Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.Procesverloop
2.Het geschil en de beoordeling
€ 50,00;
(de gewone verblijfplaats van de gedaagde partij).
artikel 4:34 Wft heeft uitgevoerd. De eisende partij heeft daarbij aangegeven op welke wijze zij de kredietwaardigheid toetst, maar dat het voor haar niet mogelijk is om de gepersonaliseerde kredietwaardigheidstoets van de gedaagde partij inzichtelijk te maken. De kantonrechter kan daarom niet vaststellen of en wanneer de eisende partij de kredietwaardigheidstoets volledig heeft uitgevoerd. Op grond van deze ontoereikende onderbouwing gaat de kantonrechter er daarom van uit dat de eisende partij de verplichting van artikel 4:34 lid 1 Wft in dit geval niet heeft nageleefd.