In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, op 11 april 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Talis en een gedaagde partij over de ontbinding van een huurovereenkomst. De eisende partij, Talis, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, omdat de gedaagde partij, zonder schriftelijke toestemming, het gehuurde in gebruik had gegeven aan derden voor prostitutieactiviteiten. De huurovereenkomst was op 14 januari 2019 aangegaan en de huurvoorwaarden bevatten bepalingen die het gebruik van het gehuurde reguleerden. Talis stelde dat de gedaagde partij tekort was geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst, wat leidde tot de vordering tot ontbinding.
De gedaagde partij betwistte de beschuldigingen en voerde aan dat hij op het moment van de politie-inval niet aanwezig was in het gehuurde. Hij stelde dat hij niet op de hoogte was van de activiteiten die plaatsvonden en dat hij de sleutels van het gehuurde aan een vriend had gegeven. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel de gedaagde partij tekort was geschoten in zijn verplichtingen, de tekortkoming niet zodanig ernstig was dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was. De kantonrechter weegt de belangen van beide partijen en concludeert dat de vorderingen van Talis tot ontbinding en ontruiming worden afgewezen. Talis wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij.