ECLI:NL:RBGEL:2025:1651

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 februari 2025
Publicatiedatum
3 maart 2025
Zaaknummer
06-950630-10
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke beëindiging van terbeschikkingstelling van een man met een complexe persoonlijkheidsstoornis

Op 3 februari 2025 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in de zaak van een 37-jarige man wiens terbeschikkingstelling (tbs) voorwaardelijk is beëindigd. De rechtbank oordeelde dat de man, die sinds 2011 onder tbs stond na een veroordeling voor poging tot doodslag en andere geweldsdelicten, voldoende stabiliteit heeft getoond in zijn leven. De man heeft de afgelopen jaren intensieve behandeling ondergaan en is inmiddels zes jaar abstinent van middelengebruik. De deskundigen van de kliniek en de reclassering hebben aangegeven dat de man goed functioneert in de maatschappij en dat er voldoende beschermende factoren zijn om de dwangverpleging te beëindigen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met een jaar afgewezen en de tbs voorwaardelijk beëindigd onder strikte voorwaarden, waaronder het meewerken aan reclasseringstoezicht en het vermijden van strafbare feiten. De rechtbank concludeert dat de beveiliging van de maatschappij geen verdere verpleging van overheidswege eist, gezien de positieve ontwikkeling van de man en zijn bereidheid om zich aan de voorwaarden te houden.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 06-950630-10
Datum uitspraak: 3 februari 2025
Beslissingvan de meervoudige kamer als bedoeld in artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering
in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[betrokkene] (hierna: betrokkene)

geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats] ,
verblijvende bij [verblijfplaats] , [adres] , [postcode] in [plaats 1] ,
onder verantwoordelijkheid van [de kliniek] ,
(hierna: de kliniek)
Raadsvrouw: mr. L. Schouten, advocaat te Amsterdam

De procedure

Betrokkene is op 16 december 2011 bij arrest van het gerechtshof Arnhem veroordeeld voor een poging tot doodslag, bedreiging, mishandeling en vernieling tot 2 jaren gevangenisstraf en terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege. Deze maatregel is ingegaan op 21 januari 2012 en het laatst verlengd bij beslissing van de rechtbank van 5 februari 2024. Deze beslissing is door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bij beslissing van 4 juli 2024 bevestigd.
Bij vordering van 9 december 2024, ingekomen op diezelfde datum, heeft de officier van justitie gevorderd dat deze maatregel wordt verlengd voor de duur van één jaar.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van de volgende processtukken:
  • het adviesrapport van de kliniek van 11 november 2024, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling voorwaardelijk te beëindigen en de zaak 3 maanden aan te houden;
  • de aanvulling op het adviesrapport van de kliniek van 18 december 2024;
  • het adviesrapport van de reclassering van 20 november 2024, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling voorwaardelijk te beëindigen;
  • het verslag van het Zorg Advies Gesprek (ZAG) van 27 november 2024;
  • het voortgangsverslag van Tactus van 8 januari 2025;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen en de voortgangsverslagen.
Ter zitting van 20 januari 2025 zijn gehoord:
- betrokkene;
- voornoemde raadsvrouw;
- de reclasseringsmedewerker;
- de deskundige van de kliniek;
- de officier van justitie.

De standpunten

De officier van justitie heeft ter zitting primair de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met één jaar gehandhaafd.. Zij heeft aangevoerd dat het proefverlof pas sinds december is opgestart en dat betrokkene nog kampt met spanningen. Ook moet er nog een woning en werk worden gevonden. De officier van justitie stelt daarom dat er nog veel moet gebeuren voor een voorwaardelijke beëindiging in zicht is. Subsidiair verzoekt de officier van justitie de zaak 3 maanden aan te houden om daarna te bezien wat de stand van zaken is met betrekking tot het proefverlof, het werk en het omgaan met spanningen.
De raadsvrouw van betrokkene heeft gepleit voor een verlenging van de maatregel met één jaar en een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat betrokkene de afgelopen periode heeft laten zien dat hij adequaat kan reageren op heftige gebeurtenissen. Daarnaast heeft betrokkene stabiliteit op alle leefgebieden en zijn er voldoende beschermende factoren om de volgende stap te maken. Het proefverlof is officieel pas in december gestart, maar de kliniek heeft verdachte al veel eerder de vrijheden van het proefverlof gegeven.

De beoordeling

Indexdelict
De terbeschikkingstelling is opgelegd vanwege onder meer poging tot doodslag. Dat betekent dat de maatregel is opgelegd in verband met een misdrijf dat gericht was tegen of gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen.
Stoornis
Uit het rapport van de kliniek volgt dat betrokkene bekend is met een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis, met gemengde antisociale, narcistische en borderline persoonlijkheidstrekken, alsook met ernstig middelengebruik (alcohol, cannabis en cocaïne), welke jaren in remissie is binnen een gereguleerde omgeving.
Hieruit blijkt dat de stoornissen nog steeds aanwezig zijn.
Verloop van de maatregel
Uit het reclasseringsrapport blijkt dat betrokkene inmiddels zes jaar abstinent is van middelen dankzij de gereguleerde omgeving waarin hij verblijft. In de loop der jaren is duidelijk geworden dat intensieve inzet op behandeling, sociale interacties, communicatie, wonen, werken en huisvesting heeft bijgedragen aan het doorbreken van negatieve patronen, waardoor deze op de achtergrond zijn geraakt. Betrokkene heeft de afgelopen periode laten zien dat hij goed functioneert in de maatschappij en dat hij goed is omgegaan met tegenslagen, ook nadat hij zelfstandig is gaan wonen met forensische begeleiding op afstand binnen Transfore. Er is sprake van een steunend netwerk en een duidelijk toekomstplan. Het versterken van zijn autonomie speelt hierbij een belangrijke rol.
Uit het verlengingsadvies van de kliniek blijkt dat de doelen voor de komende periode zijn om de resocialisatie verder voort te zetten en een keuze te maken in de regio waar dit gaat plaatsvinden, verdere inbedding in de maatschappij met een financieel plan, kennismaken met de sociale omgeving van [plaats 2] en deelnemen aan sociale activiteiten met leeftijdsgenoten. Betrokkene heeft zich de laatste periode aan de behandeling gehouden en hij heeft op veel levensgebieden het leven op orde. De inschatting van de kliniek is dat een verlenging van de dwangverpleging met één jaar te lang zal zijn. Het proefverlof is recent gestart en ook op het gebied van financiën is nog onvoldoende inzicht. De kliniek adviseert daarom om de zaak drie maanden aan te houden, om op deze gebieden meer inzicht te krijgen.
De deskundige van de kliniek heeft op de zitting toegelicht dat het verantwoord is om de verpleging voorwaardelijk te beëindigen. Ten tijde van het schrijven van het advies was er nog geen zicht op de financiën van betrokkene, maar deze zijn inmiddels met behulp van een maatschappelijk werker in kaart gebracht, waardoor aanhouding van de zaak niet langer nodig en wenselijk is. Het proefverlof verloopt goed en de kliniek heeft al een stap naar achteren gedaan. Betrokkene werkt goed samen met behandelaren, geeft inzicht in zijn handelen, luistert naar de adviezen en is goed aanspreekbaar. Het is belangrijk dat betrokkene de komende periode zijn verantwoordelijkheden kan uitbreiden en dat hij een beroep kan doen op zijn zelfstandigheid en vaardigheden.
De deskundige van de reclassering heeft op zitting toegelicht dat betrokkene klaar is voor de volgende stap. Het contact met de reclassering verloopt goed. Wat de reclassering betreft hoeft betrokkene geen therapie te volgen voor spanningen. Dat hoeft alleen als betrokkene daar zelf behoefte aan heeft, nu hij al zo veel behandelingen heeft gevolgd. Betrokkene heeft ook al laten zien dat hij goed kan omgaan met tegenslagen. Hoewel het proefverlof officieel pas op 10 december 2024 is toegekend, kreeg betrokkene de afgelopen periode de vrijheid alsof het proefverlof al was gestart. De deskundige ziet geen meerwaarde om het proefverlof eerst langer te monitoren voordat de dwangverpleging voorwaardelijk wordt beëindigd, omdat betrokkene al heel zelfstandig is. In de komende periode gaat betrokkene verder op zoek naar een zelfstandige woning. Hij kan totdat hij een zelfstandige woning heeft gevonden in zijn huidige woning blijven.
Recidivegevaar
Binnen de huidige kaders met proefverlof en zelfstandig wonen wordt het recidivegevaar ingeschat als laag tot matig. Matig ziet erop dat betrokkene af en toe impulsief kon handelen, maar volgens de kliniek is dit nu anders omdat betrokkene zijn gedachten bespreekbaar maakt met de begeleiding. Wanneer de maatregel volledig zou wegvallen, is het recidiverisico matig tot hoog, omdat de vraag is of betrokkene zijn emoties dan voldoende kan reguleren.
Hieruit blijkt dat de kans op herhaling bij onmiddellijke beëindiging van de terbeschikkingstelling nog aanwezig is.
Conclusie
Uit het rapport en uit wat ter zitting is besproken, blijkt dat aan de voorwaarden voor verlenging is voldaan. Betrokkene heeft de laatste periode laten zien dat hij stabiel functioneert, ook bij spanningen of tegenslagen. De samenwerking met de behandelaren is positief en betrokkene heeft stabiliteit op alle leefgebieden opgebouwd. Betrokkene wil zich richten op zijn werk en een zelfstandige woonomgeving. Weliswaar heeft betrokkene pas sinds december proefverlof toegekend gekregen, maar uit de toelichting van de deskundigen blijkt dat betrokkene in de praktijk al veel langer zelfstandig functioneert alsof er proefverlof was verleend, waarbij het recidiverisico steeds laag is geweest. Uit de toelichting van de deskundigen blijkt verder dat betrokkene inmiddels voldoende inzicht in zijn financiën heeft gegeven en een reëel financieel plan heeft. De rechtbank is daarom van oordeel dat het, gelet op de toelichting op zitting van de kliniek en de reclassering, verantwoord is om de dwangverpleging onder de door de reclassering geformuleerde voorwaarden voorwaardelijk te beëindigen. Betrokkene heeft tijdens de zitting bevestigd dat hij zich aan de voorwaarden wil houden.
De rechtbank ziet dan ook geen reden om, zoals door de officier van justitie is bepleit, de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen zonder de dwangverpleging te beëindigen. De rechtbank zal evenmin, zoals de officier van justitie subsidiair heeft verzocht, de zaak voor drie maanden aanhouden. De rechtbank ziet daar geen aanleiding toe en de deskundigen hebben ter zitting aangegeven dat het niet de verwachting is dat er binnen drie maanden iets zal zijn gewijzigd.
De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat de beveiliging van de maatschappij de voortzetting van de verpleging van overheidswege niet langer eist. De rechtbank zal daarom de maatregel met één jaar verlengen en overgaan tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege onder de voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd en hierna opgenomen.

De beslissing

De rechtbank:
  • wijst afhet verzoek tot aanhouding;
  • verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling van
    [betrokkene]met
    één jaar;
  • beëindigtde verpleging van overheidswege onder het stellen van de volgende voorwaarden:
1. Betrokkene maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.
2. Betrokkene werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
 Betrokkene meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
 Betrokkene laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van betrokkene vast te stellen;
 Betrokkene houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om betrokkene te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
 Betrokkene helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
 Betrokkene werkt mee aan huisbezoeken;
 Betrokkene geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
 Betrokkene vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
 Betrokkene werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht.
3. Indien de reclassering dat nodig acht, kan een klinische time-outopname van ten hoogste zeven weken plaatsvinden, met dien verstande, dat dit, zonder rechterlijke toestemming, slechts mogelijk is met instemming van betrokkene op het moment dat opname aan de orde is. De opname kan dan alleen zo lang voortduren als hij daarmee instemt. Wanneer betrokkene de opname zelf beëindigt, is dit geen overtreding van een voorwaarde. Deze periode van zeven weken kan éénmaal worden verlengd of herhaald.
4. Betrokkene gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering.
5. Betrokkene laat zich behandelen indien de reclassering dit nodig acht door Transfore of een soortgelijke instelling of zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
6. Betrokkene ontvangt (ambulante) woonbegeleiding, te bepalen door de reclassering. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
7. Betrokkene gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
8. Het alcoholverbod geldt zolang de reclassering dit nodig acht. Betrokkene houdt zich aan de afspraken en/of het plan van aanpak omtrent alcoholgebruik gedurende de tbs-maatregel. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
9. Betrokkene spant zich in voor het vinden en behouden van een dagbesteding met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag.
10. Betrokkene geeft de reclassering of de behandel/wooninstelling inzicht in zijn financiën en schulden. Als de reclassering dit nodig acht werkt betrokkene mee aan financiële hulpverlening.
11. Betrokkene stelt zich open op, inzake het aangaan van nieuwe of bestaande sociale contacten en heeft geen bezwaar dat deze op gepaste en discrete wijze door de reclassering worden gescreend.
Deze beslissing is gegeven door mr. Y. Yeniay-Cenik, als voorzitter, mr. A.T.G. van Wandelen en mr. J.M. Hollebrandse, als rechters in tegenwoordigheid van mr. N.D. van Egdom, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 februari 2025.