2.33.De rechtbank is aldus van oordeel dat het redelijk en dus aanvaardbaar is dat [naam deskundige] niet wenst te worden aangesproken voor schade die mocht ontstaan doordat een van de beide partijen bescheiden niet tijdig aanlevert en hij dus alleen een benoeming als deskundige wenst te aanvaarden als partijen toezeggen hem daar niet voor te zullen aanspreken. MG handelt in strijd met haar verplichting om mee te werken aan het deskundigenonderzoek als zij dat niet wil toezeggen door in te stemmen met het eerste lid van art. 11 van de algemene voorwaarden van Grant Thornton inclusief de zinsnede ‘of doordat deze niet tijdig zijn aangeleverd’. Als MG blijft weigeren in te stemmen met de algemene voorwaarden zoals door [naam deskundige] opnieuw geformuleerd, zal de rechtbank daaraan de gevolgen verbinden die zij geraden acht (art. 198 lid 3 Rv). Dat houdt in dat de rechtbank in dat geval de geschilpunten waarover zij niet kan oordelen zonder voorlichting door een deskundige, zal beslechten in het nadeel van MG.”
De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor akte door MG.
- In haar akte van 4 december 2024 schrijft MG dat zij haar standpunt in haar eerdere akte van 23 oktober 2024 wellicht niet helder genoeg heeft geformuleerd en dat zij geen bezwaar heeft tegen de beperking van de aansprakelijkheid van de te benoemen deskundige tot een bedrag ter hoogte van vijf maal het honorarium. MG stelt dat zij echter geen vertrouwen heeft in [naam deskundige] als onafhankelijke deskundige, onder verwijzing naar haar vorige akte. De te benoemen deskundige dient volgens MG niet [naam deskundige] te zijn (die door ZBG is voorgesteld). MG gaat in deze akte niet in op de zinsnede ‘of doordat deze niet tijdig zijn aangeleverd’ in lid 1 van artikel 11 van de algemene voorwaarden.
- In de brief van 20 januari 2025 van de rechtbank aan MG, waarin het verzoek van MG tot het tussentijds openstellen van hoger beroep tegen het tussenvonnis van 20 november 2024 wordt afgewezen, staat:
“Door niet in te stemmen met de aansprakelijkheidsbeperking van [naam deskundige] , althans door in haar akte van 4 december 2024 in het midden te laten of zij [naam deskundige] heeft bericht dat zij daarmee wel instemt, frustreert MG de benoeming van [naam deskundige] als deskundige. De rechtbank acht het niet opportuun om op zoek te gaan naar een ander die als deskundige kan optreden, omdat [naam deskundige] naar haar oordeel geschikt is en hij geen onredelijke voorwaarden stelt. Als [naam deskundige] niet kan worden benoemd als deskundige doordat MG niet instemt met beperking van zijn aansprakelijkheid en [naam deskundige] een benoeming daarom niet zal aanvaarden, ziet de rechtbank geen andere mogelijkheid dan de geschilpunten waarover zij niet kan oordelen zonder voorlichting door een deskundige te beslechten in het nadeel van MG, zoals reeds overwogen in het tussenvonnis van 20 november 2023 (rov. 2.33). De zaak staat op de rol van 19 februari 2025 voor vonnis. De rechtbank zal dan in beginsel vonnis wijzen.”
- In het e-mailbericht van MG aan de rechtbank van 31 januari 2025 verwijst MG naar haar akte van 4 december 2024 en schrijft zij dat het haar niet te doen is om de aansprakelijkheidsbeperking, zodat de overwegingen van de rechtbank omtrent het geen andere mogelijkheid zien dan de geschilpunten waarover zij niet kan oordelen zonder deskundigenbericht te beslechten in het nadeel van MG, niet aan de orde zijn.
MG verwijst in dit e-mailbericht nogmaals naar haar akte van 4 december 2024, maar ook in dit e-mailbericht staat, net als in die akte, niets over de zinsnede ‘of doordat deze niet tijdig zijn aangeleverd’.
- Als bijlage bij voormeld e-mailbericht van 31 januari 2025 is een e-mailbericht van de advocaat van MG aan [naam deskundige] van dezelfde datum gevoegd. Daarin staat:
“Ter vermijding van mogelijke misverstanden bevestig ik u hierbij dat cliënte (Middengebied Geldermalsen B.V.) geen bezwaar heeft tegen de (uiteindelijke) voorwaarden van uw kantoor.
Dit heb ik al per e-mail van 3 oktober jl. aangegeven. Daarin heb ik aangegeven dat cliënte wel bevreesd is dat korte ultimata aan haar worden gesteld ten aanzien van de aanlevering van bepaalde stukken. Daaruit heeft u in uw e-mail van dezelfde dag de conclusie getrokken dat geen overeenstemming is bereikt omtrent de voorwaarden.
Cliënte heeft geen bezwaar heeft tegen de zinsnede over “niet tijdig zijn aangeleverd”, maar verzoekt u om, wanneer u tot deskundige wordt benoemd, rekening te houden met de omstandigheden van het geval. Deze bestaan met name uit de kleine organisatie van cliënte en het feit dat het gaat om gegevens die ver in het verleden liggen en zich elders, bij Bond Administraties, bevinden.”