ECLI:NL:RBGEL:2025:1660

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 maart 2025
Publicatiedatum
3 maart 2025
Zaaknummer
C/05/446757 / KG ZA 25-19
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over verwijdering van grievende publicaties en verbod tot uitlatingen

Op 3 maart 2025 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem een vonnis gewezen in een kort geding tussen [eiseres] en [gedaagde]. [Eiseres] vorderde in deze procedure dat [gedaagde] zou worden veroordeeld om binnen 24 uur na betekening van het vonnis bepaalde berichten over haar te verwijderen en verdere openbaarmaking van soortgelijke berichten te staken. [Gedaagde] is niet verschenen in de procedure, maar [eiseres] heeft aangetoond dat [gedaagde] op de hoogte was van de dagvaarding. De voorzieningenrechter heeft verstek verleend tegen [gedaagde].

De vorderingen van [eiseres] zijn toegewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gevorderde maatregelen niet onrechtmatig of ongegrond zijn. [Gedaagde] werd veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 250,00 voor elke dag dat hij niet aan de veroordelingen voldoet, met een maximum van € 10.000,00. Daarnaast werd [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van [eiseres], die zijn begroot op € 1.906,90. De wettelijke rente over deze kosten werd eveneens toegewezen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/446757 / KG ZA 25-19
Vonnis in kort geding van 3 maart 2025
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat: mr. H.S. Franken te Den Haag,
tegen
[gedaagde],
wonende op een geheim adres,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 9,
- een aanvullende productie over de strafrechtelijke veroordeling van [gedaagde] door de politierechter op 13 februari 2025,
- de producties 10 tot en met 12,
- de akte wijziging en vermeerdering van eis alsmede zes screenshots,
- het exploot van betekening van de akte wijziging en vermeerdering eis van 26 februari 2025,
- de mondelinge behandeling van 27 februari 2025, ter gelegenheid waarvan de screenshots a tot en met l zijn overgelegd.
- de pleitnota van [eiseres] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
[gedaagde] is niet verschenen in deze procedure. De dagvaarding is op de bij de wet voorgeschreven wijze betekend aan het adres van [gedaagde] . Aan alle wettelijke vereisten voor betekening van de dagvaarding is aldus voldaan. Bovendien verklaart [eiseres] dat uit een door [gedaagde] geplaatste video op YouTube en door [gedaagde] geplaatste berichten op Facebook blijkt dat hij heeft kennis genomen van de dagvaarding. Tegen [gedaagde] wordt daarom verstek verleend.
2.2.
[eiseres] vordert, na wijziging en vermeerdering van eis, dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
a. [gedaagde] zal veroordelen om binnen 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis de berichten betreffende [eiseres] genoemd in randnummer 4 van de akte tot wijziging en vermeerdering van eis te verwijderen en verwijderd te houden en om verdere openbaarmaking van oude of nieuwe berichten die van gelijke strekking zijn, te staken en gestaakt te houden, op straffe van een dwangsom van € 250,00 voor elke dag dat [gedaagde] in gebreke blijft aan die veroordelingen te voldoen, met een maximum van € 10.000,00;
b. [gedaagde] zal verbieden om zich publiekelijk in welke vorm of hoedanigheid ook op onnodig grievende wijze uit te laten over [eiseres] of zijn naam en adres te noemen door middel van het plaatsen van berichten met een inhoud, aard en strekking die vergelijkbaar is met de in randnummer 4 van de akte tot wijziging en vermeerdering van eis genoemde berichten aan het adres van [eiseres] , op straffe van een dwangsom van € 250,00 voor iedere overtreding van dit verbod, met een maximum van € 10.000,00;
c. met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
2.3.
De akte wijziging en vermeerdering van eis is op 26 februari 2025 aan [gedaagde] betekend. In randnummer 4 van deze akte zijn de volgende berichten vermeld:
a.
[link 1].
b.
[link 2].
c.
[link 3]
.
d.
[link 4]
.
e.
[link 5]
.
f.
[link 6]
.
g. Op 10 januari 2025 is via Youtube ‘ [naam 1] ’ geplaatst. [gedaagde] vertelt in deze video dat [eiseres] € 75.000,- aan hem moet betalen. Er wordt daarnaast iets gezegd over het Koningshuis. Het is moeilijk verstaanbaar, aldus [eiseres] .
h.
[link 7].
i.
[link 8]
.
j.
[link 9]
.
k.
[link 10]
l. [link 11] .
m. meerdere berichten op accounts van [gedaagde] , waaronder [naam 2] , die alleen te lezen zijn voor vrienden van deze accounts
2.4.
Ter zitting heeft [eiseres] screenshots overgelegd van deze publicaties, met uitzondering van het vermelde onder g. Ook heeft [eiseres] screenshots overgelegd van publicaties op het account [naam 2] .
2.5.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom worden toegewezen.
2.6.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. De proceskosten van [eiseres] worden tot op heden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
en het exploot (2 x € 145,45)
290,90
- griffierecht
331,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.906,90
2.7.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
verleent verstek tegen [gedaagde] ,
3.2.
veroordeelt [gedaagde] om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de berichten over [eiseres] genoemd onder 2.3. van dit vonnis te verwijderen en verwijderd te houden en om verdere openbaarmaking van oude of nieuwe berichten van gelijke strekking te staken en gestaakt te houden,
3.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere dag dat hij niet aan de veroordeling onder 3.2. voldoet, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
3.4.
verbiedt [gedaagde] om zich publiekelijk in welke vorm of hoedanigheid ook op onnodig grievende wijze uit te laten over [eiseres] of zijn naam en adres te noemen door middel van het plaatsen van berichten met een inhoud, aard en strekking die vergelijkbaar is met de onder 2.3. van dit vonnis genoemde berichten aan het adres van [eiseres] ,
3.5.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere overtreding van het gebod onder 3.4., tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt.
3.6.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.906,90, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.7.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
3.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J. Peerdeman en in het openbaar uitgesproken op
3 maart 2025.
1780