Uitspraak
beschikking van de kantonrechter van 31 januari 2025
[rechthebbende] ,
[voormalig bewindvoerder 2] ,
[voormalig bewindvoerder 1] ,
De procedure
De feiten
Het verzoek en het verweer
De beoordeling
1. Warmtebedrijf
2. UWV
3. Nalatig door niet betalen voor ASP en doorbetalen AS (CBR)
gevolgen niet betalen alcoholslot”. Daarin staat dat tekortkomingen zijn geconstateerd in de betaling van het ASP ten gevolge waarvan het rijbewijs van verzoeker ongeldig is verklaard.
Op 4 november hebben we uw alcoholslotprogramma beeindigd en uw rijbewijs (…) ongeldig verklaard. (…) Dit besluit hebben wij op 4 november 2014 verstuurd naar het toen bij ons bekende adres. (…) Op 11 november 2014 hebben wij u een kopie gestuurd van ons besluit van 4 november 2014. Tevens hebben wij op zowel 4 november als 11 november 2014 een kopie van het besluit gestuurd aan uw advocaat (…)”
De kosten voor de tweede termijn van de uitvoering van het alcoholslotprogramma, een bedrag van € 120,00, zijn door ons nooit ontvangen. Per brief van 1 september 2014 en 19 september 2014 hebben wij u laten weten dat u deze op uiterlijk 1 oktober 2014 had moeten voldoen. Per brief van 9 oktober 2014 hebben wij u bovendien nog in de gelegenheid gesteld om deze kosten op uiterlijk 16 oktober 2014 te voldoen. (…)”
Het CBR heeft mij zojuist laten weten dat al het contact via jou en je advocaat liep en dat er dus geen facturen naar mij toe zijn gestuurd. Omdat je de factuur niet hebt doorgestuurd, heb ik ook geen betaling voor je kunnen verrichten”.
dit te zijn vergeten te betalen’, aldus verzoeker. Hij kan die mail niet meer in het geding brengen vanwege een wisseling van mailadres maar [voormalig bewindvoerder] moet die mail nog wel hebben. Verzoeker vraagt de kantonrechter [voormalig bewindvoerder] op te dragen die mail van hem aan [voormalig bewindvoerder] in het geding te brengen. [voormalig bewindvoerder] heeft ter zitting toegezegd te zullen zoeken of die mail zich in haar archief bevindt. Verzoeker stelt dat [voormalig bewindvoerder] doelbewust informatie achterhoudt door die e-mail niet in te dienen. Het niet op de hoogte zijn van de latere termijnen staat in contrast met de door [voormalig bewindvoerder] overgelegde stukken waaruit blijkt dat elke zes maanden een termijnbetaling moet plaatsvinden. Uit een mail van 25 maart 2015 blijkt dat [voormalig bewindvoerder 2] toen op de hoogte was van de problemen rondom de betalingen aan het CBR, aldus verzoeker.
4. en 5. Geen poging contact schuldeisers en onnauwkeurige financiële administratie
6. Ten onrechte meegedeeld schadevrij
7. Terugbetaling huurtoeslag 2022
8. Immateriële schade.
Ik ontvang elk jaar de rekening van verantwoording. En elk jaar teken ik hem bewust niet. Waarom is het nu zo belangrijk daar een gesprek over te houden?” Deze mail tekent de houding van verzoeker, die veel verwacht, maar in elk geval destijds, weinig eigen verantwoordelijkheid nam.
9. Proceskosten/nakosten
10. Conclusie
De beslissing
- verklaart verzoeker niet ontvankelijk in de bij brieven van 29 oktober, 8 november en 9 december 2024 ingediende verzoeken;
- veroordeelt [voormalig bewindvoerder 2] , als voormalig bewindvoerder van [rechthebbende] , voornoemd, tot betaling aan [rechthebbende] van een bedrag van € 38,00 (zegge achtendertig euro);
- compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij zijn eigen kosten draagt;
- wijst het meer of anders gevorderde af.