Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
3.
[gedaagde sub 3],
4.
[gedaagde sub 4],
1.De procedure
2.De feiten
€ 109.262,99 naar [gedaagden in conventie] gestuurd (productie 6 van [gedaagden in conventie] ).
(...)
(...) Hoewel de installatie lang heeft geduurd en onze monteurs ook verschillende malen hebben moeten teruggaan, zijn zij van mening dat (...) het systeem volgens de regels is opgeleverd. (...) Er liggen enige panelen niet helemaal maar dit heeft te maken met het dak en dit (...) zal tijdens de keuring geen punt van afkeuring zijn.
85 % van de factuur te betalen. Bij e-mailbericht van 7 maart 2023 heeft [gedaagden in conventie] gemeld dat er geen betalingsverplichting was omdat het werk (nog) niet opgeleverd was en dat de Scope 12 keuring eerst duidelijkheid moest geven over de tekortkomingen in de uitgevoerde werkzaamheden. In reactie daarop heeft [eiser in conventie] aangegeven dat zij 85 % van de factuur betaald wilde krijgen (productie 8 van [eiser in conventie] ).
Het is teleurstellend te moeten constateren dat [eiser in conventie] wederom gemaakte afspraken niet nakomt.
(...)
3.Het geschil
€ 37.970,55, waaronder een bedrag van € 26.503,84 inclusief btw voor de herstelwerkzaamheden die [gedaagden in conventie] door [bedrijf 2] wil laten uitvoeren. Na verrekening van deze vordering met het aan [eiser in conventie] verschuldigde bedrag resteert een bedrag van € 4.027,55 te betalen door [eiser in conventie] . In het geval dat geoordeeld wordt dat [gedaagden in conventie] niet gerechtigd is tot verrekening, dan is [eiser in conventie] de wettelijke rente over het volledige schadebedrag verschuldigd vanaf 8 februari 2023.
4.De beoordeling
5.De beslissing
22 januari 2025.