Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe.
[derde-partij]uit [woonplaats] (vergunninghouder).
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Ook heeft het college toegelicht dat bij de berekeningen van de verkeersbewegingen is uitgegaan van de maximale te verwachten invulling van de stalling, gelet op de fysieke omvang daarvan en de frequentie waarmee klanten hun gestalde voertuigen brengen en halen. Die motivering is begrijpelijk. De rechtbank vindt het daarbij van belang dat in de berekening van de verkeersbewegingen in de bij de omgevingsvergunningaanvraag aangeleverde ruimtelijke onderbouwing is uitgegaan van 400 caravans. [5] Ook in de berekening in het intern ingewonnen verkeersadvies van de gemeente, van 20 september 2023, is uitgegaan van 400 caravans. Dat er in de stukken hier en daar een verschrijving heeft plaatsgevonden, en er soms van 350 caravans in plaats van 400 wordt gesproken, maakt – in tegenstelling tot wat eiser stelt – niet dat de gehele onderbouwing ondeugdelijk is.
De rechtbank volgt het college in zijn toelichting dat in het normale spraakgebruik onder het begrip ‘caravanstalling’ wordt begrepen ‘de statische opslag van kampeervoertuigen’, zoals campers. Tegen daarvan afwijkend gebruik kan handhavend worden opgetreden. Er is geen sprake van een situatie waarin ook opslag van andere dan kampeervoertuigen wordt toegestaan, of van een wisselende uitleg van het gehanteerde begrip; in zoverre is de situatie dus niet vergelijkbaar de situatie in de door eiser genoemde uitspraak van de Afdeling. De vergunning is dus voldoende handhaafbaar.