10.De beslissing
verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten] zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden;
- bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 6 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 3 jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
- de
de
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- verdachte zich binnen 5 werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt op de locatie van Reclassering Nederland die het dichtst bij zijn nog te bepalen woonplaats is gelegen. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- verdachte actief deelneemt aan de gedragsinterventie Borg-training of een andere gedragsinterventie die gericht is op agressiebeheersing. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- verdachte, indien na het volgen van de gedragsinterventie blijkt dat verdachte aanvullende behandeling nodig heeft, zulks ter beoordeling van de reclassering, meewerkt aan diagnostiek en behandeling door een nader door de reclassering te bepalen forensische polikliniek. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- verdachte, indien blijkt dat begeleid/beschermd wonen is aangewezen, zulks ter beoordeling van de reclassering, meewerkt aan verblijf bij stichting De Ontmoeting of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Indien verdachte na detentie dakloos is vanwege een wachtlijst bij De Ontmoeting, dan verblijft hij in een maatschappelijke opvang. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- verdachte geen drugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- verdachte geen alcohol gebruikt en meewerkt aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- verdachte op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met [slachtoffer] , geboren [geboortedag 2] 1998, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. Contact met zijn kinderen is enkel toegestaan na toestemming van de reclassering en/of Veilig Thuis of een andere door de reclassering aan te wijzen instantie gespecialiseerd in het begeleiden van omgang met minderjarigen. Verdachte houdt zich daarnaast aan de aanwijzingen die hem in het kader hiervan worden gegeven;
- verdachte, indien blijkt dat ambulante begeleiding is aangewezen, zulks ter beoordeling van de reclassering, dan werkt betrokkene meewerkt aan deze begeleiding, gedurende de proeftijd of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt;
stelt als
overige voorwaardendat verdachte:
- zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van veroordeelde ten behoeve daarvan;
beveelt dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
legt een vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht op, inhoudende;
een contactverbod. Het contactverbod houdt in dat verdachte gedurende 3 jaren zich onthoudt van – direct of indirect – contact met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 1998;
beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt ten hoogste 1 (één) week voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden in totaal. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen op grond van de opgelegde maatregel niet op;
beveelt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
- veroordeelt verdachte in verband met de feiten onder nummer 1 subsidiair en 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 100,00 aan materiële schade en € 1.500,00 aan smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 november 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 1.600,00 aan materiële schade/smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 november 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 26 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Graat (voorzitter), mr. L.M. Vogel en mr. J.M. Hollebrandse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.K. Verberkt, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 maart 2025.
mr. Hollebrandse is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen