ECLI:NL:RBGEL:2025:1475

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 februari 2025
Publicatiedatum
25 februari 2025
Zaaknummer
245004-24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van een vals identiteitsbewijs en valse kentekenplaten, en het op de bodem brengen van bedrijfsafvalstoffen

Op 19 februari 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een vals identiteitsbewijs, het op de bodem brengen van bedrijfsafvalstoffen en het voorhanden hebben van valse kentekenplaten. De verdachte, geboren in 1998 in Roemenië, was niet ingeschreven in de Basisregistratie Personen en werd op 29 juli 2024 in Wijchen aangehouden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met een medeverdachte 27 rollen polypropyleen GTX-N op de bodem had gebracht zonder de benodigde vergunning. Daarnaast had hij negen valse kentekenplaten en zeven valse kentekenbewijzen voorhanden gehad. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan de feiten 2, 3 en 4, maar sprak hem vrij van feit 1, dat betrekking had op het verduisteren van de rollen. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 9 maanden op, met aftrek van voorarrest, en verklaarde de in beslag genomen aanhanger en vrachtwagen verbeurd. De uitspraak is gedaan na een openbare terechtzitting en is gebaseerd op de bevindingen van de politie en de Koninklijke Marechaussee.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/245004-24
Datum uitspraak : 19 februari 2025
Verstek
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1998 in Roemenië (geboorteplaats onbekend),
niet ingeschreven in de Basisregistratie Personen
.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij in/op of omstreeks de periode van 22 juli 2024 tot en met 29 juli 2024, te Bezons Parijs Frankrijk en/of Wijchen, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (van) 27, althans één of meer rollen polypropylene GTX-N, althans een of meer voorwerpen
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den), en/of
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
- gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
2
hij op of omstreeks 29 juli 2024 te Wijchen, althans in Nederland, een reisdocument en/of identiteitsbewijs als bedoeld in het eerste lid van artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht, te weten een nationale identiteitskaart van Roemenië (voorzien van het nummer [nummer] , op naam gesteld van [naam] , geboren op [geboortedag 2] 1989 te [geboorteplaats] ), waarvan hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze vals of vervalst was, voorhanden heeft gehad;
3
hij op of omstreeks 29 juli 2024 te Wijchen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, zonder een daartoe verstrekte omgevingsvergunning, al dan niet opzettelijk, een milieubelastende activiteit heeft verricht door bedrijfsafvalstoffen en/of gevaarlijke afvalstoffen, te weten 27, althans één of meer rollen polypropylene GTX-N op en/of in de bodem te brengen;
4
hij op of omstreeks 29 juli 2024 te Wijchen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen, opzettelijk valse en/of vervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
- een kentekenplaat met de tekens [kenteken 7] ,
- een kentekenplaat met de tekens [kenteken 2] ,
- een kentekenplaat met de tekens [kenteken 6] ,
- twee kentekenplaten met de tekens [kenteken 4] ,
- twee kentekenplaten met de tekens [kenteken 5] ,
- twee kentekenplaten met de tekens [kenteken 3] ,
- een kentekenbewijs behorende bij kenteken [kenteken 1] (voorzien van het documentnummer [documentnummer 1] , certificaatnummer [certificaatnummer 1] ),
- een kentekenbewijs behorende bij kenteken [kenteken 2] (voorzien van het documentnummer [documentnummer 2] , certificaatnummer [certificaatnummer 2] ),
- een kentekenbewijs behorende bij kenteken [kenteken 3] (voorzien van het documentnummer [documentnummer 1] , certificaatnummer [certificaatnummer 3] ),
- een kentekenbewijs behorende bij kenteken [kenteken 4] (voorzien van het documentnummer [documentnummer 1] , certificaatnummer [certificaatnummer 4] ),
- een kentekenbewijs behorende bij kenteken [kenteken 5] (voorzien van het documentnummer [documentnummer 2] , certificaatnummer [certificaatnummer 5] ),
- een kentekenbewijs behorende bij kenteken [kenteken 6] (voorzien van het documentnummer [documentnummer 1] , certificaatnummer [certificaatnummer 6] ), en/of
- een kentekenbewijs behorende bij kenteken [kenteken 7] (voorzien van het documentnummer [documentnummer 1] , certificaatnummer [certificaatnummer 7] ),
voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die geschriften bestemd waren om gebruik van te maken als waren deze echt en onvervalst.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde.
Beoordeling door de rechtbank
Op 28 juli 2024 rond 23.30 uur zagen twee verbalisanten een witte vrachtwagen van het merk Scania met kenteken [kenteken 8] (hierna: “de Scania”) staan op een parkeerplaats. Deze vrachtwagen was eerder betrokken bij brandstof- en/of ladingdiefstallen en fake carrier fraude. Op 29 juli 2024 om 00.10 stonden de verbalisanten in de omgeving van de truckparking en zij hoorden van een collega, die zicht had op de uitgang van de truckparking, dat er twee vrachtwagens met Roemeense kentekens wegreden. De verbalisanten besloten de vrachtwagens onopvallend te gaan volgen. De twee vrachtwagens stopten op een parkeerplaats in Wijchen. De verbalisanten vonden de reisbeweging midden in de nacht en de verplaatsing die deze vrachtwagens maakten ongebruikelijk voor een vrachtwagenchauffeur die rendabel wil werken en winst wil maken. De verbalisanten zagen dat er twee personen bezig waren rondom de trekker en de oplegger. Zij waren met planken aan het sjouwen die afkomstig waren van de trailer. Af en toe klommen zij de oplegger in en enkele minuten later klommen zij er weer uit. Ze zagen dat een van de mannen in de zwarte vrachtwagen van het merk MAN met het kenteken [kenteken 9] (hierna: “de MAN”) stapte en dat de andere man in de witte vrachtwagen van het merk Scania stapte. De Scania werd een stuk naar voren gereden en de MAN reed naar de achterkant van de trailer. Zij zagen dat in de trailer ongeveer twintig à vijfentwintig zwarte rollen waren. Beide mannen waren met spanbanden aan het sjouwen en probeerden deze om de rollen te binden. Hierop stapte een van de mannen de MAN in en reed deze naar voren. Hierdoor trok hij een van de zwarte rollen die in de vrachtwagen lagen uit de trailer en deze viel op de grond. Omstreeks 01.50 uur was het hen gelukt om vier rollen uit de vrachtwagen te trekken. De verbalisanten hebben de mannen aangehouden. [2]
Een van de verbalisanten zag daarna dat de achterzijde van de Scania geopend was. Hij zag heel veel grote rollen met witte inhoud ingepakt in zwart plastic liggen. Op de stickers op de kop van de rollen stond 'Polypropylene GTX-N’. Vier rollen lagen achter de oplegger op de grond. De locatie was aan de achterzijde van de parkeerplaats en het leek op een dumpplek voor spullen, want er lag overal afval. Verdachte verklaarde tegen een verbalisant dat de Scania van hem was en dat zijn legitimatiebewijs in het middenvak lag in het dashboard. Met toestemming van verdachte mochten de verbalisanten in dit vak kijken. De verbalisanten zag een ingevulde CMR-brief liggen en zij vermoedden dat deze bij de lading hoorde. De verbalisant heeft in de loop van de jaren veel CMR-brieven gezien en het viel hem op dat de CMR-brief met potlood is ingevuld, terwijl dit in de transportsector uit den boze is, dat er geen kentekens op de CMR-brief zijn ingevuld die de lading hebben opgehaald, dat de lading op 22 juli 2024 is opgehaald in Bezons Cedex te Frankrijk en dat de lading naar Montpellier moest. Bezons betreft een wijk in Parijs en Montpellier ligt op basis van de navigatie 757 kilometer in het zuiden van Parijs. Volgens de verbalisant is het totaal onlogisch is dat verdachten met deze lading na 7 dagen in Nederland waren. [3]
Een verbalisant heeft de naam ‘polypropyleen geotextile non-woven’ opgezocht via Google en hij zag dat er een grote fabrikant in onder andere Nederland en Frankrijk actief was, namelijk [fabrikant] . Het verzendadres dat op de CMR-brief stond, kwam overeen met het adres van de Franse vestiging van [fabrikant] . De verbalisant heeft daarop telefonisch contact gezocht met [fabrikant] Nederland. Hij sprak met een medewerkster van dat bedrijf en zij vertelde dat de vestiging in Parijs die rollen maakt en dat ze ging navragen of er iets bijzonders was gebeurd met dit materiaal. Later belde zij terug en zij vertelde dat er 27 rollen waren verzonden vanaf de locatie in Bezons in Frankrijk en dat de lading nog steeds niet was aangekomen op het afleveradres in Zuid-Frankrijk. Er was een aangifte van vermissing/diefstal opgenomen in Frankrijk. Ze overlegde foto’s van de oplegger waarin de rollen waren geladen en van de persoon die de rollen meenam. De verbalisant zag dat de oplegger ten tijde van het laden een ander kenteken voerde dan het kenteken van de oplegger waarin de rollen waren aangetroffen. Alle unieke kernmerken van de oplegger kwamen echter wel overeen. [4] Verdachte heeft verklaard dat hij zichzelf herkent op de foto die is gemaakt tijdens het laden van de rollen. [5]
De Scania is onderzocht door de verbalisanten. De verbalisant voelde iets hards in het matras en zag dat het matras een rits had. Hij ritste de matras open gemaakt en zag hierbij verschillende Roemeense kentekenplaten, bijbehorende Roemeense kentekenbewijzen en een Roemeens identiteitsbewijs. Hij zag dat dit valse Roemeense kentekenplaten waren. [6] Het betreffen de kentekenplaten met de tekens [kenteken 7] , [kenteken 2] , [kenteken 6] , twee kentekenplaten met tekens [kenteken 4] , twee kentekenplaten met tekens [kenteken 5] en twee kentekenplaten met de tekens [kenteken 3] . [7] Verder zag hij dat het Roemeense identiteitsbewijs niet voldeed aan de echtheidskenmerken. Hij herkende ook de persoon die op de foto stond op dit vervalste Roemeense identiteitsbewijs als verdachte. [8] Verdachte heeft verklaard dat hij in de Scania reed. [9]
De aangetroffen identiteitskaart is een Roemeense identiteitskaart, op naam van [naam] , geboren op [geboortedag 2] 1989 te [geboorteplaats] en is voorzien van het nummer [nummer] . De identiteitskaart is onderzocht door de Koninklijke Marechaussee en het is een nabootsing van een origineel model van een identiteitskaart. De identiteitskaart is vals. [10]
In totaal zijn zeven kentekenbewijzen onderzocht. Het kentekenbewijs behorende bij het kenteken [kenteken 1] , voorzien van documentnummer [documentnummer 1] en certificaatnummer [certificaatnummer 1] , is onderzocht door de Koninklijke Marechaussee. Het is een nabootsing van een origineel model van een kentekenbewijs. Het kentekenbewijs is vals. [11]
Het tweede kentekenbewijs dat is onderzocht is het kentekenbewijs behorende bij het kenteken [kenteken 2] , voorzien van documentnummer [documentnummer 2] en certificaatnummer [certificaatnummer 2] , is onderzocht door de Koninklijke Marechaussee. Volgens de Koninklijke Marechaussee is het een nabootsing van een origineel model van een kentekenbewijs. Het kentekenbewijs is vals. [12]
Ook het kentekenbewijs behorende bij het kenteken [kenteken 3] , voorzien van documentnummer [documentnummer 1] en certificaatnummer [certificaatnummer 3] , is onderzocht door de Koninklijke Marechaussee. Ook dit kentekenbewijs is een nabootsing van een origineel model van een kentekenbewijs en is vals. [13]
Voorts is het kentekenbewijs behorende bij het kenteken [kenteken 4] , voorzien van documentnummer [documentnummer 1] en certificaatnummer [certificaatnummer 4] , onderzocht door de Koninklijke Marechaussee. Het is een nabootsing van een origineel model van een kentekenbewijs. Het kentekenbewijs is vals. [14]
Daarnaast is het kentekenbewijs behorende bij het kenteken [kenteken 5] , voorzien van documentnummer [documentnummer 2] en certificaatnummer [certificaatnummer 5] , onderzocht door de Koninklijke Marechaussee. Het is een nabootsing van een origineel model van een kentekenbewijs. Het kentekenbewijs is vals. [15]
Tevens is het kentekenbewijs behorende bij het kenteken [kenteken 6] , voorzien van documentnummer [documentnummer 1] en certificaatnummer [certificaatnummer 6] , onderzocht door de Koninklijke Marechaussee. Het is een nabootsing van een origineel model van een kentekenbewijs. Het kentekenbewijs is vals. [16]
Ten slotte is het kentekenbewijs behorende bij het kenteken [kenteken 7] , voorzien van documentnummer [documentnummer 1] en certificaatnummer [certificaatnummer 7] , onderzocht door de Koninklijke Marechaussee. Het is een nabootsing van een origineel model van een kentekenbewijs en het kentekenbewijs is vals. [17]
Feit 1
Verdachte heeft de polyprolyeen rollen ingeladen op 22 juli 2024 in Bezons in Noord-Frankrijk en was op 29 juli 2024 in Wijchen, terwijl de lading volgens de vrachtbrief naar Zuid-Frankrijk moest gaan. Hij had de goederen onder zich, omdat hij de goederen naar Zuid-Frankrijk had moeten brengen, maar een week later bevond hij zich met de goederen in Nederland. Door het te willen achterlaten van de rollen heeft verdachte de rollen zich toegeëigend, terwijl de rollen aan een ander toebehoren. De rechtbank is van oordeel dat verdachte door zo te handelen de goederen naar oordeel van de rechtbank heeft verduisterd.
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte aangetroffen rollen uit een kort daarvoor door de verdachte zelf gepleegde misdrijf, te weten het verduisteren van de rollen, zijn verkregen. De rollen betreffen onmiddellijk uit eigen misdrijf verkregen voorwerpen. De rechtbank is evenwel van oordeel dat het op de bodem brengen van de rollen door verdachte en medeverdachte [medeverdachte] niet kan worden aangemerkt als zijnde gericht op het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van de rollen. Volgens vaste jurisprudentie over de kwalificeerbaarheid van witwassen kan, nu het handelen van de verdachte als hiervoor omschreven niet heeft bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van de rollen, de gedraging van de verdachte niet als witwassen als bedoeld in artikel 420bis Sr worden gekwalificeerd. Verdachte dient daarom te worden vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde.
Feit 2
Gelet op het voorgaande kan wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte een vals identiteitsbewijs voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat het vals was omdat het identiteitsbewijs zijn eigen foto bevatte en niet op zijn naam gesteld was.
Feit 3
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte] de rollen op de bodem heeft gebracht. Er is sprake van een nauwe en bewuste samenwerking, omdat verdachten gezamenlijk de rollen uit de vrachtwagen hebben gehaald en zij daarin beiden een bijdrage van voldoende gewicht hebben gehad. De rechtbank dient te beantwoorden of verdachten hiermee een milieubelastende activiteit hebben verricht door bedrijfsafvalstoffen op de bodem te brengen zonder dat verdachten hiervoor een vergunning hadden. Een milieubelastende activiteit is volgens artikel 3.40b lid 1 van het Besluit activiteiten leefomgeving “het op of in de bodem brengen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen.” Uit artikel 1.1 Omgevingswet, de bijlage van artikel 1.1 Omgevingswet en artikel 1.1 Wet milieubeheer blijkt dat bedrijfsafvalstoffen zijn gedefinieerd als “afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen”. Afvalstoffen zijn in artikel 1.1 Wet milieubeheer gedefinieerd als: “alle stoffen, mengsels of voorwerpen, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen”. Deze definitie is overgenomen uit de Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen. Uit de verklaring van verdachte blijkt dat hij de rollen wilde achterlaten op de parkeerplaats. [18] Hiermee is bewezen dat verdachten zich van de rollen ontdeden en wilden ontdoen. De rollen polypropyleen zijn geen huishoudelijke afvalstoffen en uit het dossier blijkt niet dat het gevaarlijke afvalstoffen zijn. Naar oordeel is van de rechtbank staat daarom vast dat verdachten bedrijfsafvalstoffen op de bodem hebben gebracht. Verder is uit het dossier niet gebleken dat verdachte beschikten over een vergunning om dit te mogen doen. Het handelen van verdachten is te kwalificeren als opzettelijk. In het economisch strafrecht geldt dat het opzet kleurloos is. Dit betekent dat het opzet slechts behoeft te zijn gericht op het op de bodem brengen van de rollen (de gedraging) en dat het opzet niet mede op het overtreden van het verbod behoeft te zijn gericht. Het vereiste opzet is in deze zaak bewezen. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte] bedrijfsafvalstoffen op de bodem heeft gebracht zonder over een daartoe verstrekte omgevingsvergunning te beschikken.
Feit 4
Gelet op het voorgaande kan wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte in totaal negen valse kentekenplaten en zeven valse kentekenbewijzen voorhanden heeft gehad, nu deze kentekenplaten en deze kentekenbewijzen, zo is uit onderzoek gebleken, vals zijn en zij zich tezamen met het valse identiteitsbewijs in het matras in de vrachtwagen van verdachte zijn aangetroffen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
2
hij op
of omstreeks29 juli 2024 te Wijchen,
althans in Nederland,een
reisdocument en/ofidentiteitsbewijs als bedoeld in het eerste lid van artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht, te weten een nationale identiteitskaart van Roemenië
(voorzien van het nummer [nummer] , op naam gesteld van [naam] , geboren op [geboortedag 2] 1989 te [geboorteplaats]
), waarvan hij, verdachte, wist
of redelijkerwijs moest vermoedendat deze vals of vervalst was, voorhanden heeft gehad;
3
hij op
of omstreeks29 juli 2024 te Wijchen,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, zonder een daartoe verstrekte omgevingsvergunning,
al dan nietopzettelijk, een milieubelastende activiteit heeft verricht door bedrijfsafvalstoffen
en/of gevaarlijke afvalstoffen, te weten 27
, althans één of meerrollen polypropylene GTX-N op
en/of inde bodem te brengen;
4
hij op
of omstreeks29 juli 2024 te Wijchen,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen,opzettelijk valse
en/of vervalstegeschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
- een kentekenplaat met de tekens [kenteken 7] ,
en
- een kentekenplaat met de tekens [kenteken 2] ,
en
- een kentekenplaat met de tekens [kenteken 6] ,
en
- twee kentekenplaten met de tekens [kenteken 4] ,
en
- twee kentekenplaten met de tekens [kenteken 5] ,
en
- twee kentekenplaten met de tekens [kenteken 3] ,
en
- een kentekenbewijs behorende bij kenteken [kenteken 1]
(voorzien van het documentnummer [documentnummer 1] , certificaatnummer [certificaatnummer 1]
),
en
- een kentekenbewijs behorende bij kenteken [kenteken 2]
(voorzien van het documentnummer [documentnummer 2] , certificaatnummer [certificaatnummer 2]
),
en
- een kentekenbewijs behorende bij kenteken [kenteken 3]
(voorzien van het documentnummer [documentnummer 1] , certificaatnummer [certificaatnummer 3]
),
en
- een kentekenbewijs behorende bij kenteken [kenteken 4]
(voorzien van het documentnummer [documentnummer 1] , certificaatnummer [certificaatnummer 4]
),
en
- een kentekenbewijs behorende bij kenteken [kenteken 5]
(voorzien van het documentnummer [documentnummer 2] , certificaatnummer [certificaatnummer 5]
),
en
- een kentekenbewijs behorende bij kenteken [kenteken 6]
(voorzien van het documentnummer [documentnummer 1] , certificaatnummer [certificaatnummer 6]
), en
/of
- een kentekenbewijs behorende bij kenteken [kenteken 7]
(voorzien van het documentnummer [documentnummer 1] , certificaatnummer [certificaatnummer 7]
),
voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die geschriften bestemd waren om gebruik van te maken als waren deze echt en onvervalst.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 2:
een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht voorhanden hebben, waarvan hij weet, dat het vals of vervalst is;
feit 3:
medeplegen van opzettelijke overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 8.40, eerste lid, van de Wet milieubeheer;
feit 4:
opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, voorhanden hebben, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot 9 maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft samen met zijn medeverdachte 27 rollen polypropyleen GTX-N op de bodem gebracht op een parkeerplaats in Wijchen. Door deze handelswijze heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de regelgeving die beoogt het milieu te beschermen. Verder heeft verdachte een vals identiteitsbewijs, negen valse kentekenplaten en zeven valse kentekenbewijzen voorhanden gehad. Door het voorhanden hebben van een vals identiteitsbewijs heeft verdachte schade toegebracht aan het vertrouwen dat in het maatschappelijk verkeer in de juistheid van identiteitsbewijzen moet kunnen worden gesteld. Het gebruikmaken van valse en vervalste documenten maakt identiteitscontrole moeilijk of zelfs onmogelijk, wat het plegen van andere strafbare feiten vergemakkelijkt. Het gebruik van valse kentekenplaten en kentekenbewijzen hangt vaak samen met het afdekken van criminele feiten. Verdachte is een beroepschauffeur die zich door het vrij verkeer van personen vrij binnen de Europese Unie kan verplaatsen en hij heeft hier misbruik van gemaakt De rechtbank rekent verdachte deze feiten aan.
De rechtbank heeft acht geslagen op het Nederlandse uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 6 januari 2025, waaruit blijkt dat verdachte in 2023 is veroordeeld voor valsheid in geschift. Verder heeft de rechtbank acht geslagen op het Spaanse uittreksel justitiële documentatie van 30 juli 2024, het Franse uittreksel justitiële documentatie van 30 juli 2024 en het Roemeense uittreksel justitiële documentatie van 30 juli 2024, waaruit blijkt dat verdachte meerdere keren is veroordeeld voor diefstal. De rechtbank weegt strafverzwarend mee dat verdachte een strafblad heeft opgebouwd in Nederland, Spanje, Frankrijk en Roemenië.
De rechtbank overweegt dat de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) wat betreft een vals identiteitsbewijs uitgaan van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden. Verdachte heeft daarnaast negen valse kentekenplaten en zeven valse kentekenbewijzen voorhanden gehad en bedrijfsafvalstoffen op de bodem gebracht. Verder weegt de rechtbank het strafblad van verdachte strafverzwarend mee. Alles overwegende acht de rechtbank passend en geboden een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek van voorarrest.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van het beslag

De rechtbank zal aanhanger en de vrachtwagen met betrekking tot welke feit 3 is begaan verbeurd verklaren.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 33, 33 a, 47, 57, 225 en 231 van het Wetboek van Strafrecht;
- 1 a, 2 en 6 van de Wet op de Economische delicten
- 8.40 van de Wet milieubeheer;
- 5.1 van de Omgevingswet.

10.De beslissing

De rechtbank:
· spreekt verdachte vrij van het onder 1 ten laste gelegde feit;
· verklaart bewezen dat verdachte de onder 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
· verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
· verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
· verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 verklaart verbeurd de inbeslaggenomen aanhanger en vrachtwagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Bonder (voorzitter), mr. R.M.H. Pennings en mr. J.F. van Halderen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G.C. van de Fliert, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 februari 2025.
mr. Van Halderen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie e Eenheid Landelijke Expertise En Operaties, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2024351343, gesloten op 3 augustus 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 19-20.
3.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 28-29.
4.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 35.
5.Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] , p. 76.
6.Het aanvullend proces-verbaal van bevindingen, p. 1.
7.Het aanvullend proces-verbaal van bevindingen, p. 1 en het aanvullend proces-verbaal van bevindingen (KMAR), p. 52.
8.Het aanvullend proces-verbaal van bevindingen, p. 1.
9.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 74.
10.Het aanvullend proces-verbaal van bevindingen (KMAR), p. 4.
11.Het aanvullend proces-verbaal van bevindingen (KMAR), p. 10.
12.Het aanvullend proces-verbaal van bevindingen (KMAR), p. 13.
13.Het aanvullend proces-verbaal van bevindingen (KMAR), p. 16.
14.Het aanvullend proces-verbaal van bevindingen (KMAR), p. 19.
15.Het aanvullend proces-verbaal van bevindingen (KMAR), p. 22.
16.Het aanvullend proces-verbaal van bevindingen (KMAR), p. 31.
17.Het aanvullend proces-verbaal van bevindingen (KMAR), p. 34.
18.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 73.