ECLI:NL:RBGEL:2025:2782

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 april 2025
Publicatiedatum
11 april 2025
Zaaknummer
05/247565-24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het opzettelijk niet opvolgen van een dienstvoorschrift in de zin van artikel 135 en 136 Wetboek van Militair Strafrecht

Op 7 april 2025 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die als militair werd beschuldigd van het opzettelijk niet opvolgen van een dienstvoorschrift, wat leidde tot gemeen gevaar voor personen en goederen. De verdachte, geboren in 1999, had op 15 juni 2024 in Irak een dienstwapen, een Glock 17, van een collega overgenomen zonder de vereiste veiligheidsmaatregelen te nemen. Tijdens het onderzoek op de openbare terechtzittingen op 17 maart en 7 april 2025 werd vastgesteld dat de verdachte het wapen had afgevuurd, wat resulteerde in een ongewild schot dat gehoorschade veroorzaakte bij een collega. De militaire kamer oordeelde dat de verdachte opzettelijk het dienstvoorschrift had overtreden, aangezien hij wist dat het wapen half geladen was en hij de veiligheidsregels niet had nageleefd. De officier van justitie had een taakstraf van 50 uur geëist, maar de verdediging pleitte voor een geldboete. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 40 uur, met inachtneming van zijn blanco strafblad en de ernst van de overtreding. De rechtbank benadrukte het belang van het naleven van veiligheidsvoorschriften binnen de militaire context.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/247565-24
Datum uitspraak : 7 april 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[Verdachte],
geboren op [Geboortedag] 1999 in [Geboorteplaats] ,
wonende aan de [Adres] , [Postcode] [Woonplaats] .
Raadsman: mr. R.G. van der Laan, die waarneemt voor mr. S.M. Diekstra, advocaat in Leiden.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen
van 17 maart 2025 en 7 april 2025.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij als militair, op of omstreeks 15 juni 2024, te of nabij Bagdad, in elk geval in Irak, opzettelijk, althans in ernstige mate nalatig,
het dienstvoorschrift VS 7-511 (pistool Glock 17 JB druk 3), waarin onder Veiligheidsregels, onder 3 ‘Algemene veiligheidsregels’ (onder andere) is voorgeschreven dat:
- Personeel dat het pistool in gebruik of in beheer heeft, op de hoogte moet zijn van de veiligheidsregels en er op toe moet zien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd
- Voordat de veiligheidsmaatregelen worden genomen het wapen behandeld dient te worden alsof het geladen is omdat uitwendig niet te zien is of het ontladen is
- Wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin het wapen verkeerd, hij de veiligheidsmaatregelen moet nemen
en/of waarin onder Veiligheidsregels, onder 2. Veiligheidsmaatregelen (VS 7-511) is voorgeschreven dat de veiligheidsmaatregelen (onder andere) dienen te worden genomen bij het in ontvangst nemen en/of het in gebruik nemen van het wapen en/of ten aanzien van de uitvoering van de veiligheidsmaatregelen is voorgeschreven:
- Houdt het wapen met de loop in een veilige richting met de vinger gestrekt langs de beugelkrop
- Controleer of er een patroonmagazijn is geplaatst.
- Neem wanneer er een patroonmagazijn is geplaatst deze uit het wapen en controleer of zich hierin munitie bevindt.
- Trek de slede naar achteren.
- Controleer of de kamer leeg is.
- De slede onder geleide naar voren laten gaan en haal de trekker over.
- Controleer patroonmagazijntassen en overige patroonmagazijnen en munitie op uiterlijke kenmerken, type en beschadigingen.
niet heeft opgevolgd, hierin bestaande dat hij, verdachte, toen aldaar, in de legeringskamer in [gebouw] op [militaire basis] , opzettelijk, althans in ernstige mate nalatig, het (halfgeladen) dienstwapen (pistool Glock 17 met wapennummer [wapennummer] ) van zijn collega [Collega 1] over had genomen en/of ter hand had genomen, althans in ontvangst had genomen en/of in gebruik had genomen, zonder dat verdachte zich op dat moment (eerst) (voldoende) had overtuigd van de toestand waarin dat wapen verkeerde en/of zonder dat verdachte (eerst) de
veiligheidsmaatregelen had genomen, en/of zonder dat verdachte het wapen met de loop in een veilige richting liet wijzen en/of zonder dat verdachte had gecontroleerd of er een patroonmagazijn in het wapen was geplaatst en/of zonder dat verdachte de in het wapen aanwezige patroonhouder uit het wapen had gehaald en had gecontroleerd of hier munitie in aanwezig was en/of de slede van het dienstwapen naar achteren heeft gehaald en/of zonder dat verdachte (vervolgens) heeft gecontroleerd of de kamer van het wapen leeg was en/of vervolgens de trekker van het dienstwapen heeft overgehaald, en/althans een schot met dat wapen heeft gelost, terwijl hij, verdachte, het dienstwapen op dat moment op korte afstand in de
richting van [Collega 1] liet wijzen, althans op de betonnen muur achter die [Collega 1] , richtte, terwijl daarvan/daardoor levensgevaar voor (een) ander(en) te weten (ricochetgevaar voor) de zich in de directe nabijheid van het schot bevindende [Collega 1] en/of gemeen gevaar voor personen te weten die [Collega 1] en/of overige zich in de directe nabijheid van die [Collega 1] bevindende personen te weten [Collega 2] en/of [Collega 3] en/of [Collega 4] en/of (tijdelijke) gehoorschade voor zich in die legeringskamer en de directe nabijheid van die [Verdachte] bevindende [Collega 1] en/of [Collega 2] en/of [Collega 3] en/of [Collega 4] en/of gemeen gevaar voor goederen te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende betonnen muur, Colt C8 en/of koelkast en/of kast en/of overige in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende goederen, is ontstaan, althans te duchten is geweest.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het impliciet primair tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het impliciet primair tenlastegelegde opzettelijk overtreden van het dienstvoorschrift. Ten aanzien van het impliciet subsidiair tenlastegelegde heeft de raadsman geen bewijsverweer gevoerd.
Beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer overweegt dat de tenlastelegging is toegesneden op de militaire delicten van artikel 136 en artikel 137 van het Wetboek van Militair Strafrecht. Deze militaire delicten komen, kort weergegeven, neer op het niet-opvolgen van een dienstvoorschrift als bedoeld in artikel 135 van het Wetboek van Militair Strafrecht.
Dienstvoorschrift
In het dienstvoorschrift VS 7-511 Pistool Glock 17 JB derde druk (hierna: het dienstvoorschrift), zoals dit ook van kracht was op 15 juni 2024, is in hoofdstuk 3 bij de algemene veiligheidsregels het volgende – voor zover relevant – opgenomen:

3. Algemene veiligheidsregels

  • Personeel dat het pistool in gebruik of in beheer heeft, moet op de hoogte zijn van de veiligheidsregels en er op toezien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd.
  • Voordat de veiligheidsmaatregelen worden genomen, moet het wapen behandeld worden alsof het geladen is, omdat uitwendig niet te zien is of het ontladen is.
  • Een over te dragen wapen moet in ontladen toestand met de slede in achterste stand worden aangeboden.
  • Wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin het wapen verkeerd, moet hij de veiligheidsmaatregelen nemen. [2]
In het dienstvoorschrift is in hoofdstuk 2 bij de algemene veiligheidsmaatregelen het volgende opgenomen:

2. Veiligheidsmaatregelen

-
Neem in de volgende gevallen de veiligheidsmaatregelen:
o
Bij het in ontvangst nemen.
o
Voor het in gebruik nemen.
o
Voor het uiteennemen.
o
Voor iedere wapeninspectie.
-
Uitvoering:
o
Houdt het wapen met de loop in een veilige richting met de vinger gestrekt langs de beugelkrop.
o
Controleer of er een patroonmagazijn is geplaatst.
o
Neem wanneer er een patroonmagazijn is geplaatst deze uit het wapen en controleer of zich hierin munitie bevindt.
o
Trek de slede naar achteren.
o
Controleer of de kamer leeg is.
o
De slede onder geleide naar voren laten gaan en haal de trekker over.
o
Controleer patroonmagazijntassen, overige patroonmagazijnen en munitie op uiterlijke kenmerken, type en beschadigingen. [3]
Verdachte heeft verklaard dat hij op de hoogte is van het dienstvoorschrift. [4] Ook blijkt uit het dossier dat verdachte is opgeleid voor de Glock 17. [5]
Feiten en omstandigheden
Verdachte was op 15 juni 2024 in Bagdad in Irak op de militaire basis [militaire basis] in de legeringskamer van [gebouw] . [6] Hij vroeg aan zijn collega [Collega 1] (hierna: [Collega 1] ) in de legeringskamer of hij zijn Glock vast mocht houden, omdat [Collega 1] nieuwe griptape had aangebracht en verdachte wilde voelen of het fijn griptape was. Verdachte was naar eigen zeggen in de veronderstelling dat het wapen ongeladen was. Verdachte heeft gericht op de muur, waarvan hij zeker wist dat er niemand stond. Verdachte heeft verklaard dat de muur niet heeft te gelden als een veilige richting en ook niet te weten wat een veilige richting zou zijn in de legeringskamer. Hij heeft de slede naar achteren gehaald en afgedrukt. Hierdoor heeft verdachte een ongewild schot gelost. [7] Toen de verbalisanten ter plaatse kwamen, zagen zij in de muur aan de linkerzijde van de ruimte, tussen twee stapelbedden in, een beschadiging op een hoogte van circa honderdtien centimeter, die zij omschrijven als een inslag van een kogelpunt. Nadat zij een aantal uitrustingsstukken verplaatst hadden, zagen zij, onder deze beschadiging in de muur, een afgeschoten kogelpunt op de grond liggen. Zij zagen dat de kogelpunt hoogstwaarschijnlijk was afgeschoten aangezien deze vervormd was door de mogelijke inslag op de muur. [8] Op het moment van het lossen van het schot waren er meerdere collega’s van verdachte aanwezig in de legeringskamer, namelijk [Collega 1] , [Collega 2] , [Collega 3] en [Collega 4] . [9] De Glock 17 met het wapennummer [wapennummer] is onderzocht en was technisch in orde. [10]
Half geladen
[Naam 1] is als compagniecommandant verhoord en hij heeft verklaard dat er geen wapenhandelingen mogen worden uitgevoerd op de legeringskamer, maar dat dit alleen mag worden gedaan in een daarvoor bestemd ontlaadpunt. Daarnaast heeft hij verklaard dat volgens de Baseorder op de basis een ieder zijn wapen half geladen bij zich moet dragen. [11] [Naam 2] is de pelotonscommandant en heeft in zijn getuigenverhoor ook verklaard dat iedereen zijn wapen half geladen bij zich moet dragen op de basis. [12] Verdachte heeft verklaard dat hij ervan op de hoogte was dat op het kamp de Glock half geladen dient te worden gedragen. [13]
Overtreden dienstvoorschrift
De militaire kamer stelt vast dat verdachte zonder noodzaak het wapen van [Collega 1] in ontvangst heeft genomen, in gebruik heeft genomen en heeft afgedrukt op de muur. Verdachte heeft zich hierbij niet voldoende overtuigd dat het wapen ongeladen was, terwijl hij wist dat op de basis het wapen half geladen werd gedragen. Ook heeft hij de veiligheidsmaatregelen niet genomen. Verdachte heeft het wapen met de loop niet in een veilige richting laten wijzen, hij heeft niet gecontroleerd op of er een patroonmagazijn in het wapen was geplaatst, hij heeft de in het wapen aanwezige patroonhouder niet uit het wapen gehaald, hij heeft niet gecontroleerd of in de patroonhouder munitie aanwezig was, hij heeft de slede van het dienstwapen naar achteren gehaald zonder dat hij heeft gecontroleerd of de kamer van het wapen leeg was en hij heeft vervolgens de trekker van het dienstwapen overgehaald, waardoor hij met dat wapen een schot heeft gelost. Op grond van het voorgaande stelt de militaire kamer vast dat verdachte het dienstvoorschrift heeft overtreden.
Opzet
Verdachte heeft verklaard dat hij het dienstvoorschrift niet heeft opgevolgd, omdat hij de veiligheidsmaatregelen had moeten uitvoeren. [14] De militaire kamer leidt uit deze verklaring af dat verdachte opzet heeft gehad op het overtreden van het dienstvoorschrift. Verdachte heeft er namelijk – hoewel hij wist dat de veiligheidsmaatregelen verplicht waren – voor gekozen om deze niet uit te voeren. Verdachte heeft door zo te handelen opzettelijk het dienstvoorschrift overtreden. Gelet hierop komt de militaire kamer tot een bewezenverklaring van het bestanddeel ‘opzettelijk’, in de vorm van vol opzet.
Levensgevaar en gemeen gevaar voor goederen en/of personen
Verdachte bevond zich tijdens het lossen van het schot in de legeringskamer. De militaire kamer overweegt dat er op dat moment meerdere personen in deze ruimte aanwezig waren, te weten [Collega 1] , [Collega 2] , [Collega 3] en [Collega 4] . [15] De militaire kamer acht niet bewezen dat sprake is van levensgevaar. Verdachte heeft het wapen bewust op de muur afgedrukt en daar stonden geen mensen voor of achter. Door het schot heeft [Collega 1] gehoorschade opgelopen, namelijk tinnitus. [16] Door het schot is de muur beschadigd. [17] De andere aanwezigen hadden ook gehoorschade kunnen oplopen. Daarnaast had de kogel kunnen ricocheren naar de overige aanwezige personen of de goederen die zich in de ruimte bevonden. De militaire kamer komt derhalve tot de conclusie dat er sprake was van gemeen gevaar voor personen en goederen is ontstaan, althans te duchten is geweest.
Gelet op het voorgaande acht de militaire kamer het onder impliciet primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het impliciet primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij als militair, op
of omstreeks15 juni 2024, te
of nabijBagdad
, in elk gevalin Irak, opzettelijk,
althans in ernstige mate nalatig,
het dienstvoorschrift VS 7-511
(pistool Glock 17 JB druk 3
), waarin onder Veiligheidsregels, onder 3 ‘Algemene veiligheidsregels’
(onder andere
)is voorgeschreven dat:
- Personeel dat het pistool in gebruik of in beheer heeft, op de hoogte moet zijn van de veiligheidsregels en er op toe moet zien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd
- Voordat de veiligheidsmaatregelen worden genomen het wapen behandeld dient te worden alsof het geladen is omdat uitwendig niet te zien is of het ontladen is
- Wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin het wapen verkeerd, hij de veiligheidsmaatregelen moet nemen
en
/ofwaarin onder Veiligheidsregels, onder 2. Veiligheidsmaatregelen
(VS 7-511
)is voorgeschreven dat de veiligheidsmaatregelen
(onder andere
)dienen te worden genomen bij het in ontvangst nemen
en/of het in gebruik nemenvan het wapen en
/often aanzien van de uitvoering van de veiligheidsmaatregelen is voorgeschreven:
- Houdt het wapen met de loop in een veilige richting met de vinger gestrekt langs de beugelkrop
- Controleer of er een patroonmagazijn is geplaatst.
- Neem wanneer er een patroonmagazijn is geplaatst deze uit het wapen en controleer of zich hierin munitie bevindt.
- Trek de slede naar achteren.
- Controleer of de kamer leeg is.
- De slede onder geleide naar voren laten gaan en haal de trekker over.
- Controleer patroonmagazijntassen en overige patroonmagazijnen en munitie op uiterlijke kenmerken, type en beschadigingen.
niet heeft opgevolgd, hierin bestaande dat hij, verdachte, toen aldaar, in de legeringskamer in [gebouw] op [militaire basis] , opzettelijk,
althans in ernstige mate nalatig,het
(half geladen
)dienstwapen
(pistool Glock 17 met wapennummer [wapennummer]
)van zijn collega [Collega 1]
over had genomen en/of ter hand had genomen, althansin ontvangst had genomen
en/of in gebruik had genomen, zonder dat verdachte zich op dat moment
(eerst
) (voldoende
)had overtuigd van de toestand waarin dat wapen verkeerde en
/ofzonder dat verdachte
(eerst
)de
veiligheidsmaatregelen had genomen, en
/ofzonder dat verdachte het wapen met de loop in een veilige richting liet wijzen en
/ofzonder dat verdachte had gecontroleerd of er een patroonmagazijn in het wapen was geplaatst en
/ofzonder dat verdachte de in het wapen aanwezige patroonhouder uit het wapen had gehaald en had gecontroleerd of hier munitie in aanwezig was en
/ofde slede van het dienstwapen naar achteren heeft gehaald en
/ofzonder dat verdachte
(vervolgens
)heeft gecontroleerd of de kamer van het wapen leeg was en
/ofvervolgens de trekker van het dienstwapen heeft overgehaald, en
/althanseen schot met dat wapen heeft gelost, terwijl hij, verdachte, het dienstwapen op dat moment
op korte afstand in de
richting van [Collega 1] liet wijzen, althansop de betonnen muur achter die [Collega 1] , richtte, terwijl
daarvan/daardoor
levensgevaar voor (een) ander(en) te weten (ricochetgevaar voor) de zich in de directe nabijheid van het schot bevindende [Collega 1] en/ofgemeen gevaar voor personen te weten die [Collega 1] en
/ofoverige zich in de directe nabijheid van die [Collega 1] bevindende personen te weten [Collega 2] en
/of[Collega 3] en
/of[Collega 4] en
/of(tijdelijke) gehoorschade voor zich in die legeringskamer en de directe nabijheid van die [Verdachte] bevindende [Collega 1] en
/of[Collega 2] en
/of[Collega 3] en
/of[Collega 4] en
/ofgemeen gevaar voor goederen te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende betonnen muur
, Colt C8 en/of koelkast en/of kasten
/ofoverige in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende goederen, is ontstaan, althans te duchten is geweest.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
als militair opzettelijk een dienstvoorschrift niet opvolgen, terwijl daardoor gemeen gevaar voor personen en goederen te duchten is.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot 50 uur taakstraf.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om een geldboete op te leggen vanwege de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de gevolgen van het incident voor verdachte.
De beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De militaire kamer heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft bij het in ontvangst nemen van de Glock 17 van [Collega 1] niet de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen genomen, terwijl verdachte wist dat het wapen altijd half geladen werd gedragen. Vervolgens heeft verdachte het wapen geladen, de trekker overgehaald en een ongewild schot gelost in de legeringskamer waar op dat moment ook andere militairen aanwezig waren. Verdachte heeft een zeer ernstige fout gemaakt. Hij was op de hoogte van de veiligheidsvoorschriften voor de Glock 17, die verdachte als militair verplicht op dient te volgen. Door de veiligheidsvoorschriften niet op te volgen, heeft verdachte zijn collega’s in gevaar gebracht. Dat er door het ricochetgevaar uiteindelijk niemand door de kogel is geraakt, er niet meer gehoorschade is opgelopen en dat er geen andere goederen zijn beschadigd, is een kwestie van geluk geweest en is niet aan verdachte te danken. De militaire kamer neemt verdachte zijn handelen dan ook zeer kwalijk. Militairen mogen binnen Defensie een veilige werkomgeving verwachten en daar dient iedere individuele militair ook aan bij te dragen. Daar komt bij dat gebleken is dat verdachte regelmatig met (half) geladen wapens omgaat. Aangenomen kan dan ook worden dat verdachte op de hoogte is van het gevaar van het werken met wapens. Van een militair als verdachte mag dan ook verlangd worden dat hij zich te allen tijde aan de veiligheidsregels houdt. Tot slot neemt de militaire kamer het verdachte kwalijk dat er helemaal geen noodzaak was handelingen zoals het spannen van het wapen en het afdrukken uit te voeren.
Anderzijds houdt de militaire kamer er bij de bepaling van de straf rekening mee dat verdachte een blanco strafblad heeft en dat hij zich terdege bewust is van de fout die hij heeft gemaakt. Verder weegt de militaire kamer mee dat verdachte een negatief ambtsbericht voor de duur van vier jaren is opgelegd, die scherp geformuleerd is in de vorm van een voorwaardelijk ontslag.
Dat verdachte de veiligheidsmaatregelen niet heeft genomen, acht de militaire kamer zeer verwijtbaar. De militaire kamer is daarom dan ook van oordeel dat een werkstraf passend en geboden is. Alle omstandigheden in onderlinge samenhang bezien acht de militaire kamer een werkstraf voor de duur van 40 uren passend en geboden.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 91 van het Wetboek van Strafrecht en het artikel 136 van het Wetboek van Militair Strafrecht.

9.De beslissing

De militaire kamer:
 verklaart bewezen dat verdachte het impliciet primair ten laste gelegde feit, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op een taakstraf van 40 (veertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende militaire detentie zal worden toegepast voor de duur van 20 (twintig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.H.M. Marijs (voorzitter), mr. R.M.H. Pennings, rechter en Kolonel mr. M. Hoedeman, militair lid, in tegenwoordigheid van mr. G.C. van de Fliert, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 april 2025.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten [Verbalisant] en [Verbalisant] van de Koninklijke Marechaussee, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 24-800095, gesloten op 23 juni 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het schriftelijk bescheid, te weten het Dienstvoorschrift VS 7-511 Glock 17 JB, p. 142.
3.Het schriftelijk bescheid, te weten het Dienstvoorschrift VS 7-511 Glock 17 JB, p. 141.
4.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 74.
5.Het proces-verbaal van verhoor van getuige, p. 68.
6.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1.
7.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 17 maart 2025.
8.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 2.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 3.
10.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 96-97.
11.Het proces-verbaal van verhoor van getuige, p. 114.
12.Het proces-verbaal van verhoor van getuige, p. 117.
13.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 17 maart 2025.
14.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 17 maart 2025.
15.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 3.
16.Het schriftelijk bescheid, te weten een brief van de KNO-arts van het Centraal Militair Hospitaal, p. 145-146.
17.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 2.