ECLI:NL:RBGEL:2025:3211

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 april 2025
Publicatiedatum
24 april 2025
Zaaknummer
05/088563-24 en 05/150390-24 (ttz. gev.)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor poging tot zware mishandeling, ontucht met minderjarige en bezit van kinderporno

Op 18 april 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaken met parketnummers 05/088563-24 en 05/150390-24. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek van voorarrest, en terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot zware mishandeling van een man die glasvezelabonnementen verkocht, en aan ontucht met een minderjarige, alsook aan het gewoonte maken van het bezit van kinderporno. De feiten vonden plaats tussen 2015 en 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die lijdt aan een schizofreniespectrumstoornis, verminderd toerekeningsvatbaar is. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij volledig toegewezen, waarbij de verdachte €846,47 aan materiële schade en €2.250,- aan smartengeld moet betalen. De rechtbank heeft ook een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd, die na de gevangenisstraf en tbs-maatregel zal worden geëvalueerd.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05/088563-24 en 05/150390-24 (ttz. gev.)
Datum uitspraak : 18 april 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1974 in [geboorteplaats] (Indonesië),
wonende aan de [adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. [verblijfplaats] .
Raadsvrouw: mr. M.M. Scholten, advocaat in Groningen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Onder parketnummer 05/088563.24:
hij op of omstreeks 12 maart 2024 te [plaats 1] , althans in de gemeente
[plaats 2] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, die [slachtoffer 1] , meermalen althans eenmaal, met een speer, althans met een hard en/of puntig voorwerp, in/op/tegen het hoofd en/of een arm en/of een been heeft gestoken en/of geprikt en/of geslagen terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 12 maart 2024 te [plaats 1] , althans in de gemeente
[plaats 2] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen die [slachtoffer 1] , meermalen, althans eenmaal, met een speer, althans met een hard en/of puntig voorwerp, in/op/tegen het hoofd en/of een arm en/of een been heeft gestoken en/of geprikt en/of geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 12 maart 2024 te [plaats 1] , althans in de gemeente [plaats 2]
[slachtoffer 1] heeft mishandeld door hem meermalen, althans eenmaal, met een speer, althans met een hard en/of puntig voorwerp, in/op/tegen het hoofd en/of een arm en/of een been te steken en/of te prikken en/of te slaan.
Onder parketnummer 05/150390.24:
1.
hij op of omstreeks 31 augustus 2022 te [plaats 2] , althans in Nederland, met een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 2] 2013, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het meenemen van die [slachtoffer 2] naar zijn, verdachtes, woning
en/of
- het (laten) aantrekken van een bikini door die [slachtoffer 2] en/of
- ( terwijl die [slachtoffer 2] de bikini aanhad) het trekken/brengen van het
bikinibroekje van voornoemde bikini tussen de billen van die [slachtoffer 2] ,
althans het hoog optrekken van het bikinibroekje van voornoemde bikini
en/of
- het op schoot tillen en/of zetten van die [slachtoffer 2] (in voornoemde
bikini) en/of
- het (hierbij) wijd plaatsen en/of het naar buiten bewegen van de
benen van die [slachtoffer 2] (buiten zijn, verdachtes, benen) en/of
- het laten bewegen van de billen van die [slachtoffer 2] (in voornoemde
bikini) op zijn, verdachtes, schoot en/of benen en/of
- het wrijven en/of tikjes geven over en/of op de (boven)benen van
die [slachtoffer 2] , althans het betasten van de (boven)benen van die [slachtoffer 2]
en/of
- het vastpakken van het (rechter)been van die [slachtoffer 2] en/of
- het (vervolgens) leiden van het (rechter)been van die [slachtoffer 2] naar
de buitenkant van zijn, verdachtes, (rechter)been en/of
- het in de mond laten nemen van een lolly door die [slachtoffer 2] en/of
het laten likken en/of zuigen aan een lolly door die [slachtoffer 2] en/of
- het aan die [slachtoffer 2] vragen en/of tegen die [slachtoffer 2] zeggen:
“Lekker?” en/of “Hoe diep kun je ‘em in je mond steken dan? Hoe diep
kan het? Fantastisch hee, verdorie hee, o wauw, doe nog eens een
keertje? Wauw, wauw, jij bent goed, hee!” en/of “Ben je lenig?”, althans
woorden van gelijke aard en/of strekking;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari
2015 tot en met 21 september 2022 te [plaats 2] , althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s - en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen - te weten een (foto)camera ( [Sony] ), bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, heeft vervaardigd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en)
en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de
billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar
nog niet had bereikt en/of
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en)
en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de
billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het als persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
met de/een vinger/hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van
het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of borsten
(bestandsna(a)m(en):
1637302350894.jpg)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte en/of
sadomasochistische) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de
foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden en/of (waarbij) sadomasochistische elementen worden gebruikt,
(waarbij) die afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling (bestandsna(a)m(en):
1652176642843.jpg,
1652176687472.jpg,
1652176687764.jpg,
1652176689080.jpg,
1652176695318.jpg,
1652176703036.jpg,
1652176706787.jpg,
1652176717233.jpg,
1652176717713.jpg,
1652176726165.jpg,
1652176736015.jpg,
-4994036729881759506_1024.cache,
0_650.jpeg, Thumb_2603.jpg)
en/of
het masturberen (dicht) boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of terwijl/waarbij op dat gezicht en/of lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is (waarbij) die afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling
(bestandsna(a)m(en):
1637302350894.jpg)
terwijl hij, verdachte, van het plegen van dit misdrijf aldus een gewoonte heeft gemaakt.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Parketnummer 05/088563.24: [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het subsidiair ten laste gelegde te weten poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van het primair en subsidiair tenlastegelegde omdat er geen sprake was van een voor verdachte voorzienbare aanmerkelijke kans op dood of zwaar lichamelijk letsel door zijn handelen richting aangever.
Beoordeling door de rechtbank
De bewijsmiddelen
Op 12 maart 2024 deed [slachtoffer 1] (verder: aangever) aangifte tegen verdachte. Aangever was die dag met zijn auto, een grijze Opel Corsa, onderweg om voor het bedrijf [bedrijf] glasvezel abonnementen te verkopen. Toen hij aankwam bij het huis van verdachte in [plaats 1] zag hij dat dit huis helemaal dichtgetimmerd was en kon hij de voordeur niet vinden. Na het parkeren van zijn auto heeft hij eerst buiten, langs de kant van het weiland, geürineerd. Daarna liep hij naar de achterzijde van het huis om te kijken of er iemand thuis was. Opeens zag hij een man naar buiten komen met een speer van ongeveer 1,5 meter lang in zijn hand. De punt was van metaal en erg scherp. De man kwam op hem afgelopen en riep “verboden terrein, java, java”! Toen hij dichtbij aangever was begon hij te slaan waarbij hij eerst de linkerarm van aangever raakte. Ook maakte hij steekbewegingen richting het been van aangever. Toen aangever naar beneden keek om zijn legitimatiebewijs te pakken, dat met een keycord om zijn nek hing, voelde hij dat de man in zijn hoofd stak aan de rechterkant. Hij voelde direct pijn aan zijn arm en hoofd en voelde warm bloed. Hij riep tegen de man “doe rustig” en rende terug naar zijn auto. De man bleef achter hem aan rennen. De man heeft toen met de speer op de buitenspiegel aan de bijrijderszijde geslagen. Toen aangever weg wilde rijden zag hij dat de man met de speer door het raam aan de bestuurderszijde stak. De scherpe punt van de speer stak door het raam naar binnen. Toen aangever zijn raam dichtdeed kwam de speer klem te zitten tussen zijn autoraam en brak af. Toen aangever was weggereden en 20 meter verderop stilstond om de politie te bellen, zag hij de man naar buiten komen met een andere speer. Hij is snel weggereden. [2]
Na melding van het incident aan de politie, trof deze op de [straatnaam] in [plaats 1] aangever aan met veel bloed in zijn nek en op zijn t-shirt. Nadat de politie aan aangever een foto toonde van verdachte, waarmee de politie ambtshalve bekend was vanwege een eerdere melding omtrent agressief gedrag, bevestigde aangever dat dit de man was die hem had aangevallen. [3]
In de woning van verdachte is een op een speer gelijkend voorwerp aangetroffen. Dit voorwerp bleek een landmeetstok te zijn. De punt, die naast de stok lag, was afgebroken. In de keuken lagen nog twee landmeetstokken. Deze zijn sterk gelijkend op speren. [4]
Verdachte heeft verklaard dat hij de stok met de ijzeren punt heeft gebruikt tegen aangever en dat deze daardoor in delen was gebroken. Hij had de houten delen van de stok en de punt in zijn woning achtergelaten. [5] Hij betrapte aangever terwijl hij urineerde op zijn terrein. Hij geloofde niet dat aangever glasvezel kwam aanbieden omdat hij geen zichtbare werkkleding droeg. Hij had het gevoel dat aangever tegen hem loog en werd boos. [6] Hij heeft aangever drie keer met de stok geslagen; eerst boven zijn knie, daarna bij zijn heup en toen op zijn schouder. [7] De derde slag was bedoeld op zijn rechterschouder maar omdat aangever bukte is deze waarschijnlijk afgeschampt op zijn bovenarm en zijwaarts tegen zijn hoofd aangekomen. Verdachte wilde aangever, door met de stok te slaan en te prikken, meer schrik aanjagen dan verwonden. [8]
Aangever is op 12 maart 2024 bij de huisartsenpost onderzocht. Daar zijn de volgende verwondingen geconstateerd; een diepe snijwond van 2 centimeter op de behaarde hoofdhuid en een diepe snijwond van 2 centimeter op de linker bovenarm boven de ellenboog. De genezingsduur is geschat op 3 weken. [9]
Beoordeling door de rechtbank
Het primair ten laste gelegde
De rechtbank is van oordeel dat het procesdossier onvoldoende bewijs bevat om vast te stellen dat verdachte met zijn handelen het opzet heeft gehad om aangever om het leven te brengen. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van het onder 1 primair ten laste gelegde.
Het subsidiair ten laste gelegde
De rechtbank stelt vast dat verdachte met een stok met een scherpe ijzeren punt naar het hoofd, arm en been van aangever heeft gestoken en geslagen als gevolg waarvan aangever letsel aan zijn arm en hoofd heeft opgelopen. Door op deze manier, onverhoeds en in het wilde weg op iemand in te steken en te slaan heeft verdachte, naar het oordeel van de rechtbank, de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij aan aangever zwaar lichamelijk letsel zou toebrengen. Het verweer van verdachte dat hij met de stok niet direct op het hoofd in stak maar dat deze via de schouder tegen het hoofd aan kwam doet hier niet aan af. Het is in een dergelijke situatie immers voorzienbaar dat door ongecontroleerd te steken en slaan of doordat iemand door de schrik onverwachte bewegingen maakt, de stok op kwetsbare delen van het lichaam terecht kan komen en zware verwondingen kan veroorzaken. Verdachte heeft door zo te handelen de aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel aanvaard. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan.
Parketnummer 05/150390.24 [10] :
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten 1 en 2 .
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw bepleit ten aanzien van feit 1 dat het geen situatie betrof met een minderjarige die aan de zorg en waakzaamheid van verdachte was toevertrouwd. Voor het overige refereert zij zich aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsvrouw bepleit dat er slechts sprake was van het bezit van afbeeldingen en dat het dossier geen bewijs bevat dat verdachte de afbeeldingen zelf heeft gemaakt. Daarnaast betreft het overwegend beelden waarop sprake is van poseren en niet van seksuele handelingen met een minderjarige. Tevens is er geen sprake van een beroep of gewoonte.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van feit 1.
De bewijsmiddelen
Op 31 augustus 2022 heeft [aangeefster] melding gedaan bij de politie. Haar minderjarige dochter [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 2] 2013, was die middag door verdachte opgehaald. [aangeefster] had met verdachte afgesproken dat hij [slachtoffer 2] mee zou nemen naar de zus van [aangeefster] om de fiets van [slachtoffer 2] te repareren. Verdachte zou [slachtoffer 2] echter mee hebben genomen naar zijn huis. Daar had [slachtoffer 2] zich moeten omkleden in diverse kleding, waaronder een bikini. [slachtoffer 2] had het bikinibroekje tussen haar billen moeten trekken en ze had bij verdachte op schoot moeten zitten. Ook zou [slachtoffer 2] een lolly zo ver mogelijk in haar keel hebben moeten steken. Verdachte zou [slachtoffer 2] gefilmd hebben. [11]
Op 1 september 2022 heeft de politie met [slachtoffer 2] gesproken. Ze vertelde dat ze met verdachte (die ze de fietsenmaker noemde) naar een huis was gegaan en daar cola kreeg. In een kamer heeft [slachtoffer 2] zich meerdere keren omgekleed in verschillende bikini setjes. Een roze met een soort papagaaien met een grote snavel en iets met een panterprint. Tijdens het omkleden was de fietsenmaker niet in de ruimte. Volgens [slachtoffer 2] was hij beneden want ze hoorde hem de trap af gaan. Er werden van haar foto's gemaakt in bikini. Ook maakte hij een filmpje met een kleine telefoon. Ze moest een paar keer vanaf de gang de kamer inlopen. Ze weet niet waarom dat was. Op een gegeven moment moest [slachtoffer 2] bij de fietsenmaker op schoot zitten. Dat vond ze raar. Ze zat in bikini. De man trok haar bikini hoger op. Dat vond ze niet leuk. De man was toen ook aan het filmen. Ze kreeg een grote reuzen lolly van de
kermis waar ze aan moest likken. Ze moest proberen hoe ver de lolly in haar keel ging. Dat deed zeer, ze moest huilen en de man moest lachen. Ze zei dat ze niet meer wilde en dat hij haar fiets moest maken. Ze kon niet roepen naar iemand want ze waren alleen in het huis. De man stopte wel en ze gingen weg. Tenslotte vertelde [slachtoffer 2] nog over een geurtje wat ze opgespoten kreeg. Iets met een rood flesje maar ook iets met zwart. Van haar moeder moest ze thuis vaak douchen om het geurtje er af te krijgen. [12]
Op 21 september 2022 is de woning van verdachte doorzocht. Daarbij is een geheugenkaart in beslag genomen. De kaart is door de politie onderzocht en hierop is volgens de verbalisant onder andere het volgende te zien en te horen: [13]
Ik zie dat het meisje een lichtroze rokje draagt. Dit rokje heeft een elastieken band om het middel. Aan deze elastieken band zit een doorzichtig rokje dat tot halverwege haar bovenbenen komt. Ik zie dat het meisje een langwerpige lolly in beide handen vast heeft.
Ik zie dat het meisje een kledingstuk draagt om het bovenlichaam ter hoogte van de bovenarmen. Hier zie ik de vorm van een bikini. Ik zie dat het meisje naar links draait waardoor haar rug te zien is. Ik zie dat het meisje onder de rok een roze broekje draagt met daarop figuurtjes.
(…)
Ondertussen zie ik dat het meisje de lolly met twee handen vasthoudt.
(…)
Ik hoor een man vragen tweemaal vragen “Lekker?”Ik hoor een meisjesstem antwoorden met “Ja”.
(…)
Ik zie vervolgens de achterzijde van het meisje in beeld. Ik herken haar aan het roze broekje. Ik zie dat het rokje omhoog is getrokken tussen de billen. Ik hoorde man zeggen: “Echt super. Super. Ik heb nog nooit zo’n mooi meisje gezien als jij, weetje dat?”.
Hierna wordt het beeld weer onduidelijk waarna de schoot van de man in beeld komt. Ik zie dat de man zijn armen naar voren steekt. Ik hoor de man zeggen “Echt super, kom eens op schoot”. Ik zie vervolgens de armen weer naar achteren gaan. Tegelijkertijd komt het meisje weer in beeld. Ik zie de benen van het meisje tussen de benen van de man staan.
(…)
Ik zie de armen van de man naar beneden gaan. De armen komt weer omhoog terwijl hij de benen van het meisje beet heeft boven de knieën. Hij zet haar met de benen wijd op zijn schoot. Ik zie boven in beeld het roze broekje. Ik zie dat er toekans op dit roze broekje staan.
(…)
Ik zie en hoor dat de man met zijn hand op het rechterbovenbeen van het meisje op zijn schoot tikjes geeft. Ik zie dat de man met zijn rechterhand het onderbeen van het meisje heen en weer beweegt.
(…)
Ik zie dat de man met zijn rechterhand het rechterbeen van het meisje vast pakt. Hij lijdt het been naar de buitenkant van zijn rechterbeen.
(…)
De man beweegt met zijn handen, vermoedelijk over de benen van het meisje. Er is een wrijvend geluid te horen en tevens wat zachte klappen. Ik hoor de man zeggen: “Lekker? (…)
Ik denk dat ik hier hoor: “Hoe diep kun je ‘em in je mond steken dan? Hoe
diep kan het? Fantastisch hee, verdorie hee, o wauw, doe nog eens een keertje? Wauw, wauw, jij bent goed, hee! Ben je lenig?” Het meisje zegt: “ja'. De man zegt vervolgens weer: ‘Ben je lenig? Ben je lenig?” Het meisje zegt daarna kort: “ja”
[aangeefster] heeft op 10 november 2023 namens haar dochter aangifte gedaan. Ze verklaarde dat, toen haar dochter thuis werd gebracht, zag dat er wat met haar was. [slachtoffer 2] wilde meteen douchen en daarna zei ze ‘er is iets gebeurd mama’. Ze begon te huilen en vertelde dat verdachte ‘rare dingen’ had gedaan. [14]
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij [slachtoffer 2] bij hem thuis kleding heeft laten passen. Hij heeft haar een lolly gegeven en op schoot genomen. Ook heeft hij haar broekje opgetrokken en een paar keer op haar bovenbenen geklopt. Omdat hij de camera van zijn telefoon wilde uitproberen heeft hij opnames gemaakt. Het was een ondoordachte actie van hem. Toen ze zei dat ze naar haar moeder wilde heeft ze zich weer omgekleed en zijn ze weggegaan. [15]
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt dat op basis van het dossier onvoldoende kan worden vastgesteld dat er sprake was van een situatie waarbij [slachtoffer 2] aan de zorg en/of waakzaamheid van verdachte was toevertrouwd. Verdachte zal daarom van dit gedeelte van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
De rechtbank stelt op basis van voornoemde bewijsmiddelen vast dat verdachte [slachtoffer 2] mee naar zijn huis heeft genomen en haar zich heeft laten verkleden in een bikini en een rokje. Daarna heeft hij onder andere haar bikinibroekje opgetrokken zodat dat strakker tussen haar billen kwam te zitten. Hij heeft haar op schoot genomen, met zijn handen over haar benen gewreven, hij heeft haar benen heen en weer bewogen, haar met haar billen op zijn schoot laten bewegen, een been van haar verplaatst van de binnenkant naar de buitenkant van zijn eigen been en op haar bovenbeen geklopt. Ook heeft hij haar een lolly gegeven en gevraagd deze diep in haar keel te stoppen.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de handelingen van verdachte duidelijk seksueel van aard. Het plegen van seksuele handelingen bij een minderjarige is in strijd met de sociaal-ethische norm en daarmee ontuchtig. De rechtbank komt dan ook tot een bewezenverklaring van het onder feit 1 tenlastegelegde.
Ten aanzien van feit 2.
De bewijsmiddelen
Bij de doorzoeking van de woning is in het nachtkastje van verdachte een Sony fotocamera aangetroffen. De SD card die in de camera zat is onderzocht
.Op de SD card zijn 215.917 afbeeldingen aangetroffen waarvan tussen de 10.000 en 20.000 door gespecialiseerde verbalisanten zijn beoordeeld als kinderpornografisch. Het merendeel van deze afbeeldingen wordt weergegeven als een thumbnail.
Een selectie van 16 afbeeldingen die niet als thumbnail zijn weergegeven, en die gezien de aard en de omstandigheden zijn geclassificeerd als kinderpornografisch, heeft de politie in een afzonderlijke toonmap gevoegd. De politie stelt vast dat op bijlage 1 een afbeelding is te zien waarbij een handeling met het kind wordt verricht. Op bijlage 2 t/m 16 is te zien dat het gaat om poseren. Op de gevoegde afbeeldingen in de toonmap is te zien is dat de afbeeldingen op verschillende data in bezit zijn (geweest). Het betreft de periode januari 2015 tot en met mei 2022. De politie heeft niet kunnen vaststellen of de foto’s zelf zijn vervaardigd. . [16]
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij niet doelbewust heeft gezocht naar kinderpornografische afbeeldingen maar dat hij deze op internet tegenkwam terwijl hij op zoek was naar ander seksueel materiaal. Hij verklaarde dat hij een verzamelwoede kreeg en dit niet kon controleren. Hij heeft de beelden vervolgens gedurende een aantal jaar, vanaf 2015, verzameld. [17]
De beoordeling door de rechtbank
Op basis van voornoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte vanaf 2015 in bezit is geweest van een grote hoeveelheid kinderpornografische beelden. De beelden zijn gevonden op een fotocamera die verdachte in bezit had. Volgens verdachte is hij deze beelden tegengekomen toen hij op zoek was naar ander seksueel materiaal. Hij is vervolgens echter doorgegaan met verzamelen en heeft de beelden ook niet verwijderd.
Het betreft hierbij in ieder geval beelden waarop sprake is van het poseren door minderjarigen. Voor wat betreft de overige handelingen op de beelden die zijn beschreven in de tenlastelegging overweegt de rechtbank dat, nu deze niet nader door de politie zijn beschreven, deze ook niet door de rechtbank vast te stellen zijn.
Verdachte heeft de beelden over een periode van meerdere jaren verzameld. De rechtbank is van oordeel dat verdachte, door de bijzonder lange periode en ook vanwege de grote hoeveelheid afbeeldingen, van dit verzamelen een gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan feit 2 van het tenlastegelegde.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde van parketnummer 05/088563.24 heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks12 maart 2024 te [plaats 1] , althans in de gemeente
[plaats 2] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen die [slachtoffer 1] , meermalen
, althans eenmaal,met een speer, althans met een hard en
/ofpuntig voorwerp, in/op/tegen het hoofd en
/ofeen arm en
/ofeen been heeft gestoken en/of geprikt en/of geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 en 2 van parketnummer 05/150390.24 heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks31 augustus 2022 te [plaats 2] , althans in Nederland, met een
aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwdeminderjarige, te weten [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 2] 2013, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt buiten echt,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het meenemen van die [slachtoffer 2] naar zijn, verdachtes, woning
en
/of
- het (laten) aantrekken van een bikini door die [slachtoffer 2] en
/of
- ( terwijl die [slachtoffer 2] de bikini aanhad) het trekken/brengen van het
bikinibroekje van voornoemde bikini tussen de billen van die [slachtoffer 2] ,
althans het hoog optrekken van het bikinibroekje van voornoemde bikini
en
/of
- het op schoot tillen en
/ofzetten van die [slachtoffer 2] (in voornoemde
bikini) en
/of
- het (hierbij) wijd plaatsen en
/ofhet naar buiten bewegen van de
benen van die [slachtoffer 2] (buiten zijn, verdachtes, benen) en
/of
- het laten bewegen van de billen van die [slachtoffer 2] (in voornoemde
bikini) op zijn, verdachtes, schoot en
/ofbenen en
/of
- het wrijven en/of tikjes geven over en
/ofop de (boven)benen van
die [slachtoffer 2] , althans het betasten van de (boven)benen van die [slachtoffer 2]
en
/of
- het vastpakken van het (rechter)been van die [slachtoffer 2] en
/of
- het (vervolgens) leiden van het (rechter)been van die [slachtoffer 2] naar
de buitenkant van zijn, verdachtes, (rechter)been en
/of
- het in de mond laten nemen van een lolly door die [slachtoffer 2] en
/of
het laten likken en
/ofzuigen aan een lolly door die [slachtoffer 2] en
/of
- het aan die [slachtoffer 2] vragen en
/oftegen die [slachtoffer 2] zeggen:
“Lekker?” en/of “Hoe diep kun je ‘em in je mond steken dan? Hoe diep
kan het? Fantastisch hee, verdorie hee, o wauw, doe nog eens een
keertje? Wauw, wauw, jij bent goed, hee!” en/of “Ben je lenig?”, althans
woorden van gelijke aard en/of strekking;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari
2015 tot en met 21 september 2022 te [plaats 2] , althans in Nederland,
meermalen,
althans eenmaal,
afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s - en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen - te weten een (foto)camera ( [Sony] ), bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
vervaardigd, verworven,in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en)
en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de
billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar
nog niet had bereikt en/of
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en)
en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de
billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het als persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
met de/een vinger/hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van
het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of borsten
(bestandsna(a)m(en):
1637302350894.jpg)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte en/of
sadomasochistische) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de
foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden en/of (waarbij) sadomasochistische elementen worden gebruikt,
(waarbij) die afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling (bestandsna(a)m(en):
1652176642843.jpg,
1652176687472.jpg,
1652176687764.jpg,
1652176689080.jpg,
1652176695318.jpg,
1652176703036.jpg,
1652176706787.jpg,
1652176717233.jpg,
1652176717713.jpg,
1652176726165.jpg,
1652176736015.jpg,
-4994036729881759506_1024.cache,
0_650.jpeg, Thumb_2603.jpg)
en/of
het masturberen (dicht) boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of terwijl/waarbij op dat gezicht en/of lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is (waarbij) die afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling
(bestandsna(a)m(en):
1637302350894.jpg)
terwijl hij, verdachte, van het plegen van dit misdrijf aldus een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 05/088563-24 subsidiair:
poging tot zware mishandeling;
Parketnummer 05/150390-24, feit 1:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen;
Parketnummer 05/150390-24, feit 2:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt, meermaals gepleegd.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastegelegde feiten in verminderde mate aan verdachte zijn toe te rekenen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar is ten aanzien van het feit met parketnummer 05/088536-24 en licht verminderd toerekeningsvatbaar ten aanzien van de feiten met parketnummer 05/150390-24.
De beoordeling door de rechtbank
De rapporten van de deskundigen
Psychiater dr. L.H.W.M. Kaiser heeft op 14 februari 2025 een Pro Justitia-rapportage over verdachte opgemaakt. Kort gezegd lijdt verdachte aan een schizofreniespectrum stoornis, een psychotische stoornis niet nader gespecificeerd, chronisch, en een schizotypische persoonlijkheidsstoornis. Deze stoornissen waren aanwezig ten tijde van de feiten die hem onder beide parketnummers ten laste zijn gelegd en beïnvloedden zijn handelen, zowel ten aanzien van parketnummer 05/088563-24 als – in mindere mate – de feiten van parketnummer 05/150390-24. Aangezien verdachte zijn wil ten aanzien van parketnummer 05/088563-24 verminderd kon bepalen, adviseert de psychiater om hem dit feit verminderd toe te rekenen. De psychiater adviseert verder om verdachte de feiten met parketnummer 05/150390-24 (licht) verminderd toe te rekenen.
Ook GZ-psycholoog dr. R.W. Blaauw heeft over verdachte gerapporteerd in de Pro Justitia-rapportage van 10 februari 2025. Verdachte kampt met een ongespecificeerde schizofreniespectrumstoornis of andere psychotische stoornis, een persisterende depressieve stoornis en een lichte stoornis in cannabisgebruik (in vroege remissie in een gereguleerde omgeving). Deze stoornissen waren aanwezig ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde en beïnvloedden zijn gedragskeuzes en gedragingen op dat moment. De psycholoog adviseert om het feit met parketnummer 05/088563-24 in (sterk) verminderde mate toe te rekenen en de feiten met parketnummer 05/150390-24 in (licht) verminderde mate toe te rekenen.
Conclusie
De rechtbank neemt het advies van de deskundigen over en maakt deze tot de hare. De verdachte is strafbaar, maar de rechtbank rekent het bewezenverklaarde verminderd aan hem toe. Dit werkt in strafmatigende zin mee bij de strafoplegging.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot:
  • een gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr);
  • een voorwaardelijke maatregel tot terbeschikkingstelling (hierna: tbs-maatregel) met daarbij de bijzondere voorwaarden zoals door de deskundigen en de reclassering geadviseerd en eveneens de verplichting tot schuldhulpverlening, waarbij de officier van justitie heeft gevorderd dat deze tbs-maatregel dadelijk uitvoerbaar wordt verklaard, en
  • de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38z Sr (hierna: 38z-maatregel).
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht om uitsluitend een tbs-maatregel met voorwaarden in combinatie met een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest op te leggen, omdat de opgelegde straffen en maatregel anders niet meer in verhouding staan tot het bewezenverklaarde.
Indien de rechtbank overweegt de 38z-maatregel op te leggen, verzoekt de raadsvrouw de rechtbank om in plaats daarvan een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met daaraan gekoppeld een aantal bijzondere voorwaarden.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich van 2015 tot 2022 schuldig gemaakt aan – kort gezegd – een gewoonte maken van het bezit van kinderporno. Dit is een ernstig strafbaar feit, omdat bij het maken van kinderporno kinderen seksueel worden misbruikt. Het is een feit van algemene bekendheid dat kinderen hierdoor ernstige psychische, en soms ook fysieke, schade kunnen oplopen, waarvan zij nog langdurig, zelfs tot in hun volwassenheid, de gevolgen kunnen ondervinden. Door kinderporno te verzamelen heeft verdachte een bijdrage geleverd aan de vraag daarnaar, wat weer tot gevolg heeft dat seksueel misbruik van kinderen in stand wordt gehouden.
Daarnaast heeft verdachte in 2022 – kort gezegd – ontucht gepleegd met een 9-jarig meisje. Het meisje was de dochter van een klant van hem, voor wie hij de fiets zou repareren. Hij heeft het meisje meegenomen naar zijn woning en haar een bikini laten aantrekken. Vervolgens heeft hij deze tussen haar billen getrokken, haar bij hem op schoot gezet en haar billen en benen bewogen. Daarna heeft hij haar een lolly zo diep mogelijk in haar mond laten nemen. Hij heeft dit ook gefilmd. Het meisje vond dit allemaal zeer onprettig en moest huilen toen het gebeurde. Het meisje heeft hier langere tijd last van gehad. Ze vond het bijvoorbeeld moeilijk om naar buiten te gaan en werd bang als ze iemand zag die op verdachte leek. Verdachte heeft met zijn handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het meisje. Dit soort feiten kan verstrekkende gevolgen hebben die mogelijk op latere leeftijd tot uiting komen. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
Tot slot heeft verdachte in 2024 een man die glasvezelabonnementen verkocht vanuit het niets aangevallen, omdat verdachte de man niet geloofde en dacht dat hij het terrein rondom de woning van verdachte binnendrong. Verdachte heeft hem daarom drie keer met een soort speer, te weten een landmeetstok, geslagen, waaronder één keer toen de man al in zijn auto zat om de situatie te kunnen ontvluchten. Toen de man met zijn auto een eindje verder op de weg stond en de politie wilde bellen, kwam verdachte zelfs nog met een nieuwe speer op hem af. De man heeft lichamelijk letsel opgelopen, te weten twee diepe snijwonden aan zijn hoofd en arm, door het handelen van verdachte. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij de lichamelijke integriteit van de man heeft geschonden en hem de stuipen op het lijf heeft gejaagd.
De persoon en persoonlijke omstandigheden van verdachte
Het strafblad van verdachte
Uit het strafblad van verdachte, d.d. 25 februari 2025, blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
Het rapport van de psychiater
Psychiater dr. L.H.W.M. Kaiser heeft op 14 februari 2025 een Pro Justitia-rapportage over verdachte opgemaakt. Verdachte lijdt aan een schizofreniespectrum stoornis, een psychotische stoornis niet nader gespecificeerd, chronisch, en een schizotypische persoonlijkheidsstoornis.
Verdachte heeft een grote mate van paranoïdie, die psychotische elementen in zich heeft. Het is mogelijk en waarschijnlijk dat zijn beleving gedeeltelijk voortkomt vanuit paranoïde psychotisch denken met betrekkingswanen en mede verwijst naar de miskenning van ‘de Javaan’ en de politionele acties. Verdachte legt van daaruit in het heden verbanden die hij op de Javanen, bepaalde Nederlanders en de politie betrekt. Hierin ervaart hij vooral miskenning. Met name de verbanden die hij legt, zijn een teken van zijn paranoïde psychose, die mogelijk samenhangt met zijn schizotypische persoonlijkheidsstoornis. Ze zijn bij hem niet te corrigeren, derhalve toetst hij ze zelf niet aan de werkelijkheid.
Die betrekkingswanen, maar ook de schizotypische persoonlijkheidsstoornis, bepaalden voor een groot deel zijn handelen ten aanzien van parketnummer 05/088536-24. Hij had nog wel keuzemomenten, zodat het hem wel enigszins toe te rekenen is. De psychiater adviseert dan ook om het verminderd aan verdachte toe te rekenen.
Omtrent de feiten met parketnummer 05/150390-24 is het waarschijnlijk dat deze samenhangen
met zijn schizotypische persoonlijkheidsstoornis, met in veel opzichten vreemd gedrag en zijn ongerichtheid op maatschappelijke aanpassing. Seksueel is er een parafilie, maar er zijn geen
tekenen van een stoornis daarin.
Volgens de psychiater had verdachte ten tijde van het tenlastegelegde voldoende inzicht in de wederrechtelijkheid van de begane feiten, zowel cognitief, moreel en vanuit vermogen tot controle over zijn gedrag. Aangezien verdachte zijn wil ten aanzien van parketnummer 05/088563-24 verminderd kon bepalen, adviseert de psychiater om hem dit feit verminderd toe te rekenen. De psychiater adviseert verder om verdachte de feiten met parketnummer 05/150390-24 (licht) verminderd toe te rekenen. Hoewel er geen parafiele stoornis is aangetoond, is er mogelijk enige samenhang met zijn sociaal geïsoleerde en gedesorganiseerde leefwijze en het ontbreken van sociale controle met normvervagend gedrag en een leefwijze die kan samenhangen met zijn schizotypische persoonlijkheidsstoornis. Hierdoor had verdachte minder overzicht, minder remming en hij kon zich niet goed inleven in anderen door zijn psychotische stoornis.
Ten aanzien van parketnummer 05/088563-24 geldt dat de kans op herhaling van geweldpleging vanuit de klinische indruk als matig geschat wordt indien verdachte niet wordt behandeld. De ernst van de geweldpleging is niet in te schatten; hij kan gevaarlijk handelen vanuit zijn woede en zijn pogen iemand te verjagen uit zijn territorium vanuit zijn betrekkingsideeën. Het is niet bekend hoe hij zich ontwikkelt in de behandeling en als hij bijvoorbeeld beschermd of
begeleid woont en een uitkering heeft. Er kan dus geen prognose worden gesteld vanuit eerdere behandelervaring. De kans op herhaling van een seksueel gericht delict wordt als laag tot matig ingeschat, uitgaande van het ontbreken van een seksuele stoornis. Verdachte kan zelf bepalen of hij met dat gedrag voortgaat of ermee stopt.
Beschermend is dat verdachte zich inspant om zich goed te gedragen. Hij wil zelf hulp, weet dat hij kwetsbaar is en weet dat hij zich aan de regels moet houden. In de penitentiaire inrichting geeft hij geen gedragsproblemen en is er geen sprake van een agressieve attitude.
Verdachte heeft volgens de psychiater ongunstige levensomstandigheden: geen woning, geen uitkering, geen werk en geen sociaal netwerk. Hij heeft er behoefte aan, maar kennelijk is hij niet in staat geweest om dat goed te regelen en organiseren rondom hemzelf. Hij is erg gemotiveerd voor samenwerking als hij weet dat die zaken voor de toekomst geregeld worden.
Mogelijk heeft hij zijn leefomstandigheden niet goed kunnen organiseren als gevolg van zijn psychische stoornis.
Volgens de psychiater heeft verdachte een klinische behandeling nodig in een psychiatrisch ziekenhuis, gericht op zijn psychotische problematiek en met een lang resocialisatietraject, mogelijk gericht op een beschermende woonsituatie. De psychiater adviseert om deze behandeling en beveiliging te realiseren middels een tbs-maatregel met voorwaarden en een 38z-maatregel.
Het rapport van de GZ-psycholoog
Ook GZ-psycholoog dr. R.W. Blaauw heeft over verdachte gerapporteerd in de Pro Justitia-rapportage van 10 februari 2025. Verdachte kampt met een ongespecificeerde schizofreniespectrumstoornis of andere psychotische stoornis, een persisterende depressieve stoornis en een lichte stoornis in cannabisgebruik (in vroege remissie in een gereguleerde omgeving). Differentiaal-diagnostisch kan sprake zijn van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met schizotypische, schizoïde en paranoïde trekken. Deze stoornissen waren aanwezig ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde en beïnvloedden zijn gedragskeuzes en gedragingen op dat moment.
Met betrekking tot het feit met parketnummer 05/088563-24 zag verdachte aangever op zijn terrein urineren. Hij interpreteerde dat vanuit een betrekkingswaan als iemand die waarschijnlijk slechte bedoelingen had. Vanuit zijn psychotische toestand voelde hij zich gedwongen om zijn terrein te verdedigen. Jarenlang opgebouwde spanning kwam er toen uit en verdachte viel aangever aan met een speer die hij in zijn huis had. Daarbij werd geweldpleging vergemakkelijkt, nu verdachte niet werd geremd door empathische gevoelens jegens anderen, omdat hij vanuit zijn psychotische stoornis afstandelijkheid en verminderd inlevingsvermogen jegens anderen had ontwikkeld. Zijn denken en voelen werden derhalve beïnvloed door de psychotische stoornis en van daaruit was hij niet goed in staat om zijn gedragingen te controleren. Tegelijkertijd werd verdachte vanuit zijn psychose niet gedwongen door denkbeelden die maakten dat hij andere mensen kwaad moest doen.
Ten aanzien van feit 1 van parketnummer 05/150390-24 nam verdachte de onverstandige beslissing om het slachtoffer mee te nemen naar zijn huis en haar op een kamer in zijn huis te laten omkleden. Vanuit zijn seksuele interesse in meisjes en zijn fetisj omtrent het laten omkleden van vrouwen, raakte verdachte opgewonden en verrichtte hij de tenlastegelegde handelingen. Hij werd niet geremd in deze gedragingen, omdat vanuit zijn psychotische stoornis sprake was van verminderde impulscontrole en verminderde inleving in andere mensen.
Ten aanzien van feit 2 van parketnummer 05/150390-24 speelde de psychotische stoornis geen rol in de aanleiding tot het downloaden van kinderporno, maar was vanuit een verminderde inleving in andere mensen, een verminderde impulscontrole en een verstoring in de cognitieve functies sprake van een verminderde controle op impulsen. Verdachte kon opgewonden raken bij het zien van naakte meisjes en had daarbij een verminderde controle op zijn wens om dat te zien.
De psycholoog adviseert om het feit met parketnummer 05/088563-24 in (sterk) verminderde mate toe te rekenen. Er was bij verdachte vanuit zijn psychotische stoornis sprake van duidelijke verstoringen in zijn cognitieve, affectieve en conatieve functies, waardoor moet worden geconcludeerd dat sprake was van een duidelijke invloed van de psychotische stoornis op het tenlastegelegde. Tegelijkertijd kan niet worden gezegd dat zijn gedrag volledig werd gestuurd door verstoorde psychische functies. Verder wordt geadviseerd om de feiten met parketnummer 05/150390-24 in (licht) verminderde mate toe te rekenen. De psychotische stoornis van verdachte speelde bij deze feiten een rol in de impulscontrole. Daarbij had hij nog wel enige vrijheid van handelen, maar maakte zijn psychotische stoornis dat hij gemakkelijker toegaf aan seksuele impulsen en hierover niet veel nadacht.
Vanuit de complexiteit van de stoornissen van verdachte is sprake van een behoorlijk grote hoeveelheid historische risicofactoren voor gewelddadige recidive. In het jaar voor zijn detentie kampte verdachte daarnaast met meerdere klinische risicofactoren. Voor de toekomst is nog niets geregeld met betrekking tot wonen, financiën, werk en vrijetijdsbesteding en er is sprake van een zeer beperkt sociaal netwerk.
Met betrekking tot het risico op recidive van een zedendelict zijn de leeftijd van verdachte en zijn verleden zonder zedendelicten beschermend, maar is risico-verhogend dat hij nooit heeft
samengewoond met een partner. Daarnaast is het slachtoffer van feit 1 van parketnummer 05/150390-24 extrafamiliair en ziet parketnummer 05/088563-24 op een verdenking van een delict met niet-seksueel geweld.
Vanuit een inventarisatie van beschermende factoren met behulp van de SAPROF moet worden
geconstateerd dat er geen duidelijke beschermende factoren aanwezig zijn.
Vanuit het grote aantal risicofactoren voor gewelddadige recidive en de afwezigheid van beschermende factoren is er geen reden om het ingeschatte matige recidiverisico naar boven of naar beneden bij te stellen. De GZ-psycholoog meent daarom dat bij verdachte sprake is van een matige recidiverisico op gewelddadige recidive. Daarbij komt uit de risicotaxatie voor recidive op een zedendelict naar voren dat sprake is van een laag tot matige recidiverisico. De GZ-psycholoog is het eens met deze inschatting.
De GZ-psycholoog adviseert om verdachte te laten opnemen in een instelling voor forensische geestelijke gezondheidszorg teneinde hem (waarschijnlijk langdurig) te behandelen voor zijn psychotische problematiek, chronische stemmingsstoornis, stoornis in cannabisgebruik en mogelijke persoonlijkheidsstoornis, en van daaruit toe te werken naar begeleid wonen of (begeleid) zelfstandig wonen. Dit kan worden gerealiseerd vanuit de tbs-maatregel met voorwaarden. De GZ-psycholoog adviseert om in aanvulling hierop de 38z-maatregel op te leggen.
Het advies van de reclassering
Op 31 maart 2025 heeft IrisZorg een reclasseringsadvies over verdachte opgemaakt. De reclassering herhaalt de relevante overwegingen van de PJ-rapporteurs en voegt daaraan toe dat verdachte een zorgmijder is en geen medicatie wil nemen. Daarnaast is sprake van instabiliteit op bijna alle leefgebieden en hij heeft nauwelijks een sociaal netwerk. Hij rookt regelmatig een joint, maar het is onduidelijk of hij onder invloed was ten tijde van het tenlastegelegde. De P.I. [verblijfplaats] bevestigt dat hij niet heeft geblowd nu hij een jaar in voorlopige hechtenis zit.
Verdachte is geïndiceerd voor een klinische behandeling, gericht op zijn psychotische stoornis en zijn gedrag daarbij, gericht op F2Hoog-niveau. Verdachte heeft na zijn detentie en behandeling geen huisvesting of dagbesteding. Tijdens zijn reïntegratietraject zal hier aandacht voor moeten zijn. Ook zal hij ondersteund moeten worden op financieel vlak, nu er sprake is van schuldenproblematiek. Verdachte is gemotiveerd voor een klinische behandeling in het kader van de tbs-maatregel met voorwaarden. Hij geeft aan dat hij zich aan de bijzondere voorwaarden zal houden en hieraan zal meewerken.
De reclassering schat de risico’s op recidive en letsel in als hoog. Het risico op onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als gemiddeld. Als toelichting hierop geeft de reclassering aan dat hun gestructureerd professioneel oordeel is dat er in de huidige situatie een hoog risico op algemene recidive en een hoog risico op geweld bestaat. Voor de zedendelicten geldt een laag recidiverisico. Met name zijn psychosociaal functioneren en het ontbreken van passende oplossingsvaardigheden zijn belangrijke delictfactoren. Daarnaast heerst er instabiliteit op bijna alle leefgebieden. De reclassering acht het noodzakelijk dat er een klinische behandeling ingezet gaat worden om het recidiverisico omlaag te brengen.
De reclassering adviseert de tbs-maatregel met onderstaande voorwaarden:
  • meewerken aan reclasseringstoezicht;
  • opname in een zorginstelling;
  • ambulante behandeling;
  • begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
  • een drugsverbod;
  • een contactverbod ten aanzien van [slachtoffer 1] ;
  • het vermijden van contact met minderjarigen en
  • het vermijden van kinderporno.
De reclassering adviseert dadelijke uitvoerbaarheid van de tbs-maatregel met voorwaarden, omdat de kans op een misdrijf met schade voor personen groot is. Verder adviseert de reclassering oplegging van de 38z-maatregel, zodat na de gevangenisstraf of tbs-maatregel gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende voorwaarden kunnen worden toegepast.
Op de terechtzitting van 7 april 2025 heeft de reclasseringswerker dit advies nader toegelicht. Het NIFP heeft een indicatie afgegeven voor een forensisch-psychiatrische afdeling (hierna: FPA). Verdachte is na afwijzing bij twee FPA’s aangemeld bij FPA [FPA 1] in [plaats 3] en FPA [FPA 2] in [plaats 4] . Op dit moment kan nog geen uitsluitsel worden gegeven waar en op welke termijn verdachte geplaatst gaat worden.
Conclusie
De strafoplegging
De rechtbank is van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is, gelet op de aard en ernst van de feiten. Mede gelet op de verminderde toerekeningsvaatbaarheid van verdachte zal de rechtbank, overeenkomstig de eis van de officier van justitie, een gevangenisstraf van 15 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Sr opleggen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
De oplegging van de voorwaardelijke tbs-maatregel
Er zijn rapporten over verdachte opgemaakt door de psychiater en de GZ-psycholoog, zoals hiervoor besproken. De deskundigen adviseren verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden op te leggen.
In de rapporten is beschreven dat tijdens het begaan van de feiten bij verdachte een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond. Verdachte lijdt aan een schizofreniespectrum stoornis, een psychotische stoornis niet nader gespecificeerd, chronisch, en een schizotypische persoonlijkheidsstoornis. Deze stoornissen waren aanwezig ten tijde van de feiten die hem onder beide parketnummers ten laste zijn gelegd en beïnvloedden zijn handelen, zowel ten aanzien van parketnummer 05/088563-24 als – in mindere mate – de feiten van parketnummer 05/150390-24.
De rechtbank neemt deze conclusies over en stelt vast dat tijdens het begaan van de feiten bij verdachte een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond.
De rechtbank stelt verder vast dat de onder parketnummer 05/088563-24 en feiten 1 en 2 van parketnummer 05/150390-24 bewezenverklaarde feiten misdrijven zijn als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, onder 2, van het Wetboek van Strafrecht waarvoor terbeschikkingstelling mogelijk is. De rechtbank is van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling eist. Hierbij heeft de rechtbank de ernst van de feiten in aanmerking genomen. De tenlastegelegde feiten zijn telkens (mede) onder invloed van zijn stoornissen gepleegd. Volgens de psychiater kan verdachte daarnaast gevaarlijk handelen vanuit zijn woede en zijn pogingen, die voortkomen uit zijn betrekkingsideeën, mensen te verjagen uit zijn territorium. Verder heeft de psycholoog geconstateerd dat er vanwege de complexiteit van de stoornissen van verdachte sprake is van een behoorlijk grote hoeveelheid historische risicofactoren voor gewelddadige recidive, terwijl beschermende factoren nagenoeg afwezig zijn. Tot slot bestaat er volgens het gestructureerde professionele oordeel van de reclassering in de huidige situatie een hoog risico op algemene recidive en een hoog risico op geweld.
De onder parketnummer 05/088563-24 en feit 1 van parketnummer 05/150390-24 bewezenverklaarde feiten zijn misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Op grond van artikel 38e van het Wetboek van Strafrecht is de maatregel dan ook niet in duur gemaximeerd.
Ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen stelt de rechtbank voorwaarden betreffende het gedrag. De rechtbank neemt de voorwaarden over die de reclassering heeft geadviseerd. Daarnaast zal de rechtbank de voorwaarde opleggen dat verdachte meewerkt aan schuldhulpverlening, nu de reclasseringswerker ter terechtzitting heeft aangegeven dat dit wenselijk is en verdachte hieraan ook wil meewerken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De rechtbank is van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte weer een dergelijk misdrijf zal begaan. De tenlastegelegde feiten zijn telkens (mede) onder invloed van zijn stoornissen gepleegd. Volgens de psychiater kan verdachte daarnaast gevaarlijk handelen vanuit zijn woede en zijn pogingen, die voortkomen uit zijn betrekkingsideeën, mensen te verjagen uit zijn territorium. Verder heeft de psycholoog geconstateerd dat er vanwege de complexiteit van de stoornissen van verdachte sprake is van een behoorlijk grote hoeveelheid historische risicofactoren voor gewelddadige recidive, terwijl beschermende factoren nagenoeg afwezig zijn. Tot slot bestaat er volgens het gestructureerde professionele oordeel van de reclassering in de huidige situatie een hoog risico op algemene recidive en een hoog risico op geweld.
Daarom zal zij bevelen dat de te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
De oplegging van de 38z-maatregel
Ter bescherming van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen zal de rechtbank een gedragsbeïnvloedende- en vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht opleggen.
Deze maatregel houdt in dat verdachte, na het afronden van de gevangenisstraf en tbs-maatregel met voorwaarden, onder intensief toezicht kan komen te staan en dat zijn resocialisatie is gebonden aan voorwaarden. Dit toezicht moet bijdragen aan het verminderen van recidive en daarmee nieuwe slachtoffers voorkomen.
Aan het einde van voornoemde tbs-maatregel met voorwaarden wordt bekeken of de 38v-maatregel ten uitvoer moet worden gelegd. Op dat moment wordt beoordeeld welke voorwaarden er moeten worden opgelegd en wat de duur van de maatregel zal zijn. De maatregel wordt alleen ten uitvoer gelegd als dat op het moment van beoordeling noodzakelijk wordt geacht.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft in verband met het feit met parketnummer 05/088536-24 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 846,47 aan materiële schade en € 2.250,- aan smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering deels kan worden toegewezen. De raadsvrouw heeft hierbij aangevoerd dat de kosten voor de spiegelkap, de carwash, de jas, de kilometervergoeding voor bezoek aan de huisarts en het verlies van arbeidsvermogen onvoldoende zijn onderbouwd. Daarnaast heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat de immateriële schadevergoeding moet worden gematigd.
De beoordeling door de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Alle schadeposten zijn naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd en komen redelijk voor. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft de materiële schade kan worden toegewezen.
Smartengeld
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen één van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt.
Door het feit met parketnummer 05/088563-24 heeft de benadeelde immers lichamelijk letsel in de vorm van snijwonden aan zijn arm en hoofd, een pijnlijk been en pijn in zijn linkerkaak opgelopen. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij het smartengeld op een bedrag van € 2.250,- vaststellen.
De wettelijke rente
Verdachte is vanaf 12 maart 2024 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 36f, 38, 38a, 38z, 45, 57, 247, 248b en 302 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder parketnummer 05/088563-24 primair tenlastegelegde;
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 bepaalt dat de tenlastegelegde feiten verminderd aan verdachte kunnen worden toegerekend;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en stelt voor de duur van de terbeschikkingstelling de volgende voorwaarden betreffende het gedrag van verdachte:
- verdachte zal meewerken aan reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt in:
- verdachte meldt zich op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering bepaalt op welke dagen en tijdstippen deze afspraken zijn. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
- verdachte laat één of meer vingerafdrukken afnemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien;
- verdachte houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om verdachte te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
- verdachte helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is;
- verdachte werkt mee aan huisbezoeken;
- verdachte geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- verdachte vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
- verdachte werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met verdachte, als de reclassering vindt of die personen en instanties vinden dat dit van belang is voor het toezicht;
- verdachte zich laat opnemen in en behandelen door een forensische psychiatrische afdeling of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de voor plaatsing verantwoordelijke instantie. De opname start zo spoedig mogelijk en zodra de plaatsing mogelijk is. De opname duurt zolang de reclassering dit nodig vindt. De zorginstelling bepaalt de wijze van behandeling. De behandeling is gericht op zijn schizofreniespectrumstoornis, psychotische stoornis en schizotypische persoonlijkheidsstoornis, alsmede zijn depressieve stoornis en stoornis in het cannabisgebruik. Gelet op de problematiek kan onderdeel van de behandeling zijn dat de veroordeelde voorgeschreven medicatie zal gebruiken. Verdachte houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen van de zorginstelling en de behandelaren. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg of verblijf in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang nodig vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- verdachte zich na de klinische behandeling laat behandelen door een instelling of zorgverlener, te bepalen door de reclassering, zolang de reclassering de behandeling nodig vindt. De zorgverlener bepaalt de wijze van behandeling. De behandeling is gericht op zijn schizofreniespectrumstoornis, psychotische stoornis en schizotypische persoonlijkheidsstoornis, en de problemen op de diverse leefgebieden die hieruit voortvloeien, alsmede zijn depressieve stoornis en stoornis in het cannabisgebruik. Gelet op de problematiek kan onderdeel van de behandeling zijn dat verdachte voorgeschreven medicatie zal gebruiken;
- verdachte na de klinische behandeling verblijft in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijft duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering opstelt;
- verdachte geen verdovende middelen genoemd in lijst II (softdrugs) van de Opiumwet gebruikt, tenzij de reclassering toestemming heeft gegeven voor het gebruik. Verdachte moet gedurende de proeftijd meewerken aan controles. Dit kan zijn urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak en met welk controlemiddel wordt gecontroleerd;
- verdachte op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zoekt of heeft met slachtoffer [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 3] 1993;
- verdachte op geen enkele wijze contact zoekt met minderjarigen en deze contacten zoveel mogelijk vermijdt;
- verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen en
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
- Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle.
De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van verdachte. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is;
- verdachte werkt mee het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering hiertoe inzicht in zijn financiën en schulden;
 geeft de reclassering opdracht verdachte bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen;
 beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is;
 legt een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op;
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder parketnummer 05/088563-24 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 846,47 aan materiële schade en € 2.250,- aan smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 maart 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 846,47 aan materiële schade en € 2.250,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 maart 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 40 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M.H. Pennings (voorzitter), mr. Y.H.M. Marijs en mr. H.M. Stratenus, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Aalbers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 april 2025.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] van de politie Oost-Nederland opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2024115173, gesloten op 14 maart 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces verbaal van aangifte, p. 11,12; Aanvullend proces verbaal van aangifte, p. 14,15.
3.Proces verbaal van bevindingen, p. 26.
4.Proces verbaal van bevindingen, p. 29-36.
5.Proces verbaal van bevindingen, p. 43-47.
6.Proces verbaal van verhoor verdachte, p. 68
7.Proces verbaal van verhoor verdachte, p. 72
8.Verklaring verdachte ter terechtzitting op 7 april 2024.
9.Een geschrift, te weten een Geneeskundige verklaring, opgemaakt op 12 maart 2024 door [huisarts] , Huisartsenpraktijk [huisartsenpraktijk] te [plaats 2] , Aanvullend procesdossier p. 5.
10.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022401732, gesloten op 29 april 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
11.Proces verbaal van bevindingen, p. 54-55.
12.Proces verbaal van bevindingen, p. 58-59.
13.Proces verbaal van bevindingen p. 74-77.
14.Proces verbaal van aangifte, p. 67-72.
15.Verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 7 april 2025.
16.Procesverbaal van bevindingen, aanvullend procesdossier, p. 4.
17.Verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 7 april 2025.