ECLI:NL:RBGEL:2025:2

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 januari 2025
Publicatiedatum
30 december 2024
Zaaknummer
11062855
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanneming van werk en oplevering van kunstgras in geschil

In deze zaak gaat het om een geschil tussen [eiser in conv] en [gedaagde in conv] over de oplevering van kunstgras dat door [eiser in conv] is aangelegd in de tuin van [gedaagde in conv]. De overeenkomst tussen partijen hield in dat [eiser in conv] 100 vierkante meter Porsche kunstgras zou leveren en leggen, met een aanneemsom van € 7.500,--. De werkzaamheden zijn uitgevoerd op 4, 5 en 6 september 2023, maar [gedaagde in conv] was niet aanwezig bij de oplevering. Na de oplevering heeft [gedaagde in conv] gebreken geconstateerd en deze per e-mail aan [eiser in conv] gemeld. Ondanks verzoeken om herstel heeft [eiser in conv] geen adequate actie ondernomen, wat leidde tot de ontbinding van de overeenkomst door [gedaagde in conv] op 9 oktober 2023.

In de procedure vorderde [eiser in conv] betaling van een deel van de factuur, terwijl [gedaagde in conv] in reconventie de ontbinding van de overeenkomst en schadevergoeding eiste. De kantonrechter oordeelde dat [eiser in conv] het werk niet naar behoren had uitgevoerd en dat de oplevering niet had plaatsgevonden, omdat [gedaagde in conv] het werk onacceptabel vond. De kantonrechter wees de vordering van [eiser in conv] af en verklaarde de overeenkomst ontbonden, waarbij [eiser in conv] aansprakelijk werd gesteld voor de schade die [gedaagde in conv] hierdoor had geleden. De proceskosten werden aan [eiser in conv] opgelegd.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 11062855 \ CV EXPL 24-3467 \ 53854 \ 44219
uitspraak van 8 januari 2025
vonnis
in de zaak van
[eiser in conv] h.o.d.n. ' [bedrijf 1] '
wonende te [woonplaats]
eisende partij in conventie
verwerende partij in reconventie
gemachtigde mr. A.A. Bart
tegen
[gedaagde in conv]
wonende te [woonplaats]
gedaagde partij in conventie
eisende partij in reconventie
gemachtigde mr. E.H. Bokhorst
Partijen worden hierna [eiser in conv] en [gedaagde in conv] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 22 mei 2024 en de daarin genoemde processtukken
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties
- het e-mailbericht namens [gedaagde in conv] van 13 augustus 2024, met een productie
- de mondelinge behandeling van 10 september 2024.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser in conv] en [gedaagde in conv] hebben een overeenkomst gesloten op grond waarvan [eiser in conv] een deel van de tuin van [gedaagde in conv] heeft aangelegd. Het overeengekomen werk bestaat uit het leveren en leggen van 100 vierkante meter “Porsche kunstgras”, met daar onder een onderdoek en afgewerkt met trottoirbanden. [eiser in conv] zou tevens bemeste tuinaarde, 50 meter druppelslang met koppelingen en boomschors aanbrengen. Na onderhandelingen hebben partijen een aanneemsom van € 7.500,-- afgesproken.
2.2.
[eiser in conv] heeft het werk bij [gedaagde in conv] uitgevoerd op 4, 5 en 6 september 2023. Hij heeft de werkzaamheden afgerond op een moment dat [gedaagde in conv] niet aanwezig was en is vertrokken voordat [gedaagde in conv] het uiteindelijke resultaat heeft kunnen bekijken.
2.3.
[gedaagde in conv] heeft in de avond van 6 september 2023 een e-mail aan [eiser in conv] gestuurd met het volgende bericht:
”Vandaag bij thuiskomst hebben we je afgeronde werk van onze tuin mogen bekijken.(…) Helaas zien we ook verbeterpunten voor jou; punten waarvan wij vinden dat die vakkundig opgelost moeten worden.
Zoals:
• Voor het kunstgras is worteldoek gebruikt als onderdoek. Dit is niet conform afspraak (en voegt volgens de kenners ook niks toe).
In ons kennismakingsgesprek heb ik je meegenomen naar ons vorig huis met als reden dat we je willen laten zien dat we precies hetzelfde willen als nu; namelijk hetzelfde Porsche kunstgras en onderdoek (volgens mij drukverdeeldoek of stabilisatiedoek). Helaas is dat niet gebeurd.
• Als je nu over het kunstgras loopt voel je allerlei flinke voelbare kuilen. Dat hebben we bij ons vorig huis vanaf moment 1 nooit gehad. We hebben er dan ook geen vertrouwen in dat het goed komt zoals het nu is.
• Een aantal randen van het kunstgras zijn duidelijk zichtbaar niet netjes afgesneden. Waardoor de look & feel deels verloren gaat.
• Bij onze schuur zien we een behoorlijk overschot aan repen kunstgras. We mogen aannemen dat jij dat gaat afvoeren.
• Je gaf aan dat je met de firma [bedrijf 2] hebt besproken dat zij de door jouw aangelegde druppelslangen zal bekijken of het in orde is. Helaas wisten zij hier niks van. Wat als het niet in orde is?
• Conform afspraak zou je boomschors plaatsen bij de randen van het kunstgras en overige plekken rondom zodat het zand niet zichtbaar is. Helaas is niet gedaan. Mondeling heb je toegezegd over 1 maand dit op te lossen.
(…)
De rest van de werkzaamheden is conform afspraak.
We zien graag dat je snel met een oplossing gaat komen, voor nu vinden we het onacceptabel.”
Nog dezelfde avond heeft [gedaagde in conv] de volgende aanvulling gemaild:
”Nog even toevoeging op onze verstuurde mail van zojuist:
• Het pad van stenen die zijn teruggeplaatst zijn niet compleet en liggen hierdoor te ver uit elkaar. Er zijn dus nog stenen over en we zien graag deze ook geplaatst worden zoals het was.
Zou je dit ook willen aanpassen?”
2.4.
[eiser in conv] heeft bij mail van 7 september 2023 gereageerd en geschreven dat onderdoek bij dit type kunstgras niet nodig is en dat de boomschors voor het afwerken van het kunstgras nog geleverd zal worden.
2.5.
[eiser in conv] is op enig moment bij [gedaagde in conv] langsgegaan om het uitgevoerde werk te bekijken en heeft vervolgens op 19 september 2023 gemaild bereid te zijn om een planning voor herstel te maken mits [gedaagde in conv] betaalt voor het prijsverschil dat zal ontstaan als gevolg van (het leggen van) het onderdoek.
2.6.
[gedaagde in conv] heeft [eiser in conv] bij e-mail van 21 september 2023 verzocht om de gebreken binnen twee weken te verhelpen en het werk alsnog op de juiste manier op te leveren. [eiser in conv] heeft nog dezelfde dag geantwoord dat het budget in overleg moet worden aangepast naar de werkzaamheden en geleverde materialen.
2.7.
Op 6 september 2023 heeft [eiser in conv] voor het uitgevoerde werk middels factuur [factuurnummer] een bedrag van € 7.500,79 bij [gedaagde in conv] in rekening gebracht.
2.8.
Op 9 oktober 2023 heeft [gedaagde in conv] middels e-mail aan [eiser in conv] bericht dat hij de overeenkomst ontbindt.
2.9.
[eiser in conv] heeft vervolgens bij brief van 27 november 2023 aanspraak gemaakt op 85% van de factuur, neerkomend op een bedrag van € 6.375,--.
2.10.
Namens [gedaagde in conv] is bij brief van 22 januari 2024 aan [eiser in conv] een beoordeling toegestuurd naar aanleiding van een inspectie van het kunstgras. Daarin staat het volgende :
”Op verzoek van [naam 1] ben ik, [naam 2] , kunstgrasspecialist bij [bedrijf 3] , uitgenodigd om de kwaliteit van de aanleg van het kunstgras hier te beoordelen.
Ik heb het volgende geconstateerd:
• Het kunstgras ziet er hobbelig uit en dit getuigt van het feit dat de zandbaan niet stabiel/vlak/hard genoeg is om een vlakke kunstgrasmat te waarborgen.
• Er is als onderdoek een antiworteldoek i.p.v. een daarvoor geschikt stabiliserend Geotextieldoek gebruikt. Dit heeft geen stabiliserende werking waardoor er eerder oneffenheden in het kunstgras kunnen ontstaan.
• Op de plek waar de 2 couponnen aan elkaar gelijmd moetén worden is een zeer zichtbare naad aanwezig waarbij ik geconstateerd heb dat het niet op een juiste manier gesneden en geplakt is. Een zijde plakt niet opdat er grassprieten onder plakken waardoor deze sprieten zich tussen de mat en het lijmband bevinden waardoor de mat niet plakt aan de lijmband.
• Onder de grasmat op circa 20-30cm afstand van de rand van het kunstgras bevinden zich opsluitbanden. Deze banden zijn nu al deels zichtbaar als bobbel in het kunstgras en dit gaat steeds meer zichtbaar worden als het zand inklinkt. Dit betekend dat er na verloop van tijd, maar binnen een jaar, een bobbel overal zichtbaar is 20-30cm vanaf de rand van het kunstgras. Dit kan gevaar opleveren i.v.m. struikelrand.”
2.11.
[gedaagde in conv] heeft de genoemde gebreken uiteindelijk door een derde laten herstellen. De factuur van [eiser in conv] is geheel onbetaald gelaten.

3.De vordering en het verweer in conventie en reconventie

3.1.
[eiser in conv] vordert in conventie, na vermindering van eis, dat de kantonrechter [gedaagde in conv] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, zal veroordelen aan hem te betalen:
primair, het bedrag van € 7.393,27, te vermeerderen met wettelijke rente over € 6.775,00 vanaf 28 februari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
dan wel subsidiair: het bedrag € 8.549,92, te vermeerderen met wettelijke rente over € 7.900,79 vanaf 28 februari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening, nadat [eiser in conv] in de gelegenheid is gesteld het worteldoek te vervangen doch uiterlijk binnen één maand na de datum van dit vonnis (indien vervanging niet mocht plaatsvinden);
en voorts, zowel primair als subsidiair
,[gedaagde in conv] te veroordelen in de proceskosten, alsmede in de nakosten.
3.2.
[eiser in conv] legt aan zijn vordering ten grondslag dat [gedaagde in conv] de factuur ondanks betalingsherinnering en aanmaning onbetaald heeft gelaten. Primair vordert [eiser in conv] 85% van de factuur, wat neerkomt op € 6.775,--. Subsidiair gaat [eiser in conv] uit van het volledige factuurbedrag van € 7.500,--. [eiser in conv] heeft de vordering ter incasso uit handen gegeven. De buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 839,44, vordert hij, net als de wettelijke rente, als vermogensschade.
3.3.
In reconventie vordert [gedaagde in conv] dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, voor recht zal verklaren dat dat de overeenkomst met betrekking tot het aanleggen van een deel van de tuin van [gedaagde in conv] is ontbonden en dat [eiser in conv] aansprakelijk is voor de schade die [gedaagde in conv] daardoor lijdt, met veroordeling van [eiser in conv] in de proceskosten en in de nakosten.
3.4.
[gedaagde in conv] stelt daartoe dat [eiser in conv] het werk niet naar behoren heeft uitgevoerd en geen herstelwerk heeft willen uitvoeren zonder daarvoor betaald te krijgen. [eiser in conv] is in gebreke gesteld en in verzuim geraakt, waarna [gedaagde in conv] de overeenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden. [eiser in conv] is aansprakelijk jegens [gedaagde in conv] voor de schade die [gedaagde in conv] door de ontbinding van de overeenkomst leidt.
3.5.
Partijen concluderen over en weer tot afwijzing van elkaars vorderingen. Op de stellingen van partijen wordt, voor zover voor de beslissing van belang, hieronder bij de beoordeling ingegaan.

4.De beoordeling van het geschil in conventie en in reconventie

4.1.
Omdat de vorderingen in conventie en in reconventie nauw met elkaar samenhangen, bespreekt de kantonrechter deze gezamenlijk.
4.2.
[eiser in conv] heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven geen betaling van meerwerk te vorderen, zodat de zaak zich toespitst op de verplichtingen die voortvloeien uit de onder 2.1 weergegeven overeenkomst. Partijen zijn het eens dat die overeenkomst kwalificeert als aanneming van werk. De overgelegde offerte bevat geen betalingsvoorwaarden en gesteld noch gebleken is dat partijen daar afspraken over hebben gemaakt. Daarom geldt het uitgangspunt dat [gedaagde in conv] pas tot enige betaling kan worden aangesproken nadat [eiser in conv] het werk heeft opgeleverd.
4.3.
Volgens artikel 7:758 lid 1 BW is een werk opgeleverd als de aannemer te kennen geeft dat het werk klaar is om te worden opgeleverd en de opdrachtgever het werk vervolgens (al dan niet stilzwijgend of onder voorwaarden) aanvaardt. Nadat [eiser in conv] zijn werkzaamheden op 6 september 2023 had afgerond heeft [gedaagde in conv] nog dezelfde avond een lijst met gebreken gestuurd met daarbij de mededeling dat hij het werk onacceptabel vindt. Naar het oordeel van de kantonrechter was van aanvaarding van het werk op dat moment geen sprake. Volgens de onder 2.12 weergegeven bevindingen van de specialist van [bedrijf 3] is het kunstgras niet deugdelijk aangebracht. Een naad is aanwezig, coupons zijn niet goed gesneden en geplakt en het gevaar bestaat dat de opsluitbanden na verloop van tijd een struikelrand worden. In tegenstelling tot het standpunt dat [eiser in conv] heeft ingenomen wordt het aangebrachte worteldoek niet aanvaard als geschikt alternatief voor het overeengekomen onderdoek. Maar wat ook zij van het nut van dat worteldoek, [eiser in conv] heeft onvoldoende gemotiveerd betwist dat er zoveel grote kuilen in het kunstgras zaten (die door de specialist worden omschreven als hobbels) dat het kunstgras niet geschikt was voor normaal gebruik. [gedaagde in conv] heeft [eiser in conv] direct op de aanwezigheid van de kuilen gewezen en heeft de oplevering mogen weigeren.
4.4.
Ondanks de klachten van [gedaagde in conv] is [eiser in conv] niet tot herstel overgegaan. Oplevering is daarom uitgebleven, met als gevolg dat de vordering van [eiser in conv] niet opeisbaar is en [gedaagde in conv] de factuur niet hoeft te betalen. De vordering van [eiser in conv] wordt afgewezen.
4.5.
[gedaagde in conv] heeft [eiser in conv] in de gelegenheid gesteld om de gebreken te herstellen en alsnog deugdelijk op te leveren. [eiser in conv] heeft van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Voor zover [eiser in conv] heeft willen aanvoeren dat hij het herstel heeft mogen opschorten, wordt dat verweer verworpen omdat zijn vordering op [gedaagde in conv] niet opeisbaar was. [gedaagde in conv] heeft [eiser in conv] in zijn brief van 21 september 2023 een redelijke termijn van twee weken geboden om herstel uit te voeren, maar [eiser in conv] heeft van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Daardoor is [eiser in conv] in verzuim geraakt. Ontbinding van de overeenkomst was gerechtvaardigd omdat het kunstgras niet voor normaal gebruik geschikt was. [gedaagde in conv] heeft de overeenkomst dus rechtsgeldig buitengerechtelijk ontbonden. De verklaring voor recht is toewijsbaar.
4.6.
Het gevolg van die ontbinding is dat voor partijen ongedaanmakingsverbintenissen ontstaan. Reeds uitgevoerde prestaties dienen - voor zover mogelijk - ongedaan gemaakt te worden. De vraag hoe aan de uitvoering van die verbintenissen invulling moet worden gegeven ligt in deze procedure niet voor en blijft verder onbesproken.
4.7.
[eiser in conv] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom in conventie en reconventie de proceskosten dragen.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt [eiser in conv] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [gedaagde in conv] vastgesteld op € 678,-- aan salaris voor de gemachtigde;
in reconventie
5.3.
verklaart voor recht dat dat de overeenkomst tussen [gedaagde in conv] en [eiser in conv] , inhoudende de aanneming van werk op grond waarvan [eiser in conv] een deel van de tuin van [gedaagde in conv] zou aanleggen, is ontbonden en dat [eiser in conv] aansprakelijk is voor de schade die [gedaagde in conv] daardoor lijdt;
5.4.
veroordeelt [eiser in conv] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [gedaagde in conv] vastgesteld op € 339,-- aan salaris voor de gemachtigde en € 135,-- aan kosten die na dit vonnis zullen ontstaan, te vermeerderen, indien betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening;
5.5.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. W. van der Boon en in het openbaar uitgesproken op 8 januari 2025.