Uitspraak
1.De procedure
2.De zaak in het kort
3.De feiten
7. Duur van de overeenkomst
(…)
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter zich gebogen over de vraag of er naast een overeenkomst beroepspraktijkvorming (BPV) ook een arbeidsovereenkomst heeft bestaan tussen de verzoeker en de verweerder. De verzoeker, die in het kader van zijn BBL-opleiding tot automonteur werkzaam was bij de verweerder, stelde dat er naast de BPV-overeenkomst ook een arbeidsovereenkomst was, die onterecht was opgezegd. De kantonrechter oordeelde dat er inderdaad een arbeidsovereenkomst bestond, die door de verweerder niet rechtsgeldig was opgezegd. De verzoeker had recht op een gefixeerde schadevergoeding en een transitievergoeding, maar de gevraagde billijke vergoeding werd afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat de verzoeker zelf verantwoordelijk was voor de situatie die leidde tot de beëindiging van de overeenkomst, en dat er geen verband was tussen zijn persoonlijke omstandigheden en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Daarnaast werd in het tegenverzoek van de verweerder de terugbetaling van een lening aan de verzoeker toegewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.