Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
- [naam kind 1], geboren op [geboortedatum] 2017 in [geboorteplaats] , en
- [naam kind 2], geboren op [geboortedatum] 2019 in [geboorteplaats] .
- de kinderen bij de vader verblijven wekelijks van vrijdag 17.00 uur tot maandag 17.00 uur, alsmede de helft van de vakanties en feestdagen, waarbij in overleg met de betrokken hulpverlening zal worden toegewerkt naar de zo-ouderschapsregeling uit het ouderschapsplan,
- de vader over de periode van 15 september 2021 tot en met februari 2022 met € 175,50 per kind per maand dient bij te dragen in de kosten van [kind 1] en [kind 2] ,
- de vader vanaf 1 maart 2022 met € 136 per maand zal bijdragen in de kosten van [kind 2] .
oneven weken: vrijdag na school gaan de kinderen naar de vader voor het doorbrengen van het weekend en ze blijven dan aansluiten bij hem tot en met de woensdag,
even weken: vrijdag na school gaan de kinderen naar de moeder voor het doorbrengen van het weekend,
5 juli 2024.
3.Het verzoek en het verweer
- primair de vader niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek tot nihilstelling van de kinderalimentatie met ingang van 4 juli 2024 en het laten terugbetalen van reeds betaalde alimentatie dan wel deze verzoeken af te wijzen,
- subsidiair de ingangsdatum van een wijziging vast te stellen op de datum van de beschikking en de duur van de nihilstelling te beperken tot de duur van het WSNP-traject.
4.De beoordeling
1 oktober 2024 op nihil stellen voor de duur van de WSNP. De rechtbank zal uitleggen waarom.
5.De beslissing
mr. M. Cox-Weber als griffier en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2025.