ECLI:NL:RBGEL:2025:2257

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 maart 2025
Publicatiedatum
24 maart 2025
Zaaknummer
C/05/408600 / HA ZA 22-402
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid installateur voor putcorrosie in warmwatercirculatieleiding

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is de aansprakelijkheid van een installateur ter discussie gesteld in verband met putcorrosie in een koperen warmwatercirculatieleiding. De eisers, twee bewoners, hebben de installateur aangeklaagd omdat zij van mening zijn dat de installateur niet heeft voldaan aan zijn waarschuwingsplicht en dat het gebruikte materiaal ondeugdelijk was. De rechtbank heeft een deskundigenonderzoek bevolen, waarbij dr. ir. J.W. Hooijmans als deskundige is aangesteld. De deskundige concludeerde dat de installateur geen verwijt kan worden gemaakt voor de putcorrosie, die werd veroorzaakt door een verhoogde concentratie silica in het water, wat niet door de installateur kon worden voorzien of beïnvloed. De rechtbank heeft de conclusies van de deskundige overgenomen en geoordeeld dat er geen tekortkoming van de installateur is vastgesteld. De vorderingen van de eisers zijn afgewezen, en zij zijn veroordeeld in de proceskosten, die op € 4.550,00 zijn begroot. Het vonnis is uitgesproken op 26 maart 2025.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/408600 / HA ZA 22-402
Vonnis van 26 maart 2025
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

2.
[eiser 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eisers] ,
advocaat: mr. G.E. Tip,
tegen
[gedaagde],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. K.D.C. Schemkes.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 31 januari 2024
- het deskundigenbericht, gedateerd op 7 november 2024, ingekomen op 11 december 2024
- de akte na deskundigenbericht van [gedaagde] van 22 januari 2025
- de akte na deskundigenbericht van [eisers] van 1 februari 2025.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij tussenvonnis van 31 januari 2024 is een deskundigenonderzoek bevolen en is dr. ir. J.W. Hooijmans, werkzaam bij Endures B.V., (hierna: de deskundige) tot deskundige benoemd. De deskundige heeft in zijn deskundigenbericht het volgende geconcludeerd:
Op basis van het uitgevoerde onderzoek concludeert Endures dat de bevindingen van KIWA gedeeltelijk worden bevestigd. Hoewel KIWA stelt dat de corrosie het gevolg is van een combinatie van type 2 putcorrosie en concentratiecelcorrosie, wijzen de resultaten van ons onderzoek op “moundless” pitting als het dominante corrosiemechanisme.
De centrale vraag in deze zaak is of de installateur verantwoordelijk kan worden gehouden voor de lekkages in de koperen warmwatercirculatieleidingen. Endures concludeert het volgende:
  • Er zijn geen aanwijzingen dat het gebruik van koperen leidingen voor warmwatercirculatiesystemen in deze regio eerder tot soortgelijke problemen heeft geleid.
  • De installateur heeft standaard koperen leidingen gebruikt en, voor zover bekend, de installatie goed uitgevoerd. In het materiaal van de leidingen zijn geen onregelmatigheden geconstateerd.
  • Het corrosiemechanisme “moundless” pitting wordt in dit geval veroorzaakt door een verhoogde concentratie silica in het water, mogelijk van tijdelijke aard. De aanwezigheid van silica, vooral in de eerste fase na installatie wanneer de beschermende koperoxidelaag nog gevormd moet worden, in combinatie met specifieke watercondities, heeft geleid tot versnelde corrosie. Deze omstandigheden konden door de installateur niet worden voorzien of beïnvloed.
Op basis van deze bevindingen concludeert Endures dat de installateur geen verwijt kan worden gemaakt met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden aan de warmwatercirculatieleiding.
2.2.
De deskundige heeft de vragen van de rechtbank als volgt beantwoord, waarbij de antwoorden cursief zijn weergegeven:
1. Uit het KIWA-rapport komt naar voren dat de putcorrosie is ontstaan door type 2 warmwaterputcorrosie of concentratiecelcorrosie, of door een combinatie hiervan.
a. Kunt u vaststellen of de putcorrosie is veroorzaakt door één van deze twee oorzaken of een combinatie daarvan? Zo ja, wat is volgens u de oorzaak?
De putcorrosie in niet door deze mechanismen veroorzaakt
Zijn er volgens u nog andere mogelijke oorzaken dan de door KIWA genoemde oorzaken voor het ontstaan van de putcorrosie? Zo ja, welke?
Volgens Endures is de putcorrosie veroorzaakt door “moundless” pitting
2. Had [gedaagde] deze oorzaak of oorzaken kunnen voorkomen? Zo ja, hoe?
Nee
3. Is de putcorrosie mede (versneld) ontstaan vanwege gebreken in het gebruikte materiaal?
Nee
4. Zo ja, had [gedaagde] ander materiaal kunnen en/of moeten gebruiken? Welk materiaal?
5. Is de putcorrosie mede (versneld) ontstaan door gebreken in de wijze waarop de circulatieleiding is geïnstalleerd?
Nee
6. Zo ja, had [gedaagde] de circulatieleiding op een andere wijze kunnen en/of moeten installeren? Op welke wijze?
7. Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis moet nemen bij de verdere beoordeling?
De ontstane problemen zijn een ongelukkige samenloop van omstandigheden, die niet hadden kunnen worden voorzien.
2.3.
[gedaagde] heeft in haar akte na deskundigenbericht meegedeeld dat zij zich kan verenigen met de conclusies van de deskundige.
2.4.
[eisers] heeft in zijn akte na deskundigenbericht verklaard dat hij door de aanvankelijk abusievelijk onjuist vermelde roldatum voor het nemen van een akte na deskundigenbericht onvoldoende tijd heeft gehad om zich goed uit te laten over het deskundigenbericht en dat hij zich alle rechten voorbehoudt om zich op een later moment nader uit te laten over het deskundigenbericht. [eisers] heeft daarnaast bezwaar gemaakt tegen de conclusies van de deskundige. Hij blijft van mening dat het door [gedaagde] gebruikte materiaal ondeugdelijk is. Verder betoogt hij dat [gedaagde] niet heeft voldaan aan haar waarschuwingsplicht. [eisers] handhaaft daarom zijn vorderingen.
2.5.
De rechtbank zal [eisers] geen gelegenheid meer bieden om zich nader uit te laten over het deskundigenbericht. Weliswaar is in de brief van de rechtbank van 23 december 2024 abusievelijk aan partijen bericht dat de zaak op de rol van 2 april 2025 wordt geplaatst voor het gelijktijdig nemen van een conclusie na deskundigenbericht, maar in het roljournaal is dit gecorrigeerd naar de roldatum 22 januari 2025. [gedaagde] heeft op die roldatum ook zijn akte na deskundigenbericht genomen. Aan [eisers] is vervolgens op 21 januari 2025 nog een nadere termijn verleend tot 12 februari 2025 voor het nemen van de akte na deskundigenbericht en hij heeft zijn akte op die roldatum ook genomen. Indien die termijn te kort zou zijn geweest, had [eisers] om een langere termijn of nader uitstel kunnen verzoeken. Hij heeft dat niet gedaan.
2.6.
[eisers] heeft in zijn reactie op het concept deskundigenbericht aan de deskundige meegedeeld dat op de mondelinge behandeling van 14 maart 2023 is besproken of [gedaagde] bij [eisers] überhaupt wel een dergelijke warmwatercirculatieleiding had moeten adviseren en aanleggen, omdat Kiwa in haar rapportage heeft gesteld dat putcorrosie type 2 enkel optreedt bij temperaturen boven de 60℃, en dat [eisers] inmiddels heeft vernomen dat de Plus supermarkt in [plaats 1] kampt met precies dezelfde problematiek in een warmwatercirculatieleiding, die met precies dezelfde leidingen als bij [eisers] zou zijn aangelegd. [eisers] heeft de deskundige verzocht hierop te reageren.
2.7.
De deskundige heeft hierop als volgt gereageerd:
De keuze van een koperen warmwatercirculatieleiding is zeer gebruikelijk. Inderdaad zal deze vorm van corrosie optreden bij een temperatuur van minimaal 60℃, maar dit is maar 1 van de ingrediënten die leiden tot deze vorm van putcorrosie. Zoals aangegeven is ook de samenstelling van het water van belang. Dat het verschijnsel alleen optreedt bij een watertemperatuur van 60℃, zoals inderdaad door KIWA benoemd, geeft niet weer dat dit verschijnsel altijd zal plaatsvinden.
In deze rapportage kan niets gezegd worden over de mededelingen aangaande andere lekkages in de buurt, omdat daar geen gegevens van bekend zijn en er door Endures ook geen onderzoek naar is verricht.
2.8.
De rechtbank constateert dat de deskundige expliciet is ingegaan op de door [eisers] ingebrachte punten. De conclusie van de deskundige dat er geen aanwijzingen zijn dat het gebruik van koperen leidingen voor warmwatercirculatiesystemen in de regio eerder tot soortgelijke problemen heeft geleid, moet in het licht van de onder 2.7. vermelde beantwoording van de vraag van [eisers] worden begrepen. De enkele mededeling van [eisers] dat de Plus supermarkt ook dezelfde problemen heeft gehad, is onvoldoende concreet en op grond hiervan behoefde de deskundige geen nader onderzoek te doen in de regio. Uit het deskundigenbericht volgt niet dat putcorrosie van koperen leidingen geen bekend probleem is. Uit het deskundigenbericht volgt dat er verschillende oorzaken voor putcorrosie in koperen leidingen kunnen zijn en dat de putcorrosie bij [eisers] is veroorzaakt door “moundless” pitting en niet door type 2 warmwaterputcorrosie of concentratiecelcorrosie, of door een combinatie hiervan. De door [eisers] in zijn akte na deskundigenbericht vermelde gevallen van putcorrosie in koperen leidingen, die hem telefonisch zijn meegedeeld door [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en [bedrijf 3] zijn onvoldoende concreet om de deskundige in dit verband nadere vragen te stellen. Het enkele feit dat ‘er wel een regeling zou zijn aangeboden aan Plus’ is onvoldoende om aan te nemen dat er sprake was van een leiding met gebreken, nog daargelaten dat de leiding bij Plus niet is aangelegd door [gedaagde] maar door [bedrijf 2] .
2.9.
In 4.4. het tussenvonnis van 17 mei 2023 heeft de rechtbank reeds overwogen dat [eisers] onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld (en onderbouwd) waaruit volgt dat [gedaagde] hem gebrekkig heeft geadviseerd, omdat zij hem niet heeft gewaarschuwd voor het risico van versnelde putcorrosie in een koperen circulatieleiding waarin het water constant een temperatuur heeft van 60℃. In zijn akte na deskundigenbericht herhaalt [eisers] deze stelling onder verwijzing naar de telefoongesprekken met [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en [bedrijf 3] en de mededelingen van de projectleider van [gedaagde] op de mondelinge behandeling.
2.10.
Uit het deskundigenbericht volgt dat de keuze voor een koperen warmwatercirculatieleiding zeer gebruikelijk is en dat het verschijnsel van putcorrosie niet altijd zal plaatsvinden, maar afhankelijk is van meerdere factoren. Het enkele feit dat installateurs bekend zijn met het verschijnsel van putcorrosie, betekent niet zonder meer dat [gedaagde] [eisers] hiervoor had moeten waarschuwen. Dat is onder meer afhankelijk van hoe vaak en in welke mate putcorrosie zich voordoet en of er alternatieven zijn voor de aanleg van een warmwatercirculatieleiding. Daarover heeft [eisers] niets gesteld. De rechtbank blijft daarom bij haar oordeel dat [eisers] onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld en onderbouwd waaruit volgt dat [gedaagde] hem had moeten waarschuwen. De rechtbank gaat daarom aan die stelling voorbij.
2.11.
De rechtbank acht het deskundigenbericht overtuigend gemotiveerd en neemt de conclusies van de deskundige over. De deskundige heeft expliciet geconcludeerd dat de putcorrosie in de warmwatercirculatieleiding bij [eisers] niet is veroorzaakt door het gebruikte materiaal of door de wijze van installatie door [gedaagde] en dat [gedaagde] met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden aan die leiding geen verwijt kan worden gemaakt. Dat er toch putcorrosie is opgetreden, is een omstandigheid die niet voor rekening en risico van [gedaagde] komt.
2.12.
Dat betekent dat een tekortkoming van [gedaagde] in de nakoming van de overeenkomst met [eisers] niet is komen vast te staan, zodat [gedaagde] niet gehouden is om herstelwerkzaamheden aan de waterleidingen in de woning van [eisers] uit te voeren en zij evenmin gehouden is om aan [eisers] enige schadevergoeding te voldoen. De vorderingen van [eisers] zullen daarom worden afgewezen.
2.13.
[eisers] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De kosten van het deskundigenbericht blijven voor rekening van [eisers] . De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht
2.837,00
- salaris advocaat
1.535,00
(2,5 punten × € 614,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
4.550,00

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
wijst de vorderingen van [eisers] af,
3.2.
veroordeelt [eisers] in de proceskosten van € 4.550,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eisers] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J. Peerdeman en in het openbaar uitgesproken op 26 maart 2025.
592