ECLI:NL:RBGEL:2025:163
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een beroep tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Brummen inzake Wmo-aanvraag en verbeurde dwangsom
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Brummen, die op 29 augustus 2023 is genomen. Eiser had een aanvraag ingediend op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) voor huishoudelijke ondersteuning en individuele begeleiding. De rechtbank heeft het beroep op 5 december 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren. De rechtbank stelt vast dat het college op 2 januari 2023 een maatwerkvoorziening voor huishoudelijke ondersteuning heeft toegekend, maar dat eiser bezwaar heeft gemaakt tegen het uitblijven van een beslissing op zijn aanvraag voor individuele begeleiding. Het college heeft in het bestreden besluit het bezwaar van eiser gegrond verklaard voor wat betreft de verbeurde dwangsom, maar het overige bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank concludeert dat het college te laat heeft beslist op de aanvraag voor individuele begeleiding, maar dat de dwangsom van € 92 correct is vastgesteld. Eiser's verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen, omdat het beroep ongegrond is verklaard. De rechtbank beslist dat eiser geen griffierecht terugkrijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.