In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland, team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Nijmegen, is behandeld, gaat het om een aansprakelijkheidskwestie naar aanleiding van een ongeval op Curaçao. De eiseres, een besloten vennootschap, heeft de gedaagde, die een huurauto had gehuurd, aansprakelijk gesteld voor de schade die is ontstaan na een aanrijding met een andere auto. De gedaagde had de huurauto op 8 november 2023 gehuurd en was op 18 november 2023 betrokken bij een ongeval. De huurovereenkomst bevatte bepalingen die de aansprakelijkheid van de huurder bij schade regelde, waaronder een beding dat de huurder aansprakelijk is voor schade als de auto na een ongeval wordt verplaatst. De eiseres stelt dat de gedaagde aansprakelijk is voor de schade aan de huurauto en de gevolgschade, en heeft een vordering ingesteld voor schadevergoeding.
De kantonrechter heeft in deze tussenuitspraak de bevoegdheid van de Nederlandse rechter vastgesteld, ondanks dat de huurovereenkomst Curaçaos recht van toepassing verklaart. De rechter heeft geoordeeld dat de gedaagde, woonachtig in Nederland, geen beroep heeft gedaan op de forumkeuze en dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. De kantonrechter heeft ook de toepasselijkheid van het Curaçaos recht bevestigd, maar heeft overwogen dat de gedaagde zich kan beroepen op dwingendrechtelijke bepalingen van het Nederlands recht.
De rechter heeft het beding in de huurovereenkomst dat de gedaagde aansprakelijk houdt voor schade na verplaatsing van de auto, vernietigd op grond van oneerlijkheid, en heeft de eiseres in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van de toedracht van het ongeval. De zaak wordt voortgezet met de mogelijkheid voor de eiseres om bewijs te leveren en de gedaagde om daarop te reageren. De verdere beslissingen zijn aangehouden.