ECLI:NL:RBGEL:2025:2789

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 april 2025
Publicatiedatum
11 april 2025
Zaaknummer
05/036190-24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het opzettelijk niet opvolgen van een dienstvoorschrift in de zin van artikel 135 en 136 Wetboek van Militair Strafrecht

Op 7 april 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die als militair werd beschuldigd van het opzettelijk niet opvolgen van een dienstvoorschrift, wat gemeen gevaar voor personen en goederen te duchten heeft gegeven. De verdachte, geboren in 1999, was betrokken bij een schietoefening op 3 oktober 2023 in Huis ter Heide, gemeente Zeist. Tijdens deze oefening heeft hij zijn patroonmagazijn gevuld met zowel scherpe als losse patronen, zonder de vereiste veiligheidsmaatregelen te nemen. Dit leidde tot een situatie waarin hij een schot heeft gelost, wat levensgevaar voor andere aanwezige militairen en gemeen gevaar voor goederen met zich meebracht. De militaire kamer heeft vastgesteld dat de verdachte niet vol opzet had, maar wel voorwaardelijk opzet, omdat hij de kans heeft aanvaard dat hij de veiligheidsregels niet zou naleven. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van 750 euro, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de overtreding en de omstandigheden waaronder deze is begaan. De militaire kamer benadrukte het belang van het strikt naleven van veiligheidsvoorschriften binnen de defensie.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/036190-24
Datum uitspraak : 7 april 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[Verdachte],
geboren op [Geboortedag] 1999 in [Geboorteplaats] ,
wonende aan de [Adres] , [Postcode] [Woonplaats] .
Raadsman: mr. D.C. Coppens, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen
van 17 maart 2025 en 7 april 2025.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een wijziging ter terechtzitting, ten laste gelegd dat:
hij als militair, op of omstreeks 3 oktober 2023, te of nabij Huis ter Heide, gemeente
Zeist, in elk geval in Nederland, gedurende/tijdens een oefening van [een militaire eenheid]
in een loods ( [loods] ) opzettelijk
althans in ernstige mate nalatig het dienstvoorschrift Colt Type C7, C8 en LOAW (VS 7-520)
niet heeft opgevolgd,
waarin onder Algemene veiligheidsregels (pagina 10) is voorgeschreven:
- Personeel dat het geweer in gebruik of beheer heeft, moet op de hoogte zijn van de veiligheidsregels en er op toe zien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd.
- Bij het ter hand nemen van het wapen dient de gebruiker eerst de veiligheidsmaatregelen te nemen.
en onder Veiligheidsmaatregelen (pagina 9):
Munitie:
-Controleer de te gebruiken munitie op uiterlijke kenmerken, type en beschadigingen.
-Controleer de patroonmagazijntassen en extra patroonmagazijnen op munitie
en onder Veiligheidsregels algemeen (pagina 8):
De gebruiker van het wapen is verplicht om de te gebruiken munitie (bijvoorbeeld: scherpe munitie; losse munitie; exercitiemunitie; enz.) voor gebruik te controleren op de uiterlijke kenmerken
en in hoofdstuk 6 Sectie 3 Soorten en Kenmerken ten aanzien van diverse types scherpe patronen en losse patronen meermalen is opgenomen (pagina 6-4, tot en met 6-12):
Het is verboden scherpe-, losse-, exercitie- en oefenmarkeerpatronen door elkaar te gebruiken of gelijktijdig in bezit te hebben. Tenzij zeer nadrukkelijk anders bepaald door de daartoe opgeleide instructeur
immers heeft hij, verdachte, toen aldaar, gedurende de oefening, het/zijn wapen en/of het/zijn patroonmagazijn(en) met munitie gevuld en/of in gebruik genomen, zonder dat hij, verdachte, als gebruiker van het/zijn wapen en de/zijn patroonmagazijn(en) en de munitie eerst de veiligheidsmaatregelen had genomen en/of zonder dat hij bij het in gebruik nemen van het/zijn wapen en/of voornoemde patroonmagazijn(en) en/of munitie eerst de patroonhouders en/of munitie op uiterlijke kenmerken, type en beschadigingen had gecontroleerd, waardoor hij één scherpe patroon en losse patronen/blanks gelijktijdig in zijn bezit heeft gehad en/of vervolgens zijn wapen (Colt C8) ter hand heeft genomen en/of ten behoeve van de oefening in gebruik genomen waarna hij een/zijn patroonmagazijn (met losse patronen/ blanks en één scherpe patroon) in het/zijn wapen heeft geplaatst en hij, vervolgens tijdens de oefening een of meer schot(en) heeft gelost in de richting van het schietdoel / de schietschijf, terwijl daarvan/daardoor levensgevaar voor een ander, te weten de zich in de directe nabijheid van het schietdoel (bewegende pop/schietschijf) (achter een houten wand) en in het schootsveld van verdachte bevindende militair [Naam 1] en/of gemeen gevaar voor personen, te weten de zich in het schootsveld van verdachte bevindende militair [Naam 1] en/of de zich in directe omgeving van verdachte bevindende militairen [Naam 2] en/of [Naam 3] en/of [Naam 4] , en/of gemeen gevaar voor goederen, te weten (onderdelen van) het wapen van de verdachte (Colt C8), de op het wapen geplaatste mondingsstop en de zich in die loods/dat gebouw in het schootsveld van verdachte bevindende goederen, is ontstaan althans te duchten is geweest.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van het impliciet primair tenlastegelegde en dat het impliciet subsidiair tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken, omdat de aanwezigheid van het scherpe patroon in het wapen van verdachte het gevolg is geweest van meerdere fouten die niet aan verdachte te wijten zijn en niet noodzakelijk het gevolg is van opzet of nalatigheid van verdachte.
Beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer overweegt dat de tenlastelegging is toegesneden op de militaire delicten van artikel 136 en artikel 137 van het Wetboek van Militair Strafrecht. Deze militaire delicten komen, kort weergegeven, neer op het niet-opvolgen van een dienstvoorschrift als bedoeld in artikel 135 van het Wetboek van Militair Strafrecht.
Dienstvoorschrift
In het dienstvoorschrift VS 7-520 (hierna: het dienstvoorschrift), zoals dit ook van kracht was op 22 augustus 2023, is onder algemene veiligheidsregels op pagina 10 het volgende – voor zover relevant – opgenomen:
- Personeel dat het geweer in gebruik of beheer heeft, moet op de hoogte zijn van de veiligheidsregels en er op toe zien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd.
- Bij het ter hand nemen van het wapen dient de gebruiker eerst de veiligheidsmaatregelen te nemen. [2]
Verder is onder veiligheidsmaatregelen op pagina 9 het volgende – voor zover relevant – opgenomen:
- Controleer de te gebruiken munitie op uiterlijke kenmerken, type en beschadigingen.
- Controleer de patroonmagazijntassen en extra patroonmagazijnen op munitie. [3]
Daarnaast is onder veiligheidsregels op pagina 8 het volgende – voor zover relevant – opgenomen:
De gebruiker van het wapen is verplicht om de te gebruiken munitie (bijvoorbeeld: scherpe munitie; losse munitie; exercitiemunitie; enz.) voor gebruik te controleren op de uiterlijke kenmerken. [4]
Tevens is onder hoofdstuk 6 Sectie 3 soorten en kenmerken pagina 6-4, tot en met 6-12 het volgende – voor zover relevant – opgenomen:
Het is verboden scherpe-, losse-, exercitie- en oefenmarkeerpatronen door elkaar te gebruiken of gelijktijdig in bezit te hebben. Tenzij zeer nadrukkelijk anders bepaald door de daartoe opgeleide instructeur. [5]
Verdachte heeft verklaard dat hij op de hoogte is van het dienstvoorschrift. [6] Ook blijkt uit het dossier dat verdachte is opgeleid voor de Colt C8. [7]
Feiten en omstandigheden
Op 3 oktober 2023 was verdachte in Huis ter Heide in de gemeente Zeist. [8] Verdachte was daar met [een militaire eenheid] in een loods genaamd ‘ [loods] ’ in een kamer gemaakt van hout bezig met een schietoefening. [9] Er werd geoefend met het wapen Colt C8. [10] Toen verdachte op de locatie aankwam, stond er munitie klaar in twee kisten. Er vond een wapeninspectie plaats en niemand had munitie bij zich. In een van de kisten zat munitie in doosjes met clipjes. In de andere kist lagen losse blanks door elkaar. De kist was halfvol tot driekwart gevuld met losse blanks. Onbekend gebleven is wie de munitie heeft aangeleverd. Verdachte heeft zijn eigen magazijn een voor een gevuld met patronen die uit de kist met losse blanks kwamen en heeft niet gezien dat hij zijn magazijn daarbij ook heeft gevuld met een scherpe patroon. Tijdens het vullen van het magazijn keek verdachte naar zijn collega’s, terwijl hij met hen aan het praten was. Verdachte schoot tijdens de oefening op het schietdoel en hij hoorde een doffe knal. [11] Verder was de mondingsstop van de Colt van de loop afgeschoten en tegen het been van [Naam 3] aan gekomen. [12] Naast [Naam 3] waren tijdens de oefening [Naam 2] en [Naam 4] in de ruimte aanwezig en hield [Naam 1] de pop vast waarop verdachte heeft geschoten. [13] De verbalisanten hebben in de ruimte geen kogelinslag waargenomen en namen waar dat de mondingsstop en de mondingsvlamdemper waren beschadigd. [14]
Overtreden dienstvoorschrift
Gelet op het voorgaande acht de militaire kamer bewezen dat verdachte als gebruiker van zijn wapen, zijn patroonmagazijn en de munitie niet de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen heeft genomen en de veiligheidsregels niet heeft gevolgd. Hij heeft de munitie niet voldoende gecontroleerd op uiterlijke kenmerken, type en beschadigingen, waardoor hij een scherpe patroon en blanks gelijktijdig in zijn bezit heeft gehad. Daarna heeft hij zijn wapen gebruikt en een scherpe patroon afgevuurd in de richting van het schietdoel. De militaire kamer oordeelt dat verdachte het dienstvoorschrift heeft overtreden.
Opzet
De militaire kamer is van oordeel dat geen wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om te bewijzen dat verdachte vol opzet heeft gehad op het overtreden van het dienstvoorschrift.
De vraag die vervolgens aan de orde komt, is of sprake is geweest van voorwaardelijk opzet. Voorwaardelijk opzet is aanwezig indien verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij het ten laste gelegde feit begaat, in dit geval door de (bewuste) niet-naleving van het dienstvoorschrift. De beantwoording van de vraag of de gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht.
Gelet op het voorgaande heeft verdachte bij het vullen van zijn magazijn de munitie niet goed gecontroleerd uiterlijke kenmerken, type en beschadigingen, waardoor scherpe munitie en blanks door elkaar aanwezig waren in zijn patroonmagazijn. Verdachte wist dat hij de munitie moest controleren en heeft, doordat hij praatte met collega’s en naar die collega’s keek, de kans aanvaard dat hij de munitie niet goed zou controleren en zijn magazijn zou vullen met een scherpe patroon. Hieraan doet niet af dat verdachte veronderstelde dat uitsluitend blanks voorhanden waren. Hierdoor heeft verdachte met voorwaardelijk opzet het dienstvoorschrift overtreden. Gelet hierop komt de militaire kamer tot een bewezenverklaring van het bestanddeel ‘opzettelijk’, in de vorm van voorwaardelijk opzet.
De militaire kamer neemt met grote zorgen kennis van het feit dat op een of andere wijze scherpe munitie tussen de blanks terecht is gekomen. Dit impliceert dat ook anderen fouten hebben gemaakt. Tegelijkertijd constateert de militaire kamer ook dat ieder menselijk handelen tot fouten kan leiden en dat veiligheidssystemen zijn opgebouwd uit meerdere lagen. In ieder van deze lagen kunnen fouten ontstaan zoals fouten in de organisatie, fouten in het toezicht, fouten van anderen in de directe omgeving van de onveilige situatie, fouten ten gevolge van omgevingsfactoren zoals tijdsdruk, vermoeidheid en stress en fouten van de veroorzaker van het uiteindelijke onveilige handelen zelf. Iedere laag kan het ongeluk voorkomen en pas als alle lagen falen, ontstaat een onveilige situatie. Juist daarom zijn er veiligheidsvoorschriften die door ieder individu strak en zonder uitzondering correct gevolgd moeten worden om te voorkomen dat individueel falen en fouten van anderen of het systeem op elkaar kunnen ingrijpen en gevaarlijke situaties kunnen ontstaan.
Levensgevaar en gemeen gevaar voor goederen en/of personen
De militaire kamer acht niet bewezen dat sprake is geweest van levensgevaar, omdat in de loop van de Colt C8 een mondingsstop zat. De militaire kamer overweegt dat er op dat moment meerdere personen in deze ruimte aanwezig waren, te weten [Naam 2] , [Naam 3] en [Naam 4] . Verder stond op dat moment [Naam 1] in het schootsveld van het wapen van verdachte. Daarnaast had de kogel en/of de mondingsstop kunnen ricocheren naar verdachte zelf, de overige aanwezige personen of de goederen die zich in de ruimte bevonden. Ook zijn de mondingsstop en de mondingsvlamdemper beschadigd. Voorts hadden het wapen, het schietdoel en de houten muren van de kamer in de loods ook beschadigd kunnen raken. De militaire kamer komt derhalve tot de conclusie dat er sprake was van gemeen gevaar voor personen en goederen is ontstaan, althans te duchten is geweest.
Gelet op het voorgaande acht de militaire kamer het onder impliciet primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het impliciet primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij als militair, op
of omstreeks3 oktober 2023, te
of nabijHuis ter Heide, gemeente
Zeist, in elk geval in Nederland,
gedurende/tijdens een oefening van [een militaire eenheid]
in een loods ( [loods] ) opzettelijk
althans in ernstige mate nalatighet dienstvoorschrift Colt Type C7, C8 en LOAW (VS 7-520)
niet heeft opgevolgd,
waarin onder Algemene veiligheidsregels (pagina 10) is voorgeschreven:
- Personeel dat het geweer in gebruik of beheer heeft, moet op de hoogte zijn van de veiligheidsregels en er op toe zien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd.
- Bij het ter hand nemen van het wapen dient de gebruiker eerst de veiligheidsmaatregelen te nemen.
en onder Veiligheidsmaatregelen (pagina 9):
Munitie:
-Controleer de te gebruiken munitie op uiterlijke kenmerken, type en beschadigingen.
-Controleer de patroonmagazijntassen en extra patroonmagazijnen op munitie
en onder Veiligheidsregels algemeen (pagina 8):
De gebruiker van het wapen is verplicht om de te gebruiken munitie (bijvoorbeeld: scherpe munitie; losse munitie; exercitiemunitie; enz.) voor gebruik te controleren op de uiterlijke kenmerken
en in hoofdstuk 6 Sectie 3 Soorten en Kenmerken ten aanzien van diverse types scherpe patronen en losse patronen meermalen is opgenomen (pagina 6-4, tot en met 6-12):
Het is verboden scherpe-, losse-, exercitie- en oefenmarkeerpatronen door elkaar te gebruiken of gelijktijdig in bezit te hebben. Tenzij zeer nadrukkelijk anders bepaald door de daartoe opgeleide instructeur
immers heeft hij, verdachte, toen aldaar, gedurende de oefening,
het/zijn wapen en/of het/zijn patroonmagazijn
(en)met munitie gevuld en
/ofin gebruik genomen, zonder dat hij, verdachte, als gebruiker van
het/zijn wapen en
de/zijn patroonmagazijn
(en)en de munitie eerst de veiligheidsmaatregelen had genomen en/
ofzonder dat hij bij het in gebruik nemen van
het/zijn wapen en
/ofvoornoemde patroonmagazijn
(en)en
/ofmunitie eerst de patroonhouders en
/ofmunitie op uiterlijke kenmerken, type en beschadigingen had gecontroleerd, waardoor hij één scherpe patroon en
losse patronen/blanks gelijktijdig in zijn bezit heeft gehad en
/ofvervolgens zijn wapen
(Colt C8
)ter hand heeft genomen en
/often behoeve van de oefening in gebruik genomen waarna hij
een/zijn patroonmagazijn
(met
losse patronen/blanks en één scherpe patroon
)in
het/zijn wapen heeft geplaatst en hij, vervolgens tijdens de oefening een of meer schot(en) heeft gelost in de richting van het schietdoel
/ de schietschijf, terwijl
daarvan/daardoor
levensgevaar voor een ander, te weten de zich in de directe nabijheid van het schietdoel (bewegende pop/schietschijf) (achter een houten wand) en in het schootsveld van verdachte bevindende militair [Naam 1] en/ofgemeen gevaar voor personen, te weten de zich in het schootsveld van verdachte bevindende militair [Naam 1] en
/ofde zich in directe omgeving van verdachte bevindende militairen [Naam 2] en
/of[Naam 3] en
/of[Naam 4] , en
/ofgemeen gevaar voor goederen, te weten
(onderdelen van)het wapen van de verdachte (Colt C8), de op het wapen geplaatste mondingsstop en de zich in die loods
/dat gebouwin het schootsveld van verdachte bevindende goederen, is ontstaan althans te duchten is geweest.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
als militair opzettelijk een dienstvoorschrift niet opvolgen, terwijl daardoor gemeen gevaar voor personen en goederen te duchten is.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.
6. De strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot 20 uur taakstraf.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
De beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De militaire kamer heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft voorafgaand aan een oefening zijn eigen magazijn gevuld met een scherpe patroon en tijdens de oefening heeft verdachte een schot gelost met het scherpe patroon. De mondingstop die op het wapen zat, heeft de kogel geremd, waardoor er vrijwel geen schade is ontstaan. Verdachte was op de hoogte van de voorgeschreven veiligheidsregels die gelden ten aanzien van munitie. Hij heeft de munitie in ieder geval niet voldoende gecontroleerd op uiterlijke kenmerken, type en beschadigingen, waardoor hij een scherpe patroon en blanks gelijktijdig in zijn magazijn heeft gehad.
Verdachte was op de hoogte van de veiligheidsvoorschriften, welke verdachte als militair verplicht op dient te volgen. Door de veiligheidsvoorschriften niet op te volgen, heeft verdachte zijn collega’s in gevaar gebracht. Dat uiteindelijk niemand door de kogel is geraakt en dat er geen andere goederen zijn beschadigd, is een kwestie van geluk geweest, en is niet aan verdachte te danken. De militaire kamer neemt verdachte zijn handelen dan ook ernstig kwalijk. Militairen mogen binnen Defensie een veilige werkomgeving verwachten en daar dient iedere individuele militair ook aan bij te dragen. Daar komt bij dat gebleken is dat verdachte regelmatig met geladen wapens omgaat. Aangenomen kan dan ook worden dat verdachte op de hoogte is van het gevaar van het werken met wapens. Van een militair als verdachte mag dan ook verlangd worden dat hij zich te allen tijde aan de veiligheidsregels houdt.
De militaire kamer overweegt dat het aanleveren van de munitie niet volgens het protocol is gegaan. De te gebruiken munitie voor de oefening werd aangeleverd in twee kisten. In de ene kisten zaten de patronen in clipjes en in doosjes verpakt, terwijl zich in de andere kist losse patronen door elkaar bevonden. Gezien het belang van het op juiste wijze verstrekken en daardoor ook gebruiken van munitie, oordeelt de militaire kamer dat hierbij onzorgvuldig is gehandeld.
Dit klemt te meer nu de blanks uit 2008 stamden en de scherpe patroon uit 2019. Het kan derhalve dus geenszins een fout in de productielijn of iets dergelijks zijn geweest waardoor de scherpe patroon tussen de blanks terecht is gekomen. In dit geval kan het niet anders dan dat de scherpe patroon zich tussen de blanks bevond enkel het gevolg was van het niet overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften handelen. Hierdoor komt nogmaals naar voren dat het van het grootste belang is dat de veiligheidsvoorschriften te allen tijde door iedereen correct en zorgvuldig worden opgevolgd.
Alle omstandigheden in onderlinge samenhang bezien acht de militaire kamer een geldboete van € 750,- passend en geboden.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 23, 24c en 91 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 6, 11 en 136 van het Wetboek van Militair Strafrecht.

9.De beslissing

De militaire kamer:
 verklaart bewezen dat verdachte het impliciet primair ten laste gelegde feit, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op een geldboete van € 750,- (zevenhonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 15 (vijftien) dagen militaire detentie.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.H.M. Marijs (voorzitter), mr. R.M.H. Pennings, rechter en Kolonel mr. M. Hoedeman, militair lid, in tegenwoordigheid van mr. G.C. van de Fliert, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 april 2025.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten [Verbalisant] en [Verbalisant] van de Koninklijke Marechaussee, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL27WU/23-004743, gesloten op 12 november 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het schriftelijk bescheid, te weten het Dienstvoorschrift VS 7-520 Colt Type C7, C8 en LOAW, p. 75 van het aanvullend procesdossier.
3.Het schriftelijk bescheid, te weten het Dienstvoorschrift VS 7-520 Colt Type C7, C8 en LOAW, p. 74 van het aanvullend procesdossier.
4.Het schriftelijk bescheid, te weten het Dienstvoorschrift VS 7-520 Colt Type C7, C8 en LOAW, p. 73 van het aanvullend procesdossier.
5.Het schriftelijk bescheid, te weten het Dienstvoorschrift VS 7-520 Colt Type C7, C8 en LOAW, p. 83 van het aanvullend procesdossier.
6.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 17 maart 2025.
7.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 26.
8.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 2.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 5.
10.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 27.
11.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 17 maart 2025.
12.Het proces-verbaal van verhoor van getuige, p. 12.
13.Het proces-verbaal van verhoor van getuige, p. 12 en het proces-verbaal van verhoor van getuige, p. 21.
14.Het aanvullen proces-verbaal van bevindingen met nummer PL27QR/23-089632, p. 1.