ECLI:NL:RBGEL:2025:3

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 januari 2025
Publicatiedatum
2 januari 2025
Zaaknummer
11238491
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in verzet inzake de rechtsgeldigheid van de opzegging van de arbeidsovereenkomst en de procedurele aspecten van dagvaarding versus verzoekschrift

In deze zaak heeft Sales Lab B.V. verzet aangetekend tegen een eerder vonnis van de kantonrechter, waarin een arbeidsovereenkomst met een werknemer was opgezegd. De eiser, Sales Lab, stelt dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is opgezegd en vordert ontheffing van de veroordeling die tegen haar is uitgesproken. De procedure is gestart met een dagvaarding, maar de kantonrechter oordeelt dat de zaak eigenlijk een verzoekschriftprocedure had moeten zijn, omdat de werknemer de vernietiging van het ontslag heeft verzocht. De kantonrechter past een 'spoorwissel' toe, waardoor de procedure voortgezet wordt volgens de regels van de verzoekschriftprocedure.

De kantonrechter behandelt ook de vraag of de dagvaarding rechtsgeldig is betekend. Sales Lab betwist de geldigheid van de betekening, omdat deze zou zijn gedaan op een adres dat niet in het Handelsregister is ingeschreven. De kantonrechter oordeelt echter dat de betekening geldig is, omdat de werknemer zijn functie vanuit dat adres uitoefende en het adres in de arbeidsovereenkomst was opgenomen. Bovendien is de dagvaarding binnen de vervaltermijn betekend.

De kantonrechter beveelt een mondelinge behandeling om partijen de gelegenheid te geven hun standpunten nader toe te lichten en om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor een minnelijke regeling. De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de procedure wordt voortgezet als een verzoekschriftprocedure, en dat partijen binnen twee weken moeten aangeven of zij mediation wensen. De mondelinge behandeling zal plaatsvinden op een door de kantonrechter vast te stellen datum.

Uitspraak

RECHTBANK Nijmegen

Civiel recht
Zittingsplaats Nijmegen
Zaaknummer: 11238491 \ CV EXPL 24-2356
Vonnis van 3 januari 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Sales Lab B.V.,
eisende partij verzet,
hierna te noemen: Sales Lab,
gemachtigde mr. C.H.J. Voncken-Crijns (DAS Rechtsbijstand)
tegen
[gedaagde],
gedaagde partij in verzet,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: [gemachtigde] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de verzetdagvaarding inclusief producties 1 t/m 5;
- de conclusie van antwoord in verzet inclusief producties 1 t/m 7;
- de conclusie van repliek met productie 1;
- de conclusie van dupliek met ongenummerde producties.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3.
Het verzet richt zich tegen het door de kantonrechter op 26 april 2024 tussen [gedaagde] als eisende partij en Sales Lab als gedaagde partij bij verstek uitgesproken vonnis onder zaaknummer 10959773 CV EXPL 24-725 \ 676 \ 48073.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1.
Sales Lab vordert – kort samengevat – haar te ontheffen van de veroordeling tegen haar uitgesproken bij vonnis van 26 april 2024 van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen onder zaaknummer 10959773 CV EXPL 24-725 \ 676 \ 48073, met niet ontvankelijk verklaring van [gedaagde] dan wel afwijzing van zijn vorderingen en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2.
Sales Lab doet een beroep op niet-ontvankelijkheid van [gedaagde] op verschillende gronden. De kantonrechter acht het (mede) om proceseconomische redenen noodzakelijk eerst op dit punt te oordelen.
Dagvaarding of verzoekschrift?
2.3.
Op grond van artikel 261 lid 2 Rv moeten met een verzoekschrift worden ingeleid alle zaken ten aanzien waarvan dit uit de wet voortvloeit. Alle overige zaken moeten met een dagvaarding worden ingeleid (artikel 78 lid 1 Rv). [gedaagde] heeft in zijn inleidende dagvaarding doorbetaling van loon gevorderd. Sales Lab betwist dat zij hiertoe gehouden is omdat zij [gedaagde] op 5 december 2023 heeft ontslagen. Hoewel [gedaagde] in het petitum van de dagvaarding hier niet om heeft verzocht, ligt aan zijn vorderingen, zoals ook blijkt uit het lichaam van de inleidende dagvaarding (onder meer onder het kopje inleiding en punt 11), een gewenste vernietiging van het gegeven ontslag ten grondslag.
Voor beantwoording van de vraag of Sales Lab gehouden is tot (door)betaling van loon, dient eerst beoordeeld te worden of het gegeven ontslag al dan niet vernietigd moet worden. Daarvoor is het volgen van een verzoekschriftprocedure dwingend voorgeschreven in artikel 7:681 BW
(“De kantonrechter kan ‘op verzoek’ van de werknemer de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever vernietigen (..)’’). Dit leidt ertoe dat de kantonrechter op grond van artikel 69 Rv een zogenoemde ‘spoorwissel’ zal toepassen en bevelen dat de procedure in de stand waarin hij zich bevindt zal worden voortgezet volgens de regels die gelden voor de verzoekschriftprocedure.
2.4.
De kantonrechter acht verbetering of aanvulling van de dagvaarding als bedoeld in artikel 69 lid 1 Rv niet nodig. Evenmin is het nodig partijen in de gelegenheid te stellen hun stellingen aan te passen aan de procesregels die gelden voor en verzoekschriftprocedure (als bedoeld in artikel 69 lid 4 Rv).
Vervaltermijn
2.5.
Sales Lab stelt vervolgens dat [gedaagde] niet-ontvankelijk verklaard dient te worden omdat de bevoegdheid tot het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging van het ontslag is komen te vervallen. Op grond van artikel 7:686a lid 4 sub a BW dient een verzoek tot vernietiging van een gegeven ontslag binnen twee maanden na de dag van het ontslag bij verzoekschrift te worden verzocht. [gedaagde] is op 5 december 2023 door Sales Lab ontslagen.
Wanneer een procedure is ingeleid met een dagvaarding, terwijl dit een verzoekschrift had moeten zijn, wordt de procedure op grond van artikel 69 lid 1, laatste volzin Rv aanhangig geacht vanaf de oorspronkelijke dag van dagvaarding. In dit geval is de inleidende dagvaarding op 1 februari 2024 betekend. Dit is binnen de vervaltermijn van twee maanden na het gegeven ontslag.
Dagvaarding nietig?
2.6.
Sales Lab doet echter een beroep op nietigheid van de inleidende dagvaarding omdat deze is uitgebracht aan het adres [adres 1] te Nijmegen, hetgeen een kantooradres betreft dat niet is ingeschreven in het Handelsregister. Aangezien Sales Lab statutair gevestigd is te Soerendonk, had de inleidende dagvaarding op grond van artikel 1:14 jo 1:10 lid 2 BW aldaar betekend moeten worden, aldus Sales Lab.
[gedaagde] voert aan dat Sales Lab geacht mag worden haar woonplaats te Nijmegen te hebben omdat deze kwestie ziet op aangelegenheden die dit kantoor of filiaal betreffen, zoals bepaald in artikel 1:14 BW. Sales Lab heeft zowel in de arbeidsovereenkomst (productie 1 bij dagvaarding) als beëindigingsovereenkomst (productie 5) het adres te Nijmegen gehanteerd. Uit de arbeidsovereenkomst blijkt ook dat [gedaagde] zijn functie diende uit te oefenen vanuit de standplaats c.q. vestiging Nijmegen. Gelet daarop kon de dagvaarding rechtsgeldig aan het adres [adres 1] te Nijmegen worden betekend, aldus [gedaagde] .
2.7.
De kantonrechter is van oordeel dat de onderhavige kwestie gaat om “aangelegenheden die dit kantoor of dit filiaal betreffen” als bedoeld in artikel 1:14 BW aangezien tussen partijen vast staat dat [gedaagde] zijn functie vanuit Nijmegen diende uit te oefenen en Sales Lab in de aan [gedaagde] gerichte documenten (steeds) het adres in Nijmegen heeft gehanteerd. Dat Sales Lab de huurovereenkomst van het pand te Nijmegen per 1 januari 2024 zou hebben opgezegd, maakt dit oordeel niet anders, omdat uit de als productie 1 bij repliek overgelegde [ongedateerde] opzegbrief niet blijkt dat Sales Lab het pand daadwerkelijk op die datum heeft ontruimd. Daarnaast heeft de deurwaarder ten tijde van de betekening van de dagvaarding voldoende aanwijzingen gezien om de dagvaarding conform artikel 47 Rv aan dat adres te kunnen achterlaten in een gesloten envelop.
Wat er daar echter ook van zij, ook als er van wordt uitgegaan dat de betekening niet op de voorgeschreven wijze heeft plaatsgevonden, verwerpt de kantonrechter het beroep van Sales Lab op de nietigheid van de dagvaarding, gelet op het bepaalde in artikel 122 Rv. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft het door Sales Lab gestelde gebrek haar niet onredelijk in haar belangen geschaad. Sales Lab heeft in de onderhavige procedure voldoende gelegenheid gehad zich alsnog tegen de vorderingen van [gedaagde] te verweren en niet is gesteld of gebleken dat zij door een eventueel gebrek in de betekening is bemoeilijkt of beperkt in het voeren van haar verweer.
2.8.
Nu geen sprake is nietigheid van de inleidende dagvaarding en deze is betekend binnen de vervaltermijn van artikel 7:686a lid 4 sub a BW, is [gedaagde] ontvankelijk in zijn – thans te noemen – verzoeken.
Mondelinge behandeling
2.9.
De kantonrechter zal, zoals gebruikelijk in een verzoekschriftprocedure, een mondelinge behandeling bevelen om inlichtingen over de zaak te vragen, partijen gelegenheid te geven hun stellingen nader te onderbouwen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden.
2.10.
De kantonrechter wijst erop dat hij uit een niet verschijnen van een partij op de mondelinge behandeling de gevolgtrekkingen - ook in het nadeel van die partij - kan maken die hij geraden zal achten.
2.11.
Indien een partij wenst dat de kantonrechter bij de beoordeling van het geschil rekening houdt met bijvoorbeeld brieven of andere schriftelijke stukken, dient zij deze uiterlijk tien dagen voordat de zitting plaatsvindt aan de kantonrechter en aan (de gemachtigde van) haar wederpartij toe te zenden.
2.12.
Op de mondelinge behandeling wordt aan de gemachtigden van partijen de gelegenheid geboden de juridische standpunten van partijen nader toe te lichten.
Daarbij mag gebruik worden gemaakt van beknopte spreekaantekeningen. Uitgebreide mondelinge en schriftelijke uiteenzettingen zijn niet toegestaan.
2.13.
Tijdens of na de mondelinge behandeling kan de kantonrechter direct mondeling uitspraak doen.
2.14.
Indien partijen zonder dat daaraan voorafgaand een mondelinge behandeling wordt gehouden, gebruik willen maken van de mogelijkheid de zaak door te verwijzen naar een mediator, dienen zij dat op de hierna te bepalen datum kenbaar te maken.
2.15.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
beveelt dat de procedure van deze zaak in de stand waarin deze zich bevindt wordt voortgezet volgens de regels die gelden voor de verzoekschriftprocedure;
3.2.
verzoekt partijen binnen twee weken na de datum van dit vonnis kenbaar te maken of zij gebruik willen maken van de mogelijkheid van mediation;
Voor zover partijen daar geen gebruik van willen maken:
3.3.
beveelt een mondelinge behandeling en verschijning van partijen, bijgestaan door hun gemachtigden, voor het geven van inlichtingen, het nader onderbouwen van hun stellingen en het beproeven van een minnelijke regeling, door mr. M.J.C. van Leeuwen, in het gerechtsgebouw aan de Oranjesingel 56, 6511 NW te Nijmegen, op een door de kantonrechter vast te stellen datum en tijd;
3.4.
bepaalt dat de partijen dan in persoon aanwezig moeten zijn;
3.5.
bepaalt dat partijen op
vrijdag 17 januari 2025moeten opgeven hun verhinderdagen en die van en hun gemachtigden in de maanden maart t/m juni 2025, waarna dag en uur van de mondelinge behandeling zullen worden bepaald;
3.6.
bepaalt dat bij gebreke van de gevraagde opgave(n) de kantonrechter het tijdstip van de mondelinge behandeling zelfstandig zal bepalen;
3.7.
bepaalt dat na de vaststelling van het tijdstip van de mondelinge behandeling dit in beginsel niet zal worden gewijzigd;
3.8.
wijst partijen er op dat voor de mondelinge behandeling
90 minutenzal worden uitgetrokken;
3.9.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze uitspraak is gewezen door mr. M.J.C. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken op 3 januari 2025.
560 \ 40140