ECLI:NL:RBGEL:2025:2187

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 maart 2025
Publicatiedatum
20 maart 2025
Zaaknummer
C/05/447726 KG RK 25-115
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek in civiele procedure betreffende bewind en mentorschap

Op 12 maart 2025 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker die zich gedwongen voelde tot het indienen van dit verzoek vanwege vermeende vooringenomenheid van de behandelend rechter. De verzoeker had in juni 2024 een verzoek ingediend om het bewind en mentorschap op te heffen, maar er was tot het indienen van het wrakingsverzoek op 15 februari 2025 geen uitspraak gedaan. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek en de einduitspraak in de hoofdzaak elkaar hebben gekruist, waardoor het doel van het wrakingsverzoek, namelijk de vervanging van de rechter, achterhaald is. De wrakingskamer heeft geoordeeld dat het verzoek kennelijk ongegrond is, omdat in een reeds geëindigde hoofdzaak geen wraking kan worden uitgesproken. De verzoeker heeft niet gereageerd op de vraag of hij zijn verzoek wilde handhaven na de einduitspraak. De wrakingskamer heeft daarom besloten om zonder mondelinge behandeling het verzoek af te wijzen. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Zutphen
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/447726 KG RK 25-115
Beslissing van 12 maart 2025
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van de rechter die is betrokken bij de behandeling van het verzoek van verzoeker tot opheffing van zijn bewind en mentorschap.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het schriftelijke wrakingsverzoek van 15 februari 2025;
  • de e-mail van 20 februari 2025 van de wrakingskamer aan verzoeker met het verzoek aan te geven of hij zijn wrakingsverzoek wenst te handhaven, omdat in de hoofdzaak reeds einduitspraak was gedaan. Verzoeker heeft hierop niet gereageerd.
1.2.
De wrakingskamer heeft bepaald dat zonder mondelinge behandeling op het wrakingsverzoek kan worden beslist.

2.Het wrakingsverzoek

2.1.
Verzoeker heeft het volgende aan zijn verzoek ten grondslag gelegd. Verzoeker heeft in juni 2024 bij de afdeling Toezicht van de rechtbank een verzoek ingediend om het bewind en het mentorschap op te heffen. Ondanks het verstrijken van een aanzienlijke periode is er tot het moment van het indienen van het wrakingsverzoek geen uitspraak gedaan. Op grond hiervan voelt verzoeker zich gedwongen te concluderen dat sprake is van vooringenomenheid van de behandelend rechter.

3.De beoordeling

3.1.
De wrakingskamer kan een wrakingsverzoek zonder zitting aanstonds ongegrond of niet-ontvankelijk verklaren als het verzoek kennelijk ongegrond is. De wrakingskamer is van oordeel dat er sprake is van kennelijke ongegrondheid van het verzoek. Dit oordeel wordt hierna toegelicht.
3.2.
Verzoeker heeft zijn wrakingsverzoek op (zaterdag) 15 februari 2025 per e-mail bij de wrakingskamer ingediend. Op (maandag) 17 februari 2025 is het verzoek administratief verwerkt en op 18 februari 2025 is de betreffende afdeling geïnformeerd over het wrakingsverzoek. De wrakingskamer heeft daarop vernomen dat die dag (dus op 18 februari 2025) einduitspraak was gedaan in de hoofdzaak. De wrakingskamer constateert op grond van het voorgaande dat het wrakingsverzoek en de einduitspraak in de hoofdzaak elkaar hebben gekruist.
3.3.
Door de einduitspraak is de hoofdzaak afgerond. Het doel van het wrakingsverzoek, vervanging van de rechter in die hoofdzaak, is daarmee achterhaald. De wrakingskamer kan in een reeds geëindigde hoofdzaak ook geen wraking uitspreken. Om die reden kan het wrakingsverzoek hoe dan ook niet worden toegewezen. Van een behandeling van het verzoek ter terechtzitting wordt, gelet op het voorgaande, dan ook afgezien. Hierbij heeft de wrakingskamer mede rekening gehouden met de omstandigheid dat verzoeker is gevraagd of hij – gelet op de einduitspraak in de hoofdzaak – zijn wrakingsverzoek wenst te handhaven en verzoeker hierop niet heeft gereageerd.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank:
- wijst het wrakingsverzoek af.
Deze beslissing is gegeven door mrs. E. Schippers (voorzitter), G. Edelenbos en S.H. Keijzer (leden) in tegenwoordigheid van de griffier mr. [griffier] en in openbaar uitgesproken op
12 maart 2025.
de griffier is buiten staat te tekenen de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.