ECLI:NL:RBGEL:2025:1576

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 maart 2025
Publicatiedatum
27 februari 2025
Zaaknummer
11451465 \ HA VERZ 24-75
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van werknemer wegens verdenking van stalking en de gevolgen voor loon en transitievergoeding

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 6 maart 2025 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijk geschil tussen [verzoeker, verw. in tegenverz.] en JTV Nijmegen B.V. [verzoeker, verw. in tegenverz.] was werkzaam als mondhygiënist en werd op 14 oktober 2024 op staande voet ontslagen vanwege verdenkingen van stalking en bedreiging van collega's. De rechtbank oordeelde dat het ontslag niet rechtsgeldig was, omdat JTV niet voldoende bewijs had geleverd dat [verzoeker, verw. in tegenverz.] daadwerkelijk betrokken was bij de strafbare feiten. De kantonrechter stelde vast dat de werkgever niet onverwijld had opgezegd en dat de ontslagredenen onvoldoende waren onderbouwd. Hierdoor werd het ontslag nietig verklaard en werd JTV veroordeeld om [verzoeker, verw. in tegenverz.] een bedrag van € 2.615,74 netto te betalen, dat onterecht was verrekend. Tevens werd JTV veroordeeld om het loon van [verzoeker, verw. in tegenverz.] vanaf 18 november 2024 tot 5 januari 2025 te betalen, omdat hij ten onrechte geen loon had ontvangen tijdens zijn hechtenis. De kantonrechter ontbond echter de arbeidsovereenkomst per 1 mei 2025, omdat [verzoeker, verw. in tegenverz.] inmiddels een andere baan had gevonden en niet meer volledig inzetbaar was. Daarnaast werd [verzoeker, verw. in tegenverz.] recht op een transitievergoeding van € 2.157,56 toegekend. In een tweede zaak, waarin JTV schadevergoeding vorderde, werd de vordering afgewezen, omdat geen onrechtmatige gedraging van [verzoeker, verw. in tegenverz.] kon worden vastgesteld.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Nijmegen
zaakgegevens 11451465 \ HA VERZ 24-75 en 11449721 \ HA VERZ 24-74
uitspraak van 6 maart 2025
beschikking
in de zaak 11451465 \ HA VERZ 24-75 van
[verzoeker, verw. in tegenverz.]
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verweerder ter zake van het tegenverzoek
gemachtigde mr. W.P. Ganzeboom
procederende krachtens toevoegingsnummer [nummer]
tegen
de besloten vennootschap
JTV Nijmegen B.V.
gevestigd te Nijmegen
verwerende partij
verzoeker ter zake van het tegenverzoek
gemachtigde mr. N. Mauer
en in de zaak 11449721 \ HA VERZ 24-74 van
de besloten vennootschap
JTV Nijmegen B.V.
gevestigd te Nijmegen
verzoekende partij
gemachtigde mr. N. Mauer
tegen
[verzoeker, verw. in tegenverz.]
wonende te [woonplaats]
verwerende partij
gemachtigde mr. W.P. Ganzeboom
procederende krachtens toevoegingsnummer [nummer]
Partijen worden hierna [verzoeker, verw. in tegenverz.] en JTV genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure in beide zaken blijkt uit:
In zaak 11451465 \ HA VERZ 24-75:
- het verzoekschrift van [verzoeker, verw. in tegenverz.] van 10 december 2024 met producties 1 t/m 12
- het verweerschrift, tevens houdende voorwaardelijk zelfstandig tegenverzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, met producties 1 t/m 4
- het verweerschrift naar aanleiding van het voorwaardelijk tegenverzoek, tevens aanvulling van het petitum van het verzoek
In zaak 11449721 \ HA VERZ 24-74:
- het verzoekschrift van JTV van 12 december 2024 met producties 1 t/m 14
- het verweerschrift van 28 januari 2025
- de brief namens JTV van 9 januari 2025 met producties 15 t/m 18
- het e-mailbericht namens JTV van 30 januari 2025, houdende een akte wijziging van verzoek, met producties 19 t/m 23
- het verweerschrift naar aanleiding van voorwaardelijk verzoek ex art 7:681b BW tevens aanvulling petitum verzoek
In zowel zaak 11451465 \ HA VERZ 24-75 als zaak 11449721 \ HA VERZ 24-74
- de brief van mr. Ganzeboom van 4 februari 2025 waar in staat dat de zaaknummers bij de verweerschriften van [verzoeker, verw. in tegenverz.] zijn omgedraaid en waarin alsnog de juiste zaaksaanduiding bij de betreffende stukken wordt vermeld.
1.2.
Beiden zaken zijn gezamenlijk besproken tijdens de mondelinge behandeling van
6 februari 2025. De gemachtigden hebben daarbij spreekaantekeningen overgelegd. De griffier heeft aantekening gehouden.
1.3.
Ten slotte is in beide zaken beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
JTV verleent diensten op het gebied van tandheelkundige zorg. [verzoeker, verw. in tegenverz.] is op
1 september 2022 in dienst getreden in de functie van mondhygiënist. De arbeidsduur bedroeg 24 uur per week tegen een maandelijks salaris van € 2.757,81 bruto inclusief emolumenten.
2.2.
In de periode van 17 november 2023 tot de week van 23 september 2024 zijn verschillende medewerkers van JTV en hun familieleden bedreigd, gestalkt en afgeperst. JTV heeft [bedrijf 1] en [bedrijf 2] ingeschakeld om te onderzoeken wie er achter die gedragingen zat, maar zij hebben dat niet kunnen vaststellen.
2.3.
Meerdere medewerkers van JTV hebben op enig moment aangifte gedaan omdat zij slachtoffer zijn geworden van strafbare feiten. Op 8 oktober 2024 is [verzoeker, verw. in tegenverz.] gearresteerd en als verdachte aangemerkt.
2.4.
JTV heeft [verzoeker, verw. in tegenverz.] op 14 oktober 2024 op staande voet ontslagen. In de op
12 oktober 2024 gedateerde ontslagbrief staat het volgende:
In de periode vanaf november 2023 is sprake geweest van ernstige gedragingen door een op dat moment nog onbekende persoon richting meerdere JTV-medewerkers en hun familieleden. Het gaat om ten minste 18 collega's en ten minste 2 familieleden van collega's die rechtstreeks met ernstige gedragingen zijn benaderd en/of van wie de naam is gebruikt voor ernstige gedragingen. Een deel van deze gedragingen staat hieronder opgesomd. Deze gedragingen hebben diep ingrepen op het (privé)leven van deze collega's en hun familieleden.
Wij hebben onderzoek laten doen door [bedrijf 1] en [bedrijf 2] naar de gang van zaken. Onder meer de volgende feiten zijn door ons geconstateerd.
• Op 17 november 2023 heeft een collega op haar telefoon WhatsApp-berichten ontvangen met foto's van naakte personen, waar slordig het hoofd van haar en van haar man op waren geplakt.
• Haar zoon en dochter, cliënten van JTV, hebben op respectievelijk 19 en 25 november 2023 soortgelijke berichten ontvangen.
• Naast foto's zijn er ook berichten met persoonsgegevens van deze collega, haar kinderen en de kleinkinderen naar haar en haar kinderen gestuurd.
• Op Marktplaats zijn vanaf 18 november 2023 diverse advertenties aangemaakt met de naam, het adres en het telefoonnummer van een collega, waarbij gratis spullen werden aangeboden, als gevolg waarvan vreemde personen bij haar aan de deur kwamen. Ook is op naam van deze collega op 18 november 2023 een Marktplaats-
advertentie aangemaakt waarin deze collega zichzelf aanbiedt als huishoudelijke hulp. Op 25 november 2023 is opnieuw een advertentie op Marktplaats geplaatst waarin op naam van deze collega haar hulp in de huishouding wordt aangeboden.
• Op 19 november 2023 heeft deze collega een filmpje van de plaatselijke Sinterklaas optocht gemaakt, welke zij niet met anderen heeft gedeeld. Toch kreeg de zoon van deze collega een bericht met de namen van haar kleinkinderen.
• Op dinsdag 20 november 2023 omstreeks 22.00 uur is op naam van deze collega een pakket met 'sexy' ondergoed van bol.com bezorgd, dat door iemand anders op haar naam is besteld op 18 november 2023.
• Op dinsdag 21 november 2023 en woensdag 22 november 2023 werd deze collega door collega's geattendeerd op het feit dat er profielen op social media onder haar naam waren aangemaakt. Het ging om profielen op Facebook, Instagram, Badoo, Linkedln, Zoom.nl, Tiktok en Marktplaats. Daarvoor waren foto's van haar
Whatsapp-profiel gebruikt.
• Op 21 november 2023 is bij deze collega meermaals een pakket aangeboden ter bezorging. Zij heeft dat pakket geweigerd omdat zij niets had besteld.
• Op zaterdag 25 november 2023 is deze collega herhaaldelijk gebeld door voor haar onbekende nummers. Voorts was er weer een advertentie geplaatst met een gratis fiets. Ook kwamen er weer mensen aan de deur. Dat ging door tot maandag 27 november 2023.
• Op donderdagavond 30 november 2023 heeft deze collega een brievenbuspakket van BonPrix ontvangen, welke zij opnieuw niet had besteld. Voorts vernam zij van een andere collega dat opnieuw foto's op valse Tiktok-accounts onder haar naam waren geplaatst.
• Op 3 december 2023 werd bij een Sinterklaasviering van deze collega ongevraagd aangebeld door een roetveegpiet. Deze mevrouw had zichzelf opgegeven als gratis piet voor mensen die het financieel moeilijk hadden.
• Op dezelfde avond kwam omstreeks 19.00 uur opnieuw iemand aan de deur voor een gratis fiets, waarvan - ook nu weer - een advertentie was aangemaakt op Marktplaats.
• Eveneens op 3 december 2023 ontving deze collega een SMS-bericht met de tekst 'Welkom bij Budgetthuis', terwijl deze collega zich hiervoor niet had aangemeld.
• Op woensdag 6 december ontving deze collega een SMS-code van Klarna, maar na contact met Klarna bleek dit bericht niet van hen afkomstig te zijn. Voorts stonden in de ING-app van deze werkneemster automatische incassobetalingen klaar voor 'Budget in 1', ad. € 100,99.
• Op zaterdag 13 januari 2024 heeft dezelfde collega foto's van haar eigen woning, vermoedelijk een afbeelding van Google Street View, ontvangen.
• Ook hebben deze collega en haar kinderen diverse bloederige foto's ontvangen van onthoofde, geamputeerde en seksueel gepenetreerde lichamen, waarbij de tekst vermeld stond: 'jij bent de volgende!'.
• Op maandag 22 januari 2024 heeft dezelfde collega WhatsApp-berichten ontvangen met onder meer de tekst: 'I never want to see you again in [woonplaats] again, otherwise your personal data will be distributed worldwide'.
• Ook heeft de collega die dag een bericht met haar exacte nettosalaris van de maand december 2023 ontvangen.
• Ook zijn er seksuele diensten op naam van deze collega aangeboden.
• Op zondag 4 februari 2024 heeft een collega omstreeks 14.38 uur Whatsapp- berichten ontvangen uit naam van de Algemeen Directeur, met daarin genoemd haar privéadres. Op diezelfde dag is de Algemeen Directeur meermaals gebeld via Whatsapp-account waar de naam van voornoemde collega aan was gekoppeld.
• Op woensdag 28 februari 2024 om 20.30 uur is uit naam van de Algemeen directeur van JTV Mondzorg een Whatsapp-bericht gestuurd aan een collega, met daarin de mededeling dat zij per die datum op staande voet is ontslagen.
• Op woensdag 28 februari 2024 om 21.05 uur is uit naam van een collega een Whatsapp-bericht gestuurd aan een andere collega, met daarin de mededeling dat hij ook per die datum op staande voet is ontslagen.
• Eveneens uit naam van een collega is aan een andere collega een Whatsapp-bericht gestuurd, waarin ook aan haar de mededeling werd gedaan dat zij per 28 februari 2024 op staande voet is ontslagen.
• Op zaterdag 2 maart 2024 is uit naam van een collega een betaalverzoek verstuurd voor een bedrag van € 50 aan twee andere collega's.
• Op zondag 3 maart 2024 om 18.53 uur is uit naam van een collega via een Whatsapp-bericht aan een andere collega gedreigd haar persoonsgegevens (BSN, geboortedatum, bankrekeningnummer, privételefoonnummer, en woonadres) te verspreiden, met daarbij de tekst: "I don't want to see [collega 1] and [collega 2] at JTV anymore, otherwise I will spread your personal information".
• Op 15 maart 2024 ontving een medewerker een Whatsapp bericht uit naam van een bij het onderzoek betrokken politiemedewerker, aangevuld met de geboortedatum. Het bankrekeningnummer en het woonadres van deze medewerker.
• Op 12 september werd uit naam van de directie (via Bol en Klarna) lingerie bezorgd bij een medewerker uit Rotterdam.
• In de week van 23 september ontvingen 4 medewerkers uit naam van ene 'Saskia Suermondt' per mail/ Whatsapp hun BSN-nummer.
2.5.
[verzoeker, verw. in tegenverz.] heeft JTV op 23 oktober 2024 schriftelijk verzocht om het ontslag in te trekken, welk verzoek namens JTV bij brief van 25 oktober 2024 is afgewezen.
2.6.
Bij de eindafrekening heeft JTV een loonaanspraak van [verzoeker, verw. in tegenverz.] van € 2.615,74 netto verrekend met een gefixeerde schadevergoeding.
2.7.
De voorlopige hechtenis van [verzoeker, verw. in tegenverz.] is per 18 november 2024 onder voorwaarden geschorst. Tot die voorwaarden behoort een gebiedsverbod voor het terrein van Radboud UMC en een contactverbod met enkele medewerkers van JTV.
2.8.
[verzoeker, verw. in tegenverz.] is sinds 6 januari 2025 elders werkzaam.

3.De verzoeken en verweren

In zaak 11451465 \ HA VERZ 24-75:
3.1.
[verzoeker, verw. in tegenverz.] verzoekt, na wijziging van verzoek, dat de kantonrechter bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, voor recht zal verklaren dat het op 12 oktober 2024 gegeven ontslag niet rechtsgeldig is gegeven en JTV zal veroordelen:
I. om aan [verzoeker, verw. in tegenverz.] , tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen, een bedrag van € 2.615,74 netto (dat ten onrechte door JTV is verrekend) alsmede het salaris van [verzoeker, verw. in tegenverz.] vanaf 18 november 2024 totdat het dienstverband rechtsgeldig is beëindigd, zijnde € 2.757,81 bruto per maand, (inclusief 8% vakantietoeslag en 8,33% eindejaarsuitkering) te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex art. 7: 625 BW, voor zover het loon te laat is betaald, en de wettelijke rente over de verschuldigde bedragen vanaf de dag der verschuldigdheid tot aan die der algehele voldoening;
II. in de proceskosten.
3.2.
[verzoeker, verw. in tegenverz.] legt het volgende aan zijn verzoek ten grondslag. [verzoeker, verw. in tegenverz.] betwist iedere betrokkenheid bij de door JTV gestelde gedragingen, zoals hij ook in de strafzaak elke betrokkenheid heeft ontkend. De voorlopige hechtenis is inmiddels geschorst. Een dringende reden ontbreekt. Bovendien was JTV er sinds eind augustus 2024 van op de hoogte dat [verzoeker, verw. in tegenverz.] door de politie wordt verdacht van de verweten gedragingen en heeft zij desondanks tot 14 oktober 2024 met gewacht het opzeggen van de arbeidsovereenkomst. Er is niet onverwijld opgezegd en de opzegging is derhalve niet rechtsgeldig. [verzoeker, verw. in tegenverz.] is en blijft bereid en in staat de overeengekomen arbeid te verrichten.
3.3.
JTV verzoekt de kantonrechter bij tegenverzoek om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
1. voor recht te verklaren dat JTV vanaf 8 oktober 2024 geen loon en overige
emolumenten aan [verzoeker, verw. in tegenverz.] verschuldigd is tot en met 14 oktober 2024, althans de
datum waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, althans tot de datum waarop [verzoeker, verw. in tegenverz.] zonder opgelegde voorwaarden in staat en beschikbaar is de
bedongen arbeid te verrichten;
2. voor recht te verklaren dat JTV [verzoeker, verw. in tegenverz.] rechtsgeldig op 14 oktober 2024 op staande voet heeft ontslagen.
en in voorwaardelijk zelfstandig tegenverzoek:
1. de arbeidsovereenkomst tussen JTV en [verzoeker, verw. in tegenverz.] op de kortst mogelijke termijn te
ontbinden, primair op grond van verwijtbaar handelen, subsidiair op grond van een
verstoorde arbeidsverhouding of de h-grond, meer subsidiair op grond van de i-grond, zulks met bepaling dat [verzoeker, verw. in tegenverz.] géén recht heeft op een transitievergoeding en derhalve zonder toekenning van enige vergoeding;
2. [verzoeker, verw. in tegenverz.] te veroordelen in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover indien die kosten niet binnen 14 dagen na betekening van deze beschikking zijn voldaan, alsmede in de nakosten.
3.4.
[verzoeker, verw. in tegenverz.] heeft bij verweerschrift tegen het zelfstandig tegenverzoek verzocht dat indien de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, zulks te doen op de g-grond, met inachtneming van de opzegtermijn van één maand en daarbij aan [verzoeker, verw. in tegenverz.] toe te kennen de transitievergoeding van € 2.374,78 bruto;
In zaak 11449721 \ HA VERZ 24-74
3.5.
JTV heeft bij afzonderlijk verzoekschrift vergoeding van schade verzocht. Zij stelt daartoe dat zij door het ontslag op staande voet schade heeft geleden en nog steeds leidt, bestaande uit gederfde winst, interne onderzoekskosten, kosten om de schade te beperken (zorgkosten), alsmede de kosten die JTV heeft moeten maken voor het inschakelen
van externe onderzoekers en het inwinnen van juridisch advies. JTV vordert naast vergoeding van die schade een gefixeerde schadevergoeding, het één en ander te vermeerderen met wettelijke rente.
3.6.
JTV verzoekt aldus dat de kantonrechter bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
1. voor recht zal verklaren dat [verzoeker, verw. in tegenverz.] op 14 oktober 2024 terecht door JTV op staande voet is ontslagen;
2. voor recht zal verklaren dat JTV bevoegd was de gefixeerde schadevergoeding voor
zover mogelijk met de eindafrekening te verrekenen;
3. [verzoeker, verw. in tegenverz.] zal veroordelen aan JTV te betalen het resterende bedrag aan gefixeerde schadevergoeding als bedoeld in artikel 7:677 lid 2 BW, zijnde een bedrag van € 3.922,90, te vermeerderen met de wettelijke rente
hierover gerekend vanaf 14 oktober 2024 tot aan de dag der algehele voldoening,
althans vanaf de dag van het instellen van deze vordering tot aan de dag van algehele
voldoening;
4. voor recht zal verklaren dat [verzoeker, verw. in tegenverz.] onrechtmatig heeft gehandeld jegens JTV door
persoonsgegevens van medewerkers en hun familie uit de systemen van JTV te
misbruiken en haar medewerkers te bedreigen, te chanteren en te stalken, onder meer
uit naam van de directie van JTV;
5. [verzoeker, verw. in tegenverz.] zal veroordelen om JTV een schadevergoeding te betalen ter hoogte van een bedrag van € 61.521,93, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de ogenschijnlijke datum van bepaling tot aan de dag der algehele voldoening, althans vanaf de dag van het instellen van deze vordering tot aan de dag der algehele voldoening;
6. [verzoeker, verw. in tegenverz.] te veroordelen aan JTV te betalen de kosten voor juridisch advies ter hoogte nader te begroten althans de buitengerechtelijk incassokosten ex artikel 6:96 lid 2 sub c BW, conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten begroot op € 1.429,45, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de ogenschijnlijke datum van bepaling, tot aan de dag der algehele voldoening, althans vanaf de dag van het instellen van deze vordering tot aan de dag der algehele voldoening;
7. [verzoeker, verw. in tegenverz.] te veroordelen in de kosten van het geding, waaronder begrepen het salaris
van de gemachtigde, alsmede [verzoeker, verw. in tegenverz.] te veroordelen in de nakosten, begroot op een bedrag van € 132,- exclusief betekening en € 222,- inclusief betekening van de
beschikking, met bepaling dat [verzoeker, verw. in tegenverz.] de wettelijke rente over deze proces- en
nakosten verschuldigd is, indien deze kosten niet binnen veertien dagen na betekening van de in deze te wijzen beschikking aan JTV zijn voldaan, één en ander te vermeerderen met de wettelijke rente tot aan de dag der algehele voldoening.
In zowel zaak 11451465 \ HA VERZ 24-75 als zaak 11449721 \ HA VERZ 24-74 :
3.7.
Partijen concluderen over en weer tot afwijzing van elkaars verzoeken. Op de stellingen van partijen wordt, voor zover voor de beslissing van belang, hieronder bij de beoordeling ingegaan.

4.De beoordeling

Het bezwaar van JTV
4.1.
JTV maakt bezwaar tegen de brief van mr Ganzeboom van 4 februari 2025, waar in staat dat de zaaknummers bij de verweerschriften van [verzoeker, verw. in tegenverz.] zijn omgedraaid en waarin alsnog de juiste zaaksaanduiding bij de betreffende stukken wordt vermeld. De kantonrechter gaat aan dat bezwaar voorbij. Alle stukken zijn tijdig aan JTV verstrekt en beide verweerschriften zijn onderdeel van hetzelfde geschil. JTV heeft bij de mondelinge behandeling de gelegenheid gehad om op alle standpunten van [verzoeker, verw. in tegenverz.] te reageren en is in haar belangen niet geschaad. Alle overgelegde stukken worden dus bij de beoordeling in beide zaken betrokken. De kantonrechter gaat tevens voorbij aan het standpunt van JTV dat [verzoeker, verw. in tegenverz.] in zijn verzoekschrift niet aan zijn substantiëringsplicht heeft voldaan, aangezien zijn standpunten voldoende blijken uit de overgelegde stukken.
Is het ontslag op staande voet terecht?
4.2.
Op grond van artikel 7:677 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is ieder van partijen bevoegd de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen op grond van een dringende reden, onder onverwijlde mededeling van die reden aan de wederpartij. Een ontslag op staande voet is een uiterst middel en is alleen gerechtvaardigd als van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling of sprake is van een dringende reden moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang bezien, in aanmerking worden genomen. Daarbij moet de aard en ernst van de door de werkgever aangevoerde dringende reden worden afgewogen tegen de door de werknemer aangevoerde persoonlijke omstandigheden. Relevant daarbij zijn de aard en duur van de dienstbetrekking, de wijze waarop de werknemer zijn werk heeft vervuld en de persoonlijke omstandigheden van de werknemer.
4.3.
Voor de beoordeling van de vraag of het door JTV aan [verzoeker, verw. in tegenverz.] gegeven ontslag op staande voet rechtsgeldig is, zijn de opgegeven redenen zoals vermeld in de ontslagbrief van 14 oktober 2024 maatgevend. Het geschil wordt dan ook afgebakend door de daarin genoemde verwijten. Uit de brief volgt dat aan het ontslag op staande voet strafbare gedragingen ten grondslag liggen, die zich laten samenvatten als het bedreigen, stalken, en afpersen van medewerkers van JTV en hun familieleden.
4.4.
Beide partijen zijn het erover eens dat die gedragingen dermate ernstig zijn dat die een ontslag op staande voet rechtvaardigen. Volgens JTV is de strafrechtelijke verdenking, in combinatie met de omstandigheid dat de feiten een arbeidsrechtelijk karakter hebben, voldoende om aan te kunnen nemen dat die feiten door [verzoeker, verw. in tegenverz.] zijn gepleegd. De onderbouwing waaruit zou moeten blijken
waarom[verzoeker, verw. in tegenverz.] door justitie als verdachte is aangemerkt is echter niet in het geding gebracht. Ondanks verzoeken heeft de politie die stukken niet aan JTV willen verstrekken. Daar zit het pijnpunt in deze zaak. Omdat [verzoeker, verw. in tegenverz.] betwist dat hij de opgesomde feiten uit de ontslagbrief heeft gepleegd, is het immers nog steeds aan JTV om aannemelijk te maken dat hij wel degelijk de dader is. De kantonrechter wil wel aannemen dat de verdenking van politie en justitie op serieuze gronden is gebaseerd maar moet zonder inzicht in het strafdossier ook rekening houden met de mogelijkheid dat [verzoeker, verw. in tegenverz.] niet zal worden veroordeeld. De enkele omstandigheid dat [verzoeker, verw. in tegenverz.] in strafrechtelijke zin als verdachte is aangemerkt is onvoldoende om te kunnen aannemen dat hij de dader is.
4.5.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft JTV nadere invulling gegeven aan de verdenking jegens [verzoeker, verw. in tegenverz.] . Daarbij is toegelicht dat eerst zo’n 130 personen, waaronder medewerkers van verschillende locaties van JTV als potentiële verdachte zijn aangemerkt. Vervolgens is een daderprofiel opgemaakt van een waarschijnlijk alleen wonende dader die handig is met computers. Rekening houdend met roosters, werktijden, toegang tot gegevens en gebruikte materialen en foto’s is de lijst met verdachten geleidelijk aan tot enkelen teruggebracht. ICT-bedrijf [naam ] heeft logbestanden uit het systeem van JTV gehaald die vervolgens zijn vergeleken met gegevens van het Radboud UMC, vanwaar een of meer strafbare feiten met een mobiel apparaat zijn gepleegd. Uiteindelijk is de politie uitgekomen bij [verzoeker, verw. in tegenverz.] , die op het dan wel de bewuste moment(en) in het Radboud UMC aanwezig zou zijn geweest. Die verdenking wordt volgens JTV ondersteund door de omstandigheid dat medewerkers van JTV steeds werden belaagd nadat zij [verzoeker, verw. in tegenverz.] negatieve feedback hadden gegeven en dat de medewerkers van JTV niet meer lastig zijn gevallen na de arrestatie van [verzoeker, verw. in tegenverz.] .
4.6.
De gestelde manier waarop het aantal verdachten systematisch is teruggebracht is te volgen en als daadwerkelijk kan worden geconcludeerd dat [verzoeker, verw. in tegenverz.] de dader moet zijn is het begrijpelijk dat JTV tot ontslag is overgegaan. Echter ontbreekt elke onderbouwing om die ‘trechtering’ inzichtelijk te maken, ook met wel aan de werkgever ter beschikking staande gegevens zoals die door [naam ] uit het ICT-systeem zijn gehaald of onderzoeksresultaten van [bedrijf 1] en [bedrijf 2] . Zoals gezegd is pas ter zitting verteld welke verbanden er te leggen zijn, maar de verschillende data (bijvoorbeeld datum kritiek op het functioneren van [verzoeker, verw. in tegenverz.] en opvolgende periode van stalking) zijn niet uitgeschreven. In de stukken is enkel gesteld dat [verzoeker, verw. in tegenverz.] gezien diens arrestatie wel de dader moet zijn. Dat is te kort door de bocht. Daarom kon ook niet van [verzoeker, verw. in tegenverz.] worden verwacht dat hij meer inhoudelijk betwist of onderbouwt dan hij nu heeft gedaan. Er is door JTV een bewijsaanbod gedaan, maar dat spitst zich niet toe op één of meer feiten of omstandigheden in de ter zitting uiteengezette ‘keten’ van zaken die zouden kunnen leiden tot het aanwijzen van [verzoeker, verw. in tegenverz.] als de dader. De kantonrechter kan niet met voldoende zekerheid vaststellen dat [verzoeker, verw. in tegenverz.] zich aan enige feiten uit de ontslagbrief schuldig heeft gemaakt, ziet geen aanleiding voor nadere bewijslevering en zal voor recht verklaren dat het ontslag van [verzoeker, verw. in tegenverz.] niet rechtsgeldig is gegeven. De vraag of het ontslag onverwijld is gegeven kan daarom in het midden blijven.
De ontbinding van de arbeidsovereenkomst
4.7.
Het dienstverband van [verzoeker, verw. in tegenverz.] is dus niet door het ontslag ten einde gekomen. JTV vordert bij voorwaardelijk tegenverzoek primair om het dienstverband alsnog op grond van verwijtbaar handelen te ontbinden. Hierover wordt overwogen dat verwijtbaar handelen met betrekking tot de strafbare gedragingen als hiervoor overwogen niet kan worden vastgesteld. JTV heeft nog wel andere algemene verwijten aan [verzoeker, verw. in tegenverz.] gemaakt die zich laten samenvatten als slecht werknemerschap. Zij is echter niet concreet in haar stellingen zodat de kantonrechter daar verder aan voorbijgaat.
4.8.
Sinds 6 januari 2025 is [verzoeker, verw. in tegenverz.] in dienst getreden bij een nieuwe werkgever voor een arbeidsduur van 29 uur per week. [verzoeker, verw. in tegenverz.] heeft dit pas ter zitting op vragen van de werkgever verteld. Nog los van al het overige wordt JTV daardoor geconfronteerd met een werknemer die niet meer volledig inzetbaar is voor de arbeidsduur die zij samen zijn overeengekomen, namelijk 24 uur per week. Van JTV kan daarom in redelijkheid niet worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De arbeidsovereenkomst wordt daarom ontbonden, met inachtneming van de opzegtermijn van één maand, per 1 mei 2025.
Loon en transitievergoeding
4.9.
[verzoeker, verw. in tegenverz.] heeft van 8 oktober tot 18 november 2024 in hechtenis gezeten. Partijen zijn het eens dat hij voor de periode van die hechtenis geen recht op loon heeft. Op 18 november 2024 is zijn hechtenis geschorst, onder meer onder de voorwaarde dat hij niet op het terrein van Radboud UMC mag komen en geen contact mag hebben met enkele met naam genoemde medewerkers van JTV. Die voorwaarde staat er op zich niet aan in de weg dat [verzoeker, verw. in tegenverz.] het werk op een andere locatie van JTV had kunnen hervatten waarbij hij geen contact met de betreffende collega’s zou hebben. Het standpunt van JTV dat die mogelijkheid er niet was is niet voldoende onderbouwd en wordt daarom gepasseerd. De kantonrechter begrijpt wel dat JTV [verzoeker, verw. in tegenverz.] nergens in haar organisatie wil toelaten gezien de verdenking die zij jegens hem heeft, maar de enkele stelling dat het gebieds- en contactverbod te werk stelling onmogelijk maakt, is opnieuw te kort door de bocht. Zij had dus de betaling van het loon moeten hervatten vanaf 18 november 2024 en zal daartoe worden veroordeeld.
4.10.
Omdat [verzoeker, verw. in tegenverz.] niet terecht is ontslagen is hij JTV geen gefixeerde schadevergoeding verschuldigd, die dus ook niet met de loonaanspraak van [verzoeker, verw. in tegenverz.] had mogen worden verrekend. JTV dient het verrekende bedrag van € 2.615,74 netto alsnog aan [verzoeker, verw. in tegenverz.] te betalen.
4.11.
Het feit dat [verzoeker, verw. in tegenverz.] een nieuwe baan heeft is pas op het laatste moment ter zitting -en bovendien op vragen van JTV- naar voren gebracht. [verzoeker, verw. in tegenverz.] heeft sinds 6 januari 2025 een nieuwe baan heeft voor 29 uur per week. [verzoeker, verw. in tegenverz.] had dit willen verzwijgen, naar eigen zeggen omdat JTV andere mondzorgpraktijken heeft benaderd en voor [verzoeker, verw. in tegenverz.] heeft gewaarschuwd. Dat laatste wordt echter door JTV ontkend en [verzoeker, verw. in tegenverz.] heeft die beschuldiging op geen enkele manier onderbouwd, zodat daar verder aan voorbij wordt gegaan. Als niet naar voren was gekomen dat [verzoeker, verw. in tegenverz.] ander werk heeft gevonden zou het dienstverband bij JTV mogelijk niet zijn beëindigd en zou zijn loonaanspraak doorlopen, terwijl hij daarvoor geen arbeid kon verrichten. Het was immers duidelijk dat JTV niet wilde dat [verzoeker, verw. in tegenverz.] nog voor haar werkte en hij heeft zelf geen wedertewerkstelling gevorderd, terwijl hij niet beide dienstverbanden tegelijk volledig kon uitoefenen. Met het verzwijgen van het nieuwe dienstverband heeft [verzoeker, verw. in tegenverz.] in strijd gehandeld met zijn verplichting om alle van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. De kantonrechter kan daaraan de gevolgen verbinden die hij geraden acht en zal daar toe overgaan. De omstandigheden van het geval geven aanleiding om de loonaanspraak van [verzoeker, verw. in tegenverz.] van
6 januari 2025 tot 1 mei 2025 te matigen tot nihil.
4.12.
Omdat de arbeidsovereenkomst op initiatief van JTV wordt ontbonden heeft [verzoeker, verw. in tegenverz.] recht heeft op een transitievergoeding. Die vergoeding wordt op grond van het voorgaande berekend tot en met 5 januari 2025, waarmee een bedrag van € 2.157,56 bruto toewijsbaar is.
4.13.
Partijen worden over en weer gedeeltelijk in het gelijk gesteld, zodat de kantonrechter aanleiding ziet om de proceskosten tussen hen in zaak 11451465 \ HA VERZ 24-75 te compenseren.
De vorderingen van JTV in zaak 11449721 \ HA VERZ 24-74
4.14.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat de vorderingen van JTV onder I en II niet toewijsbaar zijn. Omdat geen onrechtmatige gedraging van [verzoeker, verw. in tegenverz.] kan worden vastgesteld wordt de gevorderde schadevergoeding eveneens afgewezen.
4.15.
JTV wordt in deze zaak dus in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.

5.De beslissing

De kantonrechter,
In zaak 11451465 \ HA VERZ 24-75:
Op het verzoek
5.1.
verklaart voor recht dat het door JTV bij brief van 12 oktober 2024 aan [verzoeker, verw. in tegenverz.] gegeven ontslag niet rechtsgeldig is gegeven;
5.2.
veroordeelt JTV om aan [verzoeker, verw. in tegenverz.] te betalen een bedrag van € 2.615,74 netto dat zij onterecht heeft verrekend, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW en met de wettelijke rente vanaf de dag der verschuldigdheid tot aan die der algehele voldoening;
5.3.
veroordeelt JTV om aan [verzoeker, verw. in tegenverz.] te betalen het bedrag van € 2.757,81 bruto per maand vanaf 18 november 2024 tot en met 5 januari 2025, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW en de wettelijke rente over de verschuldigde bedragen vanaf de dag der verschuldigdheid tot aan die der algehele voldoening;
Op het tegenverzoek
5.4.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen JTV en [verzoeker, verw. in tegenverz.] per 1 mei 2025;
5.5.
bepaalt dat JTV voor de periode vanaf 6 januari 2025 tot 1 mei 2025 aan [verzoeker, verw. in tegenverz.] geen loon verschuldigd is;
5.6.
veroordeelt JTV om aan [verzoeker, verw. in tegenverz.] te betalen een bedrag van € 2.157,56 bruto ter zake van transitievergoeding;
Op het verzoek en tegenverzoek
5.7.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
In zaak 11449721 \ HA VERZ 24-74:
5.8.
wijst de vordering van JTV af;
5.9.
veroordeelt JTV in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [verzoeker, verw. in tegenverz.] begroot op € 814,-- aan salaris voor de gemachtigde en € 135,-- aan kosten die na dit vonnis zullen ontstaan, te vermeerderen, indien betekening van deze beschikking heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening, verder te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de vijftiende dag na betekening tot de dag der algehele voldoening.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. M.J.C. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken op 6 maart 2025.