ECLI:NL:RBGEL:2025:1519

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 februari 2025
Publicatiedatum
26 februari 2025
Zaaknummer
11338521
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bestuurder van een Vereniging van Eigenaren en vernietiging van een besluit inzake onderhoudskosten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 26 februari 2025 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [eiser] tegen de VvE Schepen en SLIM Beheer. [eiser] verzocht om het ontslag van SLIM Beheer als bestuurder van de VvE en om vernietiging van een besluit dat op 6 juni 2024 was genomen, waarbij een offerte voor onderhoud aan het appartementencomplex was goedgekeurd. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 februari 2025 was alleen [eiser] vertegenwoordigd, terwijl de VvE en SLIM Beheer niet verschenen. De kantonrechter overwoog dat het ontslag van een bestuurder van een VvE voorbehouden is aan de vergadering van eigenaars, en dat de kantonrechter niet bevoegd is om dit ontslag te verlenen. [eiser] had niet aangetoond dat haar verzoek tot ontslag op de agenda van de vergadering was geplaatst. Het verzoek tot ontslag werd daarom afgewezen.

Daarnaast werd het verzoek tot vernietiging van het besluit over de offerte van [natuurlijk persoon B] ook afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat [eiser] geen voldoende onderbouwing had gegeven voor haar stelling dat het besluit vernietigbaar was. De kantonrechter concludeerde dat er geen redenen waren om het besluit te vernietigen op basis van de aangevoerde gronden. Uiteindelijk werd [eiser] in het ongelijk gesteld en veroordeeld in de proceskosten, die op nihil werden begroot.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer / rekestnummer: 11338521 \ AZ VERZ 24-32
Beschikking van 26 februari 2025
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats eiser] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: [ naam gemachtigde eisende partij] ,
tegen

1.VVE SCHEPEN TE [adres] ,

gevestigd te [vestigingsplaats gedaagde] ,
hierna te noemen: de VvE,
verwerende partij,
2. SLIM BEHEER (VB&T VVE DIENSTEN BACK OFFICE B.V.),
gevestigd te Eindhoven,
hierna te noemen: SLIM Beheer,
belanghebbende,
gemachtigde: [gemachtigde gedaagde ] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift
- het verweerschrift dat namens de VvE is ingediend door SLIM beheer
- de aanvullende bijlagen die door [eiser] zijn ingediend.
1.2.
Op 5 februari 2025 heeft een mondelinge behandeling plaatsgehad, waarbij zijn verschenen [gemachtigde] namens [eiser] . Namens de VvE en de bestuurder van de VvE (Slim Beheer) is niemand verschenen. Ook was aanwezig [belanghebbende] namens belanghebbende Stichting Portaal. Van het verhandelde ter zitting is door de griffier aantekening gehouden.
1.3.
De beschikking is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[adres eiser] is een appartementencomplex dat is verdeeld in drie appartementsrechten. Stichting Portaal, [natuurlijk persoon A] en [eiser] zijn elk gerechtigde tot één appartementsrecht.
2.2.
De bestuurder en beheerder van de VvE is SLIM Beheer.
2.3.
Op de vergadering van eigenaars van 6 juni 2024 is met meerderheid van stemmen besloten akkoord te geven op een offerte van [natuurlijk persoon B] voor een totaalbedrag van € 17.484,50 ter zake onderhoud aan het appartementencomplex.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
[eiser] verzoekt de kantonrechter om (i) SLIM Beheer te ontslaan als bestuurder van de VvE, alsook (ii) om het besluit genomen op de vergadering van eigenaars van 6 juni 2024, betreffende het gegeven akkoord op de offerte van [natuurlijk persoon B] , te vernietigen.
3.2.
In haar verweerschrift heeft SLIM Beheer namens de VvE geconcludeerd tot afwijzing van de verzoeken met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.
3.3.
Op de stellingen en verweren van partijen zal hierna, waar nodig, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

Verzoek (i) – ontslag bestuurder
4.1.
[eiser] heeft de kantonrechter in de eerste plaats voor de vraag gesteld of SLIM Beheer ontslagen dient te worden als bestuurder van de VvE. Hieraan vooraf gaat de vraag of de kantonrechter bevoegd is een bestuurder van een vereniging van eigenaars te ontslaan.
4.2.
Zoals door de kantonrechter ter zitting ook aan [eiser] is voorgehouden, is het ontslag van de bestuurder op grond van de wet voorbehouden aan de vergadering van eigenaars. Dit volgt uit artikel 5:131 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Dit artikel luidt: ‘
het bestuur wordt door de vergadering van eigenaars, al dan niet uit de leden, benoemd en kan te allen tijde door haar worden geschorst of ontslagen.’ Het is dan ook niet aan de kantonrechter om een bestuurder van een vereniging van eigenaars te ontslaan. Het is aan de vergadering van eigenaars om overeenkomstig de geldende regels uit de statuten en regelementen al dan niet een ontslagbesluit te nemen.
Dit betekent dan ook concreet dat [eiser] haar voorstel tot ontslag van SLIM Beheer als bestuurder van de VvE dient te agenderen, zodat de vergadering van eigenaars, aan de hand van een stemming, een besluit kan nemen over het al dan niet ontslaan van de bestuurder. Daarbij wijst de kantonrechter [eiser] nog op de omstandigheid dat de vergadering van eigenaars bij ontslag, ook een nieuwe bestuurder moet benoemen. Daarvoor ligt op dit moment geen concreet voorstel.
4.3.
Namens [eiser] is tijdens de zitting verklaard dat zij in de vergadering van 6 juni 2024 twee keer een verzoek heeft gedaan tot het ontslag van SLIM Beheer als bestuurder. Voor zover [eiser] hiermee heeft bedoeld te stellen dat zij het door haar voorgenomen ontslag heeft geagendeerd en de vergadering heeft geweigerd hierop te beslissen, volgt dat standpunt in ieder geval niet uit de agendapunten en de notulen van de vergadering. Nu [eiser] haar stelling verder ook niet heeft onderbouwd, staat vast dat haar voorstel tot ontslag van SLIM Beheer als bestuurder niet is geagendeerd op de vergadering van 6 juni 2024.
4.4.
Had [eiser] dat wel gedaan en had de vergadering geweigerd hierop een besluit te nemen of had de vergadering het ontslag geweigerd, dan had [eiser] zich wellicht op grond van artikel 5:121 BW tot de rechter kunnen wenden voor het verkrijgen van een vervangende machtiging tot ontslag van bestuurder SLIM Beheer. Er bestaat in de literatuur en rechtspraak verdeeldheid over de vraag of zo’n bevoegdheid toekomt aan de kantonrechter. Het doen van een dergelijk verzoek betekent dan nog niet zonder meer dat een vervangende machtiging kan worden verleend door de kantonrechter. De in de rechtspraktijk gevoerde discussie gaat het bestek van deze procedure evenwel te buiten, zodat daar verder in dit geding geen standpunt over ingenomen zal worden door de kantonrechter.
4.5.
Het verzoek tot ontslag van Slim Beheer als bestuurder van de VvE zal worden afgewezen.
Verzoek (ii) – vernietiging besluit tot instemming met offerte [natuurlijk persoon B]
4.6.
[eiser] heeft de kantonrechter ook voor de vraag gesteld of het op 6 juni 2024 door de vergadering genomen besluit aangaande de accordering van de factuur van [natuurlijk persoon B] vernietigd dient te worden. De kantonrechter beantwoordt die vraag ontkennend.
4.7.
De kantonrechter overweegt dat op grond van artikel 2:15 BW een besluit van een orgaan van een rechtspersoon vernietigbaar is wegens (a) strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van besluiten regelen, (b) strijd met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 2:8 BW worden geëist of (c) strijd met een reglement.
4.8.
[eiser] stelt wel dat datzelfde besluit vier jaar eerder is genomen en dat toen met een meerderheid van stemmen tegen is gestemd, maar zij heeft deze stelling op geen enkele wijze voorzien van een onderbouwing. Die stelling zal dan ook worden gepasseerd. Uit het verdere betoog van [eiser] volgt, in de kern genomen, dat zij het niet eens is met het genomen besluit. Dit is echter geen reden om het genomen besluit te vernietigen. Om welke andere reden het besluit vernietigbaar zou zijn heeft [eiser] verder niet gesteld. Op basis van hetgeen ter zitting aan de orde is geweest, ziet de kantonrechter ook geen aanleiding om het besluit te vernietigen op een van de gronden genoemd in artikel 2:15 BW.
4.9.
Ook dit verzoek van [eiser] zal daarom worden afgewezen.
4.10.
Ten overvloede overweegt de kantonrechter nog dat namens belanghebbende Portaal ter zitting is toegezegd dat als [eiser] een partij kan vinden die het onderhoud goedkoper kan verrichten dan door [natuurlijk persoon B] is geoffreerd, zij ervoor open staan om naar de offerte te kijken en deze in stemming te brengen in een nieuw te organiseren vergadering van eigenaars. Bovendien is door [eiser] aangegeven dat [natuurlijk persoon A] de puien van hun appartement hebben vervangen. Mocht dit zo zijn, dan dient er hoe dan ook een nieuwe offerte aangevraagd te worden omdat de onderhoudskosten om die reden waarschijnlijk lager zullen uitvallen.
Slotsom en proceskosten
4.11.
De kantonrechter zal de verzoeken van [eiser] afwijzen.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen van de VvE. De proceskosten van de VvE worden begroot op nihil.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de verzoeken van [eiser] af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van aan de zijde van de VvE begroot op nihil.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.D.R. Joppe en in het openbaar uitgesproken op 26 februari 2025.
51588 / 26396