ECLI:NL:RBGEL:2025:2897

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 april 2025
Publicatiedatum
15 april 2025
Zaaknummer
11332033
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming huurwoning wegens structurele overlast door pestgedrag

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 19 februari 2025 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De zaak betreft een vordering van Stichting IJsseldal Wonen tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van de opposant, die wordt beschuldigd van het veroorzaken van structurele overlast. De opposant, een 77-jarige vrouw, huurt sinds 1999 een woning van IJsseldal Wonen en heeft sinds april 2020 te maken met meldingen van overlast van haar buurvrouw, mevrouw [naam 1]. Deze overlast omvat geluidsoverlast, bedreigingen, intimidaties en vernielingen. Ondanks herhaalde waarschuwingen en gesprekken met IJsseldal Wonen, heeft de opposant haar gedrag niet aangepast. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overlast ernstig en structureel is, en dat er geen uitzicht is op verbetering. De persoonlijke situatie van de opposant is niet voldoende om het belang van IJsseldal Wonen en de andere huurders te overstijgen. De rechter heeft het verstekvonnis van 21 augustus 2024 bekrachtigd en de opposant veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: 11332033 \ CV EXPL 24-2757
Vonnis van 19 februari 2025
in de zaak van
[opposant],
te [woonplaats] ,
opposant,
hierna te noemen: [opposant] ,
gemachtigde: mr. M.H. Hogeman, toegevoegd onder nr. 2GV9935,
tegen
STICHTING IJSSELDAL WONEN,
te Voorst,
geopposeerde,
hierna te noemen: IJsseldal Wonen,
gemachtigde: mr. M.J. Seijbel.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verstekvonnis van 21 augustus 2024 (zaaknummer 11246788 CV 24-2231)
- de verzetdagvaarding van 23 september 2024
- het tussenvonnis van 2 oktober 2024
- de op 9 januari 2025 door mr. Seijbel toegezonden producties 17 tot en met 19;
- de op 10 januari 2025 door mr. Hogeman toegezonden productie A;
- de mondelinge behandeling van 23 januari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
IJsseldal Wonen verhuurt sinds 1 november 1999 aan [opposant] de woning aan [adres] (hierna: de woning). De huurovereenkomst is schriftelijk vastgelegd. Op de huurovereenkomst zijn de Algemene Huurvoorwaarden van IJsseldal Wonen van toepassing.
2.2.
In de Algemene Huurvoorwaarden is, voor zover hier van belang, bepaald:

Artikel 9
Gebruik
1. Huurder zal het gehuurde als een goed huurder (…) gebruiken.
(…)
Overlast
3. Huurder zal ervoor zorgdragen dat bewoners van het complex alsmede omwonenden geen overlast wordt veroorzaakt.
2.3.
Sinds april 2020 wordt de woning naast [opposant] gehuurd door mevrouw [naam 1] (hierna: [naam 1] ). Sindsdien maakt [naam 1] op regelmatige basis melding van door [opposant] veroorzaakte overlast, onder meer bestaande uit: geluidsoverlast, scheldpartijen, bedreigingen, intimidaties en vernielingen.
2.4.
Vanaf augustus 2020 is IJsseldal Wonen met [opposant] in gesprek over de meldingen die IJsseldal Wonen ontvangt over door [opposant] veroorzaakte overlast.
2.5.
Bij brief van 28 maart 2024 heeft IJsseldal Wonen [opposant] gesommeerd zich als een goed huurder te gedragen en per direct te stoppen met het lastig vallen van [naam 1] .
2.6.
Op 24 april 2024 heeft de dochter van [naam 1] per e-mail aan IJsseldal Wonen geschreven:

Na aanleiding van ons telefoongesprek en een bezoekje aan mijn moeder [naam 1] (…) stuur ik u hierbij de dossier vorming wat onze moeder gedocumenteerd heeft.
Ze is vanaf een bepaalde tijd begonnen met het vastleggen van alle gebeurtenissen door mevrouw
[opposant] (…). Helaas is niet alles gedocumenteerd en vast gelegd vanaf het hele begin er vanuit gaande dat het wel zou stoppen maar dat is helaas niet het geval geweest. Ook mijn broertje heeft veel gedaan voor mijn moeder maar helaas kunnen we niet het beeld materiaal wat er was terug halen.
We zijn erg blij dat deze zaak nu verder word opgepakt als familie zijnde en als ik uit naam van me
moeder kan spreken. Moeder heeft het wijze advies altijd gevolgd door mevr [opposant] te negeren
maar deze treiterijen zijn erg ver gegaan. Dit omdat ze macht over me moeder wilde krijgen en omdat dat niet gelukt is heeft ze deze acties ondernomen.
- vernielingen
- uit schelden
- geluidsoverlast
- overlast
- stalking
- laster
- bedreiging
Eventuele getuigen die opgeroepen kunnen worden zijn: werkgever (…) van moeder ( [naam 1] ) die vele mails en telefoontjes hebben ontvangen van mevrouw [opposant] .
Ik zelf ( [naam 2] (…) die 2 maal getuige is geweest van het gebonk in de nacht van 8 maart om 04:10 u. En gesproken heeft met de politie op 2 februari 2024 in de nacht na een valse melding.
(…)
Daarbij wil ik uitspreken dat ik bang ben voor de reactie die mevr [opposant] gaat geven op de acties die ondernomen nu worden. We zijn bang voor de veiligheid van onze moeder omdat we niet weten waar mevr [opposant] nog meer toe is staat is en dochters niet in de nabijheid wonen. Echter laten we ons hier niet door weer houden en zijn we blij dat er nu actie word ondernomen en wij zullen volledige medewerking geven. Onze dank is groot dat moeder [naam 1] zo gehoord word.
2.7.
Op 10 mei 2024 heeft [naam 1] bij de politie aangifte gedaan van vernieling van haar tuinplanten door [opposant] .
2.8.
Op 10 mei 2024 heeft mevrouw [naam 3] (hierna: [naam 3] ), wonend op [adres] melding gemaakt van door [opposant] veroorzaakte overlast. In de melding staat, voor zover hier van belang:

Onaangepast gedrag. (…) De buurvrouw komt ’s nachts in mijn tuin en spuit schoonmaak azijn op mijn planten, waardoor deze doodgaan. (…) In eerste instantie ontkende ze, maar toen we zeiden dat we dat hadden gezien zei ze dat het alleen maar een beetje azijn was en maakte zelf wel uit of ze bij ons in de tuin kwam.
2.9.
Op 3 juli 2024 heeft [naam 3] een nieuwe melding gemaakt van door [opposant] veroorzaakte overlast. In de melding staat, voor zover hier van belang:

Parkeren tuin/erfafscheiding, Onaangepast gedrag
(…) De buurvrouw snoeit in mijn coniferen die in mijn tuin staan, waardoor er grote gaten in mijn haag ontstaan. (…)
Dit speelt al een aantal jaren, en het blijft maar doorgaan. Het is reeds onder jullie aandacht.
2.10.
Op 25 september 2024 heeft [naam 3] opnieuw melding gemaakt van door [opposant] veroorzaakte overlast. In de melding staat, voor zover hier van belang:

Onaangepast gedrag, Vervuiling
(…) Vanmorgen om 5.30 werd ik wakker van geluid en ben naar buiten gegaan en hoorde mevr. [opposant] mijn buurvrouw eikels aanhet opvegen met stoffer en blik die ze vervolgens bij ons in de tuin en het terras kiepte.
Ook deed ze dat bij [adres] .
2.11.
Op 4 november 2024 heeft [naam 1] per e-mail aan IJsseldal Wonen geschreven:

Ik heb u 26 september telefonisch j.l. nog gesproken over al die eikels die in mijn achtertuin waren
gegooid (emmers vol)
op 27 september om 8.10 uur deed ik mijn voordeur open ,(voor de oranje container) en toen lagen er daar allemaal eikels bij mijn plaatsje waar ik mijn zitje heb staan en bij de voordeur en bergingsdeur, terwijl aan de voorkant geen eikenbomen staan.
Gelukkig was het niet veel ,een halve stoffer en blik vol dit keer.
Maar daar gaat het niet om, het pesten moet ophouden
Ik heb recht op woongenot.
Op 30 september om 9.25 uur zat ik op het toilet en ik hoorde ineens PATS tegen het raam van mijn
bergingdeur (toilet zit naast de berging)
Ik ben gaan kijken wat het geweest was en ik zag 3 eikels liggen. Stom verbaasd was ik.
die zijn gewoon over mijn schutting gegooid en tegen het raam van mijn berging.
(…) ik ben erzo klaar mee met die pesterijen, moedeloos word ik ervan.
De laatste paar weken is ze weer erg onrustig (mevr [opposant] )
Ze gooid de hele dag tot s’avonds haar bergingdeur met een mega harde knallen dicht (…)
Ook slaat ze weer super hard met de deksels van haar containers die bij mijn keukenraam staan
zonder dat ze er iets in gooit,zo snel en hard gaat het.
(…)
Gisterenavond 3 november iets over 21.00 uur zat ik op de bank tv te kijken en ineens sloeg ze tegen
de muur aan,dat is haar muur van haar badkamer.
2.12.
Op 10 november 2024 heeft [naam 1] per e-mail aan IJsseldal Wonen geschreven:

Zondagochtend 10 november om 8.04 uur
sloeg mevr [opposant] weer op mijn keukenmuur 3x.
Ik heb daar een videobeeld met geluid van.
(…) met het resultaat dat ik weer rechtop in mijn bed zat klaar wakker .

3.Het geschil

3.1.
IJsseldal Wonen heeft – samengevat – ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning gevorderd, met veroordeling van [opposant] in de proceskosten. De vordering is bij verstek toegewezen.
[opposant] vordert in deze verzetprocedure dat zij ontheven wordt van de bij verstek toegewezen veroordeling, met veroordeling van IJsseldal Wonen in de proceskosten.
3.2.
IJsseldal Wonen heeft aan haar vordering, bezien tegen de achtergrond van de feiten, ten grondslag gelegd dat [opposant] in strijd handelt met de overlastbepalingen uit de algemene voorwaarden. Zij veroorzaakt structurele en ernstige overlast door stelselmatig omwonenden lastig te vallen. IJsseldal Wonen moet als verhuurder rustig woongenot aan haar huurders waarborgen. [opposant] maakt dit onmogelijk. [opposant] is herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld haar gedrag aan te passen, maar is hiertoe niet in staat gebleken. Dit rechtvaardigt de ontbinding van de huurovereenkomst.
3.3.
[opposant] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van IJsseldal Wonen in de proceskosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Vooropgesteld wordt dat [opposant] op tijd in verzet is gekomen, zodat zij daarin ontvankelijk is.
4.2.
Op grond van artikel 7:213 Burgerlijk Wetboek (BW) is een huurder verplicht zich ten aanzien van het gebruik van het gehuurde als een goed huurder te gedragen. Dit betekent dat een huurder ervoor moet zorgen dat geen overlast aan omwonenden wordt veroorzaakt. Dit is ook opgenomen in artikel 9 van de Algemene Huurvoorwaarden. Als de huurder zich niet aan deze verplichting houdt, levert dat een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst op.
4.3.
Op basis van de stukken en de bespreking tijdens de mondelinge behandeling is voldoende komen vast te staan dat [opposant] gedurende een lange periode (bijna vijf jaar) structureel overlast veroorzaakt. Sinds 2020 maakt [naam 1] , de directe buurvrouw van [opposant] , melding van door [opposant] veroorzaakte overlast. Met het logboek van [naam 1] , de aangifte bij de politie, een verklaring van de dochter van [naam 1] en de camerabeelden is voldoende onderbouwd dat sprake is van stelselmatig pestgedrag door [opposant] . Dit bestaat uit onder meer schreeuwen, schelden, bedreigen, het vernielen van planten, het bonken op muren en het gooien van eikels in de tuin en tegen de ramen van de woning van [naam 1] . Ook [naam 3] , de buurvrouw die aan de andere kant naast [opposant] woont, heeft diverse overlastmeldingen gedaan. Daaruit blijkt hetzelfde gedrag van [opposant] .
4.4.
De betwisting van [opposant] beperkt zich tot de niet onderbouwde stelling dat er geen sprake is van overlast, maar slechts van een subjectieve beleving van overlast door [naam 1] , de enige buurvrouw met wie [opposant] niet overweg kan. Daarmee heeft [opposant] de gestelde overlast, die niet alleen met een (gedetailleerde) verklaring van [naam 1] , maar ook met verklaringen van [naam 3] én met beeldmateriaal is onderbouwd, onvoldoende betwist.
4.5.
In artikel 6:265 lid 1 BW is bepaald dat iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen de wederpartij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij deze tekortkoming, gezien haar aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Bij de beantwoording van de vraag of ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is, zijn alle omstandigheden van het geval van belang. De kantonrechter moet beoordelen of de tekortkoming, gelet op de omstandigheden van het geval, waaronder het concrete belang van [opposant] bij het voortduren van de huurovereenkomst, van voldoende gewicht is om de overeenkomst te ontbinden.
4.6.
De kantonrechter is van oordeel dat de tekortkoming van [opposant] zo ernstig is, dat die de ontbinding van de huurovereenkomst met haar gevolgen daarvan rechtvaardigt. Hierna wordt uitgelegd waarom.
4.6.1.
Namens [opposant] is aangevoerd dat ontbinding van de huurovereenkomst in dit geval niet gerechtvaardigd is. [opposant] is een 77-jarige vrouw die al sinds 1999 in deze woning woont. Voordat [naam 1] naast haar kwam wonen, zijn er nooit problemen geweest. Het verlies van een woning is een zeer ingrijpende inmenging in het recht op het privéleven en een zeer ernstige aantasting van het huisrecht dat wordt beschermd door artikel 8 EVRM. In het geval van [opposant] is het verlies van haar woning buitenproportioneel.
4.6.2.
Namens IJsseldal Wonen is naar voren gebracht dat zij begrijpt dat het verlies van een woning zeer ingrijpend is. Zij heeft er om die reden voor gekozen het verstekvonnis niet direct te executeren in de hoop dat [opposant] haar gedrag alsnog zou aanpassen. Dit is echter niet gebeurd. IJsseldal Wonen heeft ook de belangen van haar andere huurders/omwonenden te behartigen. IJsseldal Wonen moet zorgen voor een veilige en prettige woonomgeving. Dat lukt niet meer. Het woongenot van omwonenden wordt al lange tijd ernstig aangetast. Omwonenden voelen zich niet meer veilig in hun eigen huis en hun nachtrust wordt regelmatig verstoord. De vele pogingen om de overlast te stoppen, zijn niet geslaagd, aldus IJsseldal Wonen.
4.6.3.
Helder is dat [opposant] in haar huidige huurwoning wil blijven wonen, waarin zij al sinds 1999 woont. Toch weegt de persoonlijke situatie van [opposant] niet op tegen het belang van IJsseldal Wonen (en daarmee het belang van de omwonenden) bij de gevorderde ontbinding en ontruiming. Hierbij weegt mee dat sprake is van structurele overlast gedurende een periode van bijna vijf jaar, zonder uitzicht op verbetering. Zelfs na een dagvaarding en een veroordelend verstekvonnis is [opposant] doorgegaan met haar overlastgevende gedrag. De overlast tast het woongenot van andere huurders van IJsseldal Wonen ernstig aan. Zij zijn bang in hun eigen huis en worden in hun nachtrust gestoord. IJsseldal Wonen is terughoudend geweest bij het inzetten van een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. Zij heeft lange tijd geprobeerd met [opposant] in gesprek te komen, er zijn waarschuwingen gegeven, maar dit alles heeft niet tot een oplossing geleid. Ook op zitting heeft [opposant] geen blijk gegeven van zelfinzicht of zelfreflectie, laat staan van de wil tot verbetering van haar gedrag. Inmiddels kan niet langer van IJsseldal Wonen worden verlangd dat zij [opposant] van woonruimte blijft voorzien, terwijl de overlast voortduurt. Het belang van omwonenden bij een ongestoord en veilig woonklimaat moet nu de doorslag geven. Het verzet van [opposant] is daarom ongegrond.
4.7.
[opposant] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de kosten van het verzet worden veroordeeld. Dit betekent dat zij haar eigen kosten moet dragen en de proceskosten (inclusief nakosten) van IJsseldal Wonen moet vergoeden. De proceskosten van IJsseldal Wonen worden begroot op:
- salaris gemachtigde
204,00
(1 punt × € 204,00)
- nakosten
102,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
306,00
4.8.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
bekrachtigt het verstekvonnis van 21 augustus 2024 met zaaknummer 11246788 CV EXPL 24-2231,
5.2.
veroordeelt [opposant] in de proceskosten van € 306,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [opposant] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt [opposant] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.E. Sijsma en in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2025.
(mk)