ECLI:NL:RBGEL:2025:3544

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 april 2025
Publicatiedatum
8 mei 2025
Zaaknummer
05.281893.21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van oplichting via Marktplaats met meerdere slachtoffers

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 22 april 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meermalen medeplegen van oplichting via Marktplaats. De verdachte, geboren in 2004, heeft advertenties geplaatst voor neptelefoons en potentiële kopers bewogen tot de afgifte van geldbedragen door zich voor te doen als een bonafide verkoper. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, hoewel niet altijd fysiek aanwezig bij de afspraken, een essentiële rol speelde in het oplichtingsplan door het plaatsen van advertenties en het onderhouden van contact met de slachtoffers. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 1.000,00 en heeft de redelijke termijn overschreden, wat heeft geleid tot matiging van de straf. De rechtbank heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte aansprakelijk werd gesteld voor de schade die de slachtoffers hebben geleden door zijn handelen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team Strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/281893-21
Datum uitspraak : 22 april 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer voor jeugdstrafzaken
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2004 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] in [woonplaats] .
Raadsman D.L.A.M. Pluijmakers, advocaat in Almere.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op terechtzittingen achter gesloten deuren.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 6 februari 2020, althans in de maand februari 2020 te [plaats] ,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een geldbedrag van ongeveer €1000,-, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zoukunnen leiden:
hij op of omstreeks 6 februari 2020, althans in de maand februari 2020, te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn/haar mededader(s) voorgenomen misdrijf om een geldbedrag van ongeveer €1000,-, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, immers hebben zij, verdachte(n)
- op www.marktplaats.nl een advertentie geplaatst waarin een (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon van het merk Apple (IPhone) te koop werd aangeboden en/of
- in voornoemde advertentie een valse naam, woonplaats en/of valse/onbruikbare contactgegevens vermeld en/of
- met voornoemde [slachtoffer 1] een prijs voor de aankoop van de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans het goed, overeengekomen en/of een locatie afgesproken om de koop te doen plaatsvinden, althans contact gehad/onderhouden met voornoemde [slachtoffer 1] en/of
- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en/of als bonafide/betrouwbare verkoper van die goederen en/of
- op voornoemde locatie de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans een goed, aangeboden aan voornoemde [slachtoffer 1] en/of
- het geld van die [slachtoffer 1] gecontroleerd en/of
- vervolgens met het geld en/of telefoon weggerend
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 6 februari 2020, althans in de maand februari 2020 te [plaats] ,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van ongeveer €1000,- en/of een telefoon, door
- op www.marktplaats.nl een advertentie te plaatsen waarin een (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon van het merk Apple (IPhone) te koop werd aangeboden en/of
- in voornoemde advertentie een valse naam, woonplaats en/of valse/onbruikbare
contactgegevens te vermelden en/of
- met voornoemde [slachtoffer 1] een prijs voor de aankoop van de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans een goed, overeen te komen en/of een locatie af te spreken om de koop te doen plaatsvinden, althans contact te hebben/onderhouden met voornoemde [slachtoffer 1] en/of
- op voornoemde locatie de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans een goed, aan te bieden aan voornoemde [slachtoffer 1] en/of
- het geld van die [slachtoffer 1] te controleren en/of
- vervolgens met het geld en telefoon weg te rennen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zoukunnen leiden:
hij op of omstreeks 6 februari 2020, althans in de maand februari 2020 te [plaats] ,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] te bewegen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van ongeveer €1000,- en/of een telefoon, immers hebben zij, verdachte(n)
- op www.marktplaats.nl een advertentie geplaatst waarin een (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon van het merk Apple (IPhone) te koop werd aangeboden en/of
- in voornoemde advertentie een valse naam, woonplaats en/of valse/onbruikbare
contactgegevens vermeld en/of
- met voornoemde [slachtoffer 1] een prijs voor de aankoop van de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans een goed, overeengekomen en/of een locatie afgesproken om de koop te doen plaatsvinden, althans contact gehad/onderhouden met voornoemde [slachtoffer 1] en/of
- op voornoemde locatie de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans het goed, aangeboden aan voornoemde [slachtoffer 1]
- het geld van die [slachtoffer 1] gecontroleerd en/of
- met het geld en/of telefoon weggerend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij in of omstreeks de periode van 19 juni 2020 tot en met 21 juni 2020, althans in de maand juni 2020 te [plaats] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van ongeveer €100,- en/of een telefoon, door
- op www.marktplaats.nl een advertentie te plaatsen waarin een (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon van het merk Apple (IPhone) te koop werd aangeboden en/of
- in voornoemde advertentie een valse naam, woonplaats en/of valse/onbruikbare
contactgegevens te vermelden en/of
- met voornoemde [slachtoffer 2] een prijs voor de aankoop van de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans een goed, overeen te komen en/of een locatie af te spreken om de koop te doen plaatsvinden, althans contact te hebben/onderhouden met voornoemde [slachtoffer 2] en/of
- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en/of als bonafide/betrouwbare verkoper van die goederen en/of
- op voornoemde locatie de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans een goed, aan te bieden aan voornoemde [slachtoffer 2] en/of
- het geld van die [slachtoffer 2] te controleren en/of
- vervolgens met het geld en/of telefoon weg te rennen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zoukunnen leiden:
een of meer onbekende dader(s) in of omstreeks de periode van 19 juni 2020 tot en met 21 juni 2020, althans in de maand juni 2020 te [plaats] , althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van ongeveer €100,- en/of een telefoon, door
- op voornoemde locatie de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans een goed, aan te bieden aan voornoemde [slachtoffer 2] en/of
- het geld van die [slachtoffer 2] te controleren en/of
- vervolgens met het geld en telefoon weg te rennen,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 19 juni 2020 tot en met 21 juni 2020 te [plaats] , althans in de maand juni 2020 althans in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- op www.marktplaats.nl een advertentie te plaatsen waarin een (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon van het merk Apple (IPhone) te koop aan te bieden en/of
- in voornoemde advertentie een valse naam, woonplaats en/of valse/onbruikbare contactgegevens te vermelden en/of
- met voornoemde [slachtoffer 2] een prijs voor de aankoop van de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans een goed, overeen te komen en/of een locatie af te spreken om de koop te doen plaatsvinden, althans contact te hebben/onderhouden met voornoemde [slachtoffer 2] en/of
- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en/of als bonafide/betrouwbare verkoper van die goederen;
4.
hij op of omstreeks 21 juni 2020, althans in de maand juni 2020 te [plaats] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag van ongeveer €100,- en/of een telefoon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zoukunnen leiden:
een of meer onbekende dader(s) op of omstreeks 21 juni 2020, althans in de maand juni 2020 te [plaats] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen een geldbedrag van ongeveer €100,- en/of een telefoon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan die onbekend gebleven daders en/of die [verdachte] toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 19 juni 2020 tot en met 21 juni 2020, althans in de maand juni 2020 te [plaats] , althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- op www.marktplaats.nl een advertentie te plaatsen waarin een (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon van het merk Apple (IPhone) te koop werd aangeboden en/of
- in voornoemde advertentie een valse naam, woonplaats en/of valse/onbruikbare contactgegevens te vermelden en/of
- met voornoemde [slachtoffer 2] een prijs voor de aankoop van de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans het goed, is/zijn overeengekomen en/of een locatie heeft/hebben afgesproken om de koop te doen plaatsvinden, althans contact te hebben gehad/onderhouden met voornoemde [slachtoffer 2] en/of
- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en/of als bonafide/betrouwbare verkoper van die goederen en/of
- het geld van die [slachtoffer 2] te controleren en/of
- met het geld en/of telefoon van die [slachtoffer 2] is/zijn weggerend;
5.
hij op of omstreeks 11 augustus 2020, althans in de maand augustus 2020 te [plaats] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten
een geldbedrag van ongeveer €550,- en/of een telefoon, door
- op www.marktplaats.nl een advertentie te plaatsen waarin een (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon van het merk Apple (IPhone) te koop werd aangeboden en/of
- in voornoemde advertentie een valse naam, woonplaats en/of valse/onbruikbare
contactgegevens te vermelden en/of
- met voornoemde [slachtoffer 3] een prijs voor de aankoop van de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans het goed, overeen te komen en/of een locatie af te spreken om de koop te doen plaatsvinden, althans contact te hebben/onderhouden met voornoemde [slachtoffer 3] en/of
- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en/of als bonafide/betrouwbare verkoper van die goederen en/of
- op voornoemde locatie de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans een goed, aan te bieden aan voornoemde [slachtoffer 3] en/of
- (vervolgens) het geld uit de hand van die [slachtoffer 3] te trekken/rukken en/of
- vervolgens met het geld weg te rennen en/of
- hierbij een valse factuur van de MediaMarkt achter te laten/te gebruiken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zoukunnen leiden:
een of meer onbekende dader(s) op of omstreeks 11 augustus 2020, althans in de maand augustus 2020 te [plaats] , althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van ongeveer €550,- en/of een telefoon, door
- op voornoemde locatie de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans een goed, aan te bieden aan voornoemde [slachtoffer 3] en/of
- (vervolgens) het geld uit de hand van die [slachtoffer 3] te trekken/rukken en/of vervolgens met het geld weg te rennen en/of
- hierbij een valse factuur van de MediaMarkt achter te laten/te gebruiken;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 11 augustus 2020, althans in de maand augustus 2020 te [plaats] , althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- op www.marktplaats.nl een advertentie te plaatsen waarin een (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon van het merk Apple (IPhone) te koop werd aangeboden en/of
- in voornoemde advertentie een valse naam, woonplaats en/of valse/onbruikbare
contactgegevens te vermelden en/of
- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en/of als bonafide/betrouwbare verkoper van die goederen en/of
- met voornoemde [slachtoffer 3] een prijs voor de aankoop van de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans het goed, overeen te komen en/of een locatie af te spreken om de koop te doen plaatsvinden, althans contact te hebben/onderhouden met voornoemde [slachtoffer 3] ;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zoukunnen leiden:
hij op of omstreeks 11 augustus 2020, althans in de maand augustus 2020 te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 3] te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een geldbedrag van ongeveer €550,- en/of een telefoon,
- op www.marktplaats.nl een advertentie heeft geplaatst waarin een (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon van het merk Apple (IPhone) te koop werd aangeboden en/of
- in voornoemde advertentie een valse naam, woonplaats en/of valse/onbruikbare contactgegevens heeft vermeld en/of
- met voornoemde [slachtoffer 3] een prijs voor de aankoop van de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans een goed, overeen is gekomen en/of een locatie heeft afgesproken om de koop te doen plaatsvinden, althans contact te hebben gehad/onderhouden met voornoemde [slachtoffer 3] en/of
- daarbij zich heeft voorgedaan als eigenaar/bezitter en/of als bonafide/betrouwbare verkoper van die goederen en/of;
- op voornoemde locatie de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans het goed, heeft aangeboden aan voornoemde [slachtoffer 3] en vervolgens de envelop met geld uit de handen te grissen van die [slachtoffer 3] en/of
- met het geld is weggerend en/of
- hierbij een valse factuur van de MediaMarkt heeft achtergelaten/gebruikt en/of ter beschikking gesteld;
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meest subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zoukunnen leiden:
een of meer onbekende dader(s) of omstreeks 11 augustus 2020, althans in de maand augustus 2020, te [plaats] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 3] te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een geldbedrag van ongeveer €550,- en/of een telefoon,
- op voornoemde locatie de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans het goed, heeft aangeboden aan voornoemde [slachtoffer 3] en vervolgens de envelop met geld uit de handen te grissen van die [slachtoffer 3] en/of
- met het geld is weggerend en/of
- hierbij een valse factuur van de MediaMarkt heeft achtergelaten/gebruikt en/of ter beschikking gesteld;
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 11 augustus 2020, althans in de maand augustus 2020 te [plaats] , althans in Nederland opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- op www.marktplaats.nl een advertentie te plaatsen waarin een (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon van het merk Apple (IPhone) te koop werd aangeboden en/of
- in voornoemde advertentie een valse naam, woonplaats en/of valse/onbruikbare
contactgegevens te vermelden en/of
- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en/of als bonafide/betrouwbare verkoper van die goederen en/of
- met voornoemde [slachtoffer 3] een prijs voor de aankoop van de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans het goed, overeen te komen en/of een locatie af te spreken om de koop te doen plaatsvinden, althans contact te hebben/onderhouden met voornoemde [slachtoffer 3] ;
6.
hij op of omstreeks 11 augustus 2020, althans in de maand augustus 2020 te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag van ongeveer €550,-, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zoukunnen leiden:
een of meer onbekende dader(s) op of omstreeks 11 augustus 2020, althans in de maand augustus 2020 te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen een geldbedrag van ongeveer €550,-, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan die [verdachte] en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 11 augustus 2020, althans in de maand augustus 2020 te [plaats] , althans in
Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- op www.marktplaats.nl een advertentie te plaatsen waarin een (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon van het merk Apple (IPhone) te koop werd aangeboden en/of
- in voornoemde advertentie een valse naam, woonplaats en/of valse/onbruikbare
contactgegevens te vermelden en/of
- met voornoemde [slachtoffer 3] een prijs voor de aankoop van de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans het goed, overeen te komen en/of een locatie af te spreken om de koop te doen plaatsvinden, althans contact te hebben/onderhouden met voornoemde [slachtoffer 3] en/of
- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en/of als bonafide/betrouwbare verkoper van die goederen en/of
- op voornoemde locatie de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans een goed, aan te bieden aan voornoemde [slachtoffer 3] en/of
- (vervolgens) het geld uit de hand van die [slachtoffer 3] te trekken/rukken en/of vervolgens met het geld weg te rennen en/of
- hierbij een valse factuur van de MediaMarkt achter te laten/te gebruiken.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan feit 1 (diefstal in vereniging), feit 2, primair (medeplegen van oplichting), feit 3, primair (medeplegen van oplichting), feit 4, subsidiair (medeplichtigheid aan diefstal in vereniging), feit 5, meer subsidiair (medeplegen van een poging tot oplichting) en feit 6, subsidiair (medeplichtigheid aan diefstal in vereniging).
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit voor feiten 1 en 2. Er is geen bewijs dat verdachte bij de afspraak met aangever [slachtoffer 1] fysiek aanwezig is geweest. Aangever is tijdens die afspraak bewogen om geld af te geven. Vanaf dat moment is het geld buiten de machtssfeer van aangever en kan geen sprake zijn van diefstal (feit 1). Subsidiair kan niet worden bewezen dat verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad op de diefstal (feit 1). De rol van verdachte, die bestond uit het plaatsen van een advertentie en het onderhouden van telefonisch contact met mogelijke kopers, is te klein om te kunnen spreken van medeplegen van oplichting (feit 2).
De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor feit 3, primair, en feit 4, primair. Van diefstal kan geen sprake zijn omdat een wegnemingshandeling ontbreekt (feit 4). Subsidiair kan niet worden bewezen dat verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad op de diefstal (feit 4). Van medeplegen van oplichting is geen sprake, omdat verdachte slechts een advertentie heeft geplaatst en telefonisch contact heeft onderhouden (feit 3). Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde (medeplichtigheid aan oplichting) heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank (feit 3).
De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor feit 5, primair, subsidiair en meer subsidiair. Er is geen sprake van een voltooide oplichting. De rol die verdachte heeft gehad, is onvoldoende groot om te kunnen spreken van medeplegen. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor de meest subsidiaire variant op de tenlastelegging (medeplichtigheid aan een poging tot oplichting).
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit voor feit 6, omdat verdachte geen voorwaardelijk opzet heeft gehad op de diefstal. Subsidiair kan, gelet op de beperkte rol van verdachte, niet worden bewezen dat sprake is geweest van medeplegen. Ten aanzien van de medeplichtigheid van verdachte (feit 6 subsidiair) heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Feiten 1 en 2 – aangever [slachtoffer 1]
Op 6 februari 2020 heeft aangever [slachtoffer 1] (hierna: aangever) een advertentie gevonden op Marktplaats waarin een iPhone 11 Pro Max werd aangeboden voor € 1.000,00. Hij heeft via Marktplaats contact opgenomen met de aanbieder, [verdachte] genaamd, en een afspraak gemaakt bij de [straatnaam] in [plaats] . Vlak voor de afspraak heeft de aanbieder telefonisch contact opgenomen met aangever via een telefoonnummer eindigend op [nummers 1] . Eenmaal bij de [straatnaam] stonden er twee jongens. Zij wilden het geld graag tellen en kijken of het echt was. Toen aangever het geldgedrag van € 1.000,00 aan de jongens gaf, renden ze ineens heel hard weg. Aangever heeft de iPhone niet gezien. [2]
Bij het plaatsen van de advertentie is gebruik gemaakt van een e-mailadres met daarin de naam van verdachte en van het IP-nummer [IP-nummer 1] . Het IP-adres is in gebruik [moeder van verdachte] aan de [adres] in [plaats] . Op dit adres staat [verdachte] , geboren op [geboortedag] 2004 (verdachte) ingeschreven. [3] [moeder van verdachte] is de moeder van verdachte. [4]
Verdachte heeft (ruim een jaar na het ten laste gelegde feit) verklaard dat het telefoonnummer eindigend op [nummers 1] zijn (oude) telefoonnummer is. [5]
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij de advertentie heeft gemaakt en het contact heeft onderhouden met (potentiële) kopers. In de advertentie werd een neptelefoon aangeboden. [6]
Gelet op het gebruikte IP-adres en het gebruikte telefoonnummer in samenhang met de verklaring van verdachte stelt de rechtbank vast dat verdachte onder een normale persoonsnaam ( [verdachte] ), niet zijnde verdachtes werkelijke naam, een advertentie heeft geplaatst op Marktplaats, waarin voor € 1.000,00 een neptelefoon werd aangeboden als ware het een echte iPhone 11 Max Pro. Aangever heeft op deze advertentie gereageerd. Vervolgens heeft verdachte contact onderhouden met aangever over de verkoop van de telefoon en een afspraak met hem gemaakt. Twee personen zijn op de afspraak met aangever verschenen. Zij hebben aan aangever gevraagd om het geld na te mogen tellen en op echtheid te mogen controleren. Aangever heeft het geld overhandigd, waarna de twee personen met het geld zijn weggerend.
Uit de bewijsmiddelen volgt onvoldoende duidelijk dat verdachte één van de twee personen is geweest die op de afspraak met aangever zijn verschenen. Verdachte heeft weliswaar verklaard dat hij naar aanleiding van een marktplaatsadvertentie eens heeft afgesproken in de [straatnaam] , maar dat het toen niet is gelukt om het geld te pakken. Verdachte is toen naar eigen zeggen alleen naar die afspraak met de koper gegaan (p. 245 en p. 246). Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij niet meer weet of het om de afspraak met aangever ging. Hoewel de afspraak met aangever [slachtoffer 1] eveneens heeft plaatsgevonden in de [straatnaam] is niet vast te stellen dat de afspraak waarover verdachte heeft verklaard dezelfde is als de afspraak waarbij aangever [slachtoffer 1] betrokken was.
Op grond van het hiervoor overwogene vindt de rechtbank dat de verdachte door het aannemen van een valse naam en het aanbieden van een neptelefoon, als ware het een iPhone 11 Pro Max, bij aangever een onjuiste voorstelling van zaken in het leven heeft geroepen waardoor deze is bewogen tot de afgifte van € 1.000,00.
Verdachte heeft zich valselijk gepresenteerd als een bonafide verkoper door – op een voor markplaats.nl gangbare wijze – een nep iPhone 11 aan te bieden voor een bedrag van € 1.000,00, terwijl de koper mocht verwachten dat verdachte een echte iPhone 11 voor de afgesproken prijs zou leveren. In die verwachting heeft de koper het geld af gegeven om na te tellen en op echtheid te controleren.
Medeplegen
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard wanneer is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering.
De rol van verdachte bestond uit het plaatsen van een advertentie op Marktplaats en het onderhouden van contact met de koper. Hij wist dat het ging om de verkoop van neptelefoons. Het aandeel van verdachte vormt een essentiële en wezenlijke schakel in het plan om de koper op te lichten.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten.
Conclusie
De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder feit 2, primair ten laste gelegde medeplegen van oplichting. Nu sprake is van een voltooide oplichting – aangever heeft het geld afgegeven – zal de rechtbank verdachte vrijspreken van de onder feit 1 ten laste gelegde (poging tot) diefstal. Het geld was immers als gevolg van de voltooide oplichting al uit handen van de aangever toen men er rennend met het geld vandoor is gegaan. Van ‘wegnemen’ van het geld ‘met het oogmerk om zich het wederrechtelijk toe te eigenen’, althans een poging daartoe, is daarom geen sprake.
Feiten 3 en 4 – aangever [slachtoffer 2]
Aangever [slachtoffer 2] (hierna: aangever) heeft via Marktplaats een advertentie gezien voor een iPhone 11 Pro Max 512. De advertentie stond op naam van [verdachte] uit [plaats] . Aangever heeft € 1020,00 voor de telefoon geboden. Het eerste contact met de verkoper heeft plaatsgevonden op 19 juni 2020 via WhatsApp. Het telefoonnummer dat de verkoper heeft gebruikt was een telefoonnummer eindigend op [nummers 2] . De verkoper heeft zich voorgedaan als de broer van [verdachte] . Aangever heeft op 21 juni 2020 afgesproken met de verkoper in [plaats] . Op de afgesproken plek stonden twee jongens te wachten. Omdat de jongens eerst het geld wilden controleren, heeft aangever het geld briefje voor briefje gegeven; hij gaf een briefje ter controle, pakte het gecontroleerde briefje terug en gaf daarna het volgende briefje. Toen hij een briefje van € 100,00 gaf, zijn de jongens met het briefje weggerend. [7]
Bij het plaatsen van de advertentie dan wel bij het gebruik van het marktplaatsaccount werd gebruik gemaakt van het e-mailadres [e-mailadres] en van het IP-nummer [IP-nummer 1] . Het IP-adres is in gebruik bij [moeder van verdachte] (de moeder van verdachte), wonende aan de [adres] in [plaats] . Op dit adres staat [verdachte] , geboren op [geboortedag] 2004 (verdachte) ingeschreven. [8]
Het telefoonnummer eindigend op [nummers 2] werd door verdachte gebruikt. [9]
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat het kan kloppen dat hij de afspraak heeft gemaakt, aangezien zijn telefoonnummer is gebruikt. Het plan van verdachte (en de andere jongens) was om in de advertentie een neptelefoon aan te bieden. [10]
Gelet op het gebruikte IP-adres en het gebruikte telefoonnummer in samenhang met de verklaring van verdachte stelt de rechtbank vast dat verdachte onder een normale persoonsnaam ( [verdachte] ), niet zijnde verdachtes werkelijke naam, een advertentie heeft geplaatst op Marktplaats, waarin een neptelefoon werd aangeboden als ware het een echte iPhone 11 Pro Max 512. Aangever heeft op deze advertentie gereageerd en een bod gedaan van € 1020,00. Vervolgens heeft verdachte, als zijnde de broer van [verdachte] , contact onderhouden met aangever over de verkoop van de telefoon en een afspraak met hem gemaakt. Vervolgens heeft de afspraak plaatsgevonden. Twee jongens zijn op de afspraak met aangever verschenen. Zij wilden eerst het geld op echtheid controleren. Aangever heeft het geld briefje voor briefje overhandigd. Toen aangever een briefje van € 100,00 overhandigde, zijn de jongens met het geld weggerend.
Op grond van het hiervoor overwogene vindt de rechtbank dat de verdachte door het aannemen van een valse naam en het aanbieden van een neptelefoon als ware het een iPhone 11 Pro Max 512, bij aangever een onjuiste voorstelling van zaken in het leven heeft geroepen.
Verdachte heeft zich valselijk gepresenteerd als een bonafide verkoper door – op een voor markplaats.nl gangbare wijze – een nep iPhone 11 aan te bieden, terwijl de koper mocht verwachten dat verdachte voor een afgesproken prijs van € 1.020,00 een echte iPhone 11 zou leveren. De ‘verkopers’ wilden het geld op echtheid controleren. Zodoende is aangever bewogen tot de afgifte van geld. Toen aangever een briefje van € 100,00 had overhandigd, zijn de ‘verkopers’ er met het geld vandoor gegaan.
Medeplegen
Hoewel niet is komen vast te staan dat verdachte bij de afspraak met aangever aanwezig is geweest, is de rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. De rol van verdachte bestond uit het plaatsen van een advertentie op Marktplaats en het onderhouden van contact met potentiële kopers. Hij wist dat het ging om de verkoop van neptelefoons. Het aandeel van verdachte vormt een essentiële en wezenlijke schakel in het plan om de koper op te lichten.
Conclusie
De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder feit 3, primair ten laste gelegde medeplegen van oplichting. Nu sprake is van een voltooide oplichting – aangever heeft als gevolg van de oplichtingshandelingen honderd euro afgegeven – zal de rechtbank verdachte vrijspreken van de onder feit 4 ten laste gelegde (medeplichtigheid aan) diefstal. Van ‘wegnemen’ van het geld ‘met het oogmerk om zich het wederrechtelijk toe te eigenen’, althans een poging daartoe, was immers geen sprake.
Vrijspraak voor feiten 5 en 6 – aangever [slachtoffer 3]
Aangever [slachtoffer 3] (hierna: aangever) heeft via Marktplaats een gebruikte iPhone 11 Pro Max gekocht voor € 550,00. De adverteerder van de marktplaatsadvertentie was genaamd [verdachte] . Het telefoonnummer dat hij of zij gebruikte, was een telefoonnummer eindigend op [nummers 2] . Aangever heeft via Marktplaats en WhatsApp een afspraak gemaakt om de telefoon op 11 augustus 2020 op te halen. Er verscheen een jongen op de afspraak, die een plastic tas met daarin een doosje met de telefoon aan aangever overhandigde. Toen aangever het doosje opende zag hij meteen dat de telefoon nep was. Aangever had het geldbedrag ad € 550,00 in een envelop in zijn hand. De jongen heeft de envelop met geld uit de hand van aangever getrokken en is vervolgens weggerend.
Zoals hierboven is overwogen, werd het nummer eindigend op [nummers 2] gebruikt door verdachte. Verdachte heeft verklaard dat hij de advertentie heeft geplaatst, maar niet bij de afspraak is geweest. Het plan van verdachte en zijn medeverdachten was om een neptelefoon te verkopen.
De rechtbank stelt vast dat van het bewegen van aangever tot de afgifte van een geldbedrag geen sprake is geweest; het geldbedrag is immers uit zijn hand gegrist. Omdat geen sprake is geweest van ‘afgifte’ van het geld, is geen sprake van een voltooide oplichting. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het medeplegen van en de medeplichtigheid aan oplichting, zoals ten laste is gelegd onder feit 5, primair en subsidiair.
De rechtbank vindt evenmin dat er sprake is van een poging tot oplichting. Tijdens de afspraak heeft de ‘verkoper’ ter plekke het geld uit de handen van aangever gegrist. Er heeft zich geen van buiten komende verhinderende omstandigheid voorgedaan waardoor de – kennelijk in eerste instantie beoogde – oplichting niet is voltooid. De ‘verkoper’ heeft ter plekke zelf de beslissing genomen om het geld (alsnog) ‘weg te nemen met het oogmerk het zich wederrechtelijk toe te eigenen’. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van medeplegen van en medeplichtigheid aan een poging tot oplichting, zoals ten laste is gelegd onder feit 5, meer subsidiair en meest subsidiair.
Zoals hiervoor vastgesteld, heeft de ‘verkoper’ tijdens de afspraak het geld uit de hand van aangever gegrist. Dit is een wegnemingshandeling en daarmee is sprake van diefstal. Uit de bewijsmiddelen volgt onvoldoende overtuigend dat verdachte bij de afspraak ter plaatse was. Evenmin volgt overtuigend uit de bewijsmiddelen dat het binnen de invloedssfeer van verdachte heeft gelegen, dat de ‘verkoper’ tijdens de afspraak (alsnog) is overgegaan tot een diefstal. De rechtbank kan niet vaststellen dat met betrekking tot dit incident de intentie van verdachte was gericht was op de diefstal. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van medeplegen van en medeplichtigheid aan diefstal, zoals ten laste is gelegd onder feit 6, primair en subsidiair.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder feit 2, primair en onder feit 3 , primair heeft begaan, te weten dat:
2. primair
hij op
of omstreeks6 februari 2020
, althans in de maand februari 2020te [plaats] ,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid
en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van
enig goed, te weteneen geldbedrag van
ongeveer€ 1000,00
en/of een telefoon,door
- op www.marktplaats.nl een advertentie te plaatsen waarin een
(vermoedelijkneppe
)mobiele telefoon van het merk Apple (iPhone) te koop werd aangeboden en
/of- in voornoemde advertentie een valse naam,
woonplaats en/of valse/onbruikbarecontactgegevenste vermelden en
/of- met voornoemde [slachtoffer 1] een prijs voor de aankoop van de
(vermoedelijkneppe
)mobiele telefoon,
althans een goed,overeen te komen en
/ofeen locatie af te spreken om de koop te doen plaatsvinden, althans contact te hebben/onderhouden met voornoemde [slachtoffer 1] en
/of- op voornoemde locatie de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans een goed, aan te bieden aan voornoemde [slachtoffer 1] en/of- het geld van die [slachtoffer 1] te controleren en
/of- vervolgens met het geld
en telefoonweg te rennen;
3. primair
hij in
of omstreeksde periode van 19 juni 2020 tot en met 21 juni 2020
, althans in de maand juni 2020te [plaats]
, althans in Nederlandtezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen,met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid
en/ofdoor listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van
enig goed, te weteneen geldbedrag van
ongeveer€ 100,00
en/of een telefoon,door
- op www.marktplaats.nl een advertentie te plaatsen waarin een
(vermoedelijkneppe
)mobiele telefoon van het merk Apple (iPhone) te koop werd aangeboden en
/of- in voornoemde advertentie een valse naam
, woonplaats en/of valse/onbruikbarecontactgegevenste vermelden en
/of- met voornoemde [slachtoffer 2] een prijs voor de aankoop van de
(vermoedelijkneppe
)mobiele telefoon
, althans een goed,overeen te komen en
/ofeen locatie af te spreken om de koop te doen plaatsvinden
, althans contact te hebben/onderhouden met voornoemde [slachtoffer 2]en
/of- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en
/ofals bonafide/betrouwbare verkoper van dat goed
erenen
/of- op voornoemde locatie de (vermoedelijk neppe) mobiele telefoon, althans een goed, aan te bieden aan voornoemde [slachtoffer 2] en/of- het geld van die [slachtoffer 2] te controleren en
/of- vervolgens met het geld
en/of telefoonweg te rennen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 2 primair:
medeplegen van oplichting
feit 3 primair:
medeplegen van oplichting

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van de straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke taakstraf van 60 uur met een proeftijd van één jaar. Zij heeft verder gevorderd dat verdachte daarnaast zal worden veroordeeld tot een geldboete van € 1.000,00, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De officier van justitie heeft bij de formulering van haar eis rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn. Toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht (Sr) doet naar haar mening geen recht aan de gevolgen voor de slachtoffers.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat artikel 9a Sr (schuldigverklaring zonder oplegging van straf) wordt toegepast. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) is overschreden. Verdachte heeft een positieve wending aan zijn leven gegeven. Bovendien heeft verdachte een beperkte rol gehad en is de schade relatief beperkt gebleven voor een beperkt aantal slachtoffers. Verder heeft de raadsman erop gewezen dat artikel 63 Sr van toepassing is.
Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat aan verdachte een geldboete wordt opgelegd. Hij heeft zich voor wat betreft de hoogte van die boete gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Er is geen ruimte voor een voorwaardelijke straf, omdat verdachte inmiddels voldoende heeft aangetoond dat daar geen noodzaak voor is.
De beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, betrekt de rechtbank de aard en de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder die is begaan. Ook houdt de rechtbank rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte en met de inhoud van de volgende stukken:
  • het uittreksel Justitiële Documentatie van 5 september 2024 (het strafblad),
  • de rapportages van de Raad voor de Kinderbescherming van 6 december 2023 en 9 oktober 2024.
In het bijzonder neemt de rechtbank het volgende in aanmerking.
Strafblad
De rechtbank constateert dat artikel 63 Sr van toepassing is.
De ernst van het feit
Verdachte heeft zich tweemaal schuldig gemaakt aan het medeplegen van oplichting via Marktplaats. Meerdere personen zijn door het handelen van verdachte benadeeld. Verdachte heeft ten koste van anderen op een makkelijke en snelle manier geld verkregen en heeft zich daarbij geen rekenschap gegeven van de schade die dit aan anderen heeft toegebracht. Het zijn ernstige en bovendien zeer hinderlijke feiten.
Rapportages
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) heeft weinig zorgen over verdachte. Het recidiverisico wordt ingeschat als laag. Verdachte is gemotiveerd voor zijn werk, opleiding en sport. Het advies van de Raad is tweeledig. Volgens verdachte heeft hij slechts een klein aandeel gehad in de bewezenverklaarde feiten. Hij heeft – naar eigen zeggen – alleen een marktplaatsaccount aangemaakt en deze door oudere jongens laten gebruiken om diefstallen te plegen. Als het bewezenverklaarde aandeel van verdachte overeenkomt met wat verdachte er zelf over heeft verteld, vindt de Raad een onvoorwaardelijk sepot passend. Als het bewezenverklaarde aandeel van verdachte groter is dan dat wat hij er zelf over heeft verteld, vindt de Raad een geldboete een passende consequentie. Een werkstraf heeft geen pedagogische meerwaarde meer.
Schending van de redelijke termijn
De rechtbank stelt voorop dat in art. 6, eerste lid, EVRM het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse staat tegenover de betrokkene een handeling is verricht waaraan de verdachte in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem voor een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld.
Als uitgangspunt in jeugdzaken geldt dat de behandeling op zitting moet zijn afgerond met een eindvonnis binnen zestien maanden nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en/of zijn raadsman op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
De rechtbank stelt met betrekking tot de aanvang van de redelijke termijn en het procesverloop in deze zaak het volgende vast. Met het eerste verhoor van verdachte op 20 april 2021 is de redelijke termijn aangevangen. De zaak is op 22 oktober 2024 door verhindering van verdachte in verband met tentamens aangehouden voor onbepaalde tijd.
De redelijke termijn is in ernstige mate, te weten met 26 maanden, overschreden.
De rechtbank is van oordeel dat deze overschrijding matiging van de op te leggen straf tot gevolg moet hebben.
De op te leggen straf
Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigen de bewezenverklaarde feiten de oplegging van (minimaal) een forse werkstraf. Het aandeel van verdachte in de oplichting was essentieel en wezenlijk. Het baart enigszins zorgen dat verdachte zijn rol een aandeel – ook zoveel tijd later – lijkt te bagatelliseren. Gelet op de forse termijnoverschrijding van de redelijke termijn ziet de rechtbank echter aanleiding om geen forse werkstraf op te leggen. De rechtbank houdt ook rekening met de positieve wending die verdachte aan zijn leven heeft gegeven en met het advies dat een werkstraf geen pedagogische meerwaarde zal hebben. De strafdoelen die met name resteren zijn normstelling en vergelding. Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte daarom een geldboete van € 1.000,00 opleggen.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

Feiten 1 en 2
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 1.000,00 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard vanwege de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft hij zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De beoordeling door de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De schadeposten zijn (verder) voldoende onderbouwd en komen redelijk voor. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering (terugbetaling van het geldbedrag van € 1.000,00) kan worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 6 februari 2020 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
De rechtbank overweegt dat verdachte en zijn medeverdachten ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachten de schade hebben vergoed.
Feit 5 en feit 6
De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 550,00 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard vanwege de bepleite vrijspraak voor diefstal (feit 6). De gevorderde schade staat niet in direct verband met de poging tot oplichting (feit 5). Verdachte heeft nooit de intentie gehad om de envelop met geld weg te grissen. Subsidiair heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De beoordeling door de rechtbank
Verdachte is vrijgesproken van het tenlastegelegde onder feit 5 en 6. Daarom zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 36f, 47, 77a, 77g, 77l en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot
een geldboete van € 1.000,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 50 dagen jeugddetentie;
Beslissing op de vorderingen van de benadeelde partijen
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 2, primair tot betaling van
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 1.000,00 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 februari 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 0 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte(n) (een deel van) het schadebedrag betaalt/betalen dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht;
 verklaart
de benadeelde partij [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk in de vorderingtot materiële schade.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J.C. Cremers (voorzitter en kinderrechter), mr. M. Rietveld en mr. R.D. Leen, kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Damen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 april 2025.
Mr. Rietveld is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2021225605, gesloten op 31 mei 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 7.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 10 en 11.
4.Uittreksel uit het BCS portaal, geen deel uitmakend van het doorgenummerde procesdossier.
5.Proces-verbaal van het verhoor van verdachte d.d. 20 april 2021 om 11:25 uur, p. 244 en 246.
6.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 april 2025.
7.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 41 en 42.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 60 en 61.
9.Proces-verbaal van het verhoor van verdachte d.d. 20 april 2021 om 11:25 uur, p. 247.
10.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 april 2025.