niet uit te sluiten dat de airbags in de auto niet zullen functioneren. Het airbag systeem is hierdoor in hoge mate onbetrouwbaar. (…)
1.7.
Wielophanging voorzijde:
De schokdemper linksvoor vertoont een storing en functioneert niet. (…) Waar dit links voor niet werkt en op andere dempers wel, leidt dat tot onwenselijk, onvoorspelbaar en zelfs gevaarlijk weggedrag.
(…)

3.Beoordeling bevindingen [bedrijf 2] :

(…)

Conclusies van [bedrijf 2] :
- Auto zeer slecht opgebouwd na schade, kabelboom ligt op meerdere plaatsen los, clipjes, schroeven etc. (missen). Lijnen van de auto lopen niet mooi strak. Veel missende delen. Dit alles maakt het erg aannemelijk dat de auto bij een ongeval betrokken is geweest.”
Wij hebben niét kunnen concluderen dat de auto betrokken is geweest bij een aanrijding die heeft geleid tot chassis- of carrosserie schade. Wij concluderen tot een (zware) brandschade. De conclusie dat de auto na schade ‘zeer slecht is opgebouwd’ en dat ‘lijnen niet strak’ zijn, delen wij volledig.

4.Second opinion [bedrijf 4] :

Omdat een BMW-dealer met haar diagnose apparatuur dieper in het storingsgeheugen kan doordingen dan dat onze universele apparatuur dat kan, hebben wij in overleg met de opdrachtgever de auto voor onderzoek naar [bedrijf 4] te [vestigingsplaats] gebracht.
(…)
De belangrijkste bevindingen van [bedrijf 4] zijn:
- Op dit moment vinden wij de auto niet veilig om mee te rijden.
- Het lijkt of er iets krom is.
Overige bevindingen van [bedrijf 4] :
Categorie ernstig en/of veiligheidsrisico’s:
- lakbeschadiging bij chassisnummer en roest te zien.
- stoel airbag passagiersstoel zit los.
- remleidingen boven zien er slecht uit.
- trilling te voelen boven de 100km/u.
- auto rijdt ook niet strak, en rijdt zoekend over de weg en lijkt het dat er iets krom is.
- chassisnummer is niet goed af te lezen.
- onderste rubber van de slingersteun rechts van de stabilisatorstang ligt eruit
- De schokdemper linksvoor werkt niet. Hier is ook de storing in opgeslagen.
- Veerpoot rechts bijgeluid bij draaien van stuur
- Dit kan de sensor zijn, of de veerpoot waar een storing in zit.
- Maar ook na het wissen van de storingen, werkt de schokdemper linksvoor niet.
- Op dit moment vinden wij de auto niet veilig om te rijden.

(…)

5. ‘End of Life’; ‘Technisch Total Loss’; ‘Onveilig Voertuig’ (Validatiechecks).

Op basis van alle uitgevoerde onderzoeken, bevindingen en analyses die in de voorgaande paragrafen zijn beschreven, is terecht de vraag te stellen of het voertuig nog wel veilig is voor gebruik op de openbare weg. Onze stellige overtuiging en ons standpunt is dat ditnietzo is. De auto is niet langer veilig voor gebruik op de openbare weg. (…)

6.Vragen van de opdrachtgever (met beantwoording):

(…)
6. Hoe kan het dat deze BMW wel door de APK keuring van 9 mei 2023 is gekomen?
[bedrijf 3] : Een APK keuring ziet in beperkte mate op constructie. Met name door roesting wordt beoordeeld. Verder is een APK keuring ook een momentopname. Er wordt daarbij niet gekeken naar een schadeverleden en of het herstel daarvan naar de voorschriften van de fabrikant is uitgevoerd. De maatvoering wordt niet beoordeeld. De auto hád afgekeurd kunnen en moeten worden op de defecte stabilisator en de mankementen aan beide ‘veerpoten’ (schokbrekers) voor. Verder bevat het goed- of afkeuringsoordeel ook subjectieve beoordelingsmogelijkheden.

7.Conclusie:

Met onze in-house schademonteur [naam 3] hebben wij, nadat [bedrijf 4] haar onderzoek had voltooid, het schadeverleden nader geanalyseerd. Daarbij hebben wij ook de bevindingen van [bedrijf 5] en [bedrijf 2] betrokken. Wij komen tot de volgende eindconclusies.

Eindconclusie 1: auto met zwaar brandschade verleden;
Eindconclusie 2: Technisch total loss;
Eindconclusie 3: (gebaseerd op eindconclusies 1 en 2)
Auto is onveilig voor gebruik en niet reparabel.
Waar de carrosserie op meerdere punten gemeten niet langer symmetrisch is en deze vervorming niet is opgetreden door een aanrijding maar door verhitting en afkoeling is de conclusie dat de verbranding langdurig en met zeer hoge temperatuur heeft plaatsgevonden. Fabrieks-originele lijmverbindingen zijn daardoor onherstelbaar aangetast. In praktische zin is alles reparabel, hetgeen ook blijkt met het herstel van deze auto. Dit herstel is echter onverantwoord geweest wat zich uit in onze bevindingen en conclusies na zorgvuldig onderzoek en beraadslaging.
‘De auto is onveilig voor gebruik en niet reparabel aan dat conformiteitsvereiste te voldoen’
(…)”
2.10.
Bij brief van 29 januari 2024 heeft de gemachtigde van [eiser] aan [gedaagde] , onder verwijzing naar de rapportage van [naam 2] , bericht dat diverse onafhankelijke experts diverse gebreken aan de auto hebben geconstateerd en dat de auto gelet op alle bevindingen van de deskundigen/experts niet aan de koopovereenkomst beantwoordt, zodat sprake is van non-conformiteit. In de brief heeft de gemachtigde van [eiser] de koopovereenkomst tussen partijen buitengerechtelijk ontbonden en aanspraak gemaakt op terugbetaling van de koopsom en betaling van een schadevergoeding voor of uiterlijk per 5 februari 2024. [gedaagde] heeft daaraan geen gevolg gegeven.
2.11.
Op 7 mei 2024 heeft de auto een schadebeoordeling door de RDW ondergaan.
Naar aanleiding van dit onderzoek heeft de RDW een verbod rijden op de weg voor de auto uitgevaardigd.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 85.610,86 aan [eiser] , te vermeerderen met de wettelijke rente over € 79.041,15 vanaf 1 juli 2024 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede [gedaagde] zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat sprake is van non-conformiteit omdat de auto niet beantwoordt aan de koopovereenkomst in de zin van artikel 7:17 lid 2 van het Burgerlijk Wertboek (BW). Als gevolg van de buitengerechtelijke ontbinding van de koopovereenkomst rust op [gedaagde] de verplichting om de koopsom van € 64.995,00 aan [eiser] terug te betalen.
Vanwege alle tekortkomingen is [gedaagde] op grond van artikel 6:74 BW juncto artikel 6:277 lid 1 BW eveneens gehouden om alle schade te vergoeden die [eiser] heeft geleden en/of alsnog lijdt.
[eiser] heeft de volgende schade geleden:
- Expertisekosten [bedrijf 2] : € 363,00
- Expertisekosten [bedrijf 5] : € 50,00
- Expertisekosten [bedrijf 3] : € 4.222,90
- Expertisekosten [bedrijf 4] : € 933,88
- Kosten rechtsbijstand vaststelling schade & aansprakelijkheid:€ 1.314,67
- Betaalde verzekeringspremies auto: € 3.175,58
- Wegenbelasting: € 1.177,00
- Inbouwalarm [bedrijf 6] : € 1.226,94
- [bedrijf 7] meldkamer: € 306,13
- Kosten beslaglegging tot aan datum dagvaarden: € 1.276,05
- Kosten beslaglegging na datum dagvaarden (overbetekening) € P.M.
- Overige nog te lijden schade/schadeposten:
€ P.M.
Totale schade € 14.046,15 + P.M.
In totaal heeft [eiser] in hoofdsom van [gedaagde] te vorderen een bedrag van € 79.041,15 + P.M.
[eiser] heeft herhaaldelijke pogingen ondernomen om voldoening buiten rechte te bewerkstelligen. [gedaagde] is daarom buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd. Conform de Wet normering incassokosten (WIK) bedraagt het forfaitaire tarief voor de buitengerechtelijke incassokosten € 1.565,41.
[eiser] maakt tevens aanspraak op vergoeding van de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW (tot 1 juli 2024 berekend op € 5.004,30).
3.3.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] met veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure, de nakosten daaronder begrepen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Beoordeeld dient te worden of [gedaagde] de koopovereenkomst tussen partijen terecht buitengerechtelijk heeft ontbonden. Voor de beantwoording van deze vraag moet worden vastgesteld of de auto ten tijde van de aflevering aan de koopovereenkomst beantwoordde.
4.2.
Op grond van artikel 7:17 lid 2 BW beantwoordt een zaak niet aan de koopovereenkomst als de zaak, mede gelet op de aard daarvan en de mededelingen die de verkoper daarover heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen.
4.3.
[eiser] heeft gesteld dat de auto niet aan de koopovereenkomst beantwoordde omdat de auto (zeer) ernstige en onherstelbare gebreken heeft. Ter onderbouwing van deze stelling heeft [eiser] onder meer verwezen naar de rapportage van [naam 2] . Uit die rapportage blijkt, kort gezegd, dat de auto volgens [naam 2] met name rechtsvoor zware brandschade heeft opgelopen en dat de auto daarna ondeugdelijk is hersteld en daardoor diverse gebreken heeft. Zo is de carrosserie op meerdere punten vervormd en daardoor niet symmetrisch waardoor de lijnen in de carrosserie niet kloppen, staat de stuurinrichting/wielophanging onherstelbaar onjuist afgesteld, is het voorfront niet juist gemonteerd en ook niet juist te monteren waardoor onder meer de motorkap slecht en onjuist opent en sluit, zijn verschillende chassis- en carrosseriedelen delen niet langer op solide wijze met elkaar verbonden, is het dak van de auto niet goed gemonteerd, is het airbagsysteem in hoge mate onbetrouwbaar, functioneert de schokdemper linksvoor niet en leidt dat tot onwenselijk onvoorspelbaar en gevaarlijk weggedrag. [naam 2] komt naar aanleiding van zijn bevindingen tot de conclusie dat de auto technisch total loss is en dat de auto onveilig is voor gebruik, alsmede dat de auto niet reparabel is. [naam 2] heeft [bedrijf 4] verzocht nader onderzoek naar de auto te verrichten en ook [bedrijf 4] heeft een deel van voormelde gebreken vastgesteld en deelt de conclusie van [naam 2] dat de auto niet veilig is om mee te rijden.
4.4.
[gedaagde] heeft de bevindingen van [naam 2] en [bedrijf 4] niet gemotiveerd weersproken. De enkele algemene stelling dat [naam 2] niet objectief is, is daarvoor in elk geval onvoldoende. Daarmee staat als onvoldoende gemotiveerd weersproken vast dat de auto zware brandschade heeft opgelopen en daarna ondeugdelijk is hersteld met als gevolg dat de auto diverse gebreken heeft die niet meer kunnen worden hersteld en dat de auto onveilig is voor gebruik. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat wanneer deze gebreken reeds aanwezig waren ten tijde van de aflevering, de auto niet de eigenschappen bezit die [eiser] van de auto mocht verwachten omdat de gebreken een normaal gebruik van de auto in de weg staan. De omstandigheid dat op de door [eiser] ondertekende factuur van 10 mei 2023 is vermeld dat [eiser] bekend is met het schadeverleden van de auto, leidt niet tot een ander oordeel. Niet gesteld of gebleken is immers dat [gedaagde] nader heeft toegelicht wat dit schadeverleden is geweest en wat de gevolgen daarvan zijn. Het enkele feit dat de auto in het verleden schade heeft gehad, betekent nog niet dat [eiser] daarom mocht verwachten dat de auto voormelde gebreken had.
4.5.
Partijen verschillen van mening over de vraag of de hiervoor vastgestelde gebreken aan de auto reeds bij aflevering aanwezig waren. In dit geval is sprake van een consumentenkoop als bedoeld in artikel 7:5 lid 1 BW. Dit heeft tot gevolg dat het bewijsvermoeden van artikel 7:18a lid 2 BW geldt. Op grond van dit artikel wordt vermoed dat de auto bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord indien de afwijking van het overeengekomene zich binnen een termijn van één jaar na aflevering openbaart, tenzij de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet. Niet gesteld of gebleken is dat sprake is van deze uitzondering. In dit geval wordt daarom vermoed dat de auto bij de aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, totdat het tegendeel is bewezen. Het is dan ook aan [gedaagde] om te stellen en te onderbouwen dat de hiervoor vastgestelde gebreken niet bestonden bij de aflevering van de auto.
4.6.
[gedaagde] heeft gesteld dat uit de twee keuringen door de RDW (de fysieke controle en het identificatieonderzoek) en de daaropvolgende kentekenstelling, alsmede de apk- en de aankoopkeuring door [bedrijf 1] blijkt dat de auto ten tijde van de verkoop in orde was. De kantonrechter overweegt dat – anders dan [gedaagde] stelt – de vraag of de auto aan de overeenkomst beantwoordt, niet moet worden beoordeeld naar het moment van verkoop maar naar het moment van aflevering, derhalve 15 mei 2023. Het feit dat voormelde gebreken tijdens de door [gedaagde] genoemde onderzoeken niet zijn opgemerkt, is – nog daargelaten dat deze onderzoeken voorafgaand aan de levering hebben plaatsgevonden – ontoereikend om enkel daaruit te concluderen dat deze gebreken er op dat moment niet waren. Dit geldt temeer omdat van de onderzoeken door de RDW geen verslaglegging heeft plaatsgevonden en het daarom niet inzichtelijk is of de RDW de hiervoor vastgestelde gebreken had geconstateerd indien zij op dat moment aanwezig waren. Voor wat betreft de apk-keuring staat vast dat dit in beperkte mate ziet op constructie en dat tijdens een dergelijke keuring niet wordt beoordeeld of het herstel van schade naar de voorschriften van de fabrikant is uitgevoerd. Uit de checklist van de aankoopkeuring blijkt evenmin dat hiernaar onderzoek is verricht.
[gedaagde] heeft nog verwezen naar een schriftelijke verklaring van [naam 4] van [bedrijf 1] maar in die verklaring is omtrent de al dan niet aanwezigheid van de hiervoor genoemde gebreken ten tijde van de aflevering van de auto niets relevants verklaard.
Omdat [gedaagde] ook voor het overige geen concrete feiten en omstandigheden naar voren heeft gebracht waaruit zou kunnen blijken dat de hiervoor vastgestelde gebreken niet aanwezig waren bij de aflevering van de auto, heeft hij niet aan zijn stelplicht voldaan, zodat aan bewijslevering niet wordt toegekomen. Derhalve staat vast dat de auto ten tijde van de aflevering niet aan de koopovereenkomst beantwoordde. Dit betekent dat [gedaagde] een non-conforme auto aan [eiser] heeft verkocht. [gedaagde] is daarom tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst.
4.7.
Op grond van de artikelen 7:21 en 7:22 BW ontstaat de bevoegdheid tot ontbinding pas wanneer herstel en vervanging onmogelijk zijn of van de verkoper niet gevergd kunnen worden, dan wel wanneer de verkoper tekort is geschoten in een verplichting als bedoeld in artikel 7:21 lid 3 BW. [gedaagde] heeft in dit verband aangevoerd dat hij niet in de gelegenheid is gesteld om de gebreken aan de auto te herstellen. De kantonrechter overweegt dat [eiser] [gedaagde] die gelegenheid ook niet hoefde te bieden omdat als onweersproken vast staat dat de gebreken aan de auto niet reparabel zijn. Uitgangspunt is dan ook dat herstel en vervanging onmogelijk zijn. Op grond van artikel 7:22 lid 2 BW was [eiser] daarom bevoegd de koopovereenkomst te ontbinden. Dit heeft de gemachtigde van [eiser] op 29 januari 2023 namens [eiser] gedaan.
4.8.
Als gevolg van de ontbinding van de koopovereenkomst ontstaat op grond van artikel 6:271 BW voor partijen de verplichting tot ongedaanmaking van de reeds door hun ontvangen prestaties. Dit betekent dat [gedaagde] de koopsom dient terug te betalen aan [eiser] . De gevorderde betaling van het bedrag van € 64.995,00 zal daarom worden toegewezen. De niet betwiste wettelijke rente daarover is als op de wet gegrond toewijsbaar zoals hierna in de beslissing is vermeld. Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt dat [eiser] op zijn beurt de auto moet teruggeven aan [gedaagde] en dat [gedaagde] moet meewerken aan het wijzigen van de tenaamstelling.
4.9.
De vordering van [eiser] tot vergoeding van het door hem betaalde inbouwalarm ad € 1.226,94 zullen op grond van het bepaalde in artikel 6:212 BW worden toegewezen.
4.10.
De vordering van [eiser] tot vergoeding van de door hem betaalde verzekeringspremie, wegenbelasting en kosten voor de [bedrijf 7] meldkamer zullen worden afgewezen. Zoals [gedaagde] terecht heeft aangevoerd, is in dit geval geen sprake van schade omdat [eiser] voormelde kosten ook zou hebben gemaakt als van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst geen sprake zou zijn geweest.
4.11.
[eiser] vordert verder betaling van de onderzoekskosten van [bedrijf 2] , [bedrijf 5] , [naam 2] en [bedrijf 4] voor een totaalbedrag van € 5.569,78‬. Deze kosten zijn aan te merken als kosten ter vaststelling van de schade en aansprakelijkheid en komen op grond van het bepaalde in artikel 6:96 lid 2 aanhef en onder b BW voor vergoeding in aanmerking.
4.12.
[eiser] vordert voorts vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De vordering van € 1.565,41 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief van € 1.437,22 bij een hoofdsom van € 66.221,94‬. De kantonrechter wijst daarom € 1.437,22 toe.
4.13.
De door [eiser] gevorderde betaling van de kosten van rechtsbijstand ad € 1.314,67 zullen worden afgewezen omdat deze kosten worden geacht te zijn begrepen in het bedrag van de buitengerechtelijke incassokosten.
4.14.
[eiser] maakt voorts aanspraak op betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in artikel 706 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) toewijsbaar. De beslagkosten worden vastgesteld op € 1.267,72‬ voor kosten deurwaardersexploten, € 320,00 voor griffierecht en € 554,00 voor salaris gemachtigde, totaal € 2.141,72.
4.15.
[gedaagde] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden vastgesteld en begroot op:
- kosten van de dagvaarding
135,97
- griffierecht
386,00
(€ 706,00 -/- 320,00)
- salaris gemachtigde
792,00
(2 punten × € 396,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 1.448,97

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 73.228,94‬‬‬‬‬, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 64.995,00 met ingang van 5 februari 2024 tot aan de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.448,97, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de beslagkosten, tot op heden vastgesteld op € 2.141,72,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.C.J.I.M. van Dorp en in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2025.
lt