1.De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 15 juni 2023 te [plaats] , in de gemeente [gemeente] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk, (een grote hoeveelheid) professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 4 stuks, althans een aantal stuks, shells, te weten DS08 Enigma, en/of
- 30 stuks, althans een aantal stuks, shells, te weten 3” Shell, en/of
- 72 stuks, althans een aantal stuks, shells, te weten Jorge 4” Shell, en/of
- 9 stuks, althans een aantal stuks, shells, te weten Shell 6” Jorge, en/of
- 72 stuks, althans een aantal stuks, shells, te weten Jorge 3” Shell, en/of
- 84 stuks, althans een aantal stuks, shells, te weten DS02 2” Shell, en/of
- 21 stuks, althans een aantal stuks, shells, te weten Martarello en/of Jorge 5” Shell, en/of
- 4 stuks, althans een aantal stuks, knalvuurwerk, te weten Gigant Maroon, en/of
- 7 stuks, althans een aantal stuks, knalvuurwerk, te weten Scream 100 limited edition, en/of
- 20 stuks, althans een aantal stuks, knalvuurwerk, te weten Blue Petarda, en/of
- 20 stuks, althans een aantal stuks, knalvuurwerk, te weten Flash Device, en/of
- 294 stuks, althans een aantal stuks, knalvuurwerk, te weten Super Cobra 6, en/of
- 2000 stuks, althans een aantal stuks, knalvuurwerk, te weten Cobra Trate 4#, en/of
- 7 stuks, althans een aantal stuks, verschillende soorten knalvuurwerk, en/of
- 4 stuks, althans een aantal stuks, knalstrengen, te weten White Horse Brand Cracker,
2.
hij op of omstreeks 15 juni 2023 te [plaats] , in de gemeente [gemeente] , een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk
een nabootsing van een pistool, te weten een pistool, welke door vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen van het merk Glock, model 17 gen 5,
voorhanden heeft gehad.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 15 juni 2023 is bij een doorzoeking in de woning aan de [adres 2] in [plaats] in de slaapkamer op de eerste verdieping aan de voorzijde van de woning een open doos met vuurwerk aangetroffen. Op de zolder van de woning werden nog meer dozen vuurwerk aangetroffen. In totaal werd 188 kilogram vuurwerk in beslag genomen. Daarnaast werd in de slaapkamer van de moeder van verdachte een gasdrukwapen aangetroffen, dat onder het matras van het bed lag. Dat wapen is eveneens in beslag genomen.
Het vuurwerk is door een verbalisant van het centraal onderzoeksteam Vuurwerk onderzocht en gecategoriseerd als professioneel vuurwerk. Hieruit volgt dat het gaat om het volgende vuurwerk:
- 72 stuks, Jorge 4” Shell;
- 9 stuks, Shell 6” Jorge;
- 72 stuks, Jorge 3” Shell;
- 84 stuks, DS02 2” Shell;
- 21 stuks, Martarello en/of Jorge 5” Shell;
- 4 stuks, Gigant Maroon;
- 7 stuks, Scream 100 limited edition;
- 20 stuks, Blue Petarda;
- 20 stuks, Flash Device;
- 294 stuks, Super Cobra 6;
- 2000 stuks, Cobra Trate 4#;
- 7 stuks, verschillende soorten knalvuurwerk;
- 4 stuks, White Horse Brand Cracker, knalstrengen.
Het aangetroffen gasdrukwapen is eveneens onderzocht. Uit het onderzoek bleek dat het ging om een nabootsing van een pistool dat voor wat betreft vorm, afmetingen en kleur een sprekende gelijkenis vertoont met een bestaand vuurwapen, te weten een pistool van het merk Glock, model 17 gen 5. Het betreft een wapende zin van artikel 2 lid 1 categorie I onder 7 van de WWM, gelet op artikel 3 onder b van de RWM, dat voor bedreiging of afdreiging geschikt is.
Verdachte heeft een geldige lidmaatschapskaart van de Nederlandse Airsoft Sportbond(NABV).
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat het wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1 en feit 2 tenlastegelegde. Uit het dossier blijkt duidelijk dat verdachte met het vuurwerk bezig was en dat zijn moeder hierbij faciliteerde. Aangetoond is dat verdachte op het adres waar het vuurwerk is aangetroffen verbleef; zo lag er post van hem, maar er lagen ook uniformstukken van de Koninklijke Marine en het bed in de slaapkamer leek beslapen.
Ten aanzien van het aangetroffen wapen heeft de officier van justitie opgemerkt dat het wapen is gecategoriseerd. Verdachte wist dat het wapen er lag en hij had de beschikkingsmacht erover. Verdachte had het wapen goed verstopt, omdat hij wist dat hij het niet mocht hebben.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte ten aanzien van feit 1 moet worden vrijgesproken, omdat hij geen wetenschap had van het aanwezige vuurwerk in de woning. Er is ook geen enkel rechtstreeks bewijs dat hem hiermee in verband brengt. Ten aanzien van het onder feit 2 tenlastegelegde is sprake van een strafuitsluitingsgrond, omdat verdachte voldeed aan de vereiste vrijstellingen om het airsoftwapen voorhanden te mogen hebben.
Beoordeling door de militaire kamer
De vraag die aan de militaire kamer voorligt is of verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van het vuurwerk in de woning aan de [adres 2] in [plaats] . De militaire kamer overweegt hierover als volgt.
In de slaapkamer op de eerste verdieping aan de voorzijde van de woning stond een open doos met daarin vuurwerk. De doos stond op de grond voor het bed. Zodra je de slaapkamer inliep, liep je tegen de doos met vuurwerk aan. Op de slaapkamer werd een poststuk met daarop de naam van verdachte aangetroffen, ook lagen er kledingstukken van de Koninklijke Marine op de kamer. Volgens de verbalisanten was het duidelijk dat de kamer bewoond was, omdat er voedsel lag, het bed er beslapen uitzag en in de kamer kledingstukken en uniformdelen lagen. Op zolder is nog meer vuurwerk aangetroffen. Je kon de zolder niet betreden zonder het vuurwerk te zien liggen. Ook op de zolder lagen uniformstukken van verdachte met daarop zijn naam.
De moeder van verdachte heeft bij de doorzoeking in de woning verklaard dat zij met haar jongste zoon in de woning woont, maar dat haar oudste zoon (verdachte) ook wel eens blijft slapen. De slaapkamer aan de voorzijde van de woning wordt door verdachte gebruikt.
De moeder heeft verklaard dat er 10 dozen vuurwerk op zolder lagen. Verder lag in de woning absoluut geen vuurwerk. Geconfronteerd met de open doos vuurwerk die op de slaapkamer van verdachte was aangetroffen, heeft de moeder van verdachte verklaard: “O dat is waar ook die had ik nog naar zolder willen brengen, die moest ik nog opruimen.” Verbalisanten merkten op dat de moeder van verdachte daarbij erg zoekende was naar haar woorden en duidelijk even niet wist wat ze moest zeggen.
In de telefoon van de moeder van verdachte is het volgende WhatsApp-gesprek aangetroffen tussen de moeder van verdachte en [naam 1] :
28 september 2022:
10:44 uur [naam 2] : Dank je wel voor het lieve mailtje.. ik ga zo met [verdachte]
naar hoogstraten zijn vuurwerk ophalen. Ik zal je een mailtje sturen als we weer
terug zijn.
12:23 uur [naam 1] : Ja is goed liefje
15:03 uur [naam 2] : Ik ben thuis hoor en ik heb een mail gestuurd.
15:04 uur [naam 1] : En hoe was het
15:06 uur [naam 1] : Heb het gelezen, oei zo'n slecht weer?
15:06 uur [naam 2] : Goed hoor hij heeft wat hij hebben wilde..
25 november 2022:
21:12 uur [naam 1] : ja hoor, wat scheelt er?
21:12 uur [naam 1] : En zijn nu maar 1 uur verder
21:13 uur [naam 1] : Maw we liggen eindelijk binnen
21:13 uur [naam 2] : [verdachte] kan vuurwerk halen, in almere. Hij vraagt wat hij
moet doen.. hij heeft die gozer aan de lijn gehad
21:13 uur [naam 2] : Hij moet redelijk veel betalen..
21:14 uur [naam 1] : Sorry maar ik ken daar niks van hoor
21:14 uur [naam 2] : Hij heeft die gast wel aan de telefoon gehad maar vertrouwd
het niet helemaal
21:14 uur [naam 2] : Het is op een redelijk afgelegen plaats
21:14 uur [naam 1] : Dan beter niet doen
21:14 uur [naam 1] : Voor het zelfde wordt hij bestolen
21:15 uur [naam 2] : Ik zei al straks steken ze je neer alleen voor je geld
11 maart 2023:
13:50 uur [naam 1] : En hoe verloopt jou dagje, ik ben van wacht
13:51 uur [naam 2] : Goed hoor, net om boodschappen geweest en bij mijn ouders
geweest. 20 maart word mijn pa weer geopereerd en [verdachte] is onderweg met nog meer dozen.
13:52 uur [naam 1] : Dozen vuurwerk of verhuizen
13:52 uur [naam 2] : Vuurwerk.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij een sleutel van de woning van zijn moeder had. In 2022 is hij samen met zijn moeder naar België gegaan en heeft hij daar een potje siervuurwerk opgehaald. In november 2022 heeft hij contact gehad met zijn moeder over het ophalen van vuurwerk in Almere. Het wapen dat werd gevonden onder het matras van het bed van zijn moeder was van hem.
Overweging en conclusie ten aanzien van feit 1
Op basis van het voorgaande stelt de militaire kamer vast dat de spullen van verdachte, waaronder poststukken gericht aan hem en uniformstukken van Defensie van verdachte in de woning lagen. De militaire kamer is gelet hierop van oordeel dat het aannemelijk is dat dit een verblijfadres van verdachte is. Verdachte had een sleutel van de woning en had vrije toegang tot de woning. Een doos met vuurwerk is aangetroffen in een slaapkamer, die volgens zijn moeder door verdachte wordt gebruikt. Op deze kamer werd een poststuk met daarop de naam van verdachte aangetroffen en lagen zijn kledingstukken van de Koninklijke Marine. Daarnaast zijn dozen aangetroffen op de zolder, die via een vlizotrap toegankelijk is. In de nabijheid van die dozen lagen terwijl uniformstukken van verdachte. Deze omstandigheden waarin het vuurwerk is aangetroffen, wijzen naar het oordeel van de militaire kamer op betrokkenheid van verdachte bij het aangetroffen vuurwerk. Uit de verklaring van de moeder van verdachte en haar reactie nadat zij werd geconfronteerd met de vondst van vuurwerk op de slaapkamer, leidt de militaire kamer af dat zij niet van het vuurwerk op de slaapkamer van verdachte op de hoogte was.
De militaire kamer stelt vast dat verdachte in september 2022 samen met zijn moeder vuurwerk in België heeft opgehaald. Daarna heeft verdachte in november 2022 opnieuw contact gehad met zijn moeder, dit maal over vuurwerk dat hij kon ophalen in Almere. Uit de WhatsApp-conversatie tussen zijn moeder en [naam 1] volgt dat verdachte voor dat vuurwerk redelijk veel zou moeten betalen. Verdachte heeft verklaard dat hij toen in overleg met zijn moeder van de koop heeft af gezien. De militaire kamer leidt uit deze contacten af dat verdachte en zijn moeder contact met elkaar onderhielden bij het kopen en ophalen van vuurwerk. Naar het oordeel van de militaire kamer passen de berichten die de moeder van verdachte op 11 maart 2023 heeft gewisseld met [naam 1] goed binnen dat beeld.
Zijn moeder schrijft die dag dat verdachte onderweg is met
nog meerdozen vuurwerk. Verdachte heeft geen verklaring gegeven voor dat bericht. De militaire kamer is van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte op dat moment op weg was naar de woning van zijn moeder met dozen vuurwerk en dat hij de persoon is geweest die de dozen daar heeft geplaatst. In die woning wordt immers ruim drie maanden later een grote hoeveelheid dozen vuurwerk aangetroffen.
De verklaring van verdachte dat hij geen enkele wetenschap had van de aanwezigheid van het vuurwerk in de woning, evenals de verklaring van de moeder van verdachte dat het vuurwerk van haar was, acht de militaire kamer ongeloofwaardig en in tegenspraak met de bewijsmiddelen, bezien in samenhang met hetgeen hiervoor is overwogen.
Gelet op het voorgaande acht de militaire kamer wettig en overtuigend bewezen dat verdachte weet had van de aanwezigheid van het vuurwerk in de woning en dat hij daar de beschikkingsmacht over had, waardoor verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1 ten laste gelegde. Daarbij was voorts sprake van medeplegen, nu verdachte het vuurwerk in huis bracht, zijn moeder hiervan op de hoogte was en haar woning daar klaarblijkelijk toe ter beschikking stelde.
Conclusie ten aanzien van feit 2
Uit het procesdossier blijkt dat het in de tenlastelegging genoemde wapen op 15 juni 2023 in de woning aan de [adres 2] in [plaats] is aangetroffen. Dit wapen was van verdachte, zoals hij ter zitting ook heeft bekend. In zoverre kan het onder 2 tenlastegelegde bewezen worden verklaard.